Tijdens de avondmaaltijd was het duidelijk dat we van de dag op de brommer hadden genoten. We pasten onze plannen aan en zouden verder de bergen in trekken. Ik was zelf ook nog nooit die kant op geweest en het leek mij wel leuk. Henk miste zijn meisjes. Hij bleef maar bezig over de barretjes en even wat gaan drinken in de stad. “Dan gaan we toch vroeg naar huis”, was steevast zijn antwoord. Wij hadden daar geen zin in en om een uur of tien gingen we richting het bed.
We hielden de ontbijt tijd nu aan en om zeven uur zouden we ontbijten. Je moet nu eenmaal vroeg onderweg zijn omdat anders veel zaken ingewikkelder worden dan ze hoeven te zijn. Twee gebakken eieren met toast en twee bakken koffie/thee en afscheid nemen. Henk was nu al gewend aan de schoonzuster van Marco die een leuke glimlach had en wel speciale gevoelens bij hem opriep.
Het deed Henk zichtbaar pijn om afscheid te nemen toen de taxi (songthaew) de hoek om scheurde om ons op het busstation af te zetten. Het zou een stevige wandeling zijn geweest dacht ik nog bij aankomst. De bus was snel geregeld en de jongens zochten meteen de plaatsen die nog vrij waren achter in de bus, dit in verband met het verschil in de lengte van de “Farang” en de Thai. De stoelen staan namelijk nog al dicht op elkaar. Het arriveren van een monnik veranderde het één en ander. De monniken zijn zeer gewaardeerd en staan boven aan de sociale ladder in Thailand. Zij krijgen dus de beste plaatsen in de bus zodat ze geen vrouwen kunnen aanraken en niets van hun heilig zijn verliezen. We moesten allemaal twee plaatsen opschuiven om de monnik en zijn begeleider er tussen te laten. Zwaar puffend en een zwarte rook spuwend verliet de bus het station om ons in vijf á zes uur naar Sangkhlaburi te brengen.

Ruim een half later gingen we verder. Een adembenemende mooie tocht door de bergen langs een stuwmeer. Om twee uur reden we Sangkhlaburi binnen. Dean en ik hadden onze reisboeken bestudeerd en we waren het erover eens dat we P. Guest House zouden proberen. Een stevige wandeling van een kilometer of anderhalf, die welkom was na de lange zit, bracht ons bij het GH aan het meer. We zouden hier blijven mits er kamers waren. En ja hoor, we hadden geluk. Drie kamers, mooie bungalowtjes met een gedeelde badkamer. Allemaal heel luxe met een koude douche! Het zij zo.
We dronken wat en informeerden wat er allemaal te doen was. Een boottocht over het meer. Een dagtocht met de brommer naar de “Three Pagodas Pass” en een voettocht naar de overkant van het meer. Daar bevond zich een dorp van bergstammen met enkele tempels. Het klonk allemaal goed en ik lichtte de receptie in dat we geen twee maar drie nachten zouden blijven. Allemaal geen probleem. Voordat we het kleine stadje introkken boekten we de boottocht en reserveerden drie brommers. Dat was tenminste geregeld.
