Gelukkig gaat het veel beter met me, maar ik ben nog nog wel wat zwakjes en mijn gewrichten doen pijn. We vragen ons nu hardop af wat de oorzaak kan zijn geweest van deze ogenschijnlijke voedselvergiftiging. Alle scenario's en mogelijkheden passeren de revue. We komen er maar niet uit! We hebben alle dagen hetzelfde gegeten in dezelfde restaurants en Lyka is niet ziek, dat is het vreemde.
Gelukkig heb ik wel trek en enkele boterhammen dik belegd met spam of plastic kaas gaan naar binnen. Weggespoeld met oploskoffie, liters dure oploskoffie. En dat verschil is goed te proeven. Buiten is het guur en grijs. Het miezert zelfs een beetje. We doen lekker rustig aan.
Ik heb weinig trek om de hele dag binnen te zitten en na een korte speurtocht in mijn Lonely Planet vraag ik Lyka, terwijl ik het antwoord al kan raden: ‘Zullen we naar de “COEX Shopping Mall” gaan?’
Haar ogen gaan wijd open en ze komt direct in beweging. Niet dat ik van plan ben om nog meer onnodige spullen te kopen maar een beetje rondhangen in de behaaglijke warmte van een winkelcentrum met tientallen restaurants is nooit verkeerd. Ik vergeet - met vanzelfsprekende opzet - erbij te vermelden dat er ook nog een tempel en een paar koninklijke graven in de buurt liggen. Dat breng ik op een later tijdstip wel heel voorzichtig in de groep!
De OV jaarkaart doet zijn werk en de ondergrondse brengt ons - met een keer overstappen - naar onze bestemming. Onderweg zijn we het station “Children’s Grand Park” gepasseerd en dat ik ook nog een mogelijke bestemming voor een dagtochtje de komende dagen.
Ook dit uitstapje laat weer een heel andere kant van de hoofdstad Seoul zien. Eigenlijk is Seoul - zoals zoveel grote steden - een kluit aaneengegroeide dorpen en stadjes. Waar we nu bovengronds zijn gekomen is het moderne Seoul. Beton, staal en glas in elkaar geklonken en verweven tot de meest lelijke gebouwen die je je maar kan voorstellen. Monsterlijke jaren zestig, zeventig, hoogbouw zonder een oog voor de esthetische kant van de architectuur. Functioneel, de lage kosten hebben het gewonnen van de schoonheid. We gaan flink heuvelopwaarts terwijl naast ons het verkeer over de brede straat - met de afmetingen van een snelweg - raast. Voor een moment denk ik dat we verkeerd lopen maar een korte blik op de GPS leert me dat de “COEX Shopping Mall” toch recht voor ons moet liggen.
Ook bij de “COEX Shopping Mall” hebben de functionaliteit en rendement bij het ontwerp hoog in het vaandel gestaan. Het is dan ook een oerlelijke toren met in de kelder het grootste ondergrondse winkelcentrum van zuid-oost Azië, en een aquarium. De rest is het Korea World Trade Center, kantoren met voldoende personeel om de ondergrondse restaurants tussen de middag te vullen. De “I-Park Tower” aan de overkant van de straat is daartegen wel een mooi stukje moderne architectuur!


Na een wandeling langs kleding en andere prullaria is het eindelijk tijd voor de lunch. Bij aankomst hadden we al een Japans fastfood restaurant gezien dat ons wel geschikt leek. Lyka zeurde nog wat na over de schoenen die ze gezien had aangevuld met de opmerking dat we alleen maar in goedkope restaurants eten. Van die opmerkingen wuif is gewoon weg want als ze niet wil eten wat de pot schaft dan eet ze maar niets!


De “Bongeunsa Temple” is een complete verrassing voor Lyka! Maar ze weet dat het klagen toch niets helpt en zwijgzaam volgt ze me over het haast verlaten terrein. Waarschijnlijk is de tempel ook na de oorlog weer herbouwd, maar dat maakt het niet minder indrukwekkend.












Het eerste graf - “Seolleung” - is voor ons meteen de laatste, we hebben het wel gezien voor vandaag. Ik ben moe en hoop dat ik de voedselvergiftiging uit mijn lichaam heb gelopen.



Het kleine restaurantje van de twee aardige vrouwen is het decor voor de avondmaaltijd. Het is gaan regenen. Met een paraplu van het hotel snellen we door de neerdalende regendruppels. Ik voel de koorts en ik ga die bestrijden met spicy pork terwijl nu Lyka de bibimbap kiest.


‘Maar waar ben ik in hemelsnaam nu zo beroerd van geworden?’