Gisteren was het een dag van bezinning, een fikse kater, een serieus gesprek tussen Lyka en mij gevolgd door de bedenkingen. McDonald’s lunch, Indiaas diner, wat een leven!



Maar ook een dagje droog! Geen alcohol om de stress te verjagen. Ook al was het gisteren zaterdag, als je maanden onderweg bent dan zeggen de dagen je niets meer. Elke dag is een maandag óf elke dag is een vrijdag, het is maar net hoe je jezelf van binnen voelt.
Lyka lijkt niet warm te lopen voor het idee om de Nederlandse taal voor het inburgerings examen te gaan leren. Dat inburgeren om een verblijfsvergunning te kunnen aanvragen is een grote hindernis, financieel en mentaal, tenzij je asielzoeker bent en een heel leger van geitenwollensokken sociale hulpverleners klaar staat om je te helpen en en te begeleiden. Nederland op zijn smalst!
Het was maar vreemd wakker worden op deze laatste zondag van november. Ik hoor duidelijk dikke druppels vallen! Na die kater van gisteren en de alcoholvrije zaterdag voel ik me weer prima. Maar die dikke druppels dan? Ik kijk uit het raam en zie de slagschaduw van het hotel op het kokende asfalt onder me op de straat.
‘Buiten regent het zeker niet!’, denk ik hardop.
Ik hoor het toch! Er vallen druppels! Ik kijk over mijn schouder en zie een verbaasde Lyka die naar me ligt te kijken.
‘Ik hoor druppels vallen!’
Ze kijkt me slaperig aan en zegt: ‘Ik ook!’
Aan de rand aan de onderkant van de spiegel boven de kaptafel zie ik druppeltjes gekleefd aan het glas. Een verdere inspectie verklaard het geluid. Er vallen dikke druppels in de asbak op de kaptafel onder de airconditioning. En niet alleen daar, ook aan de zijkant druppelt het, maar wel in mindere mate. Lyka staat naast me en moet hard lachen. We halen een oud verhaal op over een hotel dit jaar waar het ijs als hagelstenen door de slaapkamer schoot.
Het is zondag, we hebben vakantie en het is geen probleem om na drie nachten van kamer te wisselen. Ik bel de receptie en zonder problemen krijgen we deze ochtend een andere kamer.
Na een uurtje wachten kunnen we op dezelfde verdieping naar kamer 325. Zelf loop ik met onze bagage een paar keer heen en weer en Lyka bemand de nieuwe kamer. Een schone nieuwe kamer voor de komende vier nachten hoop ik.
Het ontbijt stelt op deze ochtend niet zo heel veel voor. Maar we kunnen niet klagen want door een foutje krijgen we het er voor niets bij. Maar op deze ochtend is er helaas heel weinig dat me kan bekoren. Een kort gesprek met een medewerker van het restaurant en voor RM 2 (€ 0,50) liggen er enkele minuten later twee gebakken eieren op mijn bord. Eet smakelijk. Probleem is opgelost.

Onderweg naar het winkelcentrum horen we trommels en monotoon gezang als teken dat er iets gaande is in een Chinese tempel achter een paar oude shophouses. Verder als vlaggen en een paar beelden komen we niet. Het gebeurt allemaal binnen in een kleine tempel. Ik krijg niet het gevoel dat we niet welkom zijn maar ik begrijp op hetzelfde moment toch ook dat het een besloten ritueel is.





‘Weet het het zeker?’, vraagt ze verrast.

Het is vandaag zondag, een nieuwe luie dag in Malacca. Lunch? Het is me vandaag veel te druk met dagjesmensen. In het hotel dan maar! Dat was de eerste keer goed en waarom zou het op deze zondag niet goed zijn?
We overvallen de serveerster en de kok met onze aankomst in het kleine restaurant in het hotel. De kok zit buiten de keukendeur in de schaduw op een stoel een pakje sigaretten leeg te maken terwijl de serveerster met haar hoofd op haar armen op een tafel ligt te slapen. Ik hoor haar zelfs zachtjes snurken dus ze is serieus bezig.





Een paar uur mensen kijken op een terras met een koude rakker binnen handbereik. Gefascineerd volg ik de handelingen van een verkoper die kwarteleitjes op stokjes verkoopt. Je moet er maar op komen! Het is een monnikenwerk maar ze verkopen prima. Het werk is dus niet voor niets.


