San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)
Daar stond het hele ontvangstcomité in de aankomsthal al op hem te wachtten. Steef had wel een flink ontvangstcomité verwacht maar het hele gezin inclusief de altijd dronken broer van zijn meisje was achterop de pick-up meegekomen naar de Suvarnabhumi luchthaven van Bangkok. Zijn meisje stond te zwaaien met haar armen van blijdschap alsof ze net de staatsloterij show had gewonnen. Haar altijd dronken broer keek lodderig uit zijn ogen en schudde heftig van de ontwenningsverschijnselen van de alcohol. De rest van het gezin keek naar Steef als een groep toeristen die voor het eerst in hun leven sneeuw zagen.
Steef liet zijn oude koffer en nieuwe roltrolley voor wat ze waren en omarmde zijn meisje, die ondertussen naar hem toe was gerend, innig en kuste haar overal waar hij zijn lippen kon plaatsen. Ze was er duidelijk niet blij mee en ze veegde haar gezicht meteen met een tissue droog. Een voor een liep de rest van het gezin langs Steef en schudde hem een slappe hand alsof ze hem condoleerden met het verlies van een dierbare.
De twee jongste leden van het gezelschap namen ieder een koffer voor hun rekening en zo ging de optocht langzaam richting de enorme parkeergarage van de luchthaven. Steef hand in hand met zijn meisje voorop en de rest in een optocht er achter. Steef had nog een verrassing voor ze! Hij was afgelopen jaar zonder dat zijn meisje het wist naar engelse les geweest en hij had zijn taalvaardigheid flink uitgebreid. Hij kon nu eindelijk wat met zijn schoonfamilie praten!
Voordat ze de aankomsthal verlieten werd Steef door zijn meisje en schoonmoeder voorzichtig naar een appelgroene ATM van de Thai Farmers Bank geleid. Vier smekende ogen keken hem aan en keken dan naar het kleine kleurenscherm van de geldautomaat. Steef had nog enkele duizenden Thaise baht overgehouden van zijn vorige vakantie en dat zou zeker voldoende moeten zijn voor de eerste paar dagen. Hij zou volgens zijn eigen plannen morgen voor de eerste keer in Buriram geld pinnen. Ze bleven onverzettelijk ingearmd naast hem voor de ATM staan. Een vrouwelijke houdgreep waaruit geen ontsnapping mogelijk was.
‘Wat maakt het ook uit’, dacht Steef en haalde zijn portefeuille tevoorschijn.
Tweeëntwintig ogen keken met hem mee! Steef zocht naar zijn pin-pas terwijl de rest een schatting probeerde te maken van de waarde van het stapeltje bankbiljetten in zijn portefeuille. Steef wist van de verhalen uit de bar dat hij zijn PIN-code goed moest afschermen voor de familie van zijn vriendin. Hij had genoeg verhalen gehoord over geplunderde Nederlandse bankrekeningen door de familie van de Thaise vriendinnen. 10.000 baht verscheen uit de automaat en Steef telde de tien biljetten na, samen met de elf gezinsleden.
Steef stopte het geld en zijn pin-pas in zijn portefeuille en draaide zich om. Er gebeurde niets! Het door zijn schoonfamilie gevormde kordon bleef staan en wist van geen wijken. Zijn meisje klopte hem op zijn schouder en wees zonder een woord te zeggen naar de gifgroene ATM achter hem. Steef controleerde snel of zijn pin-pas in zijn portefeuille zat en keek verbaasd op naar zijn vriendin die nog steeds naar de gifgroene ATM wees.
‘One more!’, sprak ze zakelijk.
‘Wat maakt het ook uit’, dacht Steef voor de tweede keer binnen drie minuten en haalde opnieuw zijn portefeuille tevoorschijn.
Het ritueel was een perfecte kopie van de eerste keer met als enige wijziging dat het familie kordon zich voor Steef opende als de Rode zee voor Mozes. Steef zuchtte en verlangde nu naar een koud Singha biertje. Het was een lange reis geweest en hij kon nog steeds niet bevatten dat je van elf uur stil in een smalle vliegtuigstoel zitten zo moe kon worden.
Steef schrok zich het leplazerus toen hij de vooruit gerende kinderen met zijn koffers bij een splinternieuwe Ford pick-up truck zag staan. Dat was iets was zijn meisje hem niet verteld had en Steef verwachtte dat hij een flinke aanbetaling zou moeten doen omdat de oude donkerblauwe Isuzu pick-up truck van zijn schoonvader in zijn ogen geen stuiver meer waard was. Hij keek opzij en schuin naar beneden waar zijn ogen de ogen van zijn meisje ontmoeten. Verbaasd en vragend keken haar ogen Steef aan. De hele familie nam plaats achter de nieuwe pick-up truck en Steef zwaaide met een zucht zijn roltrolley in de lege laadbak. Hij wilde zijn koffer ook in de laadbak slingeren toen het hem opviel dat zijn gehele schoonfamilie hem aan stond te kijken alsof hij gek was geworden.
‘Darling, mini-bus, not pick-up!’, sprak zijn meisje vermanend.
Steef keek op en keek daarna naar de nieuwe mini-bus die naast de pick-up truck geparkeerd stond. Een slaperig verbaasd hoofd verscheen precies op dat moment achter het raam. Een duivelse glimlach op het hoofd van de man in de mini-bus werd beantwoord met vreugdekreten van zijn schoonfamilie.
Even later verdwenen Steef zijn koffers achterin de mini-bus en zocht zijn schoonfamilie een plaatsje in het busje voor de zes uur durende reis naar Buriram. Papa en de dronken broer voorin, Steef en zijn meisje op de bank achter de chauffeur en de rest van de familie verdeeld over de overgebleven twee banken achter Steef. Iedereen had zijn plekje gevonden en de mini-bus was klaar om te vertrekken.
Dat wil zeggen, Steef moest eerst even wat geld geven om voor het parkeren in de garage te betalen. Steef zocht opzichtig voor de kat zijn snor door zijn portefeuille terwijl hij voor 100% zeker wist dat hij alleen briefjes van duizend baht op zich had. En een briefje van duizend baht aan zijn meisje geven met de 100% zekerheid dat hij niets meer daarvan terug zou zien ging hem op dit moment te ver.
Steef stak zijn vuist op met de duim richting zijn mond als teken dat hij eerst wat te drinken wilde kopen. Er is namelijk een 7-11 op de begane grond van de parkeergarage. Steef kocht daar altijd zijn eerste Singha voor in de taxi op weg naar Pattaya. De mini-bus kwam schokkend in beweging en slingerde zich over de krappe kurkentrekker weg naar beneden. De passagiers werden door elkaar geslingerd en Steef hoopte dat er niemand ziek zou worden. Reisziekte is een plaag in Azië! Het kotsen in bussen van de Thai is net zo normaal als het zoute water van de zee. Zes uur in de zure lucht van de kots zitten was geen optie voor Steef.
In de 7-11 sloeg het hele gezin, inclusief de chauffeur, voldoende eten en drinken in om de eerste uren van de reis te kunnen doorkomen.
‘Ping!’, zei de kassa en 1.768 baht verscheen er in groene letters op het display. Steef probeerde zijn humeur in toom te houden maar kon niet voorkomen dat hij een beetje kwaad werd. Het was een lange reis geweest en het liefst was hij meteen met zijn meisje tussen de lakens gedoken.
‘De wolven! Die smerige wolven!’, vloekte hij zachtjes binnensmonds.
In de bus zat iedereen al te eten en te drinken toen Steef bij de mini-bus terug kwam en plaatsnam op de hem toegewezen stoel. De alcoholistische broer had een fles Lao Khao, een Thaise vorm van rijstwijn, te pakken en met een gezicht alsof hij terpentine dronk nam hij slok na slok om zijn verslaafde schokkende lichaam te verdoven. Steef keek achterom en achter hem laafden ze zich aan van alles en nog wat alsof ze maanden niets hadden gegeten. Dat zou zeker kotsen worden! Gelukkig had de cassière iedereen afzonderlijk een plastic tasje gegeven. Steef gaf als een stewardess in het vliegtuig een demonstratie wat er van ze verwacht werd wanneer ze onder het rijden misselijk zouden worden. Aan het kleine wachthuisje naast de slagboom werd het parkeergeld afgerekend en waren ze eindelijk op weg.
Binnen enkele minuten zoefden ze over de verbazingwekkend goede betonnen snelwegen van Thailand. Links en rechts van de snelweg lagen fabrieken waarvan de gevels de handelingen en fabricage die binnen werden verricht verborgen. Af en toe was er een engelse naam waarin verweven was wat er werd geproduceerd. Nog voordat de fabrieken plaats hadden gemaakt voor eindeloze rijstvelden lag de hele bus, de chauffeur en Steef uitgezonderd, te slapen. Steef had er spijt van dat hij maar een biertje had gekocht. Hij was namelijk bang dat hij om de tien minuten moest pissen.
Steef keek naar het voorbij glijdende landschap en dacht na over het begin van zijn vakantie. Hij had er zo naar uitgekeken maar nu hij in deze nieuwe mini-bus zat met de gehele schoonfamilie wolven om hem heen, en ongeveer 26.000 baht in zijn portefeuille, vroeg hij zich af of het wel een goed idee was geweest om naar Buriram te gaan. Had hij niet beter met zijn meisje in een mooi hotel in Pattaya kunnen blijven? Maar was het nu te laat om de plannen te veranderen? Moest de rit maar uitzitten en de komende dagen op de farm in de jungle doorbrengen? Het oorspronkelijke idee om door een verblijf op het Thaise platteland veel geld te kunnen besparen stond nog overeind maar het was wel in de eerste uren na zijn aankomst in Bangkok aan het wankelen gebracht. Misschien kon hij na een week samen met zijn meisje naar Pattaya gaan?
Steef werd wreed uit zijn gedachten gerukt door een onverwachte en levensgevaarlijke manoeuvre van de chauffeur. Die besloot namelijk op het laatste moment een afrit naar een benzinestation te nemen. De vrachtwagen die hij de pas afsneed toeterde als een bezetene om de chauffeur van de mini-bus kenbaar te maken dat hij reed als een gek.
‘Mai pen rai’ , mompelde de chauffeur in het Thais.
De bus kwam naast een pomp en tegenover een 7-11 tot stilstand en alsof er een schakelaar werd omgezet ontwaakte ieder lid van zijn schoonfamilie uit hun diepe slaap om naar het toilet te gaan. Steef bleef rustig zitten omdat hij nog geen druk had en om een moment van de rust om hem heen te genieten.
‘Thailand, het mooie Thailand en straks Buriram!’, sprak hij zachtjes in zichzelf.
Lang duurde de rust niet!
Zijn meisje was als eerste terug en vroeg: ‘Schatje, betaal je de taxi nu?’
Verbaasd als Steef was dacht hij automatisch, zo zat hij nu eenmaal in elkaar, waarom ook niet!
Toen zijn portefeuille tevoorschijn was gekomen klonk het uit de mond van zijn meisje: ‘Zes duizend!’
Steef zijn ogen gingen wijd open en er kwam haast stoom uit zijn oren!
‘Hoeveel?’, hakkelde Steef.
‘Zes duizend. Is een mooie mini-bus!’, sprak ze op een toon of dat veel verschil maakte.
Steef wilde het uitschreeuwen dat hij het daar niet mee eens was maar hield wijselijk zijn mond. Hij was nog geen twee uur in Thailand en was al acht duizend baht lichter! De pompbediende voegde zich bij het tweetal en bleef sprakeloos naast zijn meisje staan en keek Steef aan.
‘Wat wil hij nu weer?’, snauwde Steef tegen zijn meisje.
‘Geld voor de benzine!’, snauwde ze op haar beurt terug.
De sfeer was nu al verpest en Steef wilde het liefst weglopen. Een strelende zachte Thaise hand over zijn onderarm liet al zijn kwaadheid weer wegvloeien. Hij keek in haar ogen en zag dat het paradijs dat aan het einde van de busrit op hem wachtte. De pompbediende wees naar de display van zijn pomp en daar stond te lezen dat Steef 1.500 baht voor de brandstof moest afrekenen. Op dat moment nam Steef zich voor om niet meer bij te houden wat deze dag hem ging kosten. Die berekening zou alleen maar zijn bloeddruk verhogen en zijn vakantie plezier bederven.
De rest van de familie bleef onvindbaar totdat zijn meisje haar moeder achter de rood/groen/witte ruit van de 7-11 zag zwaaien als teken dat ze moesten komen.
‘Kom Steef?’, zei ze en trok hem mee aan zijn arm naar de kleine winkel.
Veel werd er niet besproken! Dat was ook niet nodig want de rest van de familie stond met kleine plastic tasjes in de hand op Steef te wachten die de inkopen voor het vervolg van de reis moest afrekenen. 1.489 baht stond er op de display en op dat moment brak er iets in Steef. Hij liep als een dolle stier op de koelkast af en greep zes ijskoude blikken Singha bier.
‘Dan kunnen die er ook nog wel bij!’, schreeuwde hij luid door de kleine kruidenierswinkel terwijl zijn gehele familie inclusief de cassière hem vreemd aankeken.
Met de pest in zijn lijf liep hij terug naar de mini-bus en ging in stilte naast zijn meisje zitten. Psssttt!!!!!! Daar ging het eerste blik open en Steef nam demonstratief een flinke slok. Niemand in de mini-bus schonk enige aandacht aan hem. Het leek wel of hij er niet was, of hij doorzichtig was! De bus kwam weer in beweging en een half uur later lag iedereen weer in diepe slaap. Uitgezonderd Steef en de chauffeur. Nog een paar uur en dan waren ze eindelijk in Buriram.
Waar ben ik aan begonnen?, was zijn laatste gedachte toen hij zelf na het legen van het laatste blikje bier zelf ook in slaap viel.