donderdag 31 mei 2007

Korea, op weg naar de top

Seoul, 31/05/2007

Het was alweer donderdag en na een dagje rustig aan werd het tijd om mijn oude lichaam een keer te geselen. Vandaag stond er een wandeling op het programma. Één van de mooiste kanten van Seoul is dat het een paar Nationale Parken binnen zijn stadsgrenzen heeft. Vandaag zouden we een wandeling gaan maken in het “Bukhansan National Park”.
Ik was een paar minuten later dan normaal maar dat was geen probleem. Andy had ook een verrassing, er zou een andere jongen meegaan. Mike, uit de USA. Het was voor mij geen probleem, het was eigenlijk wel fijn want ik raakte een beetje uitgepraat met Andy. En als hij niets of weinig te zeggen had begon hij meestal wartaal uit te slaan.
De eerste hindernis die we moesten nemen wan het vinden van de juiste bus naar de ingang west van het park. We hadden het nummer van de buslijn en we wisten de plaats waar we moesten opstappen, eenvoudig toch? Helaas werkt het niet zo! De dingen veranderen snel en ook hier was de reisgids achterhaald. Bij het vragen naar de juiste bus liepen de antwoorden uiteen van het schouderophalen tot en met een verhaal in het Koreaans waar we natuurlijk geen touw aan konden vastknopen. Uiteindelijk wees er een vrouw naar de overkant en zei, “green bus, green bus”.
Aan de overkant aangekomen keek ik op de zuilen met informatie om te zien of ik wat kon ontdekken dat het probleem zou vereenvoudigen. En ja, er waren twee groene buslijnen wat inhield dat ik het maar twee keer moest vragen aan de buschauffeurs. Andy stond ondertussen heel wijs de blauwe buslijnen in het Koreaans te bestuderen. “Laat maar”, dacht ik nog. De eerste bus was mis en de tweede was raak! “Bukhansan”? De chauffeur knikte en ik riep de ploeg om snel in te stappen. “Weet je zeker dat dit de juiste bus is?”, zeurde Andy. Ik antwoordde niet eens.
Na ruim een half uur stonden we aan de westelijke ingang van het park. Het zag er veel belovend uit. Een veelvoud van bergtoppen lag voor ons. Mike was bekend met het wandelen in de bergen en Andy zou er zeker geen problemen mee hebben. Ik kocht snel nog twee flessen water en nam een foto van de plattegrond van het park. Je weet nooit of het nog van pas zou komen. Daar gingen we met grote stappen de berg op.
Die grote stappen werden al snel kleiner. Het was een stevige klim. De wandeling zou ons eerst naar een hoogte van ongeveer 450 meter brengen. Eenmaal op de bergkam zouden we het pad blijven volgen en op de top van de “Baekundae” (836 mtr) brengen. In totaal was het een wandeling van ongeveer zes uur inclusief een paar keer rusten.
Na ongeveer driehonderd meter vonden we de eerste tempel, één van de velen die op de berg in de loop van de eeuwen gebouwd zijn. Een korte bezichtiging en we gingen weer verder. Mike, 20 jaar oud, rende zo ongeveer de berg op. Andy, die zich niet wilde laten kennen probeerde hem zo goed mogelijk te volgen. Ikzelf deed het rustig aan en spaarde mijn water. Helaas was ik ook zo dom geweest om mijn sandalen te dragen in plaats van mijn hoge schoenen, iets waar ik later nog spijt van zou hebben.
Mike werd al snel gepromoveerd tot verkenner en hij werd dan ook een paar keer er op uit gestuurd om te kijken of er wel wat te zien was, best handig.
Helaas leverde al dit rennen en op zichzelf lopen ook een probleem op. We hadden het pad naar de top, ons oorspronkelijke doel, gemist. Jammer, dan nog maar een keer later als ik weer hier ben. Des te verder we kwamen des te stiller Andy werd. Ik kan niet zeggen dat ik het gemakkelijk had maar in moeilijkheden ben ik nooit geweest. Alleen mijn sandalen gaven me problemen tijdens het afdalen op stukken met ongelijke rotsen en grote stenen. Weer wat geleerd.
Het was een fantastische wandeling die ons een heel stuk langs de oude stadsmuur van Seoul leidde en ons naar een hoogte van 639 meter heeft gebracht.
Er was voldoende volk op de been en de gemiddelde leeftijd lag hoog. Ik heb het al eerder in mijn verhalen gezegd. Het is ongelofelijk hoe fit de oudere mensen hier in Korea zijn. Het zal wel aan het eten liggen.
Eenmaal weer onder aan de berg stond Andy demonstratief bij een restaurant te wachten, Mike stond erbij te wachten en wist niet goed wat te doen. Hij wilde nu fatsoenlijk eten, ergens zitten en eten. Ik haalde mijn wenkbrauwen op en vertelde hem dat ik daar geen probleem mee had. Ik ging verder en hij zou op zijn eentje ook wel weer in de stad geraken. Mike vond het een goed idee en samen liepen we verder. Het duurde niet lang voordat Andy volgde en tegen dovenmansoren zei dat hij eigenlijk ook wel zin had in een snack. Hij greep naar zijn snackzak droge muesli en begon als een varken te eten. Vreemd hoe iemand kan veranderen als hij weer wat geld in zijn zak heeft. Het was hem gisteren zeker gelukt om met zijn creditkaart nog wat geld te versieren.
Mike en ik liepen voorop en een meter of twintig achter ons liep Andy heel demonstratief zijn vermoeidheid te etaleren. Hij bleef maar vragen waar het station voor de metro was. Wij waren hier ook voor de eerste keer en wij hadden geen idee! Uiteindelijk namen we maar een bus naar de stad en verlieten de bus bij het eerste station wat we zagen. Ik was het nu spuugzat en nam afscheid van de jongens twee stations voordat we bij ons hotel waren. Mike wilde ook wel een stukje lopen en Andy volgde als een schaap. Eigenlijk was ik wel blij dat de dag er op zat.
Ik at heerlijk in mijn bekende restaurant. En slapen zou later geen probleem zijn, ik was echt moe en morgen rustig aan doen. Andy wilde nog één keer met mij op pad. Nou ja, zo erg was het nu ook weer niet.

woensdag 30 mei 2007

Korea, het Hwaseong fort in Suwon

Suwon (Seoul), 30/05/2007

Het was mijn zesde dag in Korea en het werd tijd om de stad uit trekken. Ik heb na veel nadenken mijn strijdplan gewijzigd voor deze reis. Mijn nieuwe plan is om zo lang mogelijk in een goed hotel te blijven als mogelijk. Veel zaken kunnen per openbaar vervoer binnen een uurtje worden bereikt. Korea is niet zo’n groot land. Het is dan ook beter voor mij om dagtripjes vanuit een vast punt te maken dan elke keer een halve dag te verliezen aan een verplaatsing tussen twee plaatsen.
Met de Metro kun je vanuit het centrum van Seoul tot wel zestig kilometer naar de buitenwijken en aanliggende steden reizen. Zo ook naar Suwon, een stad met meer dan een miljoen inwoners. In het centrum ligt het UNESCO World Heritage “ Hwaseong fort”, een oud fort gebouwd tussen 1776 en 1800. Dat was ons doel voor vandaag. Maar niet voordat we het zoveelste deel uit het drama van het vliegticket naar Londen hadden meegemaakt. Al zichzelf verontschuldigend ging ik met Andy naar het kantoor van “Freedom reizen”. De creditkaart werd weer overhandigd en even later kwam Christine weer vol verontschuldigingen terug. De kaart werkte niet, niet voldoende saldo!
Dus gingen we nu eindelijk op weg naar Suwon. Andy deed wel een beetje vreemd en hij maakte zich duidelijk zorgen, zijn broer had hem verteld dat hij het geld op zijn rekening zou storten. Was dat wel gebeurd? Ik probeerde hem op zijn gemak te stellen en vertelde hem dat het soms wel twee dagen kan duren voordat het verwerkt is. Andy lachte zuur en geloofde hier weinig van. Hij stopte zijn oordoppen in zijn oren en deed net of hij zat te slapen. Nee, hij was gewoon oplossingen voor zijn problemen aan het zoeken. Struisvogelpolitiek?
Na drie kwartier in de metro stonden we op het bordes van het treinstation voor het enorme stationsplein. Een stad met meer dan een miljoen inwoners, en nog minder mensen die engels spreken. Een nieuw avontuur! Na een snelle blik op de kaart in mijn LP had ik de juiste richting te pakken en we waren onderweg naar ons doel. Het was heerlijk weer om te wandelen en in een rustig tempo liepen we richting het toeristen informatie centrum. Het “Anjo Hashido” werkte goed en we kregen meteen een kaart met veel informatie over het fort en de andere attracties in en om het fort. Er is veel te doen en te zien maar voor ons was alleen het fort belangrijk.
Nu konden we dus aan de bijna zes kilometer lange wandeling langs de muur beginnen. De muur is voor bijna 95% gerestaureerd en een magnifiek gezicht. We begonnen eerst aan een flinke klim naar de uitkijkpost op de heuvel. Er was nog niet zoveel te zien, toch viel ons op dat er enorm veel oude mensen op de bankjes zaten te genieten van de voorjaarszon. Zelf vond ik het maar koud, zo koud dat ik schoenen droeg in plaats van sandalen. Eenmaal op de top van de 135 meter heuvel hadden we een mooi uitzicht over een gedeelte van de stad en een flink stuk van de muur.
Nadat we een kilometer of drie hadden afgelegd en al een paar poorten en andere bouwwerken hadden bekeken werd het toch wel tijd om wat te eten. Op zo’n moment heb ik eigenlijk geen trek in een maaltijd in een restaurant, iets kleins uit een supermarkt met een flesje cola is wel genoeg voor mij. Ook Andy zag hier wel wat in want hij zat maar aan zijn budget voor de laatste twee dagen te denken. Een soort driehoekige sushi met tonijn er in smaakte voortreffelijk. We maakten de wandeling af en gingen weer richting Seoul. Maar, nu waren er twee mogelijkheden met vervoer. Een man wees mij naar de trein terwijl een ander Andy naar de Metro verwees. Gelukkig konden we dit met ons eigen gezond verstand oplossen zonder ook maar een persoon te kwetsen. Eerst maar naar het toilet ☺. De reis terug verliep voorspoedig en eerlijk gezegd had ik niet anders verwacht in het efficiënte Korea!
Bij aankomst in Seoul was het weer tijd voor het volgende deel in de soap die mij zo ondertussen ook wel begon te vervelen. Gelukkig nam hij wel wat van mijn adviezen aan maar uiteindelijk wilde hij gewoon zijn eigen ding doen. Misschien had ik al eerder moeten zeggen, “Zoek het zelf maar uit”! Maar ja, je wil nu eenmaal iemand helpen als hij in de problemen zit. Gelukkig had hij wel in de gaten dat hij er niet op moest rekenen om van mij geld te lenen. Op dat gebied moet iedereen het maar voor zichzelf uitzoeken, is mijn filosofie. Ik kon mijn ogen niet geloven toen Christine deze keer terugkeerde met een glimlach breder dan ooit tevoren. Het was gelukt! Hiep, hiep, hoera! De soap was over en de laatste twee dagen zou ik niet meer naar het reisbureau gaan in de ochtend.
Iedereen was blij dat het uiteindelijk toch gelukt was, alleen bood zich nu een ander probleem aan. Andy had zijn restbedrag zo klein gelaten dat hij nu nog ongeveer acht euro per dag te besteden had. Ik werd er moe van. Hij wilde niet gaan avondeten maar een Snickers reep en een bekertje fruit yoghurt zou genoeg zijn voor vanavond. Met hondenogen keek hij mij aan. Nee, jammer maat! Ik betaal geen avondeten voor je, ik had er wat bij willen leggen maar dan had hij met een eenvoudige maaltijd genoegen moeten nemen. Ik zat dus alleen te eten terwijl hij op jacht was naar een pinautomaat om zijn creditkaart opnieuw te proberen, alleen was hij niet zeker van zijn PIN.
Toen hij onverrichterzake terugkeerde kocht ik een ijsje voor hem en hij was oprecht dankbaar. Hij nam afscheid en ging terug naar zijn GH. Nu was het ook tijd voor het laatste gratis advies van de dag: “Probeer geld op te nemen met je creditkaart in je GH”. Normaal willen ze dit niet in verband met het risico en de provisie. Nee heb je, en ja kan je krijgen. Welterusten, ik hoor morgen wel hoe het is gegaan.
Een laatste korte wandeling om de gefrituurde dumplings en noedelsoep te laten zakken en dan terug naar het hotel. Morgen heb ik een zware dag voor de boeg maar daarover meer in het volgende verhaal.

dinsdag 29 mei 2007

Korea, een tweede poging

Seoul, 29/05/2007

Daar gingen we dan voor de tweede poging naar de Seodaemun gevangenis, maar niet voordat we een vervolg hadden gehad van de soap over de aankoop van het vliegticket van Andy. Er moest namelijk worden afgezegd en dat vond hij een beetje moeilijk, waarschijnlijk omdat hij zich zou schamen dat hij geen geld had. Ik legde hem rustig uit dat niet op komen dagen nog veel erger is. En uiteindelijk stemde hij er mee in en samen liepen we eerst naar “Freedom Tours”. De overvriendelijk Christine kon het allemaal wel begrijpen nadat Andy had uitgelegd dat hij o geld zijn broer zat te wachten. Zo dat was een sprankelend begin van de dag.
Andy zat er al zover doorheen dat hij de twee kilometer naar de gevangenis niet wilde lopen maar liever met de metro ging. OK, ik ben gemakkelijk. Dan maar met de metro. Er blies sowieso een erg frisse wind en het dragen van schoenen in plaats van sandalen bleek al een goede keuze te zijn geweest. Daar stonden we dan voor de poort van de gevangenis omgeven door schoolkinderen.
Eenmaal binnen vonden wij het bijbehorende museum, in een nieuw gebouw, wel een beetje schokkerend. De schoolkinderen hadden er helemaal geen problemen mee om de martelingen en andere misdaden tegen de mensheid te zien. Het zette mij wel aan het denken. Ik herinnerde mij de schoolreisjes met de lagere school naar de diverse dierentuinen en pretparken. Hier gaat het anders, hier gieten ze de historie en glorie van je land al met de paplepel in. Geschiedenis staat bovenaan.
We volgden de aangegeven route door de gevangenis en bekeken het één en ander. Het meeste was in het Koreaans en Chinees uitgelegd, twee talen die wij niet beheersten. Het was op zich toch wel de moeite waard geweest. Vooral de lieve kinderen die met veel discipline het “Hello, what is your name”? en het “Hello, where you come from? Oefenen op echte buitenlanders. Ze willen ook allemaal met je op de foto en geven snoepjes. Was het in Nederland nog maar zo! Ik zal wel ouderwets zijn geworden?
Nu werd het tijd voor een stevige wandeling over de berg aan de overkant van de gevangenis. Dit zag er dus niet goed uit! We voelden druppels water en er was regen voorspeld. Ik wilde hier eigenlijk niet aan denken, vooruit met de geit. Daar gingen we dan de steile steeg omhoog. Nog geen tweehonderd meter verder stonden we op een grote bouwplaats waar ze zeker vier torenflats aan het bouwen waren. Nadat we de eerste hindernis waren gepasseerd stonden we nu voor een helling die er mocht wezen. Het schouwspel voor onze ogen liet onze monden open vallen. Een oud vrouwtje liep schoorvoetend naar beneden, alleen dit schouwspel en de gedachte dat ze ook weer omhoog moest deed ons verbazen. In Nederland zitten zulke mensen in verzorgingstehuizen.
Daar was de poort naar de tempel, het gehele dorp maakte onderdeel uit van de tempel. Het druppelen van de regen was nu overgegaan in een motregen, maar wel een dikke. Langzaam zagen wij de hoogbouw in de verte vervagen en tenslotte verdwijnen. Het had nu geen zin meer om terug te gaan! We zouden de wandeling afmaken. We klommen hoger en hoger en kregen steeds meer van het echte leven in Korea te zien. Overal zagen we de traditionele “Kimchi” potten. Hier maken de mensen het zelf nog op de ouderwetse manier. Tempels en kleine altaren zagen we nu rond ons. Er zaten mensen te mediteren, op trommels te slaan of gewoon te picknicken, en dat op een berg midden in de stad tijdens een bui motregen. Het was gewoon ongelofelijk om te zien hoeveel fitte oude mensen hier nog rondlopen. Ik had nu het “Hallo” onder de knie en in mijn beste Koreaans zei ik dan ook elke keer, “Anjo Hashido”. Dat werd dan steevast met een brede glimlach en een “Anjo Hashido” beantwoord. Het was een mooie wandeling, alleen jammer van het weer.
Eenmaal beneden onder aan de berg was het nog te vroeg om terug naar het hotel te gaan. Na overleg met Andy, gisteren had ik nationale schatten nummer 2 en 3 gezien, kwamen we overeen om naar nationale schat nummer één, de “Namdaemun” poort, te lopen. Onderweg kochten wat te lunchen en we lieten het ons goed smaken. Het was tenslotte koud, althans voor mij. Om nog wat meer tijd te doden slenterden we wat rond over de markt die net achter de poort ligt. Maar ja, als je niets wil kopen dan is shoppen eigenlijk niet zo leuk
Op de terugweg kwamen we uiteindelijk weer langs het reisbureau en wij natuurlijk weer naar binnen. Het was deel veel van de soap. Geen geld betekende geen ticket. Andy zat nu zo in de put dat hij meteen na het avondeten weer naar zijn kamer ging, zelf liep ik weer de stad in om de “Namdaemun” poort in het donker te fotograferen. Dat was inderdaad een schitterend gezicht. Om half tien ging het winkelpersoneel naar huis en het was heel druk op straat. Het werd nu voor mij tijd om te gaan slapen, morgen weer een deel van de soap en daarna richting Suwon om het “Hwaseong” fort te gaan bekijken.

maandag 28 mei 2007

Korea, op maandag gesloten

Seoul, 28/05/2007

We hadden de beste bedoelingen voor vandaag en we zouden het ook een beetje rustig aan doen. Maar voordat we stad in zouden lopen moest er eerst een ticket worden geregeld voor Andy. Hij had een beetje problemen met het geheel en ik had de indruk dat hij het niet allemaal kon verwerken. Uiteindelijk na lang heen en weer gedraai was het geregeld. Een vlucht voor woensdag met Cathay Pacific naar Londen. We zouden later die dag terugkeren om te betalen. Andy moest nog geld wisselen en het één en ander regelen. Het zou allemaal wel goed komen.
Nu konden wij op weg naar de “Seodaemun gevangenis”. We liepen natuurlijk dit kleine stukje door de stad om de sfeer op te snuiven, en dat gebeurde ook. Al van ver konden we luidsprekers horen die in het Koreaans wat probeerden te verkopen of te vertellen. Het bleek het laatste te zijn. Een groep met spandoeken en heel gemotiveerde spreker brachten hun ideeën naar buiten. Ik herinnerde mij een verhaal dat de lente het seizoen bij uitstek is om te demonstreren. Oproerpolitie en traangas vullen dan de straten in het centrum van Seoul. Het leek mij allemaal niet zo’n vaart te lopen en de oproerpolitie die op twintig meter afstand de zaak in de gaten stond te houden keek rustig om zich heen. Een tweehonderd meter verder op was er nog een demonstratie en nu begon ik toch wel een beetje op te letten. Waarschijnlijk kunnen jullie je ook wel van die beelden herinneren van de demonstraties in Korea?
Met een flinke pas erin liepen we verder naar de gevangenis. Seoul is een gemakkelijke en overzichtelijke stad, leg daar de overal gratis verkrijgbare plattegronden bij en je kan bijna niet verdwalen. Wij liepen dus ook recht naar de gevangenis. Maar, eenmaal bij de poort gebeurde waar ik even te voren bang voor was geweest. Op maandag gesloten! De DMZ op maandag gesloten! En volgens mij is bijna alles in Korea op maandag gesloten.
Wat nu? We waren al aardig richting twaalf uur dus de stad uit gaan was geen optie. Ik had nog wat elektronica nodig dus ik stelde voor om naar één van de grote computer/elektronica markten te gaan. Dat was zo beklonken. Met de ondergrondse was dit al een avontuur op zich omdat het zich buiten het (toeristen) centrum bevindt. Op zich viel het allemaal wel mee, maar ik ben natuurlijk wel wat gewend in Singapore. Ik kocht eerst nog wat oplaadbare batterijen en toen werd het tijd voor de lunch. Ergens achter in een hoek van de kelder bevond zich een kleine foodcourt die duidelijk aleen bedoeld was voor de mensen die daar werken. Vriendelijk werden we overal naar binnen gewuifd maar op mijn verzoek kozen we een restaurant met plaatjes. Aanwijzen is nu eenmaal gemakkelijker dan Koreaans lezen dacht ik. Maar dat viel reuze tegen. De serveerster keurde twee keer mijn bestelling af en dus kozen wij maar voor de oude vertrouwde Tolsot Bibimbap en die smaakte weer uitstekend. Na het eten kocht ik nog een nieuwe batterij voor mijn camera en toen zat voor mij de dag er op.
Ondertussen had Andy al zijn Japanse Yen gewisseld en hij zou de rest uit de ATM halen. Maar dat was een probleem want hij wist zijn pincode niet helemaal zeker meer. Hij is een beetje een warhoofd denk ik maar. Uiteindelijk kon ik hem overhalen om een gedeelte van zijn vliegticket met de creditkaart te betalen. Daar had hij zelf niet aan geacht en hij vond het een goed idee. Helaas voor Andy stond er niet genoeg geld meer op zijn rekening. Wat nu? Hij verontschuldigde zich en ging terug naar zijn GH om te emaillen naar zijn broer zodat die wat geld op zijn rekening kon storten.
We namen afscheid en ieder ging zijn weg. Ik was wel een beetje opgelucht want met de stress van anderen heb ik liever niets te maken. Wat zou ik dan verder gaan doen. “Tapgol Park” had ik gezien in de Lonely Planet. Dit was tien minuten lopen van mijn hotel en had twee cultuurschatten van de hoogste categorie. Namelijk nummer twee en drie. Het was duidelijk minder druk dan op de zondagmiddag, toch was het nog aardig druk in het park. Veel oudjes genoten van de voorjaarszon. Het park is genoemd naar de marmeren pagode uit 1465. Deze wordt nu tegen invloeden van buitenaf beschermd in een glazen huis. Wel mooi, maar het is slecht te zien. Een andere prominent in dit park is Son Pyong-hui , hij wordt door velen gezien als één van de stichters van de republiek Korea. Het verhaal is uitgebeeld op een muur waar elk muur reliëf een stukje van het verhaal verteld. Ze zijn hier wel heel vaderlandslievend!
s’Avonds heb ik rustig aan gedaan en ik ben nu blij dat ik na vier dagen zonder bier weer goed kan slapen. Morgen gooien we de rit naar de gevangenis in de herhaling en voegen daar dan nog een mooie wandeling door de heuvels aan toe.

zondag 27 mei 2007

Korea, de tocht naar de grens

Seoul, 27/05/2007

Het was vandaag zondag en het zou mijn eerste georganiseerde excursie worden. Ik ben persoonlijk niet zo weg van tourgroepen maar af en toe kom je er niet onderuit. Zo ook vandaag niet. De tour van vandaag zou gaan naar een erg gevoelig gebied. Het grensgebied tussen noord en zuid Korea. De grens ligt maar ongeveer 55 kilometer van Seoul en jullie begrijpen dat bij een invasie de hoofdstad binnen een uur is bereikt. Dat is ook de reden waarom er een grote troepenmacht in samengebracht ten noorden van Seoul om een aanval/invasie af te slaan. Velen denken dat het niet meer zal gebeuren maar de Zuid Koreanen zijn daar niet zo zeker van en blijven ongelofelijk op hun hoede voor een verrassingsaanval.
Ik was op deze zondag al om zes uur wakker, ik had nog steeds moeite om te slapen. Nog niet vermoeid genoeg denk ik. Nog even blijven liggen en op de wekker blijven wachten, die zou namelijk om zeven uur af gaan. En daar was dan de wekker. Er waren nog dertig minuten te gaan voordat we zouden worden opgehaald bij de Backpackers voor de tour. Snel gedouchte, aangekleed, gepakt en om 07:22 stapte ik de koele ochtend in. Andy zat al te wachten achter de computer en na een paar slokken koffie stond daar een klein mannetje die ons naar het ophaal punt zou brengen.
De touringcar was bijna vol toen we de snelweg opreden richting Munsan. Onze gids voor de dag, Sike, begon meteen uit leggen wat we allemaal konden verwachten die dag. Wel zei hij eerlijk dat hij een paar zaken niet zou verklappen. De ongeveer 55 kilometer vanuit het centrum van Seoul naar het “Paju Park” zou ongeveer een uur in beslag nemen. Andy en ik hadden strategische plaatsen voorin. Als eerste er uit en als laatste er in. Zo gaat dat op zo’n tour. We keken naar de “Han” rivier die zich als een mysterieus onding als grens had opgedrongen. Water als grens bestaat al sinds de oudheid maar hier is het anders. De rivier kan niet worden gebruikt voor het vervoer, hij hangt namelijk vol met anti duikers en onderzeeër netten. Op één plaats hebben ze zelfs een muur van de ene naar de andere kant gebouwd. Normaal steekt die muur een centimeter of dertig boven het water uit. De rivier loopt eigenlijk gewoon over.
Bij aankomst in het park was ikzelf een beetje verbaasd over het hoge amusementspark gehalte van die serieuze zaak. Een reuzenrad en een draaimolen trokken voldoende publiek. Het monument en de spoorbrug in de verte trokken mijn aandacht. De brug was in het verleden gebruikt om POW’s en spionnen uit te wisselen. Een trein reed dan naar de andere kant waar de twee vijandige staten vol argwaan de zaken afhandelden. Het was ook meteen de eerste, “over vijfentwintig minuten weer in de bus” oproep aan de deelnemers. Nu gingen we dus echt op weg naar de DMZ.
Iedereen moest zijn naam, paspoortnummer en nationaliteit op een vel papier schrijven en zijn paspoort in gereedheid brengen. “Hier wordt met scherp geschoten”, vertelde de gids. Daarna worden er pas vragen gesteld. Niet te bevatten dat er nog zoiets bestaat in de 21st eeuw. In mijn gedachte zag ik al een grote Koreaan, want die zijn wel groot, achter de computer zitten om alle namen te controleren. Een streng kijkende soldaat betrad de bus en inspecteerde onze paspoorten, een kritische, vergelijkende blik werpend op onze gezichten en foto’s in het paspoort.
Er mag namelijk maar één bus elke tien minuten naar binnen. Dit om grote ophopingen van mensen te voorkomen. Als eerste zouden we een film gaan bekijken over de geschiedenis van de DMZ en de Koreaanse oorlog. “Fijne anticommunistische propaganda”, lachten Andy en ik elkaar nog toe. Maar dat bleek uiteindelijk reuze mee te vallen, de film was zelfs wel een beetje interessant. Er zijn twee belangrijke plaatsen in dit streng bewaakte gebied. De 3e tunnel en het complex in “Panmunjeom”. De laatste is eigenlijk zo belangrijk dat bezichtigen alleen bij hoge uitzondering wordt toegestaan. We moesten het dus doen met de 3e tunnel. Al afdalend in de donkere, koele, vochtige tunnel begrijp je pas goed wat hier allemaal gaande was in de jaren 70. Als deze tunnel voltooid had kunnen worden dan had er waarschijnlijk een aanval op Zuid Korea plaats gevonden. Een perfecte tijd want Amerika likte nog steeds de wonden van de oorlog in Vietnam en die hadden dus waarschijnlijk niet meteen te hulp geschoten. Die Noord Koreanen waren zo maf dat ze die hele tunnel met kolen hadden bekleed voor in het geval dat ze zouden worden ontdekt. Het excuus was dan ook dat ze op een kolenmijn waren gestoten. Erg indrukwekkend als je de soldaat op wacht ziet midden in de tunnel.
Ik liep in een flink tempo omhoog en kwam puffend en zweten weer in de warme lentezon. We waren ondertussen alweer op de helft van de tour en ik kon nu moeilijk geloven dat we pas om vier uur weer terug zouden zijn in Seoul. Bij navraag bleek dan ook dat we al om twee uur weer terug zouden zijn, in ieder geval konden we dan nog wat doen. De uitkijkpost was de volgende bestemming. De ruim 800.000 landmijnen die hier nog liggen maakt de steile tocht naar de top van de 152 meter hoge heuvel een beetje griezelig, overal hangen de bordjes “Mine”. Als hier ooit wat gebeurd met een bus dan gaat het “Boem”, “Boem”, “Boem” naar beneden. Bovenop is maar heel weinig te zien. Een mist hangt over het landschap waardoor zelfs de altijd zichtbare 160 meter hoge vlaggenmast van Noord Korea niet meer zichtbaar is. Andy heeft mij reeds ingelicht over dit fenomeen. Het is een ultra fijn stof dat uit de woestijnen van Noord China door de wind wordt meegevoerd naar het zuiden. In Japan en Zuid-Korea is het zelfs op het nieuws en er wordt speciaal aangegeven hoe groot de “vervuiling” is. Ik begrijp nu waarom ik zo’n last heb van mijn neus de laatste dagen.
De laatste bezienswaardigheid laat je mond openvallen. Misschien hebben jullie gelezen dat er vorige week treinen als test van Zuid naar Noord en terug hebben gereden om te testen. Nou, die test ging vanaf een ultra modern station aan de Zuid-Koreaanse zijde naar een (waarschijnlijk) oud station in Noord Korea over een afstand van ongeveer achttien kilometer. De Kosten? +/- US$ 800.000.000.
Dat is een heel bedrag! Het zuiden is nog niet klaar voor een hereniging maar wil wel graag met het noorden praten over de spoorweg die ze uiteindelijk met het grote wereldnetwerk zou verbinden. Amsterdam-Seoul met de trein zou dan mogelijk zijn! Het probleem is alleen dat het noorden, volgens de betrokkenen, nogal koppig is over deze zaak. De leuke kant voor ons was dat je een paar stempels in je paspoort kon krijgen zodat het leek dat je al de reis had gemaakt. Iedereen deed mee en ik vond het ook wel heel erg leuk om eerlijk te zijn.
De tour zat er nu op en binnen een uur stonden we alweer bij het stadhuis midden in de stad. Een leuke trip en we hadden nog wat tijd over. We besloten snel om naar de Seoul Tower te gaan maar niet voordat we wat hadden gegeten. Het strakke schema had dit niet toegestaan. We liepen een uur rond en konden maar niet een plaats vinden die we beiden goedkeurden. Uiteindelijk zei ik tegen Andy, “ga jij maar eten waar jij wil, ik ga hier terug naar boven en lekker noedels eten”. “Om kwart over vier hier onder de fruitboom”. Dat was volgens hem ook de beste oplossing. De noedels smaakte mij uitstekend en ik probeerde na te denken waarom hij nu niet hier had willen eten. Was het te duur? Vond hij noedels niet lekker? Onmogelijk, er was zoveel te krijgen. Ik gaf het op en genoot van mijn maaltijd.
Met een volle maag werd het nu wel moeilijk om de berg op te lopen en ook Andy had duidelijk minder snelheid dan voor het eten. We kozen voor een tussen oplossing. De kabelbaan naar de top en terug lopen. Zover is het nooit gekomen. Het was al een flinke klim naar de basis van het kabelbaan station. Het was er ook zo druk dat er een rij van zeker honderd meter stond. We keken elkaar aan en zijn rustig verder gelopen door het park en uiteindelijk zijn we weer bij ons hotel/GH beland. Het avondeten werd, op mijn verzoek, in een soort Koreaans Fast Food restaurant genuttigd. Ik vond de noedels heerlijk en Andy en Chris vonden het volgen mij ook niet zo slecht.
Ik wil nog een paar dingen kwijt.
Het stinkt hier nergens, dit heb ik in Azie nog nooit meegemaakt.
Er zijn hier een soort slagbanen waar je voor € 0,40 tien ballen met een honkbalknuppel kan slaan in een kooi. Het is daar een drukte van jewelste, jongens en meisjes proberen elkaar de loef af te steken wie er nu het beste is in honkbal. De nationale sport van Korea.
Ik kan geen kaartje bemachtigen voor de voetbalwedstrijd Zuid-Korea Nederland deze zaterdag. Ze zijn veel te duur zou ik er überhaupt één kunnen bemachtigen. Het plan is dus om ergens een groot scherm te vinden en tussen de Koreanen en Koreaanse de wedstrijd te kijken.

zaterdag 26 mei 2007

Korea, de wandeling tussen de paleizen

Seoul, 26/05/2007

Daar was ik dan, eindelijk bij mijn positieven en in Zuid Korea. Ik was om zeven uur opgestaan want ik had om negen uur afgesproken met Andy. Eerst wilde ik nog even ontbijten en daarna zouden we samen de stad in trekken. Ik was nog wel wat vermoeid maar ik voelde me wel al een stuk beter. Nadat ik tussen een horde Amerikanen met twee kleine kinderen een paar eieren had gebakken kon ik eindelijk de keuken verlaten. De kinderen maakten er een enorme puinhoop van en ook de ouders lieten alles vallen waar het ze zo uitkwam. De keuken was een slagveld.
We hadden plannen om een wandeling door de stad te gaan maken die van een paleis naar een ander paleis zou leiden. Maar eerst moesten we nog even voor Andy op pad om zijn vliegticket naar Londen te regelen. Het werd een tevergeefs tocht want op zaterdag zijn hier veel winkels/kantoren dicht. Dat was dus dat en we begonnen iets later als gepland aan onze wandeling. We sneden een stuk weg af en kwamen een stukje verder dan het begin op het oorspronkelijke route van de wandeling. Opnieuw verraste de frisse aangename ochtendlucht mij. Dat was echt heerlijk, ik zweet hier geen druppel.
Al pratend kwamen we aan bij het Gyeongbokgung paleis. Een indrukwekkende muur met een gapende opening. Het was allemaal een beetje geïmproviseerd, later vonden we uit dat de hoofdpoort wordt gerestaureerd en dia zal in 2009 klaar zijn. We kochten onze kaartjes en het was drukte vanjewelste. De Koreanen trekken er in het weekend met zijn allen op uit. Het is overal druk en in het weekend worden ook de meeste schooluitstapjes georganiseerd. Het was grappig om hele groepen te zien met een sticker op het shirt met het mobiele nummer van de leraar of lerares. Ik greep nog snel een brochure en we stonden op het punt om naar binnen te gaan. Eerst wilde ik nog een foto van de poort naar het paleis maken. Ik stond daar in het midden van een groot plein toen drie, in traditionele kledendracht gestoken, mannen het plein begonnen leeg te vegen. We moesten allemaal achter de zware rode touwen gaan staan. Er werd ons verteld dat over vijf minuten de wacht zou worden gewisseld.
In een hoek van het plein sloeg een als antieke Koreaanse soldaat met alle kracht op een grote trommel. Als een honkballer werd er aangehaald om een dreun als een kanonschot te produceren. Bij de tweede dreun werd het geluid gevolgd door het getrommel van een paar kleinere trommels. En daar kwamen ze de hoek om. Een kleurrijk gezelschap in het blauw, groen en rood. Alles had zijn betekenis in deze eeuwenoude ceremonie. Nadat we hele schouwspel hadden gezien gingen we zo’n twintig minuten later naar binnen. Over het paleis kan ik verder weinig vertellen dan dat het handig was om Andy bij me te hebben. Hij kon namelijk veel van de Chinese karakters voor mij vertalen. De info in het paleis was veelal in voor mij onbekende talen. Het was zeker de moeite waard en we waren allebei zeer tevreden.
Vanaf nu zouden we een wandeling in de buurt maken, maar dit gebeurde niet voordat we hadden geluncht. We waren het er al snel over eens dat we weer de lokale keuken zouden proberen in een klein Koreaans restaurant, en die zijn er duizenden in Seoul. Andy bestelde voor ons beide Bibimbap want hij had enige ervaring met dit eten. Ik vond het al snel goed. Ondertussen had ik al lang in de gaten dat de Koreaanse keuken voor mij weinig problemen zou opleveren. Heerlijke rijst met groenten en een gebakken ei er boven op. Het leukste was eigenlijk dat de vrouw die het restaurant runde tussen de bestellingen door met haar eigen Kimchi bezig was, het nationale bijgerecht in Korea. Na het eten zwierven we rustig door de stad richting onze slaapplaatsen, we hadden wat rust nodig. Natuurlijk werd er onderweg veel gestopt en onderzocht. Er is hier in Korea zoveel nieuws te zien dat je tijd te kort komt. Na een wandeling van 18,3 kilometer kwamen we voldaan aan bij ons beginpunt. Effe liggen!
s’Avonds voegde een Canadese student zich bij ons en we trokken opnieuw de stad in om te eten. Ik weet dat het nu eentonig begint te worden maar het is elke keer weer een avontuur. Chris heeft Koreaans gestudeerd en die weet dus nog veel meer van wat er allemaal erg lekker is, hij raadde mij de Bulgogi aan. Rundvlees in een sterke bouillon met rijst. Super de luxe en erg lekker. Een ijsje toe en naar bed. Morgen om zes uur op want de toerbus komt ons om half acht ophalen om naar de DMZ (DeMilitarized Zone) te gaan.

vrijdag 25 mei 2007

Korea, geweldig

Seoul, 25/05/2007

Het tijdsverschil was dus twee uur met Bangkok, zelfs Thai Airways wist dit niet. Dat betekende dat mijn vlucht vertrok om half vier in de ochtend (Seoul time). Geheel verdoofd en doodmoe zocht ik mijn plaats op in de enorme Boeing 777 die niet eens voor 25% gevuld was. Na het opstijgen nam ik de drie stolen van een middelste rij in bezit en probeerde wat te slapen. De drie stoelen waren net te kort en ik ben volgens mij maar een uurtje weggeweest toen de stewardess mij wekte voor het ontbijt. Ik was moe, nog héél moe, maar dat zou wel verdwijnen. We waren net Taiwan gepasseerd toen ik de schuif bij het raam opende en een felle zon recht in mijn gezicht scheen. Een wit gesloten wolkendek als een winterlandschap lag onder ons. Ik wist van de regen in Korea dus het verbaasde mij niet echt.
Toen de piloot de landing eenmaal had ingezet heb ik enkele stukjes van Korea kunnen zien als het gesloten wolkendek het toeliet. Maar dat was alles. Het zicht was minder dan 200 meter toen we eindelijk landen op “Incheon International Airport”. De mist hing als een deken over de luchthaven en voorkwam dat ik ook maar een indruk kon krijgen van wat er zich allemaal om mij heen bevond. Ik deed het erg rustig aan en was uiteindelijk de laatste die van boord ging. Deze keer zou ik eens even alles rustig op mij laten inwerken. Als eerste was er de gezondheidscontrole en die riep mij meteen terug. Ik was nog maar half bij mijn positieven maar kon gelukkig toch het begrip opbrengen. De vrouw probeerde mij in slecht engels te ontfutselen waar ik zou verblijven in Korea. Ik legde haar mijn bedoelingen uit en dat kon ze gelukkig begrijpen, gewoon wat rondreizen. Geef dan maar het telefoonnummer van je mobile telefoon? Eh, die heb ik niet! Wat, geen mobile telefoon in Korea? Ze keek me aan alsof ik uit de prehistorie kwam. Uiteindelijk gaf een hogere officier zijn goedkeuring en ik kon doorlopen naar de volgende horde, “De immigratiedienst”. Deze werkt dus heel effectief. Iedereen werd er streng gecontroleerd en naar zijn plannen voor zijn verblijf in Korea gevraagd. Ik stond zeker een half uur in de rij maar toen ik klaar was stond ik daar in de enorme ontvangsthal.
Korea! Een nieuwe uitdaging!
Taak één na aankomst was het pinnen van de lokale munteenheid. Heel eenvoudig, dat ging vanzelf en ik begon er nu echt zin in te krijgen. De tweede taak was wat moeilijker, ik wilde namelijk de “Korea Travel Pass” kopen. Gemakkelijk voor in het openbaar vervoer en dergelijke. Nu bleek die kaart een verkapte credit kaart te zijn met een minimum waarde van 320.000 won (ongeveer 250 euro), en dat zijn heel wat ritjes met de ondergrondse. Dan maar richting de stad en kijken of wit anders kunnen oplossen.
De bushalte was snel gevondenen en het was redelijk eenvoudig om een buskaartje te kopen. De aanwijzingen van de “Seoul Backpackers” waren erg goed en al snel zat ik in de bus naar het centrum van de stad. Ik probeerde wat van het landschap op te vangen door de nu langzaam verdwijnende mist. De erg behulpzame buschauffeur gooide mij af bij de afgesproken halte en daar stond ik dan op het trottoir midden in Seoul. Ik keek eens goed om mij heen en liet de stad zich op mij inwerken. Het was fris, lekker fris. De lucht voelde goed aan en inmiddels liet de zon zich ook zien door de bijna opgeloste mist. Het weer deed mij denken aan Sydney, en die heerlijke frisse lucht als op een winterochtend was heel aangenaam. Er waren ook opvallend weinig reclameborden in het engels, maar dat was de charme van Korea had ik al gelezen.
Het “Seoul Backpackers” bracht mijn wenkbrauwen omhoog en ik bedacht meteen dat ik me daar maar overheen moest zetten. En dat deed ik dan ook. Ik werd meteen aangesproken door een Engelsman, Andy, die op weg was van Japan naar huis. Het leek mij een geschikte vent en op mijn uitnodiging om de stad in te trekken ging hij gretig op in. Hij leek mij niet eenzaam en uiteindelijk ontdekte ik dat hij ook die ochtend was gearriveerd. Hij was dus ook nieuw. Ik wist mijn plannen, een kaart voor de GPS kopen, en hij was op zoek naar een vliegticket. We konden dat in de middag samen wel oplossen.
Hij vond een aanbieding voor zijn ticket in een aanbevolen reisbureau en ik vond de Garmin dealer vrij gemakkelijk met de coördinaten die waren opgegeven in de advertentie. Andy was onder de indruk van de GPS en wilde van alles weten over het apparaat. De elektronische kaart werd niet gekocht, deze bleek € 240 te kosten. Dat was € 9 per dag voor de kaart alleen. Dat leek me op dat moment een beetje teveel. Rustig zwierven we terug richting de SB, soms met de ondergrondse metro en soms lopend. Het is hier fantastieeeeeeees! Ik kan er weinig slecht over zeggen.
Zeker toen we de die avond de stad in liepen om wat te gaan eten. Maar dat was pas nadat ik al voor de eerste keer verkast was. Ja, ik had de SB al omgeruild voor een klein hotel net om de hoek. Het management was eerlijk geweest en had mij het geld voor de andere twee vooruit betaalde dagen terug gegeven. Voor een paar euro meer zat ik nu in een klein hotel met een eigen privé kamer en met handdoeken, later daarover meer. Het eerste de beste restaurant, nog geen dertig meter van het hotel, adverteerde met grote koppen noedelsoep met bijgerechten. Andy en ik keken elkaar aan en knikte goedkeurend. Dit zouden wij gaan proberen.
Een koud hardgekookt ei als voorgerecht en toen verscheen de grote dampende kom met soep. Er werden nog wat andere gerechten bijgezet en dat was mijn eerste ervaring met de Koreaanse keuken. En het smaakte meer dan uitstekend. De komkommer Kimchi was mijn favoriet en de microgarnalen die een beetje als ansjovis smaakte deden het ook goed. De originele Kimchi vond ik wat minder, maar waarschijnlijk moet ik nog even aan die smaak wennen. Al met al was het een positieve ervaring.
Een wandeling door de koele avond om het eten te laten zakken was het laatste wat ik deze vermoeiende dag wilde doen, ik was heel erg moe en ik verlangde naar mijn bed. Het was nog geen tien uur toen ik ging slapen. De eerste dag zat er op en alles was goed verlopen, maar wat belangrijker was, alles wijst in de richting van een mooie reis. Morgen ga ik de paleizen bezoeken en voor zondag staat een bezoek aan de grens op het programma.

Korea, Eindelijk onderweg

Pattaya-Incheon, 25/05/2007


Nadat ik eergisteren de familie had uitgezwaaid was voor mij ook de laatste avond aangebroken. Ik had mij stellig voorgenomen om het rustig aan te doen maar diegene die mij kennen weten dat zo’n avond wel uit de hand kan lopen.
De T-bone smaakte mij uitstekend en daarna ging ik nog even snel afscheid nemen van de jongens bij “Pinocchio”, een nieuwe bar waar ik nu wel eens een biertje drink. Maar daar was niemand aanwezig. Het was niet echt vroeg maar de meeste waren waarschijnlijk nog met de avondwandeling bezig. Ik zou er later terugkeren en toen werd het erg gezellig, te gezellig. Uiteindelijk heb ik zelfs gekeken naar de finale van de Champions League. Ik had ook nog een meisje beloofd dat ik haar zou bellen en toen ik dat uiteindelijk deed zo rond vier uur in de ochtend was ze niet erg blij. Ze kwam me toch opzoeken en de rest laat zich raden. Eenentwintig lentes en 39 kilogram schoon aan de haak.
Ik kwam gisteren om half twaalf uit bed en was dood! Lichamelijk en geestelijk, de screensaver op de iMac vertelde mij dat de gevoelstemperatuur buiten nu 41 graden Celsius was en daar werd ik ook niet echt vrolijk van. Een reeks koude douches bracht mij toch weer redelijk tot de realiteit van de dag. Ik zou die avond vertrekken voor een trip van vier weken naar Zuid Korea. Mijn hoofd stond er niet naar en mijn lichaam weigerde ook nog elk soort vast voedsel, ik was een wrak. Uiteindelijk heb ik het toch voor elkaar gekregen om te pakken en de rest van de middag heb ik doorgebracht in de ijskoude lucht van mijn slaapkamer.
In de taxi was ik erg stil, het is nieuw en ik realiseerde mij ook dat het alweer drie jaar geleden was dat ik een serieuze reis had gemaakt. Ik ga jullie zo goed mogelijk op de hoogte houden van mijn omzwervingen in Korea, natuurlijk aangevuld met de foto’s van de dag. Mochten jullie vragen of opmerkingen hebben dan hoor ik graag natuurlijk.

zondag 20 mei 2007

Thaise Blokkade?

20-05-07 Het lijkt er op dat de Thaise regering "Blogspot" geblokkeerd heeft. Ik zoek nu naar mogelijkheden om het toch voort te zetten. Later meer.

21-05-07 Ik heb het één en ander kunnen aanpassen. Via een grote omweg kan ik publiceren maar ik kan niet meer mijn eigen blog bekijken. Ik ben nu hard aan het nadenken hoe ik dit kan omzeilen. Ik kom zo snel mogelijk hier op terug.
Ik weet nu ook waarschijnlijk waarom we zijn geblokkeerd. De protesten in Bangkok. Lokale media verslaan dit breed na door de regering gecensureerd te zijn.
Mochten er fouten in mijn verhalen zitten of de fotos niet verschijnen laat het mij dan via de "reacties" knop onder aan het verhaal weten. Ik krijg dan automatisch een e-mail.

Een fijne week gewenst.

21-05-07 Ik ben eruit. Ik kan nu weer updaten en ook mijn eigen weblog weer lezen. Hoe, dat is onbelangrijk want je weet nooit wie er meekijkt.

23-05-27 Een goede beslissing in de bovenste kamer. De blokkade is opgeheven en alles functioneerd weer als vanouds.

Morgen het laatste verhaal van de Kuijnen op pad.

zondag 13 mei 2007

Thailand, Tempels en olifanten

Ayuthaya, 13/05/2007

Dit is dan alweer het laatste verhaal over de korte reis met de Kuijnen over het platte land van Thailand.
Vandaag zouden we tempels gaan bezoeken. We waren al overeen gekomen dat het de laatste dag zou zijn en dat we morgen met de bus terug naar Pattaya zouden gaan. Acht uur was vroeg genoeg vandaag en zoals elke andere ochtend zaten ze buiten al klaar toen ik naar beneden kwam. Ik had weinig trek om het guesthouse te ontbijten en we zouden even rondkijken wat de mogelijkheden waren. En die waren beperkt! Bijna alle eettentjes/cafeetjes waren dicht. Alleen een groot restaurant/guesthouse was open, daar zou het dan ook gaan gebeuren. Volledige ontbijten met eieren, spek, champignons en geroosterd brood. Heerlijk dus, en net genoeg. Voldaan stonden we een uur later klaar om op pad te gaan.
Ik charterde snel de eerste taxi die we tegen kwamen, de prijs was OK en nadat Adrie nog voor een laatste keer naar het toilet op de kamer was geweest vertrokken we voor de tempeltocht. Ik had de tocht al met drie tempels ingekort omdat het nu duidelijk zichtbaar was dat de twee vermoeid waren. In de relatieve ochtendkoelte bezochten we eerst de grote liggende Buddha (ik ben de naam even kwijt). Ze waren duidelijk onder de indruk, de lucht begon nu ook op te warmen en het duurde niet lang voordat Adrie hier last van kreeg. De beste plaats was nog achter in de taxi waar de rijwind voor verkoeling zorgde.
De tweede tempel was Wat Chai Wattanaram, volgens mijzelf één van de mooiste in Ayuthaya. De ligging aan de rivier geeft deze tempel net wat extra. Dit is ook de plaats waar bijna alle toerbussen stoppen. Het kan er soms ongelofelijk druk zijn maar soms loop je er ook alleen te dwalen. Vandaag was het niet echt druk. Ik de verte zag ik al witte gezichten opdoemen en ik dat meteen aan de “Foxers”. Bingo, dat had ik goed gezien. Na een kort gesprek, want deze mensen hebben slechts 20 minuten per stop, gingen we een beetje wijzer weer uit elkaar.
Nu verlieten wij de oude tempels, ruines, en gingen naar de meer recente tempels die dan ook nog steeds in gebruik zijn. Bij aankomst zag ik meteen wat voor dag het vandaag was, ZONDAG. Hordes Thai kwamen naar Wat Yai Chai Mongkol om te offeren en om advies voor een serieuze zaak te vragen. De parkeerplaats stond bomvol en de geur van wierrook hing in de lucht. De vissen in de vijver waren zo overvoerd dat er hele ladingen brood dreven, zelfs de eenden en ganzen hadden genoeg gegeten.
Geïnteresseerd keken de Kuijnen rond en luisterden naar mijn verhalen en soms ook de uitleg van bepaalde zaken. Het begon nu voor Adrie weer veel te warm te worden en ze besloot dan ook om bij de volgende twee tempels onder een boom in de schaduw op ons te wachten.
Tijdens één van de verplaatsingen door de stad zagen de Kuijnen olifanten lopen. En dat was het, ze wilden een tochtje op een olifant maken. “Je kunt het maar hebben gehad”, zei Adrie. En ja hoor, nadat Ars en ik het laatste tempelcomplex hadden bezocht gingen we richting de olifanten. De dreigende lucht voorspelde weinig goeds en een voorzichtige waarschuwing werd in de wind geslagen. Ars haalde de kaartjes en ik moest Adrie, die doodsbang was voor die grote beesten, op de foto zetten. Ik zag ze in de verte verdwijnen en bestelde voor mijzelf een paar stokjes met gehaktballetjes. En wind stak op en zwelde aan tot een lichte storm. De regen liet niet lang op zich wachten. De regen kwam als een muur van water op ons af. Ik had medelijden met die twee op de olifant. Ik moest wel een beetje lachen toen ik die twee in de verte door de regen zag aankomen. Ze konden er zelf ook wel de humor van inzien.
Dit was meteen het einde van de excursie door Ayuthaya. Ik betaalde de taxichauffeur het afgesproken bedrag en we zochten snel het droge guesthouse op. Trek hadden we wel gekregen van al dat bezichtigen en we besloten om de lunch in het guesthouse te nuttigen. En deze was van uitstekende kwaliteit. Heerlijke kerrie en gebakken groente aangevuld met rijst. De regen bleef maar neerdalen en dan zit er weinig anders op dan te rusten, en dat deden wij ook. We spraken een tijd af voor de avond en gingen lekker even liggen in de aircon. En dat was het moment dat ik mijn laptop het meest miste. Wanneer ik anders lekker verhalen kan schrijven moest ik nu gaan slapen. Ook niet zo erg want ik was ook wel een beetje vermoeid.
Een rustige avond volgde, ook omdat het heel rustig was. Er zijn gewoon niet zoveel toeristen in Thailand op het ogenblik.
De terugreis op maandag verliep erg voorspoedig en zonder problemen. De Kuijnen waren blij om weer terug te zijn in Pattaya. Ze hadden het echte Thailand gezien en geproefd en het smaakte naar meer.

zaterdag 12 mei 2007

Thailand, op weg naar Ayuthaya

Ayuthaya, 12/05/2007

Ik was niet helemaal fris toen ik vanochtend opstond. Adrie was natuurlijk al vroeg op maar Ars nam het er nog even van. Er stond vandaag niet erg veel op het programma. We zouden met de lokale busdienst via Suphanburi naar Ayuthaya gaan. Dit is niet echt ver maar de gemiddelde snelheid van de bussen ligt nu eenmaal niet erg hoog. Tel hier ook nog gemiddeld een half uur wachttijd bij dan ben je al gauw een dag onderweg. Vandaar dat ik altijd tijdens mijn reizen een verplaatsing als één dag tel. Soms heb je nog wat tijd over in de middag en dat is dan mooi meegenomen maar ik tel er nooit op. Na het ontbijt vroeg ik de eigenaar van het guesthouse een taxi voor ons te bellen. We liepen nog voor de laatste keer door de kamer om te zien of we niets vergeten waren en wachtte op de taxi die spoedig verscheen. Nu konden mijn gasten met hun eigen ogen zien hoe groot Kanchanaburi nu werkelijk is. De echte stad ligt namelijk een kilometer of zes van de brug. In de loop van de tijd zijn er allerlei guesthouses, hotels en restaurants in de buurt van de brug en begraafplaats gebouwd. Uiteindelijk zijn die twee wijken dan weer aan elkaar vastgegroeid. De toeristen verblijven dan ook meestal in de buurt van de brug en zien de stad alleen als ze naar het busstation gaan.De bus stond zoals gewoonlijk te wachten en wij namen plaats achterin. Dit in verband met de lengte en breedte van de westerlingen. Dit is ook de plaats waar normaal de monniken plaats nemen en af en toe zal je dan ook moeten verkassen. Maar vandaag gelukkig niet. De busreis verliep zonder problemen en het overstappen ging ook van een leien dakje. Ruim vier uur later stonden we in Ayuthaya.
Onderweg hadden we besproken wat we verder zouden gaan doen. We zaten nu op een schema van 2+2+2=6 dagen. Oorspronkelijk hadden we het over een week gehad en nu hadden we dus beslist om de trip met één dag in te korten. Mijn gasten waren vermoeid en hadden al héél veel gezien. Ook de warmte was nu een groot probleem geworden.
In het Ayuthaya guesthouse waren er nog twee kamers vrij en ik gaf Adrie de vrijheid van keuze. Naar boven op de 1e verdieping of op de begane grond achter de receptie. Uiteindelijk sliep ik op de 1e verdieping. Het was nog niet erg laat in de middag en het was ook nog niet zeker hoe we terug naar Pattaya zouden gaan. Met de trein of de bus. Uiteindelijk kozen we voor de bus dus ik hoefde niet naar het treinstation om uit te zoeken hoe laat de trein zou vertrekken. Ik was ondertussen wel aan een hamburger toe en wij genoten van een westerse maaltijd bij de McDonald. We hadden nog tijd om het één en ander te doen deze middag. Adrie verkoos de koelte van de airconditioning op de kamer en Ars liep met mij nog even door de stad. Ik liet hem nu een echte Thaise markt zien. Ars keek met een grote glimlach op zijn mond zijn ogen uit. Er lag van alles, dood en levend, gekookt en rauw. “Maar goed dat Adrie dit niet ziet”, zei Ars. “Ze zou geen hap meer eten als ze dit had gezien”. Uiteindelijk kwamen wij ook terug bij het guesthouse. Even liggen, knikten wij tegen elkaar.
De regen kwam ook hier weer aan het einde van de middag. We aten weer heerlijk Thais en wachtte dat het droog genoeg was om nog even naar de avondmarkt te lopen. Uiteindelijk liepen voor niets naar de markt, er waren door de regen alleen wat eettentjes geopend. De meeste handelaren waren thuis gebleven. “Het lijkt hier wel een getto met al die stalen rolluiken”, vond Adrie. Ja, het is hier wel anders dan in Pattaya! We aten van de kipkluiven die ik had gekocht en dronken een paar biertjes. Vanavond niet te laat naar bed. Morgen de tempels.

vrijdag 11 mei 2007

Thailand, Kanchanaburi

11/05/2007

We waren alweer op de vierde dag en dus over de helft van onze trip door Thailand.
In Kanchanaburi is niet echt veel te zien dus we hadden afgesproken om maar wat later op te staan. Het programma werd 180 graden omgegooid en dus zouden we het eerst naar de brug gaan. We zouden een beetje rondkijken en om een uur of half twaalf zouden we dan de trein over de brug zien rijden.Adrie had het vandaag niet meer. Ze was kapot en door de hitte bevangen, dit was erg lastig want het laatste wat ik wil is de hele dag met taxi’s van het ene naar het andere punt. Afgezien van de kosten wil ik natuurlijk ook de lichaamsbeweging niet missen. Voor Ars was het ook een dilemma want hij wilde Adrie niet alleen laten maar aan de andere kant wilde hij ook lopen want, “Zo zie nu eenmaal meer”. Was zijn motto.
We stonden nog in het restaurant toen Marco met de brommer de hoek om kwam. Een geschenk uit de hemel voor Adrie want hij bood meteen aan of hij haar even naar de brug moest brengen. Ze nam dit aanbod met beide handen aan. Ars en ik arriveerde een kwartiertje, ongeveer anderhalve kilometer tot de brug, later en keken rond of we Adrie ergens zagen. En ja hoor, daar zat ze onder een boom met een lekker sigaretje tegen een Engelse vrouw te klagen over de warmte. En het was niet eens erg warm, het was normaal. Samen met Ars liep ik rond bij de brug, we bekeken een maquette en een paar oude locomotieven die bij de bouw zouden zijn gebruikt.
De trein was op tijd en we keken rustig hoe de brug leeg liep en de trein langzaam over de brug reed. Zo. Dat was dat. Het tweede op de agenda stond het JEATH museum wat in een gebouw vlak bij de brug is gevestigd. Er is hier niet echt veel te zien want het is maar een samengeraapt zooitje van oude spullen waarvan 70% niets met de oorlog te maken heeft. Bijvoorbeeld de miss Thailand hall met muurschilderingen van de deelneemsters? De warmte was Adrie nog steeds teveel en ook hier ging ze even rustig in de schaduw zitten genieten.
Het was nog geen één uur en we waren al aan het laatste deel van vandaag toe. De twee Kuijnen wilden met de taxi en ik wilde de drie kilometer wandelen. Ik hield een taxi aan en we kwamen een prijs overeen. Ik vertelde Ars en Adrie waar ze uit de taxi moesten stappen en op mij wachten. Ik zag ze zwaaiend in de verte verdwijnen.
Ze zaten precies waar ik het verwacht had op een terrasje op mij te wachten. We rustte nog even en gingen toen richting de begraafplaats van de oorlogsslachtoffers. We zochten in alle stilte naar de Nederlandse graven. Om ons heen was het druk. Veel toeristen maken hier een stop, ook de dagjesmensen uit Bangkok zijn hier vaak te vinden. We stonden even stil bij de slachtoffers en vervolgden onze wandeling terug naar het guesthouse. Ondertussen had ik alweer stevige trek en met de Kuijnen kun je overal stoppen om te eten. Zo ook nu toe we stopten bij een restaurant dat was gekoppeld aan een kookschool. De “Pad Thai”, zeg maar Thaise Bami, werd nu geprobeerd en door beide goed bevonden. Zo, weer wat geleerd over het eten.
Het was alweer half drie toen de terugweg aanvaarden naar het guesthouse. Ik wilde nog wel zwemmen in de Kwai en ook Ars vond dit een goed idee. Adrie verlangde naar de airconditioning van de slaapkamer.
Heerlijk gezwommen en nog geen bier gedronken. We wilden hier namelijk mee wachten totdat het avond was. Marco had voor ons, en speciaal voor mij, een heerlijk voorgerecht in voorbereiding. Hij zou gerookte zalm en boursin kaas voor ons meebrengen. Als extraatje had hij er ook nog een hard gedroogd worstje erbij gesneden. Dat was smikkelen met kleine harde broodjes en croissantjes!
We zaten heerlijk op de ponton toen de dames van het restaurant de zeilen naar beneden kwamen doen. De lucht zag er wel dreigend uit maar de meeste hadden zeker geen regen verwacht. Ik de verte verdwenen de bergen en ook de jungle loste langzaam op in een grijze lucht. En daar was toen de regen. Zoals in Nederland nog nooit gezien. Met bakken kwam het uit de hemel. Het regende een uurtje of zo en de rivier was inmiddels zeker tien centimeter gestegen. We brachten de hele avond door op het ponton met zijn vieren. Toen Adrie naar bed was bleven Ars en ik nog even zitten om op hoog niveau met elkaar te praten. Veel flessen bier later gingen wij uiteindelijk ook naar bed. Morgen gaan we met de bus naar Ayuthya waar we dan de tempels gaan bekijken.

donderdag 10 mei 2007

Thailand, De brug over de rivier de Kwai

Bangkok-Kanchanaburi, 10/05/2007

Om kwart voor zes liep de wekker in mijn camera af en als een pijl uit de boog sprong ik uit bed. Een snelle douche en de kamer aan een laatste onderzoek onderwerpen. Ik had niets vergeten en schakelde de aircon uit. Beneden zaten de Kuijnen al te wachten en Adrie had al genoten van haar eerste sigaretje van de dag. Langzaam liepen we naar de pier waar we de boot zouden nemen naar de overkant van de rivier. Op dit uur kom je al veel mensen tegen. Dronkaards op weg naar huis, taxichauffeurs op zoek naar hun eerste klanten en gewone mensen op weg naar hun werk. Zoals verwacht was de poort nog niet open en we waren genoodzaakt om even te wachten op het bankje naast de poort.
Binnen tien minuten opende een slaperige man de poort en wij volgden hem naar het ponton vanwaar wij de boot zouden nemen. De boot was al in aantocht toen Adrie aan Ars vroeg, “waar zijn de broodjes”? Ars keek haar aan en antwoordde, “die heb jij toch”! “Nee”, antwoordde Adrie met een hoog stemmetje waar een paniek in te horen was. Ik keek dit rustig aan en koos snel eieren voor mijn geld. Ik keek naar de boot en twijfelde geen moment. Een snelle korte sprint over honderd meter en ik had het brood weer in bezit. De twee mensen die naast het brood op het bankje zaten te wachten keken mij verbaasd aan, gelukkig zijn de Thai niet zo gek op brood. Een snelle sprint terug en ik was op tijd voor de boot. Adrie had van de zenuwen nog maar een sigaretje opgestoken. Ik stond te rillen als een rietje en zag sterren voor mijn ogen, zo’n inspanning op de nuchtere maag is niet slim als je suikerziekte hebt. Maar een dag zonder brood in de trein is ook geen prettig vooruitzicht.
Ik kocht drie kaartjes op de boot en werd medegedeeld dat de halte “Rot Fai” van het treinstation niet meer bestond. Ik kon dit moeilijk geloven en er waren dan ook frustraties bij mij en de medewerkster van de veerdienst. “Eind goed al goed” toen we van de boot afstapte bij de volgende halte. Een verpleegster die alles had aanschouwd zette ons op het rechte spoor naar het trein station. Deze dag was al goed begonnen.
We moesten nu ruim een uur wachten voordat de ochtend trein naar “Nam Tok” zou vertrekken. Ook in Thailand veranderen de schema’s van het openbaar vervoer jaarlijks. Ik weet nu ook dat we een half uur extra in bed hebben de volgende keer.
Tien minuten voordat de trein zou vertrekken reed hij voor op het perron waar wij zaten te wchten. Ik gaf de Kuijnen instructies waar ze moesten gaan zitten en dat was het voor vandaag, gewoon rustig blijven zitten en genieten van het schouwspel dat zich buiten afspeelde. Het is een hele langzame trein die bijna om de paar kilometer stopt.Op één van die kleine stations stond een grote, in gele shirts gestoken, groep kinderen met begeleiders te wachten op de trein. De kinderen waren duidelijk opgewonden en mijn eerste indruk was dat ze op schoolreis gingen. In mijn gedachten schoten een paar herinneringen over mijn eigen schoolreisjes van de lagere school. Je gaat nu eenmaal meer nadenken over het verleden naarmate je ouder wordt. De nieuwe passagiers klommen aan boord en begonnen een plaatsje te zoeken in de trein die al aardig vol was. Het was een Thaise feestdag vandaag, “ Farmers day” de dag van het zaaien of zo, veel scholen waren net begonnen na de nieuwjaarsvakantie en hadden gekozen voor een uitstapje. Uiteindelijk na veel heen en weer geloop namen ze plaats in onze wagon. Het duurde niet lang voordat we in de gaten kregen waarvoor ze op pad waren. “Het oefenen van de Engelse taal”. Gelukkig wordt er nu ook in Thailand aandacht besteed aan het leren van een tweede taal. Adrie was al snel in gesprek en ook tegenover mij namen verschillende kinderen plaats om te oefenen. Het was erg schattig, sommige van de kinderen hakkelde van de zenuwen maar nadat ik ze met een grapje gerust had gesteld ging het meestal beter. “What is your name”? “Where do you come from”? En nog een paar meer vragen werden steeds herhaald. We praten wat en later voegde de lerares zich bij hen. Ik stelde het gratis boekje over de Burma spoorweg beschikbaar omdat dit in het Engels en Thais was. Mooi leermateriaal. We werden beloond met mandarijntjes en melk met een fruitsmaakje.
De tijd vloog om en al snel stonden we met de trein voor de brug over de rivier de Kwai. Hier werd het even te brutaal. Een vertegenwoordiger van een reisbureau kwam de wagon binnen en sommeerde ons te verkassen. Toen ik vroeg wie hij was keek hij verbaasd en antwoordde met, “dit is een speciale wagon”. Hij liet mij ook een velletje met handgeschreven stickers zien. Een tweede man kwam op ons af en wilde de kaartjes zien. Ars overhandigde de kaartjes en opnieuw was het, “dit is een speciale wagon”. En of wij even wilde verkassen. De trein was nu al vol en wij zouden dus onze goede plaatsen moeten opgeven en ergens gaan zitten waar we niets zouden zien. Een mondvol Thais van mijn kant en de twee dropen af. Het duurde niet lang voordat de twee met de conducteur verschenen. Onder tussen waren de toeristen in de trein en wezen naar onze plaatsen. Hup, “oprotten, en ga maar ergens anders zitten”!, snauwde ik geïrriteerd. Ik vertelde de conducteur, wat hij al wist, dat wij vanaf 07:45 op deze plaatsen zaten en dat ik mij niet door dagjestoeristen zou laten wegjagen. Ik keek op onze kaartjes en er was geen wagonnummer of plaatsnummer op afgedrukt. Wij stonden dus volledig in ons recht. De conducteur wist dit en met een vinger voor zijn mond gebaarde hij dat ik mijn mond moest houden. De drie verdwenen en dat was het einde van het verhaal. De twee Russische mutsen tegenover mij zaten na een kwartier al te slapen.Dat was opgelost maar het had de reis wel een bittere bijsmaak bezorgt. De Kuijnen genoten van de brug en de dodenspoorweg. Bij het eindpunt kocht ik snel twee geroosterde kippenpoten en Adrie had twee pannenkoeken zodat we het tot Kanchanaburi wel zouden uithouden. Ze waren wel vermoeid van de dag niets doen en af en toe vielen de oogjes dicht. Ik rookte de vredespijp met de conducteur en elke keer als hij langskwam groette hij mij met een saluut aan de rand van zijn pet en een brede glimlach.
Daar was het dan uiteindelijk na een treinreis van ruim 350 kilometer in zeven uur, Kanchanaburi. Ik schoot snel wat foto’s van de Kuijnen en we gingen op zoek naar een guest house. Adrie was heel moe en kwam niet meer vooruit. Ik had een GH op het oog gehad maar dat bleek al gauw te ver weg. Een taxi voor Adrie was ook geen optie want ik wist zelf niet waar we heen gingen. Heel langzaam kwamen we bij het Mr. Tee GH. Dezelfde plaats waar ik vier maanden geleden met Henk en Dean had geslapen. Ik liet Adrie de kamers controleren en die keurde ze goed. “Niet slecht”, dacht ik nog.
Eenmaal in de kamers geïnstalleerd ging Adrie even liggen en Ars en ik genoten van een koud biertje. Het is er prachtig. Je zit op een drijvend ponton met een uitzicht op de jungle en de brug. Ars en ik kwamen alleen nog van de plaats om naar het toilet te gaan en het werd een fantastische avond. Ik bestelde een breed assortiment gerechten met als hoogtepunt voor Ars een gebakken “Red Snapper” in zoetzure saus. Het werd later dan gepland maar dat maakte weinig uit, we waren op vakantie.

woensdag 9 mei 2007

Thailand, We zijn op weg!

Pattaya/Bangkok, 08-09/05/2007

We zouden rustig aan doen op de avond voordat we op pad gingen. Ik had de taxi besteld en alles was in gereedheid gebracht voor een leuke week. Nog één avond tv kijken en vroeg naar bed en dan onderweg.
Aan de andere kant van de familie Kuijntjes leefde dezelfde gedachte. Nog even wat eten en een voetmassage, daarna lekker slapen want het zou een vermoeiende week worden. Helaas, op de terugweg naar het hotel werden de Kuijnen geroepen door de meiden van “de Zaak”. Er was een verjaardag van een Engelsman en dat moest worden gevierd. De Thaise whisky (zeg maar een soort rum) vloeide rijkelijk en als het gezellig is vliegt de tijd om. De gids lag netjes op tijd op bed en de vakantiegangers namen het ervan. De laatste foto was van 00:50 uur, dus jullie weten wel genoeg.
Ze zaten de volgende morgen toch al vroeg in de lobby te wachten op de taxi die maar niet wilde komen. Zelf liep ik ook al een tijdje door het huis te ijsberen omdat de taxi altijd op tijd is. Na een paar telefoontjes heen en weer bleek dat de taxichauffeur in het verkeerde hotel zat te wachten. OK, dat kan! Maar toen hij zonder mij naar Bangkok wilde rijden vroegen de Kuijnen of hij mij ook nog even kon gaan ophalen. Hij was mij gewoon vergeten! Met een smoesje werd er een wiel verwisseld en een uur later als gepland reden we richting Bangkok.
Eenmaal in Bangkok was er de eerste test voor de nieuwe rugzaktoeristen. De hotels en guesthouses zijn nu eenmaal niet van de kwaliteit als de vier en vijf sterren ressorts in Turkije. Maar het werd allemaal goedgekeurd en al snel waren we weer op weg om nog wat van de middag te kunnen maken. We liepen langzaam door het drukke Bangkok op weg naar de snelle veerdienst die ons naar het WTC zou brengen. De boten van de veerdienst zijn niet zo bijzonder maar omdat je met grote snelheid over een open riool raast is het toch een bijzonder spannend ritje.
In het “Panthip Plaza”, een enorm computer warenhuis, werd de eerste echte Thaise lunch gebruikt. De twee Kuijnen genoten van de gerechten die breed uit gespreid stonden. Nadat de keuzes waren gemaakt lieten wij ons het eten goed smaken. De eerste en tweede test waren ze allebei goed door gekomen en ik had nu ook geen twijfel meer. Het zou een leuke week worden.
Omdat de tijd beperkt is op zo’n middag hou ik zelf altijd graag bij uitstapjes die dicht bij elkaar liggen. Na Panthip werd het dan ook de Byoke II toren, het hoogste gebouw van Thailand geeft je een mooi uitzicht over Bangkok. Vanaf een 311 meter hoogte lijkt de wereld bijzonder klein daar beneden en je beseft wat een enorme stad Bangkok is (10.000.000 inwoners). Even bijkomen met een drankje in de Skylounge is ook een bijzondere ervaring.
Na deze enerverende ochtend en middag vielen we uiteindelijk neer op een terras aan een zijstraat van het backpakkerscentrum. We keken onze ogen uit. De gevarieerde optocht van toeristen ontlokte zo nu en dan een vraagteken in onze hoofden. Het is net een dierentuin, alleen met mensen. We waren ook gewoon lui (moe) na een paar biertjes en besloten om maar meteen te gaan avondeten. Shoarma in “Shosana restaurant” is een belevenis. Een mooi bord vol met eigen gesneden patat en kipshoarma, salade, humus en een pitta broodje. Adrie ging voor de eerste keer aan de falafel en dat liet ze zich goed smaken. Moe en voldaan zochten we onze kamer op. Morgen om half acht beneden! Het wordt een lange dag.
Al ruim op tijd zaten de twee oudjes beneden op me te wachten. Eerst een klein ontbijtje en dan op de boot naar de markt. De markt is een bijzondere plaats omdat hier heel weinig buitenlanders komen. Een groot assortiment exotisch groenten en fruit liggen er klaar om van eigenaar te verwisseling. Alhoewel er tegenwoordig veel in de supermarkt in Nederland te krijgen is zijn er toch nog altijd dingen die ook ik nog nooit heb gezien. Op de aangrenzende bloemenmarkt overheerst de geur van de jasmijn. Op vele stalletjes liggen de bloemenkransen, die net zijn geregen, om later geofferd worden klaar om verkocht te worden. Je komt gewoon ogen te kort. Mijn darmen gingen nu voor het eerst opspelen, door het bier en de shoarma, en de poeppauze was onvermijdelijk. Vanavond dan maar weer een tablet.
Na de markten liepen we naar little India en Chinatown, kraam na kraam met goedkope spullen. Je kan het niet opnoemen of het wordt er verkocht. Hier was Ars in zijn element en veel van de kleine prullen werden opgepakt en grondig onderzocht. Uiteindelijk werd het een nieuwe leesbril. Toen ik aan hem vroeg of hij de oude niet wilde weggooien schudde hij met zijn hoofd. “Altijd makkelijk”, dacht ik nog.
De tijd was omgevlogen en de magen begon te knorren. Ik was bijzonder blij verrast toen we uiteindelijk gingen zitten eten onder een parasol naast de weg. Zomaar bij een echt Thais straattentje Ik bestelde het één en ander met een gebakken ei erboven op en daar zaten wij met zijn drieën midden in Bangkok voor € 5 te smullen inclusief vijf drankjes. Het hoogtepunt van de dag was nu aangebroken. Een boottocht van twee uur in een longtailboot over de kanalen van het oude Bangkok. Dit een is mooiste manier om het echte Bangkok en het dagelijks leven in de stad te aanschouwen. Na een beetje afdingen werd de prijs afgesproken en daar gingen we op weg. De Kuijnen ploften neer en genoten met volle teugen van het schouwspel dat zich voor onze ogen voltrok. Het voeren van de vissen en een biertje halverwege waren ook erg aantrekkelijke pauzes. Ondertussen was het al bijna vier uur in de middag en de laatste tempel voor vandaag, de “Wat Arun”, werd nog vereerd met een kort bezoekje, en daarna werd het linea directa terug naar het hotel. Eh, terras! Ars en ik dronken een paar koude biertjes terwijl Adrie zich liet verwennen met een voetmassage. We hadden nog een paar biertjes toen Adrie terugkwam, daarna gingen we dan douchen.
Nadat we een beetje waren opgefrist gingen we naar een Ierse pub op Silom road. Ik had gehoopt dat de “Beatles” er zouden optreden maar dat was helaas alleen op vrijdag. Een redelijke jazz band speelde bekende deuntjes. Een laatste goede westerse maaltijd voordat we morgen het platte land zouden gaan ontdekken. De bieren hadden hun tol geëist en moe en voldaan gingen we terug naar het hotel. En dat was het dan voor twee dagen in Bangkok. Het was me niets tegengevallen en ik wist nu zeker dat het een mooie week zou worden.
Morgen om zes uur beneden, het reizen is geen vakantie!

maandag 7 mei 2007

Thailand, Ze zijn er

Pattaya, 07/05/2007

Het was niet dat ik vroeg op moest maar de regen van de afgelopen vier dagen maakte mij erg vermoeid. Vier dagen niets doen wegens de aanhoudende regen. Van het bed naar de computer, een snelle blik naar buiten en weer terug naar bed. En dat vier dagen aan één stuk.

De taxichauffeur was natuurlijk op tijd en samen reden we door de neerdalende regen richting het Bangkok International Airport (Suvarnabhumi). Wat een naam! Nadat ik mijn plaats aan ontvangstpoort C had ingenomen werd het wachten. En het duurde lang, bij navraag aan arriverende passagiers werd mij verteld dat er enorme rijen voor de balies van de immigratie stonden. En daar waren ze dan! Ze zagen er niet echt verkreukeld uit en brede glimlachen verraadde de opluchting dat ze mij zagen staan. A3 was toe aan een sigaret en ik moest nog even snel naar het toilet.
Eenmaal buiten werd A3 overvallen door de vochtige warmte van de tropen, voor een moment ging ikzelf weer terug naar de eerste keren dat ik in de tropen arriveerde. Het kan hier echt heel warm zijn! Op de terugweg dronken we koffie en praten wat over de eerste indrukken van Thailand. Het was redelijk laat in de middag toen ze bij het hotel aankwamen. Dat werd meteen goedgekeurd en de 43 kilo exclusief handbagage werd ik de kamer achter gelaten.
Op de eerste avond, een vrijdag, was het tijd om het avondeten te nuttigen in de vorm van een buffet bij het “Lek Hotel”. Ook hier waren ze van onder de indruk. Na het eten zijn we nog een biertje gaan drinken en niet te laat gingen ze naar bed. Het was tenslotte een lange reis geweest.
Eerst gaan ze een paar dagen uitrusten waarna we dinsdag voor een week gaan rondreizen met de rugzak. Ik kan jullie helaas niet op de hoogte houden omdat mijn laptop het heeft begeven maar na terugkomst zal ik proberen elke dag een verhaal te schrijven over de avonturen in het westen. Tot dan.

woensdag 2 mei 2007

Thailand, Alweer een week in Thailand

Pattaya, 02/05/2007

En dan zijn we alweer een week in Thailand. Nadat ik mijn laatste reis had geanalyseerd kwam ik tot de conclusie dat ik toch nog teveel heb meegesleept. Er waren nog steeds ongebruikte artikelen in mijn rugzak. Er wordt dus wederom in de bagage gesneden en ik blijf bezig om het tot het absoluut noodzakelijke terug te brengen.
Mijn wandelingen zijn ondertussen permanent, ik ben al een paar keer de 15 kilometer wezen lopen maar de laatste dagen zit het weer tegen. Het regent al twee dagen onafgebroken. Zodra het weer droog is ben ik weer aan het trainen.
Wat minder leuk was is dat mijn laptop het opnieuw heeft begeven. Niet compleet maar de CD/DVD-speler heeft de geest gegeven. Ik hoop hem volgende week weer terug te hebben. Precies op tijd voor mijn kleine trip met de familie naar de “Brug over de rivier de Kwai” en “Ayuthaya”. Misschien kan ik hem anders wel oppikken in Bangkok?
Deze vrijdag komt er namelijk familie, mijn neef met zijn vrouw uit Brakel, uit Nederland op bezoek en dan wordt het natuurlijk wel wat drukker voor mij, het begint al met het ophalen op de luchthaven en ik zal ze natuurlijk de eerste dagen een beetje rondleiden.
En deze vrijdag heb ik ook nog maar drie weken voordat ik zelf naar Zuid-Korea vertrek. Ik heb ondertussen al in de Lonely Planet gelezen en ik ben erg opgewonden om dit land te gaan ontdekken. Het lijkt er zelfs al op dat ik maar de helft bezoek en de andere helft volgend jaar. Er is zoveel te zien en te ontdekken dat het heel langzaam reizen misschien wel de beste optie is.
Ik ben er in ieder geval klaar voor!
Copyright/Disclaimer