donderdag 10 mei 2007

Thailand, De brug over de rivier de Kwai

Bangkok-Kanchanaburi, 10/05/2007

Om kwart voor zes liep de wekker in mijn camera af en als een pijl uit de boog sprong ik uit bed. Een snelle douche en de kamer aan een laatste onderzoek onderwerpen. Ik had niets vergeten en schakelde de aircon uit. Beneden zaten de Kuijnen al te wachten en Adrie had al genoten van haar eerste sigaretje van de dag. Langzaam liepen we naar de pier waar we de boot zouden nemen naar de overkant van de rivier. Op dit uur kom je al veel mensen tegen. Dronkaards op weg naar huis, taxichauffeurs op zoek naar hun eerste klanten en gewone mensen op weg naar hun werk. Zoals verwacht was de poort nog niet open en we waren genoodzaakt om even te wachten op het bankje naast de poort.
Binnen tien minuten opende een slaperige man de poort en wij volgden hem naar het ponton vanwaar wij de boot zouden nemen. De boot was al in aantocht toen Adrie aan Ars vroeg, “waar zijn de broodjes”? Ars keek haar aan en antwoordde, “die heb jij toch”! “Nee”, antwoordde Adrie met een hoog stemmetje waar een paniek in te horen was. Ik keek dit rustig aan en koos snel eieren voor mijn geld. Ik keek naar de boot en twijfelde geen moment. Een snelle korte sprint over honderd meter en ik had het brood weer in bezit. De twee mensen die naast het brood op het bankje zaten te wachten keken mij verbaasd aan, gelukkig zijn de Thai niet zo gek op brood. Een snelle sprint terug en ik was op tijd voor de boot. Adrie had van de zenuwen nog maar een sigaretje opgestoken. Ik stond te rillen als een rietje en zag sterren voor mijn ogen, zo’n inspanning op de nuchtere maag is niet slim als je suikerziekte hebt. Maar een dag zonder brood in de trein is ook geen prettig vooruitzicht.
Ik kocht drie kaartjes op de boot en werd medegedeeld dat de halte “Rot Fai” van het treinstation niet meer bestond. Ik kon dit moeilijk geloven en er waren dan ook frustraties bij mij en de medewerkster van de veerdienst. “Eind goed al goed” toen we van de boot afstapte bij de volgende halte. Een verpleegster die alles had aanschouwd zette ons op het rechte spoor naar het trein station. Deze dag was al goed begonnen.
We moesten nu ruim een uur wachten voordat de ochtend trein naar “Nam Tok” zou vertrekken. Ook in Thailand veranderen de schema’s van het openbaar vervoer jaarlijks. Ik weet nu ook dat we een half uur extra in bed hebben de volgende keer.
Tien minuten voordat de trein zou vertrekken reed hij voor op het perron waar wij zaten te wchten. Ik gaf de Kuijnen instructies waar ze moesten gaan zitten en dat was het voor vandaag, gewoon rustig blijven zitten en genieten van het schouwspel dat zich buiten afspeelde. Het is een hele langzame trein die bijna om de paar kilometer stopt.Op één van die kleine stations stond een grote, in gele shirts gestoken, groep kinderen met begeleiders te wachten op de trein. De kinderen waren duidelijk opgewonden en mijn eerste indruk was dat ze op schoolreis gingen. In mijn gedachten schoten een paar herinneringen over mijn eigen schoolreisjes van de lagere school. Je gaat nu eenmaal meer nadenken over het verleden naarmate je ouder wordt. De nieuwe passagiers klommen aan boord en begonnen een plaatsje te zoeken in de trein die al aardig vol was. Het was een Thaise feestdag vandaag, “ Farmers day” de dag van het zaaien of zo, veel scholen waren net begonnen na de nieuwjaarsvakantie en hadden gekozen voor een uitstapje. Uiteindelijk na veel heen en weer geloop namen ze plaats in onze wagon. Het duurde niet lang voordat we in de gaten kregen waarvoor ze op pad waren. “Het oefenen van de Engelse taal”. Gelukkig wordt er nu ook in Thailand aandacht besteed aan het leren van een tweede taal. Adrie was al snel in gesprek en ook tegenover mij namen verschillende kinderen plaats om te oefenen. Het was erg schattig, sommige van de kinderen hakkelde van de zenuwen maar nadat ik ze met een grapje gerust had gesteld ging het meestal beter. “What is your name”? “Where do you come from”? En nog een paar meer vragen werden steeds herhaald. We praten wat en later voegde de lerares zich bij hen. Ik stelde het gratis boekje over de Burma spoorweg beschikbaar omdat dit in het Engels en Thais was. Mooi leermateriaal. We werden beloond met mandarijntjes en melk met een fruitsmaakje.
De tijd vloog om en al snel stonden we met de trein voor de brug over de rivier de Kwai. Hier werd het even te brutaal. Een vertegenwoordiger van een reisbureau kwam de wagon binnen en sommeerde ons te verkassen. Toen ik vroeg wie hij was keek hij verbaasd en antwoordde met, “dit is een speciale wagon”. Hij liet mij ook een velletje met handgeschreven stickers zien. Een tweede man kwam op ons af en wilde de kaartjes zien. Ars overhandigde de kaartjes en opnieuw was het, “dit is een speciale wagon”. En of wij even wilde verkassen. De trein was nu al vol en wij zouden dus onze goede plaatsen moeten opgeven en ergens gaan zitten waar we niets zouden zien. Een mondvol Thais van mijn kant en de twee dropen af. Het duurde niet lang voordat de twee met de conducteur verschenen. Onder tussen waren de toeristen in de trein en wezen naar onze plaatsen. Hup, “oprotten, en ga maar ergens anders zitten”!, snauwde ik geïrriteerd. Ik vertelde de conducteur, wat hij al wist, dat wij vanaf 07:45 op deze plaatsen zaten en dat ik mij niet door dagjestoeristen zou laten wegjagen. Ik keek op onze kaartjes en er was geen wagonnummer of plaatsnummer op afgedrukt. Wij stonden dus volledig in ons recht. De conducteur wist dit en met een vinger voor zijn mond gebaarde hij dat ik mijn mond moest houden. De drie verdwenen en dat was het einde van het verhaal. De twee Russische mutsen tegenover mij zaten na een kwartier al te slapen.Dat was opgelost maar het had de reis wel een bittere bijsmaak bezorgt. De Kuijnen genoten van de brug en de dodenspoorweg. Bij het eindpunt kocht ik snel twee geroosterde kippenpoten en Adrie had twee pannenkoeken zodat we het tot Kanchanaburi wel zouden uithouden. Ze waren wel vermoeid van de dag niets doen en af en toe vielen de oogjes dicht. Ik rookte de vredespijp met de conducteur en elke keer als hij langskwam groette hij mij met een saluut aan de rand van zijn pet en een brede glimlach.
Daar was het dan uiteindelijk na een treinreis van ruim 350 kilometer in zeven uur, Kanchanaburi. Ik schoot snel wat foto’s van de Kuijnen en we gingen op zoek naar een guest house. Adrie was heel moe en kwam niet meer vooruit. Ik had een GH op het oog gehad maar dat bleek al gauw te ver weg. Een taxi voor Adrie was ook geen optie want ik wist zelf niet waar we heen gingen. Heel langzaam kwamen we bij het Mr. Tee GH. Dezelfde plaats waar ik vier maanden geleden met Henk en Dean had geslapen. Ik liet Adrie de kamers controleren en die keurde ze goed. “Niet slecht”, dacht ik nog.
Eenmaal in de kamers geïnstalleerd ging Adrie even liggen en Ars en ik genoten van een koud biertje. Het is er prachtig. Je zit op een drijvend ponton met een uitzicht op de jungle en de brug. Ars en ik kwamen alleen nog van de plaats om naar het toilet te gaan en het werd een fantastische avond. Ik bestelde een breed assortiment gerechten met als hoogtepunt voor Ars een gebakken “Red Snapper” in zoetzure saus. Het werd later dan gepland maar dat maakte weinig uit, we waren op vakantie.
Copyright/Disclaimer