Melaka, 12/03/2005
Ik had besloten om ook de laatste vier dagen ook maar in Melaka door te brengen. Uiteindelijk was het hier zo slecht nog niet en ik moest ook nog wat bezienswaardigheden bezoeken. De beste tijd om dit te doen waren op de maandag en de dinsdag wanneer hier niets te doen is.
Voor deze ochtend, jullie raden het al. Het gebruikelijke ontbijt, ik had weinig problemen met de stoelgang en ik wilde dit ook graag zo houden. Het was een uitkomst voor het wandelen. Het was heerlijk om zonder de angst van een diaree aanval te lopen.
Ondanks het goede gevoel bleef ik in de buurt van mijn hotel en dacht na over wat te doen de komende dagen. Ik kon naar Kuala Lumpur gaan, misschien zelfs een paar dagen naar “Pulau Tioman” of gewoon hier blijven rondhangen. Heerlijk als je de keuze gewoon kan laten afhangen van je gevoelens. Al mijmerend liep ik plotsklaps tegen een gebouw aan dat zo uit de “Efteling” kon komen. Een groot wit gebouw met een zalmkleurig dak, barokstijl zou ik op het eerste gezicht zeggen. Ik zocht naar de Lonely Planet in mijn broekzak om te zien of er wat over deze opvallende vertoning in stond. Helaas niet, ik zal de volgende keer eens kijken of ik wat meer te weten kan komen over deze opvallende verschijning.
De warmte was opnieuw ondragelijk, het zweet gutste uit mijn lichaam en ik besloot dat het tijd was voor een lange sessie achter de laptop in de koelte van mijn hotelkamer.
Mijn eetlust was vandaag ook niet erg groot in dit warme weer en een bordje rijst met groente was voldoende. Later op de avond was het cafe goed vol gelopen en ik zat aan tafel met een groep nieuwe kennissen. Dr. Morali, hoofd van de plaatselijke universiteit voor het toerisme en Patric Teo nodigden mij uit om nog wat te gaan eten op de “Melaka Raja”. Dat is een nieuwbouwwijk die is gebouwd op teruggewonnen land aan zee. We doken met zijn drieën in de auto van Dr. Morali en scheurden de nacht in. We gingen in de totaal tegenovergestelde richting en ik begon mij zorgen te maken. Ik zat tenslotte licht aangeschoten met twee totaal vreemden in een gammele Datsun en waar we heen reden was in ieder geval niet wat we hadden besproken.
Ik begon te twijfelen of ik wel slim was geweest om dit te doen. Maar nog voordat ik door de mogelijkheden voor een ontsnapping was kwamen we bekend terrein. Ik herkende de brug en in de verte zag ik het Mahkota ziekenhuis. Alles was in orde en ik hoefde mij geen zorgen meer te maken.
Het restaurant waar we waren serveerde een gerecht dat ik nog nooit heb gezien. Een satéfondu. Inderdaad, een grote pan gevuld met een dunne satésaus waar je de stokjes vlees, vis en groente in gaarkookt. Ik werd naar binnen geleid waar een soort gekoelde boekenkast vol lag met dienbladen voor de verschillende stokjes. Je nam een bord en pakte gewoon de stokjes die je wilde en als je klaar was werden de stokjes geteld en je rekende af wat je had gegeten. Een gekleurd uiteinde van de bamboestokjes gaf aan wat het kostte. 25 sen, 50 sen, 75 sen of RM 1. Een schitterende ervaring en eerlijk gezegd smaakte het opperbest.
Het was ook een goed gesprek met die twee. Dr. Morali was min of meer een adviseur van de lokale overheid met betrekking tot het toerisme. Melaka had de grootste plannen. Zo moest er een internationale luchthaven komen van honderdtwintig miljoen USD en een hoge toren met een draaiend restaurant in de top voor vijftien miljoen USD. Dit alles moest er voor zorgen dat er twaalf miljoen toeristen zouden komen op jaarbasis.
Dr. Morali had hier zijn twijfels over en verdacht enkele lokale bestuurders van fraude. Familieleden met bouwbedrijven zouden vette contracten krijgen en uiteindelijk zou de lokale bevolking voor de kosten moeten opdraaien. De luchthaven was helemaal een lachertje. Een provinciale bestuurder wilde zijn naam in gouden letters zien. Met KLIA op nog geen 85 kilometer afstand was er zeker geen behoefte aan een nieuw vliegveld. Dr. Morali had openlijk zijn visie op de toekomst van Melaka gesproken en daar veel vijanden mee gemaakt.
Patrick Teo was een andere persoonlijkheid die heel dicht bij Melaka stond. Hij vertelde over de geschiedenis van Melaka en dat de huidige gemeenteraad Groot Brittanie prees voor wat ze hadden betekend voor de gemeente. Hij vond het allemaal maar flauwekul, de “Hollanders” die hadden Melaka groot gemaakt. We lachten en dronken en tijd vloog om.
Patrick en ik gingen nog een paar biertjes drinken bij de “Geographer”, een heel mooie bar/restaurant tegenover “Ringo”. Ondertussen had ik ook al besloten wat ik verder zou doen. Ik zou hier nog een paar dagen blijven rondhangen, het was hier toch wel aangenaam.