
Malacca (Heeren Inn Hotel), donderdag 10 maart 2005
Het ontbijt is mij gisteren heel goed bevallen. Dus herhaal ik het nog maar een keer! Vooral de combinatie van de Engelstalige krant met de koffie naast mijn ontbijt maakte alles compleet. Ik heb plannen gemaakt voor vandaag en ik ga zonder vooroordelen Malacca gaan verkennen.
Na het ontbijt ga ik op weg met de “Lonely Planet” van Malaysia in mijn zak. Er staat een stadswandeling in de Lonely Planet die is omlijst met de overige bezienswaardigheden van het stadje Malacca. Wat mij meteen opvalt is dat het hele historische stadje in verval is. Het (lokale) toerisme lijkt hier niet erg groot en ik vraag mij af of het ooit groot zal worden.
Malacca is hoofdzakelijk Chinees, de lokale islamitische Maleisiërs kijken neer op de Chinezen en ook op de Indiërs. De islamieten zijn de overheid, de Chinezen zijn de zakenmensen en die Indiërs zijn de arbeiders.
Het is natuurlijk niet zwart/wit maar dit is wel een realistisch beeld van de Maleisische samenleving. De islamitische overheid moet altijd op haar stappen letten want de andere twee bevolkingsgroepen hebben er absoluut geen probleem mee om het hele land plat te leggen.
Ik ben nog maar net op weg wanneer ik een prachtig plaatje kan schieten met mijn digitale Sony camera! Drie Chinezen lossen een vrachtwagen vol met balen rijst bij een Chinese handelaar. Ik vraag me af of de islamieten hier ook rijst kopen. Ik denk het niet want wanneer het is aangeraakt door Chinees is de rijst niet meer “halal”.Voor één van de oudste nederzettingen op het Maleisische schiereiland is het vanzelfsprekend dat je hier veel bezienswaardigheden vindt die beginnen met: “De oudste” en eindigen met “van Maleisië”.
Een paar voorbeelden:
De oudste kerk van Maleisië.
De oudste moskee van Maleisië.
De oudste waterput van Maleisië.
Het oudste stadhuis van Maleisië.
Het oudste fort van Maleisië.
Enz. Enz.
Ik ben op weg naar de oude waterput, mijn eerste bezienswaardigheid. Drinkwater was vroeger heel belangrijk, vooral aan zee. De rivieren in Maleisië zijn bijna altijd altijd brak water. Het is dan ook niet vreemd dat de Nederlanders in hun strijd om voet aan de grond te krijgen in Malacca deze put meer dan een keer vergiftigd hebben om de bewoners op de knieën te krijgen. Later hebben ze er dikke muren omheen gebouwd en werd het vloeibare goud door zwaarbewapende Nederlandse soldaten van de “Verenigde Oost-Indische Compagnie" beschermd.
Na het bezoek aan de waterput moest ik snel met de billen strak tegen elkaar geknepen terug naar de oude stad omdat mijn darmen flink aan roeren waren. Ik ben blij dat ik niet veel later van mijn vloeibare probleem was verlost.
Na het oplossen van het probleem is de oudste moskee van Maleisië aan de beurt. Eigenlijk is er in de moskeeën wereldwijd maar heel weinig te zien. En dat alleen wanneer je als “Kaffer” wordt toegelaten in een moskee!Alles wat er te zien is aan een moskee zit aan de buitenkant. Islamieten is het verboden om beelden en afbeeldingen te aanbidden of te bewonderen, dus voor de niet-islamieten zijn de vaak onzichtbare indrukwekkende mozaïeken binnen het enige dat rest.
Een hele vreemde vierkante toren doet dienst als minaret. In deze toren zie je veel invloeden van andere godsdiensten. De toren heeft boeddhistische invloeden met zijn zeven verdiepingen, zal wel door de Chinezen zijn meegebracht. Al met al is de minaret een interessant bouwwerk. Ook de kleine Chinese winkels zijn speciaal, ze zijn aan het uitsterven en vallen ten prooi aan de enorme supermarkten.
Na de oudste moskee van Maleisië ga ik op zoek naar de brug die enkele jaren geleden, tijdens een vorig bezoek, nog in aanbouw was. Opnieuw valt het mij ook in de nieuwbouwwijken op dat alles een beetje in verval is. Het is haast een armoedige buurt. Gaat het dan zo slecht hier in Maleisië? Ik heb begrepen dat er enkele jaren geleden een groot wetenschapspark is aangelegd om zo de stad, en de staat, te promoten voor de internationale high-tech industrie.
Het is laag water en ik zie op de andere oever van de Malacca-river het “Samudera Museum”. Het meest in het oog springende deel van het maritieme museum is een replica van een Portugese “Karrack” genaamd “Flor do Mar”, de zeilboot op het droge is een indrukwekkend gezicht.Ik moet tijdens de wandeling wel steeds in mijzelf lachen. Hier in Maleisië verplaatst zich bijna niemand te voet en voetpaden zijn schaars. Ik moet vaak op de (auto)weg lopen en over hindernissen klimmen.
De Malacca rivier wordt in de toekomst afgedamd om het verschil van de getijden op de rivier de minimaliseren. Er komt een dam met een overstroom die de troebele, en de sterk vervuilde rivier, weer helder en schoon moet maken. De enorme moddervlakte aan de riviermond zal worden volgestort met zand en daar zal een hele nieuwe wijk worden gebouwd.Eenmaal aan de andere kant van de brug aangekomen wordt het tijd voor een andere lunch dan ik onder normale omstandigheden in Malacca nuttig. Ik ga eten in het oude “Mahkota Parade” winkelcentrum. Burger King heeft een lamsvlees burger met een speciale saus, een zwarte pepersaus, in de aanbieding, en man, was die speciale hamburger lekker!
Na de heerlijke lunch volg ik de Malacca rivier op de zuidelijke oever stroomopwaarts. Ik passeer opnieuw de replica van het oude zeilschip. Enkele stappen verder kom ik op het “Hollandse Plein”, oftewel “Dutch Square” is omringt door gebouwen die allemaal door de Hollandse kolonialen zijn gebouwd voor het bestuur en de handelaren van de VOC. De gebouwen waren ik een ver verleden ongetwijfeld allemaal wit gekalkt. Tegenwoordig zijn ze steenrood. Een oude legende verteld over de boze, “betelnoot” kauwende, bevolking die hun rode speeksel tegen de witte gebouwen spuugden om zo hun afkeer tegen het Hollandse Bestuur te tonen.


Nog niet eens zo ver van het toeristische centrum sta ik oog in oog met de andere kant van het tweede wereldland Maleisië. De glimmende metalen Petronas Towers zijn het nieuwe moderne Maleisië maar weg van de lichtjes van Kuala Lumpur is het niet allemaal goud dat blinkt. Houten huizen op palen met metalen golfplaten daken boven het stromende water steken armoedig af tegen de witte betonnen torens op de achtergrond. Gefascineerd kijk ik enkele minuten naar de enorme tegenstelling.Na de de heerlijke lunch en de lange wandeling zijn de ogen en de benen wel een beetje zwaar geworden. Een korte rust op de koele kamer in mijn hotel zou mij zeker niet schaden. Ik geef na de terugkeer mijn hotel een tweede goede inspectie en ik moet eerlijk zeggen, het is een eenvoudig maar mooi en fijn familie hotel.
Meneer Au en zijn vrouw doen hun uiterste best om het de gasten naar de zin te maken. In het weekend zijn ze bijna altijd vol geboekt met veel gasten uit Singapore die naar Malacca komen voor de avondmarkt in “Jonkerstreet”. Die naam slaat niet op de Chinese “Jonken”, een zeilschip ontwikkeld in China, maar op de Nederlandse edelen “Jonker”, Jonker was een adellijk predicaat dat men tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden toekende aan ambtdragende edelen zonder een titel. Thans gebruikt men de titel nog wel om een jonkheer mee aan te duiden.
De avondmaaltijd was al beslist! Een stukje verderop in de straat heb ik een luxe restaurant gezien dat is gelegen aan de Malacca rivier. Mooie zitjes met een uitzicht op de rivier en “Dutch Square”. Ik vond dat ik mijzelf ook wel een keer kon kietelen en besluit om in het exclusievere restaurant te gaan eten.
Het verbouwde pakhuis ziet er van binnen ook magnifiek uit. Een korte blik in het menu brengt een brede glimlach op mijn gezicht. De prijzen zijn zeker niet wat ik had verwacht, ze zijn ongeveer een derde van mijn verwachtingen. Daar gaan we dan! Een “Fish Chowder” geserveerd in een grote broodbol als vooraf en de lamskoteletten met tijmsaus, warme groenten en een gepofte aardappel als hoofdgerecht. Het was heerlijk!
Na de maaltijd slenter ik voldaan langs de rivier naar het “Discovery Café”, ook een plaats in Malacca waar ik het goed naar mijn zin heb. Hetzelfde recept als bij meneer Au, meneer Teng doet ook heel erg zijn best om het een ieder naar zijn zin te maken. De inrichting van het café lijkt nog het meest op een curiosa winkel. “Stiefbeen en zoon” op zijn Maleisisch.

Elk dorp heeft er één, zo ook Malacca. Ik zit heerlijk te genieten van mijn bakkie koffie toen er een opvallende verschijning het Discovery Café binnenstapte. Een man in een geel pak, dat nog het meest op een pyjama leek, met een groot nummer 13 op zijn rug en de Maleisische vlag op zijn borst. Aan zijn vingers droeg hij metalen ringen met enorme edelstenen waarvan ik meteen vermoedde dat de edelstenen namaak moesten zijn. Hij spreekt met veel liefde over Jezus Christus en hij is dus een Maleisische Christen, geen Moslim of Boeddhist.Elke dag gaat hij enkele malen naar de kerk schuin tegenover het café om te bidden en met Jezus te praten. Spottend vragen de lokale gasten over zijn gesprekken met Jezus of Jezus hem wel eens een antwoord geeft.
Met een grote overtuiging antwoordt hij: ‘Elke keer als ik in de kerk ben en een vraag stel!’.
Meneer Teng verteld mij dat hij de “Kungfu” man van Malacca is. Eenmaal het woord Kungfu uitgesproken en de man in het geel springt op en maakte allerlei gebaren met zijn armen en schopt zijn benen hoog in de lucht vergezeld door de bijbehorende kreten.
Bruce Lee is zijn grote voorbeeld en die is nu bij zijn vriend Jezus Christus. Er zal zeker een dag komen dat hij ook op bezoek gaat bij Jezus Christus en dan zal hij eindelijk Bruce Lee persoonlijk ontmoetten. Het is best wel een ontroerende kennismaking, een heel aardige bijzondere man die uiteindelijk niemand kwaad doet.

De avond is snel omgevlogen en het is al na twaalven, het is de hoogste tijd om richting het hotel te gaan. Ik kijk nog een laatste keer over mijn schouder en de zoon van de kok zwaait naar mij alsof zijn leven ervan afhangt. Het jochie heeft een paar flessen tekort in het krat maar is ook een aardig lief persoon. De nummer dertien zit rustig aan tafel en is druk met de bijbel.
Maleisië is een verwarrend land, het is bij de grondwet een Islamitisch maar overal zijn enorme reclames voor bier te vinden. Het is een gespleten samenleving met een hoge graad van respect voor andersdenkenden. Chinezen en Indiërs drinken nu eenmaal graag en de hoge belastingen op alcohol voeden de armere moslims. Zij krijgen een maandelijkse bijdrage van de staat in de vorm van meel en suiker.Bij het hotel aangekomen heb ik een nieuw probleem! De glazen voordeur is op slot en achter het bureau in de lobby is niemand te zien. Wat nu? Aanbellen is de enige oplossing! Met zweet in mijn handen bel ik voorzichtig één keer en een paar minuten verschijnt een slaperige meneer Au in een slecht dichtgeknoopte pyjama, ik hoopte dat hij niet al te kwaad zou zijn. Integendeel, hij is vriendelijk en verontschuldigd zich. De sleutel van mijn kamer, die ik in mijn zak heb, ligt natuurlijk niet in de la. Daarom was meneer Au in de veronderstelling dat ik al in bed lag.
Ik verontschuldig mij opnieuw en vertel hem dat ik maar weinig vroeg naar bed ga en dat ik best een biertje lust. Zeker in het weekend. Hij lacht hard en nodigt mij uit om morgenavond een whisky met hem te drinken.
Welterusten, het is toch beter dan heb verwacht in Malacca.

