Yokohama, 08 juni 2009
Onze laatste dagen in Japan zijn om en om in de regen en de zon. Na het mooie weer van gisteren met zijn blauwe lucht zie ik nu een egaal muisgrijze hemel wanneer ik de zware ijzeren schuifdeur aan het hoofdeinde van mijn bed openschuif.
Tettje stapt met een nat gezicht de slaapkamer binnen en één blik is voldoende. Vandaag gaan we nog één keer treinen. Helaas wordt het geen kogeltrein maar een exprestrein naar Matsumoto in de Alpen van Japan.
Matsumoto heeft nog een kasteel dat we graag willen bezoeken. Samen met Himeiji-jo en nog twee andere zijn het de laatste vier overgebleven kastelen van Japan die nog in originele staat zijn.
De omelet voor het ontbijt als afwisseling smaakt me goed, alleen het zoete witte broodje staat me een beetje tegen.
Drie uur in de trein met twee keer overstappen. Het gaat van grijs naar regen en eenmaal hoog boven de wolken worden we begroet door de zon. Ja, weer de zon. Hij brandt vriendelijk op onze armen en benen terwijl we richting het kasteel gaan.
Op de binnenplaats van de vesting worden we begroet door een vriendelijke engels sprekende oude man. Hij is lid van een clubje van gratis gidsen die je door het kasteel leiden.
Zijn opmerkingen zijn erg interessant en aan het einde verrast hij ons met een souvenir van origami. En dat door hem zelf ter plaatse gevouwen.
Onderweg kijken we beiden stil en in gedachten verzonken door het raam naar buiten. Terwijl het weer weer slechter wordt en de oneindige donkere bossen voorbij razen laten we beiden de reis in onze gedachten nog een keer passeren.
De vier weken in Japan zijn een onvergetelijke en plezierige ervaring geweest. Van het vooroordeel dat Japan een duur land is is weinig meer over. Op veel gebieden is het even duur of zelfs goedkoper dan Nederland of Thailand.
In “Columbus Okonomi-yaki” laten we het eten nog voor de laatste keer goed smaken. 3271 Yen, oftewel 1100 Baht, oftewel 23 Euro voor vier gerechten en vijf grote glazen bier. Morgen dus weer verder naar Thailand.