Seoul, 27/05/2007
Het was vandaag zondag en het zou mijn eerste georganiseerde excursie worden. Ik ben persoonlijk niet zo weg van tourgroepen maar af en toe kom je er niet onderuit. Zo ook vandaag niet. De tour van vandaag zou gaan naar een erg gevoelig gebied. Het grensgebied tussen noord en zuid Korea. De grens ligt maar ongeveer 55 kilometer van Seoul en jullie begrijpen dat bij een invasie de hoofdstad binnen een uur is bereikt. Dat is ook de reden waarom er een grote troepenmacht in samengebracht ten noorden van Seoul om een aanval/invasie af te slaan. Velen denken dat het niet meer zal gebeuren maar de Zuid Koreanen zijn daar niet zo zeker van en blijven ongelofelijk op hun hoede voor een verrassingsaanval.
Ik was op deze zondag al om zes uur wakker, ik had nog steeds moeite om te slapen. Nog niet vermoeid genoeg denk ik. Nog even blijven liggen en op de wekker blijven wachten, die zou namelijk om zeven uur af gaan. En daar was dan de wekker. Er waren nog dertig minuten te gaan voordat we zouden worden opgehaald bij de Backpackers voor de tour. Snel gedouchte, aangekleed, gepakt en om 07:22 stapte ik de koele ochtend in. Andy zat al te wachten achter de computer en na een paar slokken koffie stond daar een klein mannetje die ons naar het ophaal punt zou brengen.
De touringcar was bijna vol toen we de snelweg opreden richting Munsan. Onze gids voor de dag, Sike, begon meteen uit leggen wat we allemaal konden verwachten die dag. Wel zei hij eerlijk dat hij een paar zaken niet zou verklappen. De ongeveer 55 kilometer vanuit het centrum van Seoul naar het “Paju Park” zou ongeveer een uur in beslag nemen. Andy en ik hadden strategische plaatsen voorin. Als eerste er uit en als laatste er in. Zo gaat dat op zo’n tour. We keken naar de “Han” rivier die zich als een mysterieus onding als grens had opgedrongen. Water als grens bestaat al sinds de oudheid maar hier is het anders. De rivier kan niet worden gebruikt voor het vervoer, hij hangt namelijk vol met anti duikers en onderzeeër netten. Op één plaats hebben ze zelfs een muur van de ene naar de andere kant gebouwd. Normaal steekt die muur een centimeter of dertig boven het water uit. De rivier loopt eigenlijk gewoon over.
Bij aankomst in het park was ikzelf een beetje verbaasd over het hoge amusementspark gehalte van die serieuze zaak. Een reuzenrad en een draaimolen trokken voldoende publiek. Het monument en de spoorbrug in de verte trokken mijn aandacht. De brug was in het verleden gebruikt om POW’s en spionnen uit te wisselen. Een trein reed dan naar de andere kant waar de twee vijandige staten vol argwaan de zaken afhandelden. Het was ook meteen de eerste, “over vijfentwintig minuten weer in de bus” oproep aan de deelnemers. Nu gingen we dus echt op weg naar de DMZ.
Iedereen moest zijn naam, paspoortnummer en nationaliteit op een vel papier schrijven en zijn paspoort in gereedheid brengen. “Hier wordt met scherp geschoten”, vertelde de gids. Daarna worden er pas vragen gesteld. Niet te bevatten dat er nog zoiets bestaat in de 21st eeuw. In mijn gedachte zag ik al een grote Koreaan, want die zijn wel groot, achter de computer zitten om alle namen te controleren. Een streng kijkende soldaat betrad de bus en inspecteerde onze paspoorten, een kritische, vergelijkende blik werpend op onze gezichten en foto’s in het paspoort.
Er mag namelijk maar één bus elke tien minuten naar binnen. Dit om grote ophopingen van mensen te voorkomen. Als eerste zouden we een film gaan bekijken over de geschiedenis van de DMZ en de Koreaanse oorlog. “Fijne anticommunistische propaganda”, lachten Andy en ik elkaar nog toe. Maar dat bleek uiteindelijk reuze mee te vallen, de film was zelfs wel een beetje interessant. Er zijn twee belangrijke plaatsen in dit streng bewaakte gebied. De 3e tunnel en het complex in “Panmunjeom”. De laatste is eigenlijk zo belangrijk dat bezichtigen alleen bij hoge uitzondering wordt toegestaan. We moesten het dus doen met de 3e tunnel. Al afdalend in de donkere, koele, vochtige tunnel begrijp je pas goed wat hier allemaal gaande was in de jaren 70. Als deze tunnel voltooid had kunnen worden dan had er waarschijnlijk een aanval op Zuid Korea plaats gevonden. Een perfecte tijd want Amerika likte nog steeds de wonden van de oorlog in Vietnam en die hadden dus waarschijnlijk niet meteen te hulp geschoten. Die Noord Koreanen waren zo maf dat ze die hele tunnel met kolen hadden bekleed voor in het geval dat ze zouden worden ontdekt. Het excuus was dan ook dat ze op een kolenmijn waren gestoten. Erg indrukwekkend als je de soldaat op wacht ziet midden in de tunnel.
Ik liep in een flink tempo omhoog en kwam puffend en zweten weer in de warme lentezon. We waren ondertussen alweer op de helft van de tour en ik kon nu moeilijk geloven dat we pas om vier uur weer terug zouden zijn in Seoul. Bij navraag bleek dan ook dat we al om twee uur weer terug zouden zijn, in ieder geval konden we dan nog wat doen. De uitkijkpost was de volgende bestemming. De ruim 800.000 landmijnen die hier nog liggen maakt de steile tocht naar de top van de 152 meter hoge heuvel een beetje griezelig, overal hangen de bordjes “Mine”. Als hier ooit wat gebeurd met een bus dan gaat het “Boem”, “Boem”, “Boem” naar beneden. Bovenop is maar heel weinig te zien. Een mist hangt over het landschap waardoor zelfs de altijd zichtbare 160 meter hoge vlaggenmast van Noord Korea niet meer zichtbaar is. Andy heeft mij reeds ingelicht over dit fenomeen. Het is een ultra fijn stof dat uit de woestijnen van Noord China door de wind wordt meegevoerd naar het zuiden. In Japan en Zuid-Korea is het zelfs op het nieuws en er wordt speciaal aangegeven hoe groot de “vervuiling” is. Ik begrijp nu waarom ik zo’n last heb van mijn neus de laatste dagen.
De laatste bezienswaardigheid laat je mond openvallen. Misschien hebben jullie gelezen dat er vorige week treinen als test van Zuid naar Noord en terug hebben gereden om te testen. Nou, die test ging vanaf een ultra modern station aan de Zuid-Koreaanse zijde naar een (waarschijnlijk) oud station in Noord Korea over een afstand van ongeveer achttien kilometer. De Kosten? +/- US$ 800.000.000.
Dat is een heel bedrag! Het zuiden is nog niet klaar voor een hereniging maar wil wel graag met het noorden praten over de spoorweg die ze uiteindelijk met het grote wereldnetwerk zou verbinden. Amsterdam-Seoul met de trein zou dan mogelijk zijn! Het probleem is alleen dat het noorden, volgens de betrokkenen, nogal koppig is over deze zaak. De leuke kant voor ons was dat je een paar stempels in je paspoort kon krijgen zodat het leek dat je al de reis had gemaakt. Iedereen deed mee en ik vond het ook wel heel erg leuk om eerlijk te zijn.
De tour zat er nu op en binnen een uur stonden we alweer bij het stadhuis midden in de stad. Een leuke trip en we hadden nog wat tijd over. We besloten snel om naar de Seoul Tower te gaan maar niet voordat we wat hadden gegeten. Het strakke schema had dit niet toegestaan. We liepen een uur rond en konden maar niet een plaats vinden die we beiden goedkeurden. Uiteindelijk zei ik tegen Andy, “ga jij maar eten waar jij wil, ik ga hier terug naar boven en lekker noedels eten”. “Om kwart over vier hier onder de fruitboom”. Dat was volgens hem ook de beste oplossing. De noedels smaakte mij uitstekend en ik probeerde na te denken waarom hij nu niet hier had willen eten. Was het te duur? Vond hij noedels niet lekker? Onmogelijk, er was zoveel te krijgen. Ik gaf het op en genoot van mijn maaltijd.
Met een volle maag werd het nu wel moeilijk om de berg op te lopen en ook Andy had duidelijk minder snelheid dan voor het eten. We kozen voor een tussen oplossing. De kabelbaan naar de top en terug lopen. Zover is het nooit gekomen. Het was al een flinke klim naar de basis van het kabelbaan station. Het was er ook zo druk dat er een rij van zeker honderd meter stond. We keken elkaar aan en zijn rustig verder gelopen door het park en uiteindelijk zijn we weer bij ons hotel/GH beland. Het avondeten werd, op mijn verzoek, in een soort Koreaans Fast Food restaurant genuttigd. Ik vond de noedels heerlijk en Andy en Chris vonden het volgen mij ook niet zo slecht.
Ik wil nog een paar dingen kwijt.
Het stinkt hier nergens, dit heb ik in Azie nog nooit meegemaakt.
Er zijn hier een soort slagbanen waar je voor € 0,40 tien ballen met een honkbalknuppel kan slaan in een kooi. Het is daar een drukte van jewelste, jongens en meisjes proberen elkaar de loef af te steken wie er nu het beste is in honkbal. De nationale sport van Korea.
Ik kan geen kaartje bemachtigen voor de voetbalwedstrijd Zuid-Korea Nederland deze zaterdag. Ze zijn veel te duur zou ik er überhaupt één kunnen bemachtigen. Het plan is dus om ergens een groot scherm te vinden en tussen de Koreanen en Koreaanse de wedstrijd te kijken.