maandag 28 mei 2007

Korea, op maandag gesloten

Seoul, 28/05/2007

We hadden de beste bedoelingen voor vandaag en we zouden het ook een beetje rustig aan doen. Maar voordat we stad in zouden lopen moest er eerst een ticket worden geregeld voor Andy. Hij had een beetje problemen met het geheel en ik had de indruk dat hij het niet allemaal kon verwerken. Uiteindelijk na lang heen en weer gedraai was het geregeld. Een vlucht voor woensdag met Cathay Pacific naar Londen. We zouden later die dag terugkeren om te betalen. Andy moest nog geld wisselen en het één en ander regelen. Het zou allemaal wel goed komen.
Nu konden wij op weg naar de “Seodaemun gevangenis”. We liepen natuurlijk dit kleine stukje door de stad om de sfeer op te snuiven, en dat gebeurde ook. Al van ver konden we luidsprekers horen die in het Koreaans wat probeerden te verkopen of te vertellen. Het bleek het laatste te zijn. Een groep met spandoeken en heel gemotiveerde spreker brachten hun ideeën naar buiten. Ik herinnerde mij een verhaal dat de lente het seizoen bij uitstek is om te demonstreren. Oproerpolitie en traangas vullen dan de straten in het centrum van Seoul. Het leek mij allemaal niet zo’n vaart te lopen en de oproerpolitie die op twintig meter afstand de zaak in de gaten stond te houden keek rustig om zich heen. Een tweehonderd meter verder op was er nog een demonstratie en nu begon ik toch wel een beetje op te letten. Waarschijnlijk kunnen jullie je ook wel van die beelden herinneren van de demonstraties in Korea?
Met een flinke pas erin liepen we verder naar de gevangenis. Seoul is een gemakkelijke en overzichtelijke stad, leg daar de overal gratis verkrijgbare plattegronden bij en je kan bijna niet verdwalen. Wij liepen dus ook recht naar de gevangenis. Maar, eenmaal bij de poort gebeurde waar ik even te voren bang voor was geweest. Op maandag gesloten! De DMZ op maandag gesloten! En volgens mij is bijna alles in Korea op maandag gesloten.
Wat nu? We waren al aardig richting twaalf uur dus de stad uit gaan was geen optie. Ik had nog wat elektronica nodig dus ik stelde voor om naar één van de grote computer/elektronica markten te gaan. Dat was zo beklonken. Met de ondergrondse was dit al een avontuur op zich omdat het zich buiten het (toeristen) centrum bevindt. Op zich viel het allemaal wel mee, maar ik ben natuurlijk wel wat gewend in Singapore. Ik kocht eerst nog wat oplaadbare batterijen en toen werd het tijd voor de lunch. Ergens achter in een hoek van de kelder bevond zich een kleine foodcourt die duidelijk aleen bedoeld was voor de mensen die daar werken. Vriendelijk werden we overal naar binnen gewuifd maar op mijn verzoek kozen we een restaurant met plaatjes. Aanwijzen is nu eenmaal gemakkelijker dan Koreaans lezen dacht ik. Maar dat viel reuze tegen. De serveerster keurde twee keer mijn bestelling af en dus kozen wij maar voor de oude vertrouwde Tolsot Bibimbap en die smaakte weer uitstekend. Na het eten kocht ik nog een nieuwe batterij voor mijn camera en toen zat voor mij de dag er op.
Ondertussen had Andy al zijn Japanse Yen gewisseld en hij zou de rest uit de ATM halen. Maar dat was een probleem want hij wist zijn pincode niet helemaal zeker meer. Hij is een beetje een warhoofd denk ik maar. Uiteindelijk kon ik hem overhalen om een gedeelte van zijn vliegticket met de creditkaart te betalen. Daar had hij zelf niet aan geacht en hij vond het een goed idee. Helaas voor Andy stond er niet genoeg geld meer op zijn rekening. Wat nu? Hij verontschuldigde zich en ging terug naar zijn GH om te emaillen naar zijn broer zodat die wat geld op zijn rekening kon storten.
We namen afscheid en ieder ging zijn weg. Ik was wel een beetje opgelucht want met de stress van anderen heb ik liever niets te maken. Wat zou ik dan verder gaan doen. “Tapgol Park” had ik gezien in de Lonely Planet. Dit was tien minuten lopen van mijn hotel en had twee cultuurschatten van de hoogste categorie. Namelijk nummer twee en drie. Het was duidelijk minder druk dan op de zondagmiddag, toch was het nog aardig druk in het park. Veel oudjes genoten van de voorjaarszon. Het park is genoemd naar de marmeren pagode uit 1465. Deze wordt nu tegen invloeden van buitenaf beschermd in een glazen huis. Wel mooi, maar het is slecht te zien. Een andere prominent in dit park is Son Pyong-hui , hij wordt door velen gezien als één van de stichters van de republiek Korea. Het verhaal is uitgebeeld op een muur waar elk muur reliëf een stukje van het verhaal verteld. Ze zijn hier wel heel vaderlandslievend!
s’Avonds heb ik rustig aan gedaan en ik ben nu blij dat ik na vier dagen zonder bier weer goed kan slapen. Morgen gooien we de rit naar de gevangenis in de herhaling en voegen daar dan nog een mooie wandeling door de heuvels aan toe.
Copyright/Disclaimer