zaterdag 9 november 2024
Thailand: De wind in je gezicht
Sakaeo (Sakaogarden Hotel) 239), zaterdag 9 november 2024
Op de kaart met de route van vandaag zie ik in de route een fout maar ik kan hem niet benoemen. Ik blijk kijken en ik blijf zoeken. Ik zie een fout maar ik begrijp niet waar de fout zit. Kennen jullie dat gevoel? Ik kijk nog een goed waar de groene lijn, de gereden route, en de magenta lijn, de route die we nog moeten rijden, elkaar kruisen. Daar moet de fout zitten, het is helemaal gevoelsmatig, het is niet anders!
Opnieuw beginnen bij het begin!
We vertrekken uit Nang Rong, Correct!
We gaan naar Sakaeo, Correct!
Op Google Maps zoek ik naar het “Sakaogarden Hotel”. Het verschijnt snel op mijn beeldscherm. De coördinaten worden gekopieerd en gezocht op de kaart in Garmin Basecamp. De fout wordt meteen zichtbaar. Een van de afgelopen dagen heb ik de locatie van het “Sakaogarden Hotel” per ongeluk gewijzigd of verplaatst. Dat heb ik nu hersteld. De route wordt opnieuw berekend en wordt door het computer programma met ruim zeventig kilometer ingekort. Dat is wel een meevaller! Dan hebben we na aankomst meer tijd in de middag voor andere dingen.
Eerst wordt de oude route op de Garmin Oregon 400t gewist en het hele computersysteem moet opnieuw worden opgestart om de gegevens van de nieuwe route naar de GPS over te brengen. Dat is een fout van Apple in de laatste update van OSX. Opgelucht start ik alles weer op en ga daarna verder met waar ik mee bezig ben. We hebben nog drie etappes te gaan waarvan een met een open einde. Het resort waar we graag willen overnachten is nergens op het internet te vinden om er een kamer te boeken. We gaan het zien of we geluk hebben!
Het “Bumnsaya Place” in Nang Rong is een prima hotel, ook voor een paar nachten. Na het inpakken en het vastsjorren van onze bagage achter op de motor gaan we op zoek naar het, ongetwijfeld Thaise, ontbijt. Het ontbijt is precies zoals verwacht. Rijstsoep, rijst met een waterige saus waarin gekookte eieren liggen en een paar stukjes watermeloen. Lyka en ik kijken elkaar lacherig aan met een uitdrukking van, ‘dat heb ik toch voorspeld!’, op onze gezichten. We bedanken het personeel en nemen afscheid.
Een kwartiertje later staan we bij een PTT benzinestation langs de snelweg om te tanken en voor tosti’s, natuurlijk delen we ook een banaan. Het is heerlijk weer om te rijden. Daar gaat het tenslotte om bij een tocht op de motor door Thailand en deze keer door de Isaan. De essentie van de tocht is het rijden door de verschillende landschappen. De maaltijden, bezienswaardigheden, ervaringen en ontmoetingen zijn de kersen op de taart.
Sinds mijn eerste brommer op veetien jarige leeftijd, zo heet dat alleen in Nederland, in Thailand is het gewoon een motor, een witte Puch Maxi, heb ik waarschijnlijk al meer dan 200.000 kilometer op gemotoriseerde twee wielen gereden. Mag ik dan met een gerust hart stellen dat het motorrijden in mijn bloed en mijn systeem zit?
Ik besef me terdege dat ik al vierenzestig jaar oud ben en dat er echt een tijd komt dat ik het rijden op een motor gedag moet zeggen. Wanneer ik dat met grote tegenzin ga doen is me nog niet duidelijk. Ik heb zelfs nog plannen voor een nieuwe motor in Thailand! Dus het zal hoogstwaarschijnlijk niet op korte termijn zijn. Zolang ik me nog goed en veilig op twee wielen voel blijven we rijden.
Nog honderd vijfenzestig kilometer te gaan tot onze bestemming voor vandaag. De opwarmende wind streelt mijn gezicht en ik geniet met volle teugen van het wisselende landschap om ons heen. Onze schaduw op het warme asfalt fluistert over onze oneindige avonturen.
Je gevoelens van vrijheid beschrijven die je voelt wanneer je een bent met de omgeving om je heen is erg moeilijk. We rollen over het afvalt afgewisseld met beton en door de ontelbare wegwerkzaamheden ook hele stukken over zand en rode aarde. De motor gromt en de ketting ratelt over de tandwielen. De volgende tocht moet ik weer een nieuwe ketting laten plaatsen. De teller gaat richting de 45.000 kilometer die ik in Thailand en Maleisië heb gereden. Hoeveel mooie kilometers hebben we nog te gaan?
De afgelopen twee etappes hebben we zo weinig langs de weg gezien dat elk Boeddhabeeld nu op de foto gaat. Zoals deze witte Boeddha in “Wat Pa Khao Yom Pha Daeng”. Ook hier staan overkappingen waaronder tafels en stoelen staan opgesteld. Is dit het moment dat jongens en mannen zich voor hun taak in tempel melden en een jaar gaan leven als een boeddhistische monnik?
Het verkeer neemt weer af nu we eindelijk op binnenwegen kunnen rijden. Het is heerlijk! De rijwind die door mijn mouwen naar binnen waait koelt mijn bovenlichaam. Je raakt in een soort trance terwijl je wel heel geconcentreerd blijft op wat er allemaal om je heen gebeurt. Het gevaar kan van alle kanten komen!
Het verlaten uitgestrekte agrarische landschap in het hart van Thailand is oogverblindend mooi. De heuvels aan de horizon onderstrepen de uitgestrektheid van dit enorme land. We hebben al ruim 2.200 kilometer gereden en we zijn maar in een hoekje van Thailand geweest. Thailand is een enorm groot land dat je niet in drie weken helemaal kan ontdekken!
Natuurlijk is het de zoveelste versie van Pad Krapow Moo als lunch in een klein eettentje langs een verlaten weg. De prijzen liggen hier dichter bij Bangkok weer wat hoger maar de mensen zijn nog wel vriendelijk. We gaan niet mekkeren over een paar dubbeltjes! We zijn hier tenslotte niet voor straf maar we zijn hier om ons te amuseren en te genieten van al het moois dat reizen te bieden heeft.
Bij aankomst in het “Sakaeogarden Hotel” heb ik mijn huiswerk al gedaan. Ik vraag naar dezelfde kamer als een jaar geleden. Op de eerste verdieping en aan het einde van de gang. Kamer 239 is beschikbaar en wij zijn daarmee erg in onze nopjes. Het is pas half twee en we hebben de hele middag voor onszelf. Ik schrijf het verhaal van gisteren en publiceer het nog voordat de meeste lezers in Europa opstaan.
Daarna duik ik weer in mijn e-book. Dat is op zich een fantastisch bedacht apparaat want het geeft mij in ieder geval echt het idee dat ik een houten boek lees terwijl ik echt wel beter weet. De zon verdwijnt al vroeg van ons balkon waarna ik in de wind heerlijk kan lezen. Een koud flesje sodawater binnen handbereik en een muziekje erbij van mijn QNAP die ik ondertussen ook weer aan de gang heb gekregen.
Ik ga me niet laten verleiden tot politieke commentaren of dromerige idealen maar wat er gisterennacht in Amsterdam is gebeurd is om je diep te schamen. Komende week kom ik niet meer uit Nederland maar uit Luxemburg wanneer me die vraag wordt gesteld. Ik schaam mij heel erg diep dat onze beschaving en de cultuur in Nederland, door de oeverloze immigratie, zo erg is verwaterd tot het punt dat we nu een Afrikaans islamitisch derde wereld land zijn verworden. Ik voel me al jaren niet meer veilig in Zaltbommel en Nederland! Ik heb zelf al vijf porties geweld en westerse haat over me heen gekregen. Met een nacht in de cel als dieptepunt!
Wanneer ik terug kom van de receptie om sodawater en een paar ijskoude flessen Leo bier te kopen zie ik een enorme groene sprinkhaan, van zeker acht centimeter, op de witte muur. Een slechtere camouflage kan je je niet voorstellen. Velen zouden ervan griezelen maar in Thailand zijn er naar mijn weten maar heel weinig insecten die bijten of steken. Een van de weinigen zijn de twee centimeter grote mieren die je met tientallen tegelijk aanvallen wanneer je hun territorium verstoort. De andere is een meer dan tien centimeter kleurrijke duizendpoot. De beet kun je het beste maar meteen in het dichtstbijzijnde ziekenhuis laten behandelen!
Voor de tweede keer vandaag Pad Krapow Moo is geen straf. Het geserveerde gerecht zal geen schoonheidsprijs voor het dresseren krijgen maar de smaak is voldoende en het vult ons in ieder geval. Er is wat wrijving tussen Lyka en mij ontstaan dat ik langzaam zal moeten laten smeulen totdat het weer uit is! Ook dat is reizen. Samen maanden onderweg zijn geeft af en toe wat wrijving dat eenvoudig tot een ontbranding komt. Gecontroleerd laten uitbranden is de beste oplossing!
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand