dinsdag 19 juni 2007

Korea, de wandeling was een ramp

Seoul, 19/06/2007

Na een heel slechte nacht stond ik om half acht naast mijn bed. Dinsdag vandaag en dus nog drie dagen te gaan. Mijn plannen werden opnieuw gewijzigd en ik hoopte nu voor de laatste keer. Bier zou geen spelbreker meer zijn, dat was zeker.
Vandaag zou ik voor het laatst gaan wandelen. Een gewone wandeling, niet in een National Park, maar gewoon in de buitenwijken Seoul. Een trek van een uur of zes. De treinreis naar het beginpunt was zo ondertussen gewoon geworden en na een uurtje in de trein stond ik aan het eindpunt van de lijn. Van hier zou ik over twee bergen lopen waarna ik weer bij een ander treinstation zou uitkomen. Eenvoudig toch?
Onder aan de eerste berg was een woonwijk waarvan meer dan de helft van de straten niet op mijn kaartje stonden en bij de rand van de woonwijk aangekomen zag ik meer paden die omhoog liepen dan mijn lief was. Wat nu? Geen bewoners te bekennen en geen wandelaars die mij tegemoet kwamen. Allemaal heel vreemd. Het vragen aan een winkeleigenaar leverde mij een vreemde blik op en hij verdween meteen achter een gordijn. Zijn antwoord was mij duidelijk.
Een ander probleem was dat mijn kaart weer geheel in het Engels was en alle richtingaanwijzers in het Koreaans. Uiteindelijk koos ik maar voor een pad en liep langzaam omhoog. Het pad ging van cement over in steen en daarna weer in zand en gravel. “Alle wegen leiden naar Rome”, is een oud gezegde. En inderdaad, voor mij leidde alle wegen naar boven. Bovenop de bergrug aangekomen was het plotseling erg druk. Mensen liepen in beide richtingen en op de weinige open plaatsen zaten veel wandelaars wat te eten of te genieten van het uitzicht en de zon. Zelf nam ik ook de tijd voor een paar korte pauzes. Ik at van mijn rijstdriehoekjes, met een heerlijke kip/mayonaise vulling, en twee bananen. Ook de bananen ware weer terug in mijn dieet. Ze werden nu overal in de stad ver kocht tegen dumpprijzen
Net voor de top van de eerste berg was er een tegenvaller van de eerste orde. Het pad naar beneden dat ik in gedachte had was afgesloten voor al het publiek. Naar wat ik begreep uit het weinige Engels van mijn medewandelaars ging het om een kleine bosbrand. Het kon wel waar zijn want er waren constant helikopters in de lucht geweest. Het was het enige pad dat in de juiste richting ging!
Maar wat betekende dat voor mij? Ik moest dezelfde weg terug en dan zes kilometer omlopen om weer aan te kunnen sluiten met mijn oorspronkelijke pad. Ik zou het wel zien als ik weer beneden was. De GPS kwam nu goed uit en alles leek er op dat ik hetzelfde pad weer naar beneden had genomen. Helaas was het niet zo en in het dal aangekomen stond ik dus weer op een andere plaats. Mijn horloge gaf nu al bijna één uur aan. Een simpel optel sommetje gaf als uitkomst dat ik tussen zes en zeven uur klaar zou zijn met de wandeling. Ik zou twee uur verliezen in totaal. Dat zou wel erg laat zijn.
De andere optie sprak mij meer aan. Ik ging terug naar het hotel om wat te rusten en te schrijven. Het was mooi geweest. Drieëneenhalve week was ik actief geweest. En daarvoor had ik een week met de Kuijnen door Thailand getrokken. Ik was gewoon moe en aan rust toe. Morgen ga ik de Koreaanse oorlog eens goed bestuderen.
Copyright/Disclaimer