zondag 31 juli 2011

Filipijnen: Negen dagen naar Angeles City

Angeles City (Walkabout Hotel (209))

Na ons verblijf in Manila konden we eindelijk verder. Het werd me allemaal een beetje te zwaar om steeds iedereen te moeten vermaken wanneer ze zelf niet wisten wat te gaan doen.
Ik kwam niet meer aan mijn eigen zaken toe en het plannen en steeds weer die vraag, ‘Wat gaan we nu doen?’, viel me zo zwaar dat ons vertrek naar Angeles als een verlossing kwam. In mijn achterhoofd speelden de beelden van de Tyfoon en ook de email uit Marokko speelden nog steeds door mijn hoofd.
Een busrit met de “Fly the bus” en daar was het hotel.

De afgeschermde privacy waarin ik me kon terugtrekken. Een TV met engelse kanalen, een koffiezet apparaat en een kleine koelkast voor mijn eigen privé voorraad San Miguel.
Negen dagen langzaam afwachten totdat deze overbodige reis tot een einde komt.

zaterdag 30 juli 2011

Filipijnen: Een bericht uit Marokko

Manila (Slouch Hat (205))

Ik weet niet of het jullie is opgevallen maar in de rechter kolom staat een kaartje van “Feedjit.com” met daarop aangegeven de meest recente bezoekers van mijn weblog. Ik hou zelf dit kaartje ook in de gaten omdat het interessant is om te zien waar de bezoekers vandaan komen en dat het land waar ik op bezoek ben meestal bedolven wordt onder de rode punten.
Deze week had ik ineens een bezoeker uit Marokko. Een nader onderzoek wees uit dat het om een bezoeker uit Marrakech ging. Ik heb zelf Marokko, tegen alle waarschuwingen in, in september 2008 bezocht. Het is niet één van mijn beste reizen geweest en het is het enige land dat ik voor 99% zeker nooit meer zal bezoeken. Sterker nog, Algerije, Tunesië en Libië zijn ook meteen van de lijst met de “nog te bezoeken landen” geschrapt. Ik heb niets meer met islamitische tentvolkeren uit Noord-Afrika.
Maar mijn verbazing werd nog groter toen ik een email ontving van de persoon die mijn weblog heeft bezocht. Eerst wist ik niet goed wat ik er mee aan moest maar nadat ik de email een paar keer rustig had doorgelezen en de tekst had laten bezinken vond ik dat ik de email maar met jullie moest delen.


Beste jielus

Tjonge jonge jonge,

Je probeert echt als een goede schrijver over te komen.
Maar wat een kut verhalen over Marokko.

Het gaat al heel lekker met de toerisme in Marokko en omgeving.
Jou domme verhalen dragen daar ook niet echt aan bij.
Het is alsof je mensen in Marokko brood uit de mond haalt idioot.
Daar Marokko het voor 80 procent van toerisme moet hebben.

Je gaat met een zwevers budget naar Marokko en wil voor een dubbeltje op de eerste rij zitten.
Drie kwart van jou verhaal klopt ook niet!!!
Is het echt jou intentie om Marokko zwart te maken?
Je hebt het alleen maar over diefstal en de bekende vooroordelen over marokkanen.
Ik werk hier al 10 jaar in de toerisme en dit is de 1e keer dat ik zulke negatieve dingen hoor over marokko.

Man,man ...weinig bezienswaardigheden?????? onder welke steen had je gelegen al die tijd dat je daar was?
Het land bied bezienswaardigheden van Tanger tot Laayoun.
Wat jij wil zien is een moskee van binnen waar mensen komen voor het geloof.
Het is geen attractie!!!

Maar goed,ik hou het maar kort,want ik erg me erg aan jou soort!!
Blijf gewoon lekker in je koude kikker landje met je biertje op de bank.
Elke avond weer dat is pas bruisend........arme jongen.

Met vriendelijke groet, (Naam verwijderd)


Het blijkt uit de reactie meteen dat de lezer niet de moeite heeft genomen om alle verhalen te lezen en/of zich een beetje te verdiepen in de persoon Jielus.
Zou het dan om de vooroordelen over de vooroordelen van de Mederlanders gaan? En als je al tien jaar in het toerisme werkt in Marokko en je hebt nog nooit van een overval of zakkenrollers gehoord dan zou ik hem toch wel zijn tegengekomen onder die steen waar ik heb gelegen.
Mijn mening is persoonlijk en die staat als een paal boven water. De vrijheid van meningsuiting is belangrijk en in de grondwet vastgelegd.
Nog even een paar foto’s van deze onvergetelijke reis.

Foto’s ben ik aan het verwerken en worden zo snel mogelijk geplaatst.

woensdag 27 juli 2011

Philippijnen: Onvoorstelbare schade

Manila (Slouch Hat (205))

Het onbevredigende einde van deze avond speelde nog door mijn hoofd toen ik de kleine LED verlichting om mijn pols uitdeed. Het was allemaal geëindigd in een onvriendelijke en ongemakkelijke stroom van bedelen om zoveel mogelijk uit ons te persen. Een stortvloed van opmerkingen hoe goed wij het allemaal in het westen hebben en hoe slecht zij het allemaal wel niet hebben.
En het was voor mij persoonlijk ook nog begrijpelijk! Deze mensen zijn zo verschrikkelijk arm dat alles wat ze op tv zien buiten bereik is, maar hun godsdienst geeft geen enkele hulp om deze zware last te dragen. Sterker nog! De katholieke kerk vraagt deze mensen die zelf al niets hebben om hun laatste aalmoes. Om de vette nekken in het Vaticaan te spekken.
Het bed van Henkie was weer tactisch voor de deur geplaatst en ikzelf had mijn rugzak en cameratas weer strategisch opgesteld. Deze laatste nacht was er maar één probleem. Henk moest natuurlijk midden in de nacht pissen en daarna weer zijn bed in de juiste positie plaatsen. Ik hoopte stilletjes dat dat allemaal maar goed zou gaan.
Mama Marita lag weer als een waakhond op een dun matrasje voor de deur van onze slaapkamer maar vannacht had ik mijn twijfels of ze wel wakker zou worden als er onraad was. De grote literfles Red Horse bier had zijn werk gedaan en iedereen in het huis was óf dronken óf aangeschoten. Behalve ikzelf dan, de adrenaline gierde door mijn lichaam en ik kon me niet herinneren dat ik zo op mijn hoede was geweest.
Maar om de grote Johan Cruijff te citeren, ‘Ieder nadeel heb zijn voordeel.’
Het was weer een hele nieuwe ervaring geweest en één die ik zeker niet had willen missen. Het halfdronken gezin had aandachtig zitten kijken toen ik de bovenkant van een lege anderhalve literfles Coke Zero had afgesneden. Ze hadden in de verste verten geen idee wat ik daarmee van plan was.
Lyka lag in mijn armen te ronken en Henk was ook al vertrokken naar dromenland toen ik mijn oordoppen in deed. Ik keek voor de laatste keer omhoog en zag geen maanlicht, de muren bewogen niet dus de wind was gaan liggen. Misschien zaten we nu in het oog van de tyfoon? Tien uur en deze dag zat er nu op en morgen zouden we vertrekken.
Ik had al flink geslapen toen ik door mijn volle blaas werd gewekt. Ik voelde impulsief om me heen of alles er nog was voordat ik het kleine lichtje om mijn pols aan deed. De licht van de vier kleine LED’s branden in mijn ogen. Henk was al naar het toilet geweest want het bed zag er niet meer zo uit als voordat we gingen slapen.
Ik zocht naar de bewerkte fles aan het voeteneind van het eenpersoonsbed. Henk moest de lichte plastic fles hebben omgestoten toen hij zijn behoefte moest doen want de fles was een flink eind weggerold. Zittend op de rand van het bed vulde ik de plastic container. Lyka was wakker geworden en bestudeerde aandachtig mijn handelingen.
Het is ongelofelijk hoeveel vloeistof er in een mannelijke blaas kan! Maar de truc die ik met de inhoud van de fles in gedachten had was dezelfde als die Lyka in haar hoofd had. Ze nam de warme fles van me over en opende het kleine houten klapraam. Haar onderarm met de volle fles verdwenen en een lege fles kwam terug.
‘I put water there in the morning!’, fluisterde ze om niemand wakker te maken.
‘En dat is een voordeel van het leven in een bamboehut met het strand als vloer!’
En het was heel rustig! Dat viel meteen op! De harde wind was verdwenen en het was vredig, er viel een last van me af.
De rest van de nacht heb ik prima geslapen totdat ik om een uur of zes wakker werd. Vreemde lichten als van vliegende schotels bewogen over het rieten plafond van de bamboehut. Het duurde even voordat ik begreep dat het Mama Marita was die met haar LED verlichting op haar hoofd een begin aan de dag maakte.
Iedereen was wakker! En het was tijd om op te staan. Mama Marita was al druk bezig met water voor de koffie en de thee terwijl ik door het plastic tasje met levensmiddelen ging om het brood en de kaas te zoeken.
‘Het was hier helemaal zo slecht nog niet!’
‘Of zei ik dat alleen maar omdat ik wist dat we vandaag vertrokken?’
Voor de grap vroeg ik of Henk misschien nog een dagje langer wilde blijven. Het weer was tenslotte opgeknapt!
‘We gaan!’
‘Ik wordt gek hier!’, was zijn geëmotioneerde antwoord.
Natuurlijk wilde ik ook vertrekken uit deze ongemakkelijke situatie! De twee kinderen zaten al aangekleed in hun schooluniform op de grond te eten. Het was wachten op het goede nieuws dat vandaag de school weer open zou zijn.
Ik loog elk antwoord op elke vraag die me werd gesteld. Een leugen voor bestwil en misschien ook een beetje om onze eigen veiligheid te waarborgen. We overhandigden de overgebleven etenswaar en gaven € 30 als dank dat we bij Mama Marita hadden kunnen slapen.
Het verwachtte bericht kwam en de kinderen vertrokken met ieder vijf Peso in de hand naar school. Dat was afscheid van de twee waarvan ik alleen maar mag hopen dat ze ooit in een betere wereld wakker worden. Kinderen zijn van nature goed maar kunnen slecht worden naarmate ze ouder worden.
Er waren geen twee meer gelukkigere mensen dan Henk en ik toen we hoorden dat onze tricycle naar Legaspi op de weg klaar stond. Binnen tien minuten zaten we weer met zijn vijven in het kleine voertuig. Lyka legde haar wijsvinger op haar lippen als teken dat ik moest zwijgen. Haar uitleg was voor mij voldoende geweest. Mama Marita ging ook weer mee want die moest in Legaspi de oogarts bezoeken.

Tijdens de rit naar Pilar keek ik als een havik naar de berm met de oneindige jungle afgewisseld met kleine veldjes groenten alsof er elk ogenblik Zorro, Billy the Kid of meer van dat onguur volk tevoorschijn zou komen.
‘En waar zou die chauffeur zijn revolver hebben?’, vroeg ik me af.
Nadat we eerst nog de tricycle een stukje de berg op hadden geduwd was daar eindelijk de verlossende Jeepney naar Legaspi! Bom en bomvol zaten we hutje mutje in het lage voertuig. Een onvergetelijke ervaring die zeker niet voor herhaling vatbaar is!
Op dit moment brak er iets in me! Ik had weinig of geen support en alles leek alleen op mij af te komen. Iedereen liep maar als een schaap achter me aan en als ik stopte kwam de kudde ook tot stilstand. Geen enkel idee of initiatief kwam van hun zijde. Ik had nu helemaal geen trek meer om van onbelangrijke naar onbelangrijke nederzetting of stad langzaam naar Manila te trekken. Lyka glimlachte en knipoogde naar me alsof ze mijn gedachten kon lezen.
We zouden eerst proberen of we een vlucht naar Manila konden bemachtigen. We namen afscheid van Mama Marita en moesten vervoer naar de luchthaven vinden. Opnieuw belandden we in een motor met zijspan. Gelukkig wel met een persoon minder en dat maakte het al een stuk comfortabeler. Bij aankomst op de luchthaven bleek de arme sloeber ook nog een lekke band te hebben opgelopen. Ik gaf hem maar anderhalve Euro fooi want op dit moment kon het me echt geen moer meer schelen.
Tegen beter weten in probeerden ik enkele kantoortjes van de vele luchtvaartmaatschappijen op de kleine luchthaven. Het was ondertussen weer zachtjes gaan regenen. Gisteren waren alle vluchten vanuit Legaspi gecanceld en die mensen moesten eerst vertrekken.
‘Misschien over een paar dagen’, antwoordde het meisje vriendelijk.
Da’s te laat voor ons, dus dan maar naar het busstation. Lyka was op dit moment ook weinig behulpzaam en ik koos maar voor een taxi, een echte taxi. Ik had even genoeg van brommers met een zijspan.
En plotseling was het geluk aan onze zijde! Er stond een bus op het punt om te vertrekken naar Manila. Waar in Manila? Ik had geen flauw idee maar Lyka zij dat het goed was. Voor deze keer moest ik dat dan maar voor de waarheid aannemen. Tien minuten later hobbelden we het busstation van Legaspi uit. Ik keek nog één keer goed om me heen want ik wist voor 99,99% zeker dat ik hier, ondanks al mijn beloftes, nooit meer van mijn leven zou komen. Vier stoelen á 800 Peso, drie voor ons en één voor de rugzakken!

We waren nog geen kwartier onderweg en we stonden muurvast op de tweebaans weg richting het noorden. We konden niets zien maar er kwam nog wel mondjesmaat verkeer uit de tegengesteld richting. En als die stroom opdroogde dan werd het erger. Na een hoop gesis van de luchtremmen kwam de halfvolle bus weer op gang.
Er waren overal overstromingen en hele bruggen waren onderweg weggespoeld. Steden en dorpen stonden onder water, het leek soms wel dat we met de boot onderweg naar Manila waren. De chauffeur vroeg aan elke tegemoet komende buschauffeur wat de situatie verderop was. Ik keek af en toe op mijn GPS en zag dat we niet de kortste weg namen, waarschijnlijk probeerden we de knelpunten zoveel mogelijk te vermijden.
Ik kan proberen te beschrijven wat we zagen maar een paar foto’s zijn beter.

Na een busrit van een kleine dertien uur en een korte rit met de taxi stonden we weer in de “Slouch Hat”. Dezelfde kamer dus we wisten de weg. Terwijl Lyka de slaapkamer privé had gingen Henk en ik snel op weg naar de MacDonald’s om wat te eten te halen. Een paar flessen bier van de 7-11 complimenteerde de geïmproviseerde avondmaaltijd.
We konden er tijdens het nuttigen van onze Big Mac’s nu allemaal hard om lachen. Eind goed, al goed. Behalve een vulling die ik verspeelde op een hard stukje patat. Maar dat was wel het enige slachtoffer na deze drie moeilijke dagen.

dinsdag 26 juli 2011

Filipijnen: ‘When you walk trough a storm!’

Het heeft even geduurd maar hier is het verhaal dan:

San Antonio - Pilar (Mama Marita (VIP))

Ik had echt veel moeite om de slaap te pakken. Ik hoorde geen vreemde geluiden want mijn oordoppen namen 90% van het lawaai weg, maar toch was alles vreemd en sinister. We lagen met drie personen in een piepklein kamertje waar normaal de broer van Lyka slaapt. Lyka en ik lagen op een éénpersoonsbed and Henk op een klapbedje dat waarschijnlijk ook dienst had gedaan tijdens de laatste dagen van de tweede wereldoorlog. Met mijn rug tegen de dunne houten wand voelde ik de hele bamboe hut bewegen. Ik had nog steeds mijn kleren aan en de cameratas lag naast mijn hoofd op het kussen.
Ik vertrouwde het hier niet! De armoede die ik vandaag gezien had was zo schrijnend dat ik me voor het eerst sinds lange tijd ongemakkelijk voelde. Zelfs India is een welvarend land vergeleken bij deze uithoek van de Filipijnen! De lege hongerige bedelende ogen voor een briefje van 20 Peso (€ 0,33) zag ik nog steeds voor me. Dat was voldoende geld om de dag weer door te komen! Het nieuws van de twee witte gezichten in het dorp was als een lopend vuurtje van natte bamboehut naar natte bamboehut gegaan.
Roxanne had me goed gewaarschuwd om zeker niet alleen op pad te gaan. En een korte blik op het dorp en haar inwoners was voldoende geweest omdat te begrijpen. De complete economie van het dorp was kleiner dan die van een krantenbezorger in Nederland. Ik vroeg me af of er meer dan honderd Euro per dag van hand op hand ging. Al nadenkend viel ik in slaap.
Hoelang ik heb geslapen weet in niet maar ik werd weer wakker in een donkere onbekende wereld. Het was echt aardedonker en ik kon geen hand voor mijn ogen zien. Ik voelde om me heen en de camera lag nog naast mijn hoofd, Lyka lag nog naast me in bed en de rugzak met het kleine slot erop stond nog naast het bed. We hadden Henk zijn bed zo geplaatst dat de deur niet open kon. Maar voor het geïmproviseerde raam hing een triplex plaat zonder slot en dat hield me waakzaam.
Ik schakelde de kleine LED verlichting om mijn pols aan en keek recht omhoog naar het rieten dak. Een oordop uit en ik hoorde de wind om het kleine huisje gieren. Henk sliep als een os en de elektriciteit was ook weer uitgevallen. De nieuwe ventilator stond stil naar me te glanzen. Als ik omhoog keek zag ik soms het maanlicht, de tyfoon was zo sterk dat het de bladeren van het dak omhoog liet waaien. De hele constructie bewoog! Ik sloot mijn ogen weer en schakelde het kleine lichtje uit. Ik hoopte tegen beter weten in dat het morgen allemaal beter zou zijn. Nog één nachtje in deze hut met een oude schroevendraaier als nachtslot.
Het was nog steeds donker in de hut, door het ontbreken van elektriciteit, toen we om zeven uur wakker werden. De twee LED hoofdverlichting kwamen ons goed uit. Mama Marita stond te klunzen in de keuken om voor ons een ontbijt te maken. Ik gaf haar de verlichting van Lyka cadeau zodat ze weer twee handen vrij had. Vandaag zou het een hele lange dag worden!
Na het ontbijt gingen we allemaal om de beurt naar de openstaande deur om naar de ruige zee te kijken. De woeste grauwe zee met witte schuimkoppen. In de hut was het een komen en gaan van vrienden en bekenden van de hele familie Reverente. Er was ook steeds een man over de vloer die ik niet, en misschien wel heel onterecht, niet vertrouwde. Henk liet in al zijn onschuld alles over hem heen komen. Zelf had ik het moeilijker na de korte uitleg van Lyka.

Mama Marita is een afgevaardigde van een NGO uit de EU. Ze staat heel hoog aangeschreven in het dorp en iedere inwoner heeft veel respect voor haar. Afgelopen nacht had ze op een matrasje voor onze deur geslapen.
‘De reden hiervoor?’
Mocht er toch iemand op het idee zijn gekomen om ons midden in de nacht te bezoeken dan hadden ze eerst langs haar gemoeten. Deze uitleg speelde de hele tijd door mijn hoofd. Ik wist dat we deze dag en de komende nacht nog moesten doorkomen om de veiligheid en de anonimiteit van de grote stad op te zoeken.
De mensen zijn hier enorm vriendelijk maar de armoede wint misschien van het gezond verstand. Ook de vreemde oom verscheen weer in de hut en nadat hij had gegeten veranderde het onderwerp van ons gesprek Over trouwen en zo en of ik wel voor mijn familie kon zorgen en zo verder. Uit ervaring weet ik dat het helemaal geen nut heeft om met deze mensen over geld te praten. Zij hebben nu eenmaal het beeld voor ogen dat alle blanken stinkend rijk zijn en dat beeld wordt dan vaak ook nog versterkt door de vele gekken uit Amerika en Europa die hier in een mum van tijd al hun spaargeld verspelen. Verliezen is niet het juiste woord, maar verspelen.
Nog een kopje koffie en tijdens een opklaring stak de hele familie ombeurten weer het hoofd uit de deur om naar de woeste zee te kijken. Ieder had zijn mening hoe het verder zou gaan en Henk wist nu zeker dat we morgen weer verder zouden gaan.
‘Ik wordt gek hier!’, sprak Henk meer dan eens.
Hij droomde van de lichtjes. Gelukkig was hij niet op de hoogte van wat zich hier allemaal afspeelde. En voor mij was het ook beter dat het zo bleef. De oom nodigde ons uit voor een wandeling door het dorp die ik met plezier afsloeg. Voor Henk was het een zegen uit de lucht en binnen twee seconden stond hij klaar om met de oom een rondje te gaan wandelen.

‘Waarom ga je niet mee?’
‘Ouwe zak, waarom blijf je hier in die hut op je kont zitten?’, klonk nors uit zijn mond.
Natuurlijk kon ik niet zeggen dat ik hier bleef om op onze spullen te letten. Het was een vreemde maar ongemakkelijke situatie. Ik vertrouwde die mensen wel maar het komen en gaan van vreemden en de waarde van onze elektronica speelde maar door mijn hoofd. In plaats van de wandeling ging ik maar even met Lyka op ons kleine bed liggen.

Henk keerde een paar uur later met verhalen over een weduwe in een mooi huisje en dat hij meteen kon blijven slapen. Toen de oom hem alleen achterliet kreeg hij het Spaans benauwd omdat hij de weg niet terug wist en de vrouw hem maar aanzoeken bleef doen. Ik luisterde aandachtig naar zijn verhalen en verzekerde hem dat we over tien jaar nog om deze twee dagen zouden lachen.

De duisternis viel en het werd weer donker. Heel donker omdat de elektriciteit nog steeds niet was verbonden en ook de mobile telefoons hadden het nu begeven. Waarschijnlijk omdat de accu’s van de zendmasten nu leeg waren. De tyfoon had haar schade aangericht en daar konden we niets aan doen.

Maar er was een oplossing voorhanden! Achter in de hut stond nog een oud aggregaat van de vissersboot van Lyka’s vader en als Henk en ik voor de benzine betaalden zaten we niet de hele avond in het donker. Vanavond hadden we ook een paar flessen bier beloofd dus dat aggregaat namen we maar op de koop toe. Ik betaalde 1000 Peso voor de benzine en het bier en natuurlijk kreeg ik daar niets van terug.

De grote flessen Red Horse bier verdwenen in een piepschuim container gevuld met water en ijs om te koelen. Voor mij maakte het weinig uit maar Henk zat steeds naar zijn kleine glas te kijken. Een fles voor mij en een fles voor het gezin. Ik drink nu eenmaal graag uit de fles! Het was een leuke avond met een vervelend einde. Aan het einde kwamen de jenever traantjes en veel zielige verhalen en of ik de familie uit de problemen kon helpen. En dat kon ik natuurlijk niet want ik heb nu genoeg aan Lyka en mijzelf. We willen nog veel mooie reizen maken en ik ga natuurlijk niet alleen in Nederland thuis zitten omdat ik een Filippijns gezin moet helpen. De gesprekken werden grimmiger maar toen het bier op was konden we gelukkig naar bed.
Ook in bed ging het gesprek verder. Lyka kwam nu voor haar familie op en vroeg me waarom ik niet wilde helpen. Mijn uitleg werd begrepen maar niet gewaardeerd. In de derde wereldlanden is het nog steeds gebruikelijk dat het hele gezin inclusief de aangetrouwden elkaar onderhouden. De beter bedeelden helpen de minder bedeelden en als dat ooit mocht veranderen dan gebeurd dat ook andersom.
De storm buiten was veranderd in een storm binnen. Ik kon niet wachten om morgen zo snel mogelijk te vertrekken!

maandag 25 juli 2011

Filipijnen: Op een kettingzaag door een tyfoon

San Antonio - Pilar (Mama Marita (VIP))

Na de twee drukke dagen in Manila werd het tijd om verder te gaan en de moeder van mijn vriendin te ontmoeten. Een busreis van twaalf uur had me niet echt aangesproken en op de website van Cebu Pacific had ik voor PHP 1233 (€ 20,19) de vlucht naar Legazpi kunnen boeken. En dan hoef je niet lang na te denken!
Om vijf uur liep de wekker af en we waren meteen wakker, een kop koffie en een snee krentenbrood met kaas. Rustig pakken en op weg naar de luchthaven. Er stond een taxi klaar en ik kon me echt niet herinneren of het de chauffeur was waar we mee hadden afgesproken. Maar een taxi is een taxi en wij waren klaar om op pad te gaan.
Volgens de taxichauffeur waren de brandstofprijzen overnacht gestegen en dat resulteerde in een prijsverhoging van 25% op de ritprijs. Natuurlijk was ik het daar niet mee eens en nadat ik de chauffeur duidelijk had gemaakt dat we niet verder gingen dan 400 Peso ging hij zonder al teveel tegen te stribbelen akkoord.
‘Niet geschoten is natuurlijk altijd mis!’
Twee uur voor het vertrek waren we al ingecheckt en ik zat aan mijn tweede kop koffie van de ochtend. Het weer was bedrukt maar het was wel droog. Gate 134, en een redelijke hoeveelheid passagiers zat te wachten tot ze werden opgeroepen. Drie bussen reden ons naar een geparkeerde Airbus A-320 die op nog geen vijf meter van Gate 108 stond. Erg vreemd, maar wij waren klaar om naar Legazpi te vertrekken.
Nog geen tien minuten in de vlucht riep de kapitein om dat we maar één poging om te landen op het vliegveld van Legazpi zouden wagen.
‘En dat is toch vreemd?’
Zo slecht was het weer hier nu ook weer niet! Eenmaal in de wolken op een hoogte rond de 5000 meter werd het steeds slechter. Een extra oproep van de kapitein om vooral niet de GSM te gebruiken omdat hij moeilijkheden had met de communicatie met de verkeerstoren van Legazpi maakte deze vlucht van minder dan een uur wel een beetje griezelig.
Op mijn GPS volgde ik het vluchtpad en zonder dat ik de grond kon zien passeerden we het vliegveld en gingen richting open zee, en dat terwijl we nog steeds daalden. Nog nooit had mijn GPS er naast gezeten maar deze keer had ik wel mijn twijfels. Als het vliegtuig niet snel zijn richting zou wijzigen zou ik zeker de stewardess er op aanspreken.
En daar waren de griezelige witte koppen op een grauwe en dodelijke oceaan! Het vliegtuig maakte de verwachte bocht naar links en op het kompas zag ik dat hij opnieuw het traject van de landing zocht maar deze keer tegen de wind in. Een tweede bocht naar links en we vlogen in een rechte lijn met de korte landingsbaan. Het vaste land kwam weer langzaam dichterbij en in de verte zag ik de hoge golven van de grote oceaan op de zwarte vulkanische stranden van Legazpi kapot slaan. De aankomst was in de stromende regen en ik hoopte dat het maar een buitje was, we waren tenslotte maar 300 Km van Manila.
Lyka’s moeder stond al op ons te wachten en de eerste ontmoeting was hartelijk maar voor mij erg vreemd. We moesten eerst wat eten voordat we naar het kleine dorp San Antonio zouden rijden. En zelfs in dit arme stadje was er een enorm winkelcentrum. Na een klein hapje kocht ik voor haar moeder de beloofde ventilator en we moesten nog even snel proviand voor ons verblijf inslaan. En het bleef maar regenen en de wind was nu ook opgestoken!

Vier personen, een chauffeur, een nieuwe ventilator en vijf tassen boodschappen in een kleine driewieler op weg naar het dorp aan de zee! In de bebouwde kom ging het nog, maar eenmaal in de open velden had de regen en wind vrij spel. Henk, die achter de chauffeur op de motor zat, was binnen tien minuten kletsnat en hoopte dat we er snel waren. Zelf zat ik met Lyka voorin het kleine bakje terwijl Mama Marita achterin op de nieuwe ventilator en de boodschappen paste.
De 45 kilometer naar het waren voor ons allemaal een ongemak, en voor Henkie een hel. Bij de eerste waterstromen die dwars over de slechte wegen liepen werden zijn voeten kletsnat en dat is nooit comfortabel. Er leek maar geen einde aan te komen! De kleine tweetakt motor huilde als een kettingzaag en de versnellingsbak was niet ontwikkeld om vijf volwassenen en een zijspan een steile helling op te slepen.
Er werd regelmatig mis geschakeld en de motor werd zo heet dat je de pakkingen kon ruiken. En het weer werd geen haar beter. Des te dichter we bij het dorp kwamen des te slechter de weg werd. Hele stukken waren weggeslagen in van de berghellingen gegleden. Er was nog maar één rijbaan over die naast een diepe afgrond lag. En zo arriveerden we in het kleine dorp. De wind huilde om het bamboe huisje dat voor twee nachten ons onderkomen zou zijn. Eenmaal binnen kregen we het meteen goede nieuws.

Vandaag was het begin van een tyfoon en die kon wel drie of vier dagen duren! Aan het weer kan je nu eenmaal weinig veranderen, dat moet je nemen zoals het komt. We begonnen meer aan elkaar gewend te raken en Henk en ik keken onze ogen uit. Het zandstrand was de vloer van het hutje en in het midden was een kleine betonnen verhoging die ons moest beschermen tegen een springvloed.

Maar de avondmaaltijd loog er niet om. Er was heerlijk gebakken kip met rijst. Het bier bleef vandaag achterwege want ik voelde me nog niet helemaal op mijn gemak. Natuurlijk gaat iedereen hier in het dorp vroeg naar bed en om negen uur lagen wij ook op één oor en Henk op een uitklapbed. Tegen beter weten in hoopten we dat het morgen zou zijn opgeklaard. De wind huilde en gierde om het huis, maar mijn oordoppen namen het grootste gedeelte van het lawaai weg.

zondag 24 juli 2011

Filipijnen: Een kerkhof

Manila (Slouch Hat (205))

Met oog op het slechte weer waren we vandaag niet afgereisd naar “Corrigodor Island”. Maar helaas was het weer vandaag wel beter dan gisteren en hier en daar zagen we zelfs stukken blauwe lucht. Het was nu eenmaal niet anders en vandaag zou ook een mooie dag kunnen worden vol onverwachte ontmoetingen met onbekende zaken en mensen.
Natuurlijk gingen we te voet en doorkruisten de oostkant van Intramuros, de oude stad. Over het vestingwerk lopende kregen we weer een heel ander beeld van Manila. Hier zo hoog boven het straatpeil zie je weinig van de armoede. De meeste bedelaars houden zich op in buurten waar ze een toerist of een rijke Filippijn tegen het lijf kunnen lopen. Ik voelde me vandaag echt een gids omdat ik alles al een keer gezien had. Ik kreeg ook erg het gevoel dat ik hier voor de laatste keer was, er was namelijk niets meer te zien dat me kon boeien.

Nog voordat we in Binondo (China Town) waren vond ik het tijd om een kleinigheidje te eten en wat te drinken. Wat Henk meteen opviel was dat er in China Town bijna geen bedelaars rondliepen. Misschien omdat de Chinezen hun buurt zelf schoon houden? Een broodje Ba Pao met een vulling van pittig varkensvlees en een Coke Zero. Een goede vulling voor de vijf kilometer wandeling die nog voor ons lag.
“Binonde Cathedral” was de eerste bezienswaardigheid.
Binnen namen we plaats in de koele kerk en keken naar de zondagse handelingen van de katholieken. Lyka brandde twee kaarsjes voor haar vader die vorig jaar was overleden.

Het blijft vreemd voor me maar al die religieuze handelingen maar door al mijn reizen zie ik ook meer overeenkomsten. Ik ben er nog steeds niet uit of al die verschillende religies wel het beste met je voor hebben. De schrijnende armoede in de katholieke wereld. De onderdrukking in de islamitische wereld en het totaal onderschatten van gevaar in de Boeddhistische denkwijze van de Thais.
Met al die gedachten in mijn hoofd kwamen we via een omweg bij de grootste Boeddhistische tempel van Manila aan. De buitenzijde van de “Seng Guan Temple” was niet de moeite waard om een foto van te maken en binnen was het veel van wat ik al gezien had. De opwinding van mijn twee reisgenoten was voldoende om me toch een goed gevoel te geven.

Met mijn GPS als leidraad gingen we op het doel voor deze middag aan!

De afstand was aanzienlijk en toen we eindelijk onder de verhoogde spoorweg arriveerde vond ik het wel tijd om weer wat te eten. Deze keer was het dus wel bij JolliBee. Een dubbele hamburger met champignonsaus en rijst. Fastfood met een exotische draai!
De Chinese begraafplaats is een Necropolis zoals ik die nog nooit gezien heb. Graven in de vorm van huizen en soms zelfs zo groot als een villa, inclusief toilet en douche. Volgens de verhalen worden hier soms graven/huizen verkocht voor € 500.000 en meer. En dat is dan weer een schrijnend tegenovergestelde van de armoede aan de andere kant van de muur. Maar het is en blijft erg indrukwekkend.
(Op een nog leeg graf staat vaak dit symbool, het betekend "Blijdschap en geluk")

We nemen de trein weer terug richting het hotel want de regen heeft ons nu ook ingehaald. En dat is natuurlijk jammer maar het was ook wel te verwachten.

De laatste uurtjes van de dag brengen we op de kamer door. Henk is in zijn nopjes met zijn iPad en de koude flesjes San Miguel smaken me uitstekend. Ook de avondmaaltijd die bestaat uit Pork Adobo en Pinoy Beefsteak glijd er in als koek.
We maken het niet te laat want morgen staat er om zes uur een taxi voor ons klaar die ons naar de luchthaven zal brengen. Een nieuw hoofdstuk in ons Filipijns avontuur.
Copyright/Disclaimer