
In de trein, maandag 3 december 2012
Ik kan me niets meer van de afgelopen nacht herinneren. Ook Lyka kan zich niets meer herinneren sinds ik gisterenavond het licht in de kamer heb uitgedaan. Het eerste dat in me opkomt is eten. Helaas moet ik dat op de lange baan schuiven want we moeten een manier vinden om uit Alor Setar te ontsnappen. Snel alles ingepakt - we hebben tenslotte alleen het hoognodige uitgepakt - en dan naar buiten waar we al snel worden opgemerkt door de altijd en overal aanwezige sjacheraars in Azië die op de loer liggen voor kwetsbare toeristen.
Nadat ik de eerste sjacheraars heb weten te ontwijken wordt de overmacht te groot en wordt ons van alles aangeboden behalve dat waar we naar op zoek zijn. We willen zo snel als mogelijk naar Thailand!
‘Impossible!’, roepen ze me in koor toe en zo snel als ze op me af zijn gekomen verdwijnen ze weer naar hun schuilplaatsen in de schaduw van het busstation.
Er zijn drie sjacheraars die overgebleven en die geven ons alle adviezen waar we naar op zoek zijn en die we hard nodig hebben. We hebben de keuze uit enkele mogelijkheden die allemaal hun eigen prijskaartje hebben.
De eerste is met de taxi naar de grens tussen Maleisië en Thailand en daar overstappen op een andere taxi naar Hat Yai waar we de bus of de trein kunnen nemen naar Bangkok.
Of met de bus naar Kuala Perlis, dan met de boot naar Langkawi en dan weer verder met de boot naar Satun. Vanuit Satun zal er ongetwijfeld dagelijks een bus naar Bangkok vertrekken.
Of met de trein naar Hat Yai. Hat Yai is het grootste treinstation van Thailand in het zuiden vanwaar elke dag meerdere treinen naar Bangkok vertrekken.
‘Bangkok?’
‘Ja, Bangkok!’, we hebben in de kortst mogelijke tijd besloten om zo snel mogelijk een einde aan deze reis te maken. We zijn moe en willen zo snel mogelijk terug naar Pattaya waar we heerlijk kunnen rusten, eten en relaxen in een vertrouwde omgeving. Deze reis zit er nu op! We moeten alleen nog naar Pattaya zien te komen.
De eerste twee opties vallen beide af door een lange reistijd en de hoge kosten, dan hadden we net zo goed kunnen gaan vliegen! Dus we springen in de eerste de beste taxi die zich voor een redelijke prijs aanbied en gaan op weg naar het treinstation van “Alor Setar”.
Zoals bijna overal in Maleisië ligt het treinstation aan de rand, of net buiten de stad. Het treinstation is verlaten en door de geopende hal heen kan ik de werkzaamheden zien aan het nieuwe spoor dat eind volgend jaar klaar moet zijn. Een eindje verderop verschijnt een betonnen kolos uit de grond die het kleine houten stationsgebouw moet gaan vervangen. Alles uit naam van de vooruitgang.
‘Tutup’, “gesloten” staat er op de kartonnen kaart voor de opening in het glas van het loket.
‘Dibuka’, “Open”, 10:30 - 12:30 16:00 - 18:00, staat er onder geschreven.

De taxichauffeur is plotseling dom en doof voor mijn vraag of we een stukje mee terug naar de stad mogen rijden. Ongeïnteresseerd in een gratis ritje terug, ondanks de stevige fooi, stapt hij in zijn vijftien jaar oude “Proton Saga” en rijdt met een slippende koppeling weg. Op zo’n moment zijn de moslims in Maleisië ook bij mij niet erg populair. Lyka heeft het van een afstandje staan aankijken. Haar ogen schieten stille vragen op me af die zich gemakkelijk laten raden.

Zodra we de hoek om zijn zie ik in de verte meteen een enorm reclamebord van KFC. Niet mijn favoriete fastfood restaurant maar waarschijnlijk hebben ze er hete sterke koffie, een ontbijt, gratis internet en airconditioning. Het bord blijkt zo enorm groot dat het lijkt dat het fastfood restaurant een stuk dichterbij zou moeten liggen. Na zo’n tien minuten door de opwarmende stoffige lucht van Alor Setar stappen we eindelijk de verlossende koelte binnen. Een broodje kip, een hartige rijstepap met kip, “Bubur Ajam”, voor Lyka en twee gratis pakjes koekjes als toegift.
We installeren ons uitgebreid in het restaurant want het gaat vandaag een lange dag worden. Op het internet ontdek ik al gauw dat het haast onmogelijk is om uit “Alor Setar” naar Thailand te reizen. De sjacheraars waren dus eerlijk in hun adviezen!
De islamitische opstand die het zuiden van Thailand in haar greep heeft is hieraan de oorzaak. Geen enkele vervoerder wil de verantwoordelijkheid nemen om potentiële terroristen te vervoeren of wil dat zijn bus vol onschuldige passagiers wordt opgeblazen. Het resultaat is dat onze enige hoop om hier weg te komen is gevestigd op de (slaap)trein.
‘Wie het eerst komt, wie het eerste maalt!’, is een oeroud Nederlands gezegde dat vandaag de dag nog steeds geld. Treinkaartjes worden in dit deel van de wereld verkocht op zitplaats, staanplaatsen in de trein bestaan gewoonweg niet. Het is dus van belang om zo vroeg als mogelijk aan het loket te staan om je treinreis veilig te stellen.
Om iets over tien verdwijnt het kartonnen bordje achter het glas van het loket en het gezicht van een vrouw met een hoofddoek verschijnt. Ze kijkt me met grote ogen vreemd aan! Het zal wel niet vaak voorkomen dat er hier buitenlanders voor het loket staan?
‘Selamat pagi (goedemorgen), Is er nog plaats in de slaaptrein naar Bangkok van vandaag?’, vraag ik.
Ze ratelt op het oude smoezelige toetsenbord voor haar, ‘Nee, die is vol.’
‘En morgen?’
Opnieuw geratel, ‘Ook vol, de eerste beschikbare plaatsen zijn op 11 december beschikbaar.’
Ze begrijpt wat mijn volgende vraag zal zijn! Maar haar antwoord is voor ons een tegenvaller!
‘Kunnen we op een andere manier naar Thailand?’, vraag ik verder.
‘Ja, met de trein van 17:07’, antwoord ze met een glimlach nu haar eerste wantrouwen in de warme ochtendzon is opgelost.
‘Een gewone zitplaats tot de aan grens in “Padang Besar” en daar overstappen op de Thaise trein naar Hat Yai.’
Ik hoef niet lang na te denken over dit aanbod. We willen hier zo snel mogelijk weg!
‘Da’s oké, geef u mij maar twee zitplaatsen?’
‘Dan moet u om 16:00 terug komen’, zegt ze vriendelijk terwijl ze langs me heen kijkt naar de volgende klant.
Ik slenter langzaam terug naar het fastfood restaurant terwijl ik de ontwakende stad in me op neem. Hier zijn we dus ècht in een uithoek van Maleisië. Het lijkt alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Het lijkt zelfs dat de tijd nog steeds stil staat! Er is een groot verschil in de uitersten die deze vergeten slaperige provincie hoofdstad aan me laat zien. Magere geiten die in het afval naar wat te eten zoeken springen verschrikt op wanneer een nagelnieuwe dikke BMW langs hen heen zoeft.
In de KFC zit Lyka smachtend op me te wachten om de laatste ontwikkelingen aan te horen. Het is 10:55 en ik haal eerst nog een gratis tweede bekertje koffie voordat de klok elf uur slaat. Terwijl de koffie in mijn kartonnen bekertje loopt maak ik van het moment gebruik om aan een ander meisje achter de counter naar een paperclip te vragen. Mijn leesbril heeft nu voor de tweede keer een schroefje verloren en ook deze laatste twee dagen kan ik niet zonder. Gelukkig hebben ze er snel een gevonden en terwijl mijn koffie afkoelt repareer ik provisorisch mijn leesbril.




‘Mister!’, hoor ik vanuit de verte een vrouwenstem roepen.
Ik kijk automatisch om en zie de gehoofddoekte vrouw van de kaartverkoop naar me wenken. Ik kijk voor de zekerheid nog eens goed om me heen of ze mij wel wil spreken. Wanneer ik haar weer aankijk wenkt ze opnieuw en knikt ja.
Zodra in binnen haar bereik ben zegt ze: ‘Wilt u nog kaartjes voor de slaaptrein naar Bangkok?’
‘Natuurlijk!’, antwoord ik haar terwijl mijn hart sneller begint te kloppen.
Ze maakt een cirkel met haar arm als teken dat ik moet omlopen naar het loket.
‘Boven of beneden bed?’, vraagt ze vriendelijk.
‘Als het mogelijk is een boven- en onderbed bij elkaar?’, antwoord ik nog steeds opgewonden van de plotselinge aanbieding.
‘Geen probleem, dat is dan 202 Ringgit en 60 sen?’




De ruim zestig kilometer spoor worden afgelegd in een kleine anderhalf uur. Dit zijn de werkelijke snelheden van het openbaar vervoer in Zuidoost- Azië! Eindelijk zijn we in “Padang Besar”, de grens met Thailand. Alle pasaagiers moeten uitstappen en met al hun bagage langs de immigratie wandelen. De trein die we net hebben verlaten wordt al schoongemaakt en ontvangt morgen heel vroeg de passagiers die vandaag uit Bangkok zijn vertrokken. De immigratie is niet de enige reden dat we de trein hebben moeten verlaten. De breedte van het spoor verschild ook in Thailand en Maleisië. De trein kan gewoonweg niet verder rijden. In de toekomst moeten alle landen in Zuidoost-Azië dezelfde spoorbreedte hebben!
Onderweg naar de immigratie worden de passagiers langs een rij van “Tax-Free” marktkramen geloodst om de laatste inkopen in Maleisië te doen. We kopen enkele blikjes bier om op ons geluk te toosten en onze laatste Maleisische Ringgit kwijt te raken. Geld voor haram alcohol houdende dranken stinkt ook niet in islamitische landen.
De immigratie handelingen voor beide landen gebeuren in hetzelfde gebouwtje op een perron van het treinstation. Aan de Thaise kant is er een probleem met Lyka’s paspoort. Ze schijnen ook hier in “Padang Besar” niet te geloven dat zo’n jonge vrouw onmogelijk een visum voor een jaar kan hebben. De beambte vertrekt uit zijn hokje om waarschijnlijk zijn baas te raadplegen.
Enkele minuten later komt hij terug en ik vul snel aan: ‘Het is mijn vrouw!’, hij kijkt geamuseerd op van Lyka’s paspoort en glimlacht me toe.
‘Negentig dagen?’, zegt hij lachend.
Hij kijkt me nog een keer streng aan en knikt goedkeurend, even later valt de stempel met een klap op een lege bladzijde van Lyka's paspoort.
Bij mij gaat het allemaal wat sneller en samen lopen we opgelucht en opgewekt naar de slaaptrein die ons naar Bangkok zal brengen en al op ons staat te wachten.






De maaltijd, die inbegrepen is bij de prijs van het treinkaartje, smaakt ons uitstekend en wordt weggespoeld met een volgend koud blikje Tiger bier.
Terwijl de trein zachtjes heen en weer schud, en we luisteren naar het ‘Kedeng-Kedeng, Kedeng-Kedeng’ van de spoorstaven onder ons, hebben Lyka en ik een gesprek dat we al heel lang voor ons uit hebben geschoven. Het gaat over onze toekomst samen. Het gaat over een verplichte cursus inburgeren, met moeilijke en strenge examens, voor Nederland en er valt meteen een stilte aan tafel.
Terwijl Lyka naar buiten in het voorbij schietende uitbundig groene tropische landschap staart kijk ik naar het silhouette van de slanke lange Japanse medereizigster aan de andere zijde van het gangpad.
Wanneer we samen een toekomst in Nederland willen opbouwen zal Lyka toch de Nederlandse taal moeten gaan leren en de Nederlandse nationaliteit verkrijgen! Of ze dat wil of niet. We kijken elkaar in stilte aan en ik peil de diepte in haar ogen. We luisteren naar elkaars argumenten en angsten. Ik heb terloops op het internet al wat taalscholen bekeken en een schatting gemaakt van de kosten die deze operatie met zich mee zullen brengen. Die kosten zijn ook niet gering maar ook niet onoverkomelijk! De kosten gaan nu eenmaal voor de baat uit.
Gelukkig ziet Lyka ook de noodzaak van deze taalcursus in en we spreken af zodra we weer in Pattaya zijn om samen alles nog eens rustig te bekijken. Gelukkig is de toon van dit belangrijke gesprek veranderd. Het voelt niet meer aan als vooruit schuiven van een belangrijke beslissing. Die beslissing is in onze harten al genomen, het gaat nu alleen nog om de invulling. Er is een enorme last van mijn schouders gevallen. Ik ben blij dat we eindelijk de volgende stap kunnen gaan maken om voor een heel lange tijd samen te blijven.



Vermoeid van de lange dag en alle opwinding kruipt Lyka al snel in het bovenste bed. Dat bed is net breed genoeg voor twee personen en wij zijn niet de enige in de wagon die samen op het onderste matras slapen. Een oudere Thaise vrouw glimlacht me toe voordat ze naast haar gehandicapte man in het bed voor ons kruipt. Af en toe komt Lyka’s hoofdje achter het gordijntje vandaan met een vragende glimlach.
‘Waar blijf je nou?’


Het is onze laatste nacht van deze mooie reis naar Singapore en Maleisië, morgen worden we wakker ergens diep in Thailand, in de buurt van “Prachuap Khiri Khan” schat ik. Na een dozijn pagina’s kruip ik tegen mijn meisje aan die al vertrokken is naar dromenland. Een kusje op haar voorhoofd en ik vlij me zachtjes naast haar neer. We slapen samen in het smalle onderste bed van de slaaptrein.
De laatste gedachten en gevoelens die door me heen schieten zijn heerlijk warm en bevredigend. De laatste stap om samen in Nederland een toekomst op te bouwen is eindelijk gezet. Het zal niet gemakkelijk worden maar we moeten beiden onze schouders eronder zetten om het inburgeringsproces tot een succes te maken.