Sangkhlaburi - Ayuthaya 10/01/2007
Dat was een korte nacht. Mijn fototoestel liep om precies half zes af. Het alarm in mijn telefoon werkte niet meer omdat de batterij leeg was. Ik begreep zelf ook niet echt wat er was gebeurd. Ik klopte bij de mannen op de deur die met een kreun aankondigde dat ze ook wakker waren. Ik had gisteren al het meeste gepakt dus het was niet erg veel werk om weg te komen. Wat koud water in mijn gezicht en dat was het.
Het ontbijt zou simpel zijn deze ochtend, ik had gisteravond voor drie personen pannenkoeken met bananen en twee hardgekookte eieren besteld en die zaten nu netjes verpakt in een plastic tasje. Dat was waarschijnlijk het enige vaste voedsel wat we zouden krijgen tot aan Kanchanaburi, waar we zouden overstappen op een andere bus. We stonden dan ook ruim op tijd aan de weg voor het Pee Guest House.
Nu ben ik niet de persoon die een ochtend humeur heeft maar teveel vragen over zaken die misschien kunnen gaan gebeuren kunnen mij ook doen overslaan naar een licht geïrriteerde Jielus. Henk vroeg me alweer de oren van de kop. Mijn spijsvertering was van vast naar vloeibaar gegaan ondanks de voorzorgdosis Loperamide. Ik voelde de “rumble in the jungle” al aankomen en nog voordat ik amper vijf meter weg was gelopen moest ik de broek laten zakken. Sorry, ik kon niet anders dan op de oprijlaan mijn behoefte doen. Pee Guest House was nu Poo Guest House!
De taxi was tegen alle verwachtingen in niet op tijd, ik gaf hem nog een paar minuten en dan zouden we toch maar gaan lopen om zo snel mogelijk een motortaxi te zoeken. En ja hoor, we moesten gaan lopen. Ik had nog steeds last van naschokken in mijn darmen dus het lopen was een kwelling voor mij. Ik vroeg “de Buddha” of hij Henk misschien voor een half uur het zwijgen kon opleggen. De eerste motortaxi was voor Dean, de tweede voor Henk en die zou dan terugkomen om mij op te pikken. Iets over kwart over zes zaten we in het busstation.
Hier was dus verdomme weinig te krijgen, de koffie die ik besteld had werd nooit geserveerd en de “slimme” Hollander die op een kilometer afstand al had gezien was gelukkig een prooi voor Henk geworden. Rustig wachtte wij af wat er zou gaan gebeuren. Het was deze ochtend zo koud dat je je adem kon zien. Dit had ik ook niet verwacht. Nadat de buschauffeur zich achter in de bus had omgekleed konden we de (gebruikelijke) plaatsen weer innemen. Daar gingen we dan om tien over half zeven in een lege bus.
De kaartjesjongen waarschuwde Henk voor de slechte plaats die hij had. De kou zou snijdend zijn als de bus eenmaal snelheid kreeg. Henk wist dat hij het wel kon hebben, hij had zich een keer “de Bikkel” genoemd en ik gebruikte die koosnaam nu af en toe. Alleen in de verkleinde vorm, “het Bikkeltje”. De kou was snijdend, zelfs op de plaats waar ik zat. Ik vroeg aan Dean of ik misschien zijn sweatshirt mocht hebben, dat was geen probleem. Hij was de enige die de kou redelijk kon verdragen, hij komt tenslotte uit Schotland. Henk kon het na een half uurtje ook niet meer houden en verkaste naar een plaats waar hij minder wind zou vangen.
Nu begon het ook drukker te worden in de bus die de taak van schoolbus had aangenomen. Het is de enige weg in de wijde omtrek dus alle nederzettingen inclusief scholen liggen aan deze weg. De bus liep langzaam vol en was in één keer bij de volgende school weer leeg. Dit herhaalde zich een paar keer. Ook kwamen er weer van die oranje mannen aan boord die dan weer naast ons kwamen zitten. De zon was ondertussen opgekomen en we werden op plaatsen waar we in de zon zaten als reptielen opgewarmd.
We arriveerden voor mij gevoel zeer snel in die redelijke grote plaats ergens halverwege. We stopten naast de markt, ik zag een klein koffiestalletje en schoot als een haas naar buiten terwijl ik onderweg aan Dean vroeg of hij misschien ook een bakkie wilde. Twee koffie dus. Het uitstekende bakkie verwarmde mij nu van binnen uit. Het was nog steeds te koud om de sweater terug te geven. Ik scoorde nog een tweede bakkie bij de 7-11 en met een bekertje koffie met deksel waren we schuddend op weg naar Kanchanaburi.
De weg schoot nu met grote snelheid onder ons door, we lagen goed op schema en we begonnen grapjes te maken over “D’n Hollander” die op de luxe snelle aircon bus had gewacht. We vroegen ons af of hij ons wel zou inhalen. We kwamen dus voor hem aan op het busstation in Kanchanaburi. Er stond een bus met onze bestemming klaar om te vertrekken maar toen ik zag dat onze plaatsen al bezet waren koos ik voor een plaspauze en wat te eten te kiezen. Om de beurt pissen omdat er één bij de rugzakken moet blijven en ik ging daarna kijken of ik wat te eten kon vinden.
Toen ik terug kwam met een paar knakworsten en flessen frisdrank was “D’n Hollander” ook aangekomen. Achter in de bus wachtte wij al etend en drinkend op het vertrek. Het overstappen was een snelle handeling omdat de bus naar Ayuthaya altijd wacht op de bus die uit Kanchanaburi komt. Daar zaten wij dan weer met zijn drieën.
Ayuthaya gaf mij meteen weer een goed gevoel. Het was vier jaar geleden dat ik hier was geweest, het was niet veel veranderd. In een moordend tempo liep ik naar de straat waar zich de meeste GH’s bevinden. Op dit moment is het belangrijk een slaapplaats te kunnen bemachtigen. Het was al laat in de middag en om deze tijd arriveerden ook de mensen die vanuit Bangkok kwamen met de trein of de bus. Met de hulp van twee twijfelende Japanse meisjes hadden we meteen één kamer, de tweede was niet goed genoeg en wees ik af. En de dorm voor jullie? Nee, dank je! Ik bedoel voor jullie privé. Dat is anders. Snel gekeken en goed bevonden, het was tenslotte toch maar voor één nachtje. Morgen zouden we de kamers naast Henk krijgen en voor Kees zou er dan ook een kamer beschikbaar zijn. Acht bedden voor ons samen, de kamer was groot genoeg.
Het eten zou geen probleem zijn want we hadden een restaurant ontdekt dat een Indiase bladzijde in hun menu had. Grote Singha bieren met curries en naan, de smaak van de bewoonde wereld. Ook kwamen de vragen over de barretjes weer omhoog. Een barretje zou het worden. De “Sun and Moon Bar” is de beste bar van Ayuthaya, in Nederland zou hij nog niet eens de top 10.000 halen. Dat was het einde van het barretjes verhaal, ik legde nu Henk voor de laatste keer uit dat hier geen barretjes waren. Morgen zouden wij een drukke dag hebben rond de tempels en Kees zou later in de middag arriveren.