woensdag 31 oktober 2012

Zuid Korea: Watervallen

Seogwipo City (Jeju Hiking Inn (602)

Wat hebben wij de afgelopen nacht geslapen! Als blokken, als ossen, als paarden, noem het maar? Voor ons waren het elf zeer prettige uren in een klein maar zeer comfortabel bed.
De eerste dag doen we normaal gesproken altijd rustig aan dus vandaag gaan we Seogwipo City ontdekken. Er is hier - achteraf gezien - niet zo heel veel te doen dus het moet gemakkelijk in een dag te doen zijn. Lyka haalt het ontbijt aan de overkant bij de supermarkt en ik maak het eerste bekertje Nescafé koffie van deze ochtend.
De kant en klare sandwich van de GS25 smaakt prima terwijl het verhaal van gisteren enige vorm krijgt op mijn MacBook.
De bottleneck voor het publiceren van mijn verhalen op “Travels and Troubles” is opnieuw de foto’s. Ik moet hier wat voor zien te vinden! Misschien later toevoegen of alleen de belangrijkste foto’s bekijken. Die foto’s zijn het probleem, niet het schrijven van de verhalen. Een tweede en een derde bekertje oploskoffie en we zijn klaar om op pad te gaan.
Twee watervallen, een rots en museum. Dat kan een interessante dag worden. Beneden aangekomen treffen we de eigenaar in een goed humeur aan en hij is klaar om ons het en en ander over Seogwipo City te vertellen. Maar voordat hij begint neem ik het initiatief en temper zijn enthousiasme. Ik heb maar een paar vragen. Al mijn vragen worden netjes beantwoordt en we nemen afscheid van de enigszins teleurgestelde man.
Buiten aangekomen wordt het een ander verhaal. Volgens Lyka was het heerlijk weer en helemaal niet koud. Er was volgens die kleine ook maar weinig wind. Binnen een minuut snijdt een poolwind als een kappers scheermes dwars door mijn fleece, overhemd en baselayer t-shirt heen. Ik kijk naar mijn vrouw en zie dat ze zich dik heeft aangekleed en met een sarcastische glimlach op haar gezicht naar mijn rillende lichaam staat te kijken.
Ik draai me meteen om om weer terug te gaan naar de zesde verdieping kamernummer twee om mijn jas te halen. De eigenaar van de Jeju Hiking Inn staat me vanachter de receptie verbaasd aan te kijken. We zwaaien en knikken naar elkaar en ik ben nu echt op weg.
Lyka staat nog steeds op de hoek van de straat te wachten terwijl ik alles wat ik nu aan heb recht trek. Zo, dat voelt een stuk beter! Een snelle blik op de GPS en we zijn op weg naar de “Jeongbang waterfall”. Onderweg - de langste weg natuurlijk - komen we langs de vissershaven en dat is altijd een mooie plaats voor foto’s. We zijn al laat en de meeste vis heeft al de weg naar de markt gevonden.
Een klein stukje verder gaat de haven over in een aangenaam park waar nog geen spoor van de waterval is te vinden. Het park op de klippen is zo aangenaam dat we besluiten om hier maar snel wat te snacken. Een kleine 7-11 winkel voorziet ons van een instant noedels en de laatste overgebleven sandwiches van het ontbijt vullen de gaatjes. Uit de wind en in de zon is het heerlijk weer. De laatste wolken worden door de zon en de wind verdreven.
Een half uurtje later staan we aan de ingang van de poort naar het park van de “Jeongbang waterfall”. Althans, dat dachten we. Het park een eerbetoon aan Xu Fu die door de Chinese keizer Qin op pad werd gestuurd om het levenselixer voor het eeuwige leven te vinden.
Xu Fu zocht in China, Korea en Japan maar kon niets vinden. Als bewijs dat hij was geland op Jeju eiland hakte hij zijn naam in een rots naast de “Jeongbang waterval”. Wat minder begrijpelijk is is medewerkster aan de kassa van de ingang die je in prima Koreaans verteld dat de toegang naar het kleine museum “Free” is. Zij fungeert als een A4tje met de tekst “Free”! Ongelofelijk?
In het - als een Koreaanse tempel opgetrokken gebouw - is ook niet echt veel te zien wat het entreegeld waard zou zijn. Kopieën van het terracotta leger en een lofzang over de beste ginseng van de wereld, die rode soort van Jeju eiland natuurlijk.
Een stukje verder steken we een stroom over om aan de top van de trap te komen die ons naar de waterval brengt. Ik heb in ieder geval al gezien waar ik straks een bakkie koffie zal drinken. De 4.000 Won (€ 2,85) entreegeld voor de waterval zijn te overleven en met het toegangsbewijs als souvenir dalen we de betonnen trap af naar de waterlijn. De “Jeongbang” waterval is in ieder geval prachtig. Wanneer het regent zal zij zeker nog veel mooier zijn. Op een bordje voor de waterval staat te lezen dat het de enige waterval in heel Azië is die in het zoute water van de zee valt.

Zonder te klagen klimmen we terug naar de rand van de klippen. De oploskoffie is weer eens anders. Het is een uiterst sterk vloeibaar concentraat dat moet worden verdund met kokend water. Het is een lekker bakkie voor 1.000 Won (€ 0,70) maar ik heb toch liever het echte werk. De vrouw van het C U winkeltje geeft er ook nog eens twee mandarijn chocolaatjes weg in de hoop ons een doos vol te verkopen.
Het eerste doel is bezocht en we gaan op weg naar het tweede doel van vandaag. Weer een waterval. Seogwipo City is begenadigd met twee beroemde watervallen. Na de eerste zal de tweede toch wel heel goed moeten zijn! In plaats van langs de rustige weg langs de haven gaan we nu dwars door de stad terug naar het hotel waar we meteen rechtsaf slaan en neerdalen in een kloof die in de haven uitkomt. Deze waterval is van een heel ander kaliber! Een parkeerplaats waar je een Boeing 747 Jumbojet kan laten landen is geen goed teken voor een doorgewinterde rugzakartiest als ik ben. Hele kudde’s Chinezen, Vietnamezen, Thai en andere volkeren uit de buurt van Zuid-Korea lopen als schapen achter de gekleurde vlaggetjes aan.
Het is een hele toer om foto’s te maken van de “Cheonjiyeong” waterval zonder dat er al teveel mensen storend in beeld zijn. Maar het is nog moeilijker om de Koreaanse schoolmeisjes en jongens te ontwijken om niet eindeloos met ze te moeten poseren. Maar het streelt wel mijn ego!
Om drie uur vinden we het na de helft van de oorspronkelijke plannen wel genoeg. Een lekker bakkie verse koffie met een Bavarian Donut bij de Dunkin Donuts en dan terug naar het hostel. Tettje had het hier ook prima naar zijn zin gehad, dat weet ik zeker.
Aangekomen bij het hotel sta ik plotseling voor een raadsel.
Lyka roept, ‘Look, only five floors and our room is 602!’
Ik moet een paar keer goed kijken en tellen. Ze heeft gelijk, het hostel heeft maar vijf verdiepingen en wij slapen op de zesde verdieping? De eigenaar staat voor de deur een sigaretje te roken en kijkt ons verbaasd aan. Lachend vraag ik hem naar het antwoord.
‘Number 4 bad luck, so no 4th floor’, antwoord hij lachend!
Alweer een raadsel opgelost!
Geen of weinig middageten? We zijn in Korea! Wat gaan we doen? Juist ja! We gaan naar hetzelfde restaurant waar we gisteren hebben gegeten voor een heerlijke tonijn (chamchi) gimbap! Om beter te zeggen, twee van die eenvoudige heerlijkheden! Het rollen van de gimbap is al een kunst op zich. Misschien moet ik zelf - als ik stop met reizen - maar zo’n tentje in Zaltbommel beginnen?
Terug op de kamer ga ik meteen weer aan de slag met de foto’s en de verhalen, een koude literfles “Hite Ice Point” naast me. Mijn meisje heeft een lichte koorts of last van een verbrandt gezicht. De zon is sterk en de wind gemeen! Mijn gezicht is ook een stuk roder dan vanochtend.



Als laatste een klein raadsel: Waar denk je aan als ik zeg “Een Mexicaanse kip”?



Het antwoord is: een paard
Copyright/Disclaimer