Jongju, 14/06/2007
Ik was er helemaal klaar voor toen de pieptonen mij wekten om zeven uur. Met een grote schep slaapzand nog in de ogen schoof ik het luik van mijn raam open. Een glanzende straat en druipende daken lagen stil in de regen. De auto’s in de verte zwiepten hun ruitenwissers heen en weer. Zo, daar was dan de regen. Je hoort mij niet klagen. Als je na bijna drie weken reizen alleen een middag miezerige regen hebt gehad is dat al geluk genoeg. Mijn plannen voor vandaag vielen dus wel letterlijk en figuurlijk in het water.
Ik voelde mij sowieso al niet al te best. De eenzaamheid begon zijn tol te eisen en ik had mij niet zo alleen gevoeld sinds Australië 2003. Maar er was weinig aan te doen. Wat kon ik er aan doen? Ik bracht de ochtend door met koffie drinken en paste mijn weblog aan op kleine dingen. Steeds uit het raam kijkend of het weer wilde veranderen.
Om twaalf uur zag ik eindelijk langzaam een droge streep op de straat verschijnen. Het was nu te laat om nog naar het park te gaan, een gewone wandeling zou genoeg zijn voor deze middag. Er zat nog een track in mijn GPS die ik niet had gelopen, er waren nog twee bezienswaardigheden die ik eerder had gemist in Jongju. Ik kleedde mij snel aan en met goede moed vertrok ik in de koele vochtige middaglucht Nog geen twee kilometer van huis voelde ik de eerste druppels regen alweer in mijn gezicht. De lucht was muisgrijs en het leek dat de bergen aan de horizon langzaam verdwenen. Alles wees op een terugkeer van de regen en een terugkeer naar mijn hotel.
Daar zat ik dan weer, ruim een uurtje later dan ik was vertrokken, in mijn hotelkamer. Mijn plan om nog een tussenstop te maken was nu ook in het water gevallen. Dan morgen maar naar de paardenoren! Lekker uitrusten en TV kijken.
Jinan (Jongju), 15/06/2007
Deze ochtend was het een genot om een droge weg te zien, het was wel zwaar bewolkt maar het was toch een genot. De sandwiches uit de koelkast kwamen op temperatuur terwijl ik onder de douche stond. Koffie was in de ban sinds mijn laatste problemen met de stoelgang, Cola One was de nieuwe drank.
Binnen een half uur zat ik alweer in de bus richting “Jinan”. Mijn eerste fout voor vandaag was alweer ontdekt. Ik had mijn bananen op mijn bed laten liggen, dom, dom, dom! Nou ja, dan probeer ik maar wat te eten te vinden in het “Mt. Maisan NP”.
De busreis was maar de helft van de tijd die door de LP vermeld was, maar mijn LP is dan ook al drie jaar oud ;). De overstap naar de bus die naar de ingang van het park ging was ook een vloeiende beweging. Mijn tweede fout kwam nu aan het licht. Ik was iets te optimistisch geweest over het weer en ik had dus mijn fleece niet meegenomen. Daar stond ik dan voor een rij gesloten winkels aan de voet van de bergen. Een koude wind blazend in mijn rug die de moed mij in de schoenen deed zakken. Ik speelde voor een moment met het idee om terug te keren en alles maar te laten zoals het was. Het waren de restjes van mijn kleine depressie gisteren.
Kom op, we gaan er tegen aan! En dat deden we dan ook. De klim begon langzaam maar werd steiler naarmate ik bij de kloof tussen de twee bergen kwam. De kassa was open en ik betaalde netjes mijn bijdrage voor het onderhoud van het park. 2000 won, een koopje. De eerste klim was een trap die mij tot een respectabele hoogte binnen de kloof bracht. Eenmaal net over de top en uit de wind had ik iets nodig om mij op te warmen. Koffie!!!! En ik had er zin in na twee dagen. Een dubbele zwarte koffie smaakte uitstekend en warmde mij een beetje op. En, ik zat bij de eerste tempel van de dag. Tempels, Buddha’s en waterbronnen, met een genezende werking natuurlijk.
De afdaling was aangenaam, ik warmde mijzelf langzaam op met de wandeling en het alleen lopen in de bossen had ook een positieve invloed op mijn gemoedstoestand. Daar stond ik dan oog in oog met het eigenlijke doel van deze dagtocht, de “ Stone Pagoda’s of Mt. Maisan”. Gebouwd in een periode die meer dan dertig jaar heeft geduurd door een monnik die hier heeft geleefd om zijn diepere bewustzijn te ontdekken. De meeste zijn gebouwd met stenen uit de buurt maar er zijn er ook bij die met stenen zijn gebouwd vanuit heel Korea. Dit om de stroom van energie in balans te houden. Het was nog steeds erg rustig, ik had misschien zes Koreanen gezien in het laatste uur.
Alles ging op rolletjes en ik liep zelfs in mijzelf te zingen. Nu werd het tijd voor mijn tweede doel van de dag, een wandeling van een uur of drie over de bergtoppen met mooie vergezichten over het berglandschap en op de twee paardenoren. Op zoek naar het begin hoorde ik in de verte een monnik zingen en natuurlijk werd ik aangetrokken door dit onverwachte zingen.
Na een bocht in de weg kreeg ik een tempel te zien die zeer eigenaardig was. Hij was van onder tot boven goudkleurig geschilderd. Dit had ik nog nooit gezien, en het zingen kwam uit deze tempel. Schoorvoetend ging ik op de tempel af om te kijken wat er aan de hand was. Eenmaal dichterbij gekomen zag ik binnen in de tempel mensen bewegen. Er was een ceremonie aan de gang in de “Geumdangsa” tempel. Zonder mijn schoenen uit te trekken ging ik op de drempel zitten en keek naar het schouwspel dat zich binnen afspeelde. Er werd gebeden gevolgd door een gesprek, of misschien wel een debat, tussen de monnik en de gelovigen. Natuurlijk sprong ik ook in het oog en toen er iets werd uitgedeeld deelde ik mee. Ik had geen idee wat het was maar ik bedankte de hulpmonnik en de hoofdmonnik symbolisch met samengevoegde handen en een diepe buiging.
Met mijn cadeau in de hand verliet drie kwartier later de tempelgrond mezelf afvragend of ik misschien geld had moeten schenken aan de tempel. Ik had wel een idee wat het was en later bleek dat ik gelijk had. Jullie krijgen het later wel te zien als weer veilig thuis ben.
En daar stond ik dan voor de wegwijzer die de verschillende paden aangaf in vloeiend Koreaans. Nu, ik had een kaart in het Engels en daar stond geen letter Koreaans op. Normaal had ik de symbolen kunnen vergelijken maar nu vroeg ik de weg aan een groep oude mannetjes die toevallig passeerden en heel geïnteresseerd waren in zo’n lange blonde buitenlander. Niet echt veel wijzer zag ik de groep in de verte verdwijnen. Ik bestudeerde de kaart nog een keer en kwam tot de conclusie dat het waarschijnlijk wel goed zat. Het gemakkelijke van deze trek was dat als ik eenmaal boven op de bergkam was zou ik rechtsaf slaan en daarna was het alleen maar rechtdoor.
Al fluitend liep ik het langzaam stijgende pad op. Het klimmen werd zwaarder en het pad steeds smaller. Hier kreeg ik onverwachts hulp van gekleurde vaantjes die door anderen waren achter gelaten. Het leek dat ik op het pad van de rode vaantjes was. Het was een mooie wandeling met heel weinig tegenliggers, het leek wel dat ik alleen op pad was. Er zaten een paar stevige klimmen in die mij naar ruim 520 meter brachten. Ik voelde de kou niet meer, de zon kwam af en toe door de wolken en warmde de lucht snel op. Slokje voor slokje ging ik door mijn drinkwater en vervloekte mezelf dat ik de bananen was vergeten. Er werd nu gezocht naar brandstof in alle hoeken en gaten van mijn lichaam. Er was niets meer, ik was leeg. Dit maakte dat ik binnen tien minuten een hongergevoel ontwikkelde en mijn maag begon te knorren. Ik probeerde de honger met water te stillen en dat lukte gedeeltelijk. Ik klom en ik daalde herhaaldelijk, steeds mijn GPS raadplegend of ik wel in de juiste richting ging. Plotseling stond ik voor een klim waar ik een afdaling had verwacht. Dit was een dilemma. Had ik een afslag gemist? Ik bestudeerde de kaart nog eens, ik zag nog steeds rode vaantjes. Nee, het was goed. Dan nog maar een klim met mijn lege vermoeide lichaam.
Uiteindelijk kwam ik weer beneden bij de stenen pagoda’s in plaats van de parkeerplaats. Ik moest wat eten en gelukkig waren er nu ook wat winkels open. Een gevulde chocolade reep, ik kon mij niet herinneren wanneer de laatste had gekocht. 500 won, een koopje. Hij smaakte mij zo goed dat toen ik hem nog niet voor de helft op had de tweede alweer had gekocht. De krachten vloeide weer terug in mijn lichaam en ik maakte mij op voor de klim door de kloof. Precies op de plaats waar ik op de heenweg koffie had gedronken kocht ik opnieuw een kop koffie en genoot van de omgeving. Bij de parkeerplaats zag ik dat het pad dat ik niet kon vinden was afgesloten voor onderhoud, het had dus niet aan mij gelegen.
Drie kilometer tot aan de bushalte stond er op het scherm van de GPS. Lekker even de spieren leeg en los lopen! De bus arriveerde precies op hetzelfde moment als ik. De chauffeur was zo vriendelijk om even te wachten terwijl ik snel een kaartje kocht.
Uit het raam kijkend naar de bergen die langzaam voorbij gleden analyseerde ik de dag die achter mij lag. De conclusies waren simpel. Ik zou een tweede rugzak kopen voor die korte tochten en ik wist wat een mooi tweede souvenir uit Korea is voor mijzelf zou kopen.
In beide ben ik geslaagd en ik ben nu de trotse eigenaar van een nieuwe “Cerro Torre Ocelot 35” rugzak. 25% kleiner dan mijn “Delta 47”. En het antwoord op de vraag, “Wat is de volgende tussenstop?”. Geen! Morgen stap ik op de bus terug naar Seoul waar ik nog wat ga lopen en het één en ander bezoeken. De laatste week ik aangebroken en ik ga er een mooi einde aan maken.