dinsdag 1 december 2015

Filippijnen: Ellende in Manila

San Antonio (Slouch Hat Hotel (206)

Dinsdagochtend om iets voor zes beginnen de jaarlijkse trainingen voor de grote prijs Formule 1 in Manila, althans, zo lijkt het! Een verdieping lager onder ons slaapkamerraam ligt een smalle eenrichtingsstraat die een slagader in het verkeersstelsel van de Filippijnse hoofdstad is. Een slagader die tientallen keren per uur dichtslibt en een verkeersinfarct veroorzaakt groter dan dat wij ooit in Nederland hebben mogen ervaren.
Om de twee à drie minuten springt er een eindje verderop op VN Avenue een verkeerslicht op groen wat het startsein is voor de volgende race voor tientallen brommers en jeepney’s, uitlaten zijn bekend maar geluidsdempers ontbreken of zijn gewoonweg kapot. Een symfonie van honderdduizenden motoren klinkt de rest van de dag door Manila.
In een haast geautomatiseerde beweging ga ik op zoek naar de elektrische ketel om water te koken. Mijn lichaam schreeuwt om he eerste kopje koffie van de dag! Tevergeefs, ook mijn kleine spiraalvormige waterkoker ligt nog in een lade in Nederland en dat maakt de start van de dag uiterst ongelukkig. Mijn mogelijkheden zijn uitgeput en € 1,50 voor een kopje Nescafé van zes eurocent beneden in het restaurant gaat me te ver.
Ik hijs me in mijn kleren en strompel nog lichtjes slaapdronken door het hotel en de trap af naar de bar/restaurant waar een jongen slaperig tv zit te kijken. Zijn nachtdienst zit er bijna op! Hij wordt om zeven uur afgelost.
‘Goodmorning!’, klink luid en duidelijk tussen ons maar of het voor ons beiden een goede morgen is laat ik maar in het midden.
Tussen twee verkeersgolven door steek ik over en slenter ik naar de 7-11 op de hoek aan de overkant. Ik had wat tijd om me op het ergste voor te bereiden en om eerlijk te zijn ben ik na een week alweer redelijk gewend aan de Nescafé ’s morgens. Manila om kwart overzes ’s morgens. De eerste zonnestralen weerspiegelen in de gouden ruiten van de wolkenkrabber aan de baai. De nieuwe rijken willen in het oude vervuilde Manila wonen met een uitzicht over het water van de baai. Nu is het nog een achterbuurt maar over een jaar of tien moeten de armen van de stad zijn verjaagd en hier naast de Amerikaanse ambassade een nette buurt zijn ontstaan. Vanzelfsprekend met de verwachtte enorme winsten op de appartementen in de woontorens.
Bij mijn eerste blik die ik door de 7-11 werp gaan mijn ogen wagenwijd open. In plaats van een enorme boiler met kokend heet water die dienst doet voor alles waar heet water voor nodig is zie ik een ultramodern koffieapparaat staan. Ik krab me op mijn hoofd en twijfel of ik misschien nog droom. Op dit vroege tijdstip, ik ben ècht nog niet wakker, wil ik me niet wagen aan de bediening van een onbekend elektronisch apparaat dus roep ik een van je jongens van achter de kassa om mij te assisteren, ook voor hun zit om zeven uur de dienst er op.
De jongen is aan het einde van zijn dienst nog uiterst behulpzaam. Hoe zou een Nederlander in dit geval reageren? Hij verdient tenslotte zes hele euro’s per nacht en dan mag je wel wat vriendelijkheid en service verwachtten! Service in Nederland is net zo zeldzaam geworden als een Tasmaanse Duivel. Misschien komt het omdat ik ouder, en daarmee sarcastischer, wordt maar mijn beeld van de Nederlandse samenleving is een bende zichzelf verrijkende vette witte boorden criminelen die maar een persoon dienen, namelijk zichzelf!
Eerst moet ik kiezen hoe groot ik de koffie wil hebben! Nou, op dit tijdstip van de dag is dat gemakkelijk: De grootste die je me kan leveren! Het wordt dus de grootste beker die ze hebben en is dan een 16 Oz.. Begrijpt u het nog? Plotseling bevindt ik me in het Imperialistische maatwerk! Die ounces zijn een inhoudsmaat die hier nog van de Amerikanen is blijven hangen. Maar hoeveel is in hemelsnaam 16 Oz.?
Een beker van ongeveer de grootte van een milkshake gaat onder de mond waar de straal koffie wordt verwacht. Een molen begint te draaien en maalt de koffiebonen in het bruin en chromen apparaat. Het eerste pisstraaltje koffie land in de beker en een hemelse geur bereikt mijn neus. De beker is minder dan de helft gevuld wanneer de machine stopt. Daar sta ik dan. Wat moet ik doen? Nog een knop drukken? Het beste is om nog even te wachten! Op de kleine display staat nog steeds de tekst: “Brewing coffie, please wait?”. Dus dat doen we dan maar. De molen slaat opnieuw aan en niet veel later begint het bruine goud weer te stromen. Manila. Échte koffie ’s morgens. En dat voor € 0,80 voor ongeveer twee Hollandse koppen koffie! Het begin is niet slecht.
Op de terugweg met de beker gloeiend hete koffie in mijn handen zijn mijn ogen alweer wat verder open, mijn hersenen zijn ook een beetje wakker en nu zie ik ook de schaduwzijde van Manila. Ik onderdruk het uitzicht waar ik niet aan herinnerd wil worden en wil alleen maar aan mijn koffie denken. Manila? Wat doen we eigenlijk hier? Wat bezielde me om hier naar toe te gaan?
Na die eerste grote beker volgt nog een tweede en een derde. Ondertussen is Lyka ook wakker geworden en zij kiest voor een mierzoete mix van koffie en cacao. Voor het ontbijt hoef ik niet echt na te denken nu ik zie ook de prijzen in de Slouch Hat stevig zijn gestegen. Tien euro per persoon voor een ontbijt zijn prijzen die ik zelfs in Japan of Singapore niet zou betalen! Niet wil en niet kan betalen! Toch zijn de prijzen wel begrijpelijk. Het merendeel van de cliënten van dit hotel zijn oudere mannen die gescheiden zijn of hun vrouw hebben verloren. Australische mannen met enorme pensioenen en vermogens die in de herfst van hun leven niet op een paar stuivers hoeven te kijken. Voor ons als veredelde rugzakartiesten zijn deze prijzen niet te betalen. Dat worden dus de hele week de broodjes ei met worst van de gouden bogen!
We moeten wel ruim voor tien uur in het fastfoodrestaurant zijn want dan wordt er overgeschakeld op het gewone menu van diverse soorten burgers en een èchte winnaar bij de MacDonald’s in de Filippijnen. Een klein drumstick van de kip à la KFC met een balletje rijst en een cola voor slechts € 1,60. Ik vindt het onbegrijpelijk hoeveel van die rode mandjes over de toonbank gaan maar het lijkt of de helft van de mensen in de stad hun dag hierop starten.
Twee menu’s van de broodjes ei met worst, hash brown en koffie? En nog een extra broodje ei met worst! Ik heb ze gegeten van Japan tot Indonesië en van Ierland tot de Filippijnen. Het is verbazingwekkend hoe uniform het menu van MacDonald’s is! Deze broodjes zijn ècht overal ter wereld precies hetzelfde. Het mag dan volgens velen te zout, te vet en ongezond zijn maar op reis is het een prima basis voor het begin van de dag. Ik denk: Het is hygiënisch, het is voldoende, de koffie is uitstekend en de prijs/kwaliteit verhouding is uitmuntend. Wij zitten aan het raam en kijken tijdens het eten naar buiten. Het contrast met deze kant van de dikke glazen plaat kan niet groter zijn! Binnen enkele happen in mijn broodje verschijnen de eerste straatkinderen aan de andere kant van de dikke smetteloze glazen wand.
Straatkinderen, in Nederland een woord dat gevolgd wordt door een gironummer! Straatkinderen zijn hier een plaag net als de ratten en de kakkerlakken. Het klinkt oneerbiedig maar er worden hier in de Filippijnen geen stille tochten voor kinderen of ongedierte georganiseerd. Ik kijk een meisje van een jaar of acht recht in de ogen. Matte ogen! Ogen zonder een fonkeling die je zou moeten verwachten van een kind van deze leeftijd die nog een heel leven voor zich heeft. Nee, matte ogen, als ogen van een mens dat al een zwaar en oneerlijk leven achter de rug heeft. Haar donkere zwarte lange haar hangt vet en vuil langs haar met zweren bezaaide gezicht.
Ze houd demonstratief haar hand op en zegt, zonder dat ik het door het dikke glas kan horen: ‘Coins Sir?’
Muntjes, muntjes van twee eurocent houden je hier in Manila in leven! De twee strepen vloeibare snot uit haar neusje worden strak omlijnt door vier zwarte strepen stof, straatstof, fijnstof, vuilstof. Ik neem haar zo goed als mogelijk zonder te staren in me op. Vanaf haar knieën worden haar onderbenen steeds vuiler totdat haar voeten zo zwart zijn dat het lijkt dat ze zondagse schoenen aan heeft.
Bedelaars spelen in op je schuldgevoelens! En velen voelen zich schuldig voor het leven dat ze zelf bij elkaar verdient hebben. En waarom zou ik me dan schuldig moeten voelen voor een straatkind in de Filippijnen? Er zit een veel dieper verhaal achter! Kinderen die worden verhandeld, kinderen die zijn verlaten en verkocht, kinderen die worden geprostitueerd, maar bovenal kinderen die niet meer te helpen zijn. In de harde leerschool op de straten van de straatkinderen is geen plaats voor de zwakkeren of domme, hier geld de wet van de sterkste en de wet van de jungle! Het meisje heeft ondertussen de aandacht getrokken van nog twee andere kinderen, deze keer van het andere geslacht. Zij zijn jonger en sluiten zich aan bij het meisje. Slechts gekleed in een smerig hemdje staan ze in hun blote kont aan de andere kant van de ruit hun handen op te houden. Helaas voor de jongens onder de straatkinderen hebben meisjes toch een beentje voor. In de diepe duistere onberedeneerbare instincten van de mens heeft de vrouw altijd voorrang. De vrouw die zorgt namelijk voor de voortplanting en een man is later een concurrent.
Met zijn drieën staan ze nu met hun vuile neuzen plat tegen het glas aan en spreken in koor de onhoorbare woorden: ‘Coins Sir?’
De bewaker van de gouden bogen heeft de bedelaars opgemerkt en haast zich naar buiten. Hij jaagt de kinderen weg met bedreigende woorden en angstaanjagende bewegingen van zijn armen. Bij de gouden bogen zijn ze niet gediend van enig gedrag dat de smaak van hun fastfood kan ondermijnen of aantasten. Geweld is er niet. Maar zodra de kinderen zich op een veilige afstand wanen wordt de bewaker door de lachende kinderen overspoelt met een scheldkanonnade die wij ook niet kunnen verstaan. Het is hier een dagelijks spel van kat en muis. En een beetje plezier daarbij is toch best toegestaan?
Nadat ik de broodjes en mijn koffie in mijn slokdarm heb laten verdwijnen kijk ik vanaf mijn veilige positie achter het dikke glas de straat in. Een willekeurige straat in een redelijke buurt in Manila. En geloof me, het is hier al niet om aan te zien. Er zijn nog veel slechtere buurten maar hier zou menigeen uit Nederland spontaan beginnen te janken. En er is geen oplossing! Er is niet voldoende geld in de wereld om deze problemen op te lossen. Onbewust denk ik aan het Calcutta van een paar jaar geleden. Calcutta is in mijn herinnering mooier en veiliger dan Manila. Waarschijnlijk heeft dat met geloof te maken? Hindoes en Boeddhisten staan anders in het leven. Moslims en katholieken hebben andere normen en waarden. Een andere instelling over de dood en het materiële bezit. De een geloofd in een eeuwig leven en reïncarnatie, de andere in een beloning na de dood, namelijk de hemel.
Voldaan slenteren we weer richting ons hotel. Er is wat in me verandert! Mijn gevoelens zijn nog hetzelfde maar de beleving van mijn omgeving is verandert. In een portiek van een leegstaande winkel is een straatmensenwoning gebouwd van lege kartonnen dozen. “Sony Bravia 60” ” lees is op het dikke golfkarton. Recycling mag een chique woord zijn in Nederland maar hier in de Filippijnen is het een vorm van overleven. Een lege doos van een platte breedbeeld tv een muur van een woning voor een minder bedeelde van de maatschappij. Er moet altijd iemand thuis blijven want anders is je woning snel verdwenen.
De geur die iedereen in Manila probeert de onderdrukken bereikt mijn hersenen. De stank van verschraalde urine die je bijna overal ruikt. Die mensen leven ècht op straat! Wassen zich op de straat en doen hun behoeften op de straat. AIDS en drugs zijn wijd verspreid net als alle andere besmettelijke ziekten die wij in de westerse wereld hebben overwonnen. TBC tiert welig onder de minder bedeelden, en dan heb ik het nog niet over de levensbedreigende malaria en dengue koorts. Het is in de wereld nu eenmaal niet eerlijk verdeeld en dat zal altijd zo blijven.
Het meest irriterende is eigenlijk nog dat de geïndoctrineerde bankhanger het met zijn eigen ogen op tv heeft gezien! Zij vormen een mening en wijzen met vingers. Er zijn hier geen schuldigen en slachtoffers, wij zijn allemaal slachtoffers van de medelijden industrie die elk jaar honderden miljoenen van ons geld verdelen onder zogenaamde goede doelen. Maar wel nadat er eerst uiterst riante salarissen in de “old boys club” zijn ingehouden. Ondervinden is de beste leerschool!
Alleen de gedachte maakt me al misselijk en in mijn hoofd zie ik het graf van Moeder Theresa in Calcutta. Vanuit haar eigen Albanese armoede naar de armoede in de straten van Calcutta. Wanneer jezelf van de armoede hebt geproefd weet je hoe je armoede moet bestrijden. En niet zoals die managers in hun dikke leasebakken, vette salarissen en ultieme ontslagvergoedingen. Nee, de liefdadigheid industrie zou moeten worden bestuurd door mensen die zelf weten hoe het is om arm te zijn. Maar helaas hebben velen van die groep ook van het vergif van de rijkdom geproefd en zijn daardoor voor altijd verslaafd aan het kapitalisme
Een taxichauffeur voor de Slouch Hat, een illegale taxi die daar altijd op een buitenlander staat te wachten, jaagt de kinderen weg die mij hebben gezien en de achtervolging hebben ingezet. Ik wuif data het me niets kan schelen en dat ik er geen last van heb. Wij zijn weer bij het hotel en ik haal aan de overkant nog snel een grote beker zwarte koffie. In de 7-11 vraag ik mezelf nog eens hardop af: ’Wat doen we eigenlijk in Manila?’
Copyright/Disclaimer