Edinburgh (Deans Flat), 29 december 1998
Terwijl buiten de zwarten zwarter worden en de donker groenen ook langzaam naar het zwart vertrekken springen de lichten in de stad aan. Plotseling komen er zand gele tonen in een zee van duisternis. Licht en donker, het grootste contrast denkbaar.
Eindelijk brengt het meisje mij de kom “Chili con Carne”, vergezeld met vele excuses die ik met een vriendelijke glimlach wegwuif. Eindelijk kan ik eten. Een Chili CC en een pint droge Cider, terwijl buiten de mensen met vermoeide gezichten de zware tassen naar huis zeulen.
Kerstmis in Schotland, een overvloed. Alleen aan een tafel in “The Maltshovel”, met tranen in mijn ogen. De Chili smaakt mij goed en terwijl “The Maltshovel” langzaam volloopt denk ik aan Tessa. Ze is samen met hem maar toch alleen. Het komt een beetje vreemd op mij over, ik zie en voel van alles. Kleuren, geluiden, geuren en smaken smelten langzaam samen tot een genot dat reizen heet.
dinsdag 29 december 1998
donderdag 30 april 1998
Wordt vervolgd!
Er zijn nog meer verhalen over deze reis, ze worden in de toekomst gepubliceerd.
Meer verhalen over:
Australië
woensdag 15 april 1998
Australië: Naar Bateman’s Bay
Bateman’s Bay (Bateman’s Bay YHA), woensdag 15 april 1998
Gisteren heb ik ontdekt dat het vandaag niet nodig is om vroeg op te staan. De bussen rijden hier zo onregelmatig dat de eerste, van de twee per dag, pas rond de middag het dorp zal passeren.
Wanneer ik op zoek ga naar het toilet blijken de andere twee slaapkamers leeg. Een gezin van zeven mensen is zonder een geruis vertrokken en is voor altijd een herinnering. Een zoete herinnering. Melancholiek denk ik aan het feit dat ik deze aardige mensen nooit meer zal zien maar ook nooit meer zal vergeten.
Brian is ook redelijk vroeg wakker en op deze ochtend hebben we tot half twaalf niets beters te doen dan onze voedselvoorraad tot een minimum terug te brengen en onze rugzakken in te pakken. Een per ongeluk gevonden oude transistorradio brengt nog wat leven in de brouwerij. Een oude traditionele brouwerij want de muziekkeuze van de plaatselijke dj is verre van modern te noemen. Alsof de tijd hier heel lang heeft stilgestaan!
Om half twaalf staan we langs de “Princes Highway” op ongeveer dezelfde plaats waar we twee dagen geleden zijn uitgestapt. Het is wachten op een bus die hier twee keer per dag op ongeveer hetzelfde tijdstip passeert. Verveeld staan we in de zon te wachten. Ik sta wat te mijmeren over deze verloren dag. Eerst wachten, dan reizen, het einde van 15 april 1998! Veel geld uitgegeven en niets gedaan!
De bus verschijnt op maximaal vijf minuten van de geschatte tijd aan de horizon. Een voorzichtig armgebaar om de snelheid te minderen naar de chauffeur en de twee rugzakken achter ons in de berm zijn voldoende. De motor verliest haar toerental en de perslucht zet de remmen in werking. Het is allemaal heel efficiënt!
‘Tickets Please?’
‘Eh, we dachten dat we in de bus konden betalen?’
‘Get in? Koop maar kaartjes in de terminal waar we pauzeren’
We nemen niet eens de moeite om onze rugzakken onder in het beest te plaatsen. Het is niet erg druk in de bus, ongeveer half vol schat ik, dus de rugzakken zijn voor het eerste deel van het traject geen probleem.
Ongeveer een uur later arriveren we bij de “Premier Motor Service Bus Terminal” in Nowra. De twee vervoersbewijzen zijn snel gekocht en het is onbegrijpelijk hoe vriendelijk en rustig deze mensen blijven. Ons gesprek is een aaneenschakeling van ‘no problem!’ met een brede glimlach.
Tijdens de drie uur rijden naar Bateman’s Bay begin ik eigenlijk voor het eerst gevoel te ontwikkelen voor de enorme afmetingen van dit land. In twee dagen hebben we ongeveer de afstand afgelegd van Amsterdam naar Parijs. Deze afstand is in Australië te verwaarlozen! Het is maar een heel klein stukje in New South Wales!
Na aankomst in Bateman’s Bay is het nog ongeveer een kilometer lopen naar de “Bateman’s Bay YHA”. Het is een rechte weg dus verdwalen zullen we niet snel. Verrast zijn we wel bij aankomst. Het “Bateman’s Bay YHA” blijkt een soort van camping te zijn. Behalve een hoofdgebouw met dormitoria zijn er ook caravans die ze bij leegstand als slaapplaatsen voor backpackers gebruiken. Of wij er bezwaar tegen hebben om samen in een caravan te slapen? Voordat Brian ook maar zijn adem heeft uitgeblazen heb ik het plan al goed gekeurd. Duidelijk tegen de zin van Brian in! Dit probleem los is later wel op!
De vier vouchers uit onze boekjes zijn ook hier geen probleem! Op weg naar de caravan gaat het mis. Brian laat me weten dat hij het niet ziet zitten om samen met mij in de caravan te slapen! Nou, dan ga je dat maar regelen, mijn excuses dat ik alles voor je heb geregeld. Doe het zelf maar!
De receptionist zal wel vreemd hebben gekeken toen Brian binnen enkele minuten weer terug was. Mij maakt het weinig uit! Het lijkt dat ik een leuke caravan vier nachten voor mezelf heb.
Mijn spullen gaan naar binnen, de deur op slot en nog even gebruik maken van het daglicht. Na een iets te over prijsde pizza voel ik toch sporen van geestelijke en lichamelijke vermoeidheid. Met mijn handen onder mijn hoofd naar het plafond starend drijven mijn gedachten het oneindige universum in. Morgen maar eens rustig rondkijken in deze kleine toeristenstad.
Gisteren heb ik ontdekt dat het vandaag niet nodig is om vroeg op te staan. De bussen rijden hier zo onregelmatig dat de eerste, van de twee per dag, pas rond de middag het dorp zal passeren.
Wanneer ik op zoek ga naar het toilet blijken de andere twee slaapkamers leeg. Een gezin van zeven mensen is zonder een geruis vertrokken en is voor altijd een herinnering. Een zoete herinnering. Melancholiek denk ik aan het feit dat ik deze aardige mensen nooit meer zal zien maar ook nooit meer zal vergeten.
Brian is ook redelijk vroeg wakker en op deze ochtend hebben we tot half twaalf niets beters te doen dan onze voedselvoorraad tot een minimum terug te brengen en onze rugzakken in te pakken. Een per ongeluk gevonden oude transistorradio brengt nog wat leven in de brouwerij. Een oude traditionele brouwerij want de muziekkeuze van de plaatselijke dj is verre van modern te noemen. Alsof de tijd hier heel lang heeft stilgestaan!
Om half twaalf staan we langs de “Princes Highway” op ongeveer dezelfde plaats waar we twee dagen geleden zijn uitgestapt. Het is wachten op een bus die hier twee keer per dag op ongeveer hetzelfde tijdstip passeert. Verveeld staan we in de zon te wachten. Ik sta wat te mijmeren over deze verloren dag. Eerst wachten, dan reizen, het einde van 15 april 1998! Veel geld uitgegeven en niets gedaan!
De bus verschijnt op maximaal vijf minuten van de geschatte tijd aan de horizon. Een voorzichtig armgebaar om de snelheid te minderen naar de chauffeur en de twee rugzakken achter ons in de berm zijn voldoende. De motor verliest haar toerental en de perslucht zet de remmen in werking. Het is allemaal heel efficiënt!
‘Tickets Please?’
‘Eh, we dachten dat we in de bus konden betalen?’
‘Get in? Koop maar kaartjes in de terminal waar we pauzeren’
We nemen niet eens de moeite om onze rugzakken onder in het beest te plaatsen. Het is niet erg druk in de bus, ongeveer half vol schat ik, dus de rugzakken zijn voor het eerste deel van het traject geen probleem.
Ongeveer een uur later arriveren we bij de “Premier Motor Service Bus Terminal” in Nowra. De twee vervoersbewijzen zijn snel gekocht en het is onbegrijpelijk hoe vriendelijk en rustig deze mensen blijven. Ons gesprek is een aaneenschakeling van ‘no problem!’ met een brede glimlach.
Tijdens de drie uur rijden naar Bateman’s Bay begin ik eigenlijk voor het eerst gevoel te ontwikkelen voor de enorme afmetingen van dit land. In twee dagen hebben we ongeveer de afstand afgelegd van Amsterdam naar Parijs. Deze afstand is in Australië te verwaarlozen! Het is maar een heel klein stukje in New South Wales!
Na aankomst in Bateman’s Bay is het nog ongeveer een kilometer lopen naar de “Bateman’s Bay YHA”. Het is een rechte weg dus verdwalen zullen we niet snel. Verrast zijn we wel bij aankomst. Het “Bateman’s Bay YHA” blijkt een soort van camping te zijn. Behalve een hoofdgebouw met dormitoria zijn er ook caravans die ze bij leegstand als slaapplaatsen voor backpackers gebruiken. Of wij er bezwaar tegen hebben om samen in een caravan te slapen? Voordat Brian ook maar zijn adem heeft uitgeblazen heb ik het plan al goed gekeurd. Duidelijk tegen de zin van Brian in! Dit probleem los is later wel op!
De vier vouchers uit onze boekjes zijn ook hier geen probleem! Op weg naar de caravan gaat het mis. Brian laat me weten dat hij het niet ziet zitten om samen met mij in de caravan te slapen! Nou, dan ga je dat maar regelen, mijn excuses dat ik alles voor je heb geregeld. Doe het zelf maar!
De receptionist zal wel vreemd hebben gekeken toen Brian binnen enkele minuten weer terug was. Mij maakt het weinig uit! Het lijkt dat ik een leuke caravan vier nachten voor mezelf heb.
Mijn spullen gaan naar binnen, de deur op slot en nog even gebruik maken van het daglicht. Na een iets te over prijsde pizza voel ik toch sporen van geestelijke en lichamelijke vermoeidheid. Met mijn handen onder mijn hoofd naar het plafond starend drijven mijn gedachten het oneindige universum in. Morgen maar eens rustig rondkijken in deze kleine toeristenstad.
Meer verhalen over:
Australië
dinsdag 14 april 1998
Australië: Gerringong
Gerringong (Gerringong YHA), dinsdag 14 april 1998
Vandaag was het zeker een zeer vreemde dag! Vanaf het moment dat ik mijn ogen opende, de wekker liep om zeven uur af, scheen de zon als nooit tevoren. In de kamer naast me hoor ik licht snurken. Voor nu geen probleem maar ik ga echt niet tot tien uur zitten wachten of mijn reisgenoot eindelijk klaar is om aan de dag te beginnen.
Als eerste maar even een foto van de jeugdherberg. Het is niet de eerste foto van het gebouw waar ik heb overnacht en het zal zeker ook niet te laatste zijn. Eenmaal in de keuken begin ik aan mijn ontbijt. Ik heb een half dozijn eieren, een koude braadworst en nog een paar boterhammen van gisteren. Samen met een “gratis kop oploskoffie”, die zal dus wel in elke jeugdherberg gratis zijn, is het wel te pruimen. Op de plank “Free Food” staan twee eenzame aangebroken flessen “Canola Oil”. Ik heb geen idee wat een canola is maar bij gebrek aan margarine glijden er twee eieren in de hete olie.
Ik zit nog niet achter mijn bord en Brian verschijnt in de keuken. Zijn vaste ritueel van oude boterhammen met pindakaas begint meteen aangevuld met een enorme mok thee. Naarstig op zoek naar gratis melk in de koelkast dringt het uiteindelijk tot hem door dat hij hier geen melk zal vinden. Hij zal de melk zelf moeten kopen! Die pijnlijke gedacht maakt dat hij zonder te klagen maar tegen zijn zin in de thee zonder melk drinkt.
Tijdens het ontbijt wordt er niet veel gesproken. In stilte werken we het ontbijt naar binnen en doen meteen de afwas. Kan ook maar klaar zijn en de opgeplakte A4tjes zijn duidelijk over wat er van de gasten wordt verwacht. Wanneer er eindelijk in onze monden woorden worden geformeerd gaat het over boodschappen doen. Laten we dat maar eerst gaan doen zodat we de rest van de dag voor ons zelf hebben.
Onderweg naar de kleine supermarkt razen de meest uiteenlopende gedachten door mijn hoofd. Over die raadselachtige “Canola olie”, die zal in elke jeugdherberg wel staan want wie neemt het risico van een plastic fles plantaardige olie in zijn rugzak? In mijn gedachten maak ik een lijst met dagelijkse boodschappen die je ook niet in je rugzak wil vervoeren. Ik kom niet verder dan melk en yoghurt. Geen wonder dat Brian vanochtend zo vreemd keek! Zelf gebruik ik absoluut zo weinig mogelijke melk en daarom is het mij ook niet opgevallen. Eieren gaat nog wel, per half dozijn voor twee dagen moet dat geen probleem zijn. Twee keer twee bakken en een keer twee eieren hard koken voor onderweg in de bus of trein.
Vlees uit de diepvries komt alleen in kiloverpakkingen! Dat lijkt een nadeel maar het vlees is hier zo goedkoop dat je je kan veroorloven om de helft weg te gooien. Dan is er ook nog een verassing! Brian stelt voor om samen een kilo worsten te kopen. Hij beseft alleen niet dat ik nog de helft van gisteren ongebakken in de koelkast heb liggen. Ik zie in zijn ogen dat hij spijt heeft dat hij gisteren niet de helft heeft meebetaald. Voor een potje mosterd mag hij de helft van de helft van me hebben! Die mosterd kost wel iets meer dan een half pond braadworst maar hij begrijpt dat hij beter zijn mond kan houden.
Nadat we de boodschappen van de verplichte stickers hebben voorzien met daarop,
1: Naam
2: Aankoopdatum
3: Vertrekdatum
en in de koelkast hebben achtergelaten gaan we op pad om Gerringong te ontdekken. Na enkele straten weten we beiden dat hier weinig tot niets te ontdekken valt. Bij een helling om boten vanaf een aanhanger te water te laten staan drie mannen, tot groot genoegen van enkele enorme pelikanen, vis schoon te maken. Vanzelfsprekend ga ik in gesprek en kom tijdens ons gesprek tot de ontdekking dat deze mannen twee keer vissen. De eerste keer vangen ze deze grote “Yellowfin Tuna” die ze dan aan repen snijden om als aas te dienen voor diepzee baars. Die laatste zit op dieptes tot wel 200 meter! Ik vind het allemaal heel interessant terwijl de stadse jongen uit Glasgow duidelijk laat weten dat het hem maar weinig interesseert.
Totdat met de van mij bekende brutaliteit vraag of wij een stuk van die vis kunnen krijgen! De vis ziet er prima uit! Mooi rood vet vlees waar nog wat bloed uit sijpelt. De vissers moeten hard lachen om mijn vraag want zij zouden deze vissen nooit eten. Ze zijn niet slecht maar er zit betere vis in de zee. Je moet ze alleen nog vangen!
Met een moot vis van zeker twee kilo in een plastic tasje lopen we even later weer richting de jeugdherberg. Sticker aanbrengen en dan snel weer op pad om de dag tot een einde te brengen.
Bij terugkomst zijn de vissers en de boten verdwenen. Alleen de likkebaardende pelikanen staan op een volgende boot met vissers te wachten. Vanaf daar is het slenteren langs de kustlijn. In stilte analyseer ik de dag tot nu toe. Het grootste vraagteken staat achter: Wat doe ik in hemelsnaam hier? Het antwoord is na lang wikken en wegen: De tijd doden!
Met een haast filosofische gedachte vraag ik me af wat het wat doel, het wat en waarom is om in een verlaten dorp aan de zuidoostelijke kust van Australië en hele dag door te brengen.
Gelukkig is het heerlijk weer want vandaag onder regenachtige omstandigheden doorbrengen had zeker een depressie bij me opgeroepen! Bij het natuurlijke zwembad in de rotsen is het water een stuk warmer dan in de zee. Het nodigt uit om te zwemmen en het duurt niet lang voordat ik in het zeer zoute water dobber.
Brian kijkt vanaf een afstand in de schaduw van de rotsen. Hij heeft geen zwembroek bij zich en hij houd niet zo van zwemmen. Nu staat Schotland niet bekend om haar fantastische zomers maar eerder om de yoghurt witte lichamen. Een lange tijd in Australië moet je toch zeker laten besluiten om tenminste een zwembroek aan te schaffen?
Na een heerlijke tijd in en om in het water wordt het tijd om weer terug naar de jeugdherberg te gaan. Wat we daar aantreffen zet me opnieuw aan het twijfelen over mijn reis van drie maanden door Australië! Een gezin met vijf kinderen heeft intrek genomen in de gemeenschappelijke ruimte en het is me meteen duidelijk dat het met de rust gedaan is. Alhoewel?
Het blijken een rondreizende dominee en zijn vrouw te zijn. Ze zijn heel beschaafd en de kinderen zeer goed opgevoed. Ze hebben de vis en de braadworsten al gezien dus stelt ze de overbodige vraag of de etenswaren in de koelkast van ons zijn. Brian en ik kijken elkaar verbaasd aan. De vis is ècht teveel voor ons samen en weggooien is zonde. Ik stel dus meteen voor om met zijn negenen de vis te delen en het brood te breken. Het echtpaar kan de grap niet waarderen, over god en Jezus maak je namelijk geen grappen!
Zodra ik mijn verdiende biertje voor de dag haal heft de vrouw haar verbiedende wijsvinger op. Het staat duidelijk in de reglementen van de “YHA Australia” dat er in hun jeugdherbergen geen alcohol genuttigd mag worden! Verbaasd zet ik het geopende flesje terug in de koelkast. Gelukkig komen we al snel tot een compromis. Mijn gekochte sixpack mag niet worden genuttigd zolang de kinderen nog niet in bed liggen! Ik ben verbaasd en verward, wat overkomt me nu? Dat was in Katoomba toch wel anders!
De vrouw kookt een heerlijke pasta met de tonijn uit de oven. Een salade en wat brood maakt de maaltijd compleet. Brian begint zich steeds vreemder te gedragen en het lijkt wel dat hij zich steeds slechter voelt naar mate de groep mensen om hem heen groter wordt. Ik hoop in ieder geval niet dat het probleem groter zal worden.
De kinderen gaan naar bed en Brian moet naar mijn kamer verhuizen omdat het gezin twee slaapkamers in gebruik neemt. Binnen een kwartier is Brian ook verdwenen en blijf ik alleen achter in de gemeenschappelijke kamer met de dominee en zijn vrouw. Het is een hele leerzame en gezellige avond.
Vreemde vogels die Australiërs, deze twee mensen hebben hun huis verkocht en zijn met hun kinderen door hun land aan het reizen tot het geld bijna op is. Onderweg leid de man nog wel eens een dienst in een verlaten kerk in een afgelegen nederzetting en doet de vrouw kleine klusjes voor ouderen. Slapen doen ze meestal gratis omdat de grote huizen meestal wel een of twee ongebruikte slaapkamers hebben. Ik krijg romantische beelden van mijn eigen reis en met een prima gevoel neem ik afscheid. Morgen vervolgen we onze eigen zoektocht!
Vandaag was het zeker een zeer vreemde dag! Vanaf het moment dat ik mijn ogen opende, de wekker liep om zeven uur af, scheen de zon als nooit tevoren. In de kamer naast me hoor ik licht snurken. Voor nu geen probleem maar ik ga echt niet tot tien uur zitten wachten of mijn reisgenoot eindelijk klaar is om aan de dag te beginnen.
Als eerste maar even een foto van de jeugdherberg. Het is niet de eerste foto van het gebouw waar ik heb overnacht en het zal zeker ook niet te laatste zijn. Eenmaal in de keuken begin ik aan mijn ontbijt. Ik heb een half dozijn eieren, een koude braadworst en nog een paar boterhammen van gisteren. Samen met een “gratis kop oploskoffie”, die zal dus wel in elke jeugdherberg gratis zijn, is het wel te pruimen. Op de plank “Free Food” staan twee eenzame aangebroken flessen “Canola Oil”. Ik heb geen idee wat een canola is maar bij gebrek aan margarine glijden er twee eieren in de hete olie.
Ik zit nog niet achter mijn bord en Brian verschijnt in de keuken. Zijn vaste ritueel van oude boterhammen met pindakaas begint meteen aangevuld met een enorme mok thee. Naarstig op zoek naar gratis melk in de koelkast dringt het uiteindelijk tot hem door dat hij hier geen melk zal vinden. Hij zal de melk zelf moeten kopen! Die pijnlijke gedacht maakt dat hij zonder te klagen maar tegen zijn zin in de thee zonder melk drinkt.
Tijdens het ontbijt wordt er niet veel gesproken. In stilte werken we het ontbijt naar binnen en doen meteen de afwas. Kan ook maar klaar zijn en de opgeplakte A4tjes zijn duidelijk over wat er van de gasten wordt verwacht. Wanneer er eindelijk in onze monden woorden worden geformeerd gaat het over boodschappen doen. Laten we dat maar eerst gaan doen zodat we de rest van de dag voor ons zelf hebben.
Onderweg naar de kleine supermarkt razen de meest uiteenlopende gedachten door mijn hoofd. Over die raadselachtige “Canola olie”, die zal in elke jeugdherberg wel staan want wie neemt het risico van een plastic fles plantaardige olie in zijn rugzak? In mijn gedachten maak ik een lijst met dagelijkse boodschappen die je ook niet in je rugzak wil vervoeren. Ik kom niet verder dan melk en yoghurt. Geen wonder dat Brian vanochtend zo vreemd keek! Zelf gebruik ik absoluut zo weinig mogelijke melk en daarom is het mij ook niet opgevallen. Eieren gaat nog wel, per half dozijn voor twee dagen moet dat geen probleem zijn. Twee keer twee bakken en een keer twee eieren hard koken voor onderweg in de bus of trein.
Vlees uit de diepvries komt alleen in kiloverpakkingen! Dat lijkt een nadeel maar het vlees is hier zo goedkoop dat je je kan veroorloven om de helft weg te gooien. Dan is er ook nog een verassing! Brian stelt voor om samen een kilo worsten te kopen. Hij beseft alleen niet dat ik nog de helft van gisteren ongebakken in de koelkast heb liggen. Ik zie in zijn ogen dat hij spijt heeft dat hij gisteren niet de helft heeft meebetaald. Voor een potje mosterd mag hij de helft van de helft van me hebben! Die mosterd kost wel iets meer dan een half pond braadworst maar hij begrijpt dat hij beter zijn mond kan houden.
Nadat we de boodschappen van de verplichte stickers hebben voorzien met daarop,
1: Naam
2: Aankoopdatum
3: Vertrekdatum
en in de koelkast hebben achtergelaten gaan we op pad om Gerringong te ontdekken. Na enkele straten weten we beiden dat hier weinig tot niets te ontdekken valt. Bij een helling om boten vanaf een aanhanger te water te laten staan drie mannen, tot groot genoegen van enkele enorme pelikanen, vis schoon te maken. Vanzelfsprekend ga ik in gesprek en kom tijdens ons gesprek tot de ontdekking dat deze mannen twee keer vissen. De eerste keer vangen ze deze grote “Yellowfin Tuna” die ze dan aan repen snijden om als aas te dienen voor diepzee baars. Die laatste zit op dieptes tot wel 200 meter! Ik vind het allemaal heel interessant terwijl de stadse jongen uit Glasgow duidelijk laat weten dat het hem maar weinig interesseert.
Totdat met de van mij bekende brutaliteit vraag of wij een stuk van die vis kunnen krijgen! De vis ziet er prima uit! Mooi rood vet vlees waar nog wat bloed uit sijpelt. De vissers moeten hard lachen om mijn vraag want zij zouden deze vissen nooit eten. Ze zijn niet slecht maar er zit betere vis in de zee. Je moet ze alleen nog vangen!
Met een moot vis van zeker twee kilo in een plastic tasje lopen we even later weer richting de jeugdherberg. Sticker aanbrengen en dan snel weer op pad om de dag tot een einde te brengen.
Bij terugkomst zijn de vissers en de boten verdwenen. Alleen de likkebaardende pelikanen staan op een volgende boot met vissers te wachten. Vanaf daar is het slenteren langs de kustlijn. In stilte analyseer ik de dag tot nu toe. Het grootste vraagteken staat achter: Wat doe ik in hemelsnaam hier? Het antwoord is na lang wikken en wegen: De tijd doden!
Met een haast filosofische gedachte vraag ik me af wat het wat doel, het wat en waarom is om in een verlaten dorp aan de zuidoostelijke kust van Australië en hele dag door te brengen.
Gelukkig is het heerlijk weer want vandaag onder regenachtige omstandigheden doorbrengen had zeker een depressie bij me opgeroepen! Bij het natuurlijke zwembad in de rotsen is het water een stuk warmer dan in de zee. Het nodigt uit om te zwemmen en het duurt niet lang voordat ik in het zeer zoute water dobber.
Brian kijkt vanaf een afstand in de schaduw van de rotsen. Hij heeft geen zwembroek bij zich en hij houd niet zo van zwemmen. Nu staat Schotland niet bekend om haar fantastische zomers maar eerder om de yoghurt witte lichamen. Een lange tijd in Australië moet je toch zeker laten besluiten om tenminste een zwembroek aan te schaffen?
Na een heerlijke tijd in en om in het water wordt het tijd om weer terug naar de jeugdherberg te gaan. Wat we daar aantreffen zet me opnieuw aan het twijfelen over mijn reis van drie maanden door Australië! Een gezin met vijf kinderen heeft intrek genomen in de gemeenschappelijke ruimte en het is me meteen duidelijk dat het met de rust gedaan is. Alhoewel?
Het blijken een rondreizende dominee en zijn vrouw te zijn. Ze zijn heel beschaafd en de kinderen zeer goed opgevoed. Ze hebben de vis en de braadworsten al gezien dus stelt ze de overbodige vraag of de etenswaren in de koelkast van ons zijn. Brian en ik kijken elkaar verbaasd aan. De vis is ècht teveel voor ons samen en weggooien is zonde. Ik stel dus meteen voor om met zijn negenen de vis te delen en het brood te breken. Het echtpaar kan de grap niet waarderen, over god en Jezus maak je namelijk geen grappen!
Zodra ik mijn verdiende biertje voor de dag haal heft de vrouw haar verbiedende wijsvinger op. Het staat duidelijk in de reglementen van de “YHA Australia” dat er in hun jeugdherbergen geen alcohol genuttigd mag worden! Verbaasd zet ik het geopende flesje terug in de koelkast. Gelukkig komen we al snel tot een compromis. Mijn gekochte sixpack mag niet worden genuttigd zolang de kinderen nog niet in bed liggen! Ik ben verbaasd en verward, wat overkomt me nu? Dat was in Katoomba toch wel anders!
De vrouw kookt een heerlijke pasta met de tonijn uit de oven. Een salade en wat brood maakt de maaltijd compleet. Brian begint zich steeds vreemder te gedragen en het lijkt wel dat hij zich steeds slechter voelt naar mate de groep mensen om hem heen groter wordt. Ik hoop in ieder geval niet dat het probleem groter zal worden.
De kinderen gaan naar bed en Brian moet naar mijn kamer verhuizen omdat het gezin twee slaapkamers in gebruik neemt. Binnen een kwartier is Brian ook verdwenen en blijf ik alleen achter in de gemeenschappelijke kamer met de dominee en zijn vrouw. Het is een hele leerzame en gezellige avond.
Vreemde vogels die Australiërs, deze twee mensen hebben hun huis verkocht en zijn met hun kinderen door hun land aan het reizen tot het geld bijna op is. Onderweg leid de man nog wel eens een dienst in een verlaten kerk in een afgelegen nederzetting en doet de vrouw kleine klusjes voor ouderen. Slapen doen ze meestal gratis omdat de grote huizen meestal wel een of twee ongebruikte slaapkamers hebben. Ik krijg romantische beelden van mijn eigen reis en met een prima gevoel neem ik afscheid. Morgen vervolgen we onze eigen zoektocht!
Meer verhalen over:
Australië
maandag 13 april 1998
Australië: Openbaar vervoer
Gerringong (Gerringong YHA), maandag 13 april 1998
Vandaag gaan we verder richting het zuiden. Ik heb een raar gevoel van binnen. Er is geen haast en er zijn de komende maanden maar twee data wanneer ik werkelijk op tijd op een bepaalde plaats moet zijn. De laatste is het belangrijkste, dat is de datum wanneer ik weer terug naar Nederland vlieg. De andere is de datum dat ik een afspraak in Melbourne heb. Verder probeer ik niet te snel, maar ook niet al te langzaam, een rondje oost-Australië te maken.
Vandaag heb ik mijn eerste reisgenoot, Brian uit Glasgow heeft ervoor gekozen om samen met mij een stukje verder te reizen. Hij wacht beneden in het restaurant op me. Hij slaapt namelijk in een privé jeugdherberg omdat die enkele dollars per nacht goedkoper is. Ieder zijn ding maar een beetje rust, hygiëne en veiligheid heeft een prijs.
Aan de informatiebalie heb ik enkele vertrektijden gekregen en rond de middag vertrekken er twee treinen richting het zuiden. Onze bestemming voor vandaag is Gerringong. De reden daarvoor is simpel. Het is een aardig stuk naar het zuiden, er is een YHA-jeugdherberg en we hebben geen betere opties voorhanden.
Nadat ik alles weer in mijn rugzak heb gepakt en de locker en onder het bed heb gecontroleerd of ik niets ben vergeten ga ik op pad. Man wat weegt die rugzak zwaar! Het is de eerste keer dat ik met zo’n ding onderweg ben en ik realiseer me dat ik nog veel heb te leren over het reizen met een rugzak. In de jeugdherberg zie je rugzakken die de helft kleiner zijn maar ik heb ze ook al veel groter gezien! Er zit dus aardig wat overbodige bagage in.
Zoals afgesproken staat Brian beneden naast de receptie op me te wachten. Er heerst hier een zwaar regime met veel discipline. Geen gast van de jeugdherberg, geen toegang! Veiligheid gaat boven alles! Ongemakkelijk kletsent gaan we richting het station dat naast de jeugdherberg ligt. Kaartjes zijn snel gekocht en voor de kleine vier uur reistijd wordt er nog wat proviand ingeslagen. Hier krijg ik meteen al een vreemd gevoel. Brian vult twee flessen met kraanwater en zijn tas puilt uit met boterhammen.
‘Free breakfast in hostel!’, brabbelt hij verontschuldigend wanneer hij zich betrapt voelt.
Ik haal mijn wenkbrauwen op en koop een grote beker koffie, wat zoete koeken en twee zakjes chips. IJskoude cola heb ik al uit de automaat in de jeugdherberg gehaald, de twee blikken zitten in wollen sokken om zo lang mogelijk koel te blijven.
Zodra de trein zich in beweging heeft gezet, en de skyline van Sydney langzaam uit het zicht verdwijnt, realiseer ik me dat ik voorlopig hier niet meer zal terugkeren. Het treinstel rammelt en schud heen en weer. Het is heel rustig in de trein en ik vraag me af of er hier wel geld wordt verdiend. Hoe groter het land des te moeilijker het openbaar vervoer heb ik wel eens gelezen. Wellicht dat de treinen ’s morgens en ’s avonds tot aan de nok gevuld zijn.
We blijken al snel door onze gespreksstof heen en het grootste gedeelte van de treinreis brengen we door in stilte. Om eerlijk te zijn kan het me weinig schelen. Ik geniet van de stilte en de uitzichten in de trein. Dan weer zie ik de ruige zee op de kust slaan en vervolgens de groene rollende heuvels van New South Wales. In Kiama gaan we over op de bus naar Gerringong. Tot nu toe gaat het allemaal op rolletjes! Maar zodra we uit de bus stappen staan we samen geheel verloren aan de rand van de haast lege snelweg aan de rand van een verlaten dorp. Hier is zo weinig werk dat de jonge mensen allemaal naar de stad zijn vertrokken en alleen de gepensioneerden met weinig wensen zijn achtergebleven.
Met de “Lonely Planet” in de hand gaan we op zoek naar de “Gerringong YHA”. Ook dat is gemakkelijker dan ik had verwacht. Australië is een relatief jong land dus haast alle nederzettingen zijn van de laatste honderdvijftig jaar. Alle wegen en straten liggen loodrecht op elkaar tenzij het landschap dat niet toeliet. Met verbazing kijken we samen naar het grote houten gebouw met het typische dak van een Australisch huis, buiten de steden. Een klein bordje aan het hek met het bekende huisje en boompje geeft aan dat we op het juiste adres zijn.
We kloppen op de deur en we bellen aan maar er is geen enkele beweging binnen de jeugdherberg te bekennen. Verbaasd als we zijn probeer ik uiteindelijk maar of de deur misschien niet op slot is. En ja, de deur is gewoon open en verbaasd slepen we onze rugzakken naar binnen.
Na een kleine hal komen we in een grote kamer die hoogstwaarschijnlijk de gemeenschappelijke ruimte is. Brian vult direct weer zijn waterflessen en valt neer op een plastic keukenstoel. Ik heb geen zin om te wachten dus ga ik op onderzoek uit. De slaapkamers met de stapelbedden zijn snel gevonden. Er is in geen enkele slaapkamer een spoor van bewoning te vinden! Al snel begrijp ik dat de eigenaar van dit onverkoopbare huis er uit nood maar een jeugdherberg van heeft gemaakt. Hij zal straks wel langskomen om het een en ander te regelen. Wachten heeft dus geen zin! We zetten onze spullen in een lege slaapkamer en gaan op onderzoek uit in het verlaten Gerringong.
Het plattegrondje van Gerringong in de LP geeft enige houvast maar het blijkt ook hopeloos veroudert. We slenteren doelloos rond en af en toe volgen we een van de bekende bruine borden richting toeristische bezienswaardigheden. Omdat Australië nog zo’n relatief jong land is zijn het in 99% van de gevallen natuurverschijnsels of rotsformaties.
Op de terugweg lopen we tegen een kleine supermarkt aan die zijn assortiment de afgelopen jaren tot een absoluut minimum heeft zien krimpen. De verse groenten en fruit zien er niet uit. De schappen zijn gevuld met eindeloze rijen blikken en potten maar gelukkig is de vriezer redelijk goed gevuld. We moeten vanavond eten dus probeer is voorzichtig Brian te polsen of hij wellicht geïnteresseerd is om samen eten te kopen en de kosten voor de avondmaaltijd te delen.
Nou, dat gaat hem dus niet worden! Hij heeft nog wat van zijn gratis brood in zijn rugzak en hij is niet zo van groente en/of ander gezond voedsel. Nu ben ik wel bekend met de vreemde eetgewoontes van de Schotten maar Brian is een speciaal geval op zichzelf!
Ik koop voorzichtig voor twee dagen in want we zijn van plan om hier twee nachten door te brengen. Die gedachte laat me huiveren. Voor mijn gevoel hebben we het hele dorp al gezien en hoe moet ik in hemelsnaam morgen de hele dag met Brian door zien te komen.
Bij terugkomst worden we opgevangen door de manager van de jeugdherberg. Onze inschattingen waren goed! We zijn vanavond de enige twee gasten. Voor morgen staat er een reservering voor een gezin maar het komt vaak genoeg voor dat die gewoon niet komen opdagen. Het eigen boekingssysteem van de “YHA Australia” is niet helemaal waterdicht. Twee nachten dus en of hij misschien naar “Bateman’s Bay” kan bellen om onze boeking door te geven. Het is allemaal ‘No Problem’ en tijdens het bellen op de vraag ‘How many nights?’ Antwoord ik zonder na te denken ‘vier’. Brian kijkt me vreemd aan maar houdt wijselijk zijn mond.
Zodra de duisternis valt bak ik al mijn verse ontdooide saucijzen. Brian zit aan zijn oude boterhammen met zoete pindakaas. Hij hoeft niet bij zijn avondmaaltijd te drinken want de geur van de gebakken worsten laat hem het water in de mond lopen. Ik hoop niet dat vraagt om een gratis worst! Want met zulke mensen heb ik in Katoomba al kennis gemaakt. Een nog duurder dan in Katoomba six-pack “Victoria Bitter” bier, oftewel liefkozend door de Australiërs Vee-Bee genoemd, maakt de avond nog wat dragelijk.
Omdat het kan slaapt Brian alleen in een andere kamer. Waarom is mij een raadsel, waarom twee kamers gebruiken de aardige manager meer werk bezorgen? Ik haal mijn wenkbrauwen op en realiseer me dat ik wel met een heel vreemde vogel onderweg ben. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we weer uit elkaar gaan.
Nog een paar bladzijden lezen en dan slapen. Weer een vreemde slaapplaats met vreemde geluiden, vreemde geuren en vreemde lichten. Ik probeer niet te denken aan de giftige spinnen en slangen die hier in grote variëteit voorkomen.
Vandaag gaan we verder richting het zuiden. Ik heb een raar gevoel van binnen. Er is geen haast en er zijn de komende maanden maar twee data wanneer ik werkelijk op tijd op een bepaalde plaats moet zijn. De laatste is het belangrijkste, dat is de datum wanneer ik weer terug naar Nederland vlieg. De andere is de datum dat ik een afspraak in Melbourne heb. Verder probeer ik niet te snel, maar ook niet al te langzaam, een rondje oost-Australië te maken.
Vandaag heb ik mijn eerste reisgenoot, Brian uit Glasgow heeft ervoor gekozen om samen met mij een stukje verder te reizen. Hij wacht beneden in het restaurant op me. Hij slaapt namelijk in een privé jeugdherberg omdat die enkele dollars per nacht goedkoper is. Ieder zijn ding maar een beetje rust, hygiëne en veiligheid heeft een prijs.
Aan de informatiebalie heb ik enkele vertrektijden gekregen en rond de middag vertrekken er twee treinen richting het zuiden. Onze bestemming voor vandaag is Gerringong. De reden daarvoor is simpel. Het is een aardig stuk naar het zuiden, er is een YHA-jeugdherberg en we hebben geen betere opties voorhanden.
Nadat ik alles weer in mijn rugzak heb gepakt en de locker en onder het bed heb gecontroleerd of ik niets ben vergeten ga ik op pad. Man wat weegt die rugzak zwaar! Het is de eerste keer dat ik met zo’n ding onderweg ben en ik realiseer me dat ik nog veel heb te leren over het reizen met een rugzak. In de jeugdherberg zie je rugzakken die de helft kleiner zijn maar ik heb ze ook al veel groter gezien! Er zit dus aardig wat overbodige bagage in.
Zoals afgesproken staat Brian beneden naast de receptie op me te wachten. Er heerst hier een zwaar regime met veel discipline. Geen gast van de jeugdherberg, geen toegang! Veiligheid gaat boven alles! Ongemakkelijk kletsent gaan we richting het station dat naast de jeugdherberg ligt. Kaartjes zijn snel gekocht en voor de kleine vier uur reistijd wordt er nog wat proviand ingeslagen. Hier krijg ik meteen al een vreemd gevoel. Brian vult twee flessen met kraanwater en zijn tas puilt uit met boterhammen.
‘Free breakfast in hostel!’, brabbelt hij verontschuldigend wanneer hij zich betrapt voelt.
Ik haal mijn wenkbrauwen op en koop een grote beker koffie, wat zoete koeken en twee zakjes chips. IJskoude cola heb ik al uit de automaat in de jeugdherberg gehaald, de twee blikken zitten in wollen sokken om zo lang mogelijk koel te blijven.
Zodra de trein zich in beweging heeft gezet, en de skyline van Sydney langzaam uit het zicht verdwijnt, realiseer ik me dat ik voorlopig hier niet meer zal terugkeren. Het treinstel rammelt en schud heen en weer. Het is heel rustig in de trein en ik vraag me af of er hier wel geld wordt verdiend. Hoe groter het land des te moeilijker het openbaar vervoer heb ik wel eens gelezen. Wellicht dat de treinen ’s morgens en ’s avonds tot aan de nok gevuld zijn.
We blijken al snel door onze gespreksstof heen en het grootste gedeelte van de treinreis brengen we door in stilte. Om eerlijk te zijn kan het me weinig schelen. Ik geniet van de stilte en de uitzichten in de trein. Dan weer zie ik de ruige zee op de kust slaan en vervolgens de groene rollende heuvels van New South Wales. In Kiama gaan we over op de bus naar Gerringong. Tot nu toe gaat het allemaal op rolletjes! Maar zodra we uit de bus stappen staan we samen geheel verloren aan de rand van de haast lege snelweg aan de rand van een verlaten dorp. Hier is zo weinig werk dat de jonge mensen allemaal naar de stad zijn vertrokken en alleen de gepensioneerden met weinig wensen zijn achtergebleven.
Met de “Lonely Planet” in de hand gaan we op zoek naar de “Gerringong YHA”. Ook dat is gemakkelijker dan ik had verwacht. Australië is een relatief jong land dus haast alle nederzettingen zijn van de laatste honderdvijftig jaar. Alle wegen en straten liggen loodrecht op elkaar tenzij het landschap dat niet toeliet. Met verbazing kijken we samen naar het grote houten gebouw met het typische dak van een Australisch huis, buiten de steden. Een klein bordje aan het hek met het bekende huisje en boompje geeft aan dat we op het juiste adres zijn.
We kloppen op de deur en we bellen aan maar er is geen enkele beweging binnen de jeugdherberg te bekennen. Verbaasd als we zijn probeer ik uiteindelijk maar of de deur misschien niet op slot is. En ja, de deur is gewoon open en verbaasd slepen we onze rugzakken naar binnen.
Na een kleine hal komen we in een grote kamer die hoogstwaarschijnlijk de gemeenschappelijke ruimte is. Brian vult direct weer zijn waterflessen en valt neer op een plastic keukenstoel. Ik heb geen zin om te wachten dus ga ik op onderzoek uit. De slaapkamers met de stapelbedden zijn snel gevonden. Er is in geen enkele slaapkamer een spoor van bewoning te vinden! Al snel begrijp ik dat de eigenaar van dit onverkoopbare huis er uit nood maar een jeugdherberg van heeft gemaakt. Hij zal straks wel langskomen om het een en ander te regelen. Wachten heeft dus geen zin! We zetten onze spullen in een lege slaapkamer en gaan op onderzoek uit in het verlaten Gerringong.
Het plattegrondje van Gerringong in de LP geeft enige houvast maar het blijkt ook hopeloos veroudert. We slenteren doelloos rond en af en toe volgen we een van de bekende bruine borden richting toeristische bezienswaardigheden. Omdat Australië nog zo’n relatief jong land is zijn het in 99% van de gevallen natuurverschijnsels of rotsformaties.
Op de terugweg lopen we tegen een kleine supermarkt aan die zijn assortiment de afgelopen jaren tot een absoluut minimum heeft zien krimpen. De verse groenten en fruit zien er niet uit. De schappen zijn gevuld met eindeloze rijen blikken en potten maar gelukkig is de vriezer redelijk goed gevuld. We moeten vanavond eten dus probeer is voorzichtig Brian te polsen of hij wellicht geïnteresseerd is om samen eten te kopen en de kosten voor de avondmaaltijd te delen.
Nou, dat gaat hem dus niet worden! Hij heeft nog wat van zijn gratis brood in zijn rugzak en hij is niet zo van groente en/of ander gezond voedsel. Nu ben ik wel bekend met de vreemde eetgewoontes van de Schotten maar Brian is een speciaal geval op zichzelf!
Ik koop voorzichtig voor twee dagen in want we zijn van plan om hier twee nachten door te brengen. Die gedachte laat me huiveren. Voor mijn gevoel hebben we het hele dorp al gezien en hoe moet ik in hemelsnaam morgen de hele dag met Brian door zien te komen.
Bij terugkomst worden we opgevangen door de manager van de jeugdherberg. Onze inschattingen waren goed! We zijn vanavond de enige twee gasten. Voor morgen staat er een reservering voor een gezin maar het komt vaak genoeg voor dat die gewoon niet komen opdagen. Het eigen boekingssysteem van de “YHA Australia” is niet helemaal waterdicht. Twee nachten dus en of hij misschien naar “Bateman’s Bay” kan bellen om onze boeking door te geven. Het is allemaal ‘No Problem’ en tijdens het bellen op de vraag ‘How many nights?’ Antwoord ik zonder na te denken ‘vier’. Brian kijkt me vreemd aan maar houdt wijselijk zijn mond.
Zodra de duisternis valt bak ik al mijn verse ontdooide saucijzen. Brian zit aan zijn oude boterhammen met zoete pindakaas. Hij hoeft niet bij zijn avondmaaltijd te drinken want de geur van de gebakken worsten laat hem het water in de mond lopen. Ik hoop niet dat vraagt om een gratis worst! Want met zulke mensen heb ik in Katoomba al kennis gemaakt. Een nog duurder dan in Katoomba six-pack “Victoria Bitter” bier, oftewel liefkozend door de Australiërs Vee-Bee genoemd, maakt de avond nog wat dragelijk.
Omdat het kan slaapt Brian alleen in een andere kamer. Waarom is mij een raadsel, waarom twee kamers gebruiken de aardige manager meer werk bezorgen? Ik haal mijn wenkbrauwen op en realiseer me dat ik wel met een heel vreemde vogel onderweg ben. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we weer uit elkaar gaan.
Nog een paar bladzijden lezen en dan slapen. Weer een vreemde slaapplaats met vreemde geluiden, vreemde geuren en vreemde lichten. Ik probeer niet te denken aan de giftige spinnen en slangen die hier in grote variëteit voorkomen.
Meer verhalen over:
Australië
zondag 12 april 1998
Australië: Sydney
Sydney (Sydney Central YHA), zondag 12 april 1998
En dan wordt je wakker in Sydney! Mijn maag knort en ik heb zin in koffie. Het is iets over acht uur en mijn drie kamergenoten zijn al verdwenen. Het zal niet zo lang duren voordat ik ook ben verdwenen om te ontbijten en de stad te gaan verkennen.
In de gezamenlijke badruimtes is het spitsuur! Ruisende waterstralen, een gemengde geur van pepermunt en shampoo, stille en luidruchtige mensen, een mengeling die ik hoogstwaarschijnlijk wel vaker zal tegenkomen de komende maanden. Ik ben in ieder geval zo klaar met het maken van mijn toilet!
Vijf verdiepingen lager is het in de enorme eetruimte op de begane grond nog drukker dan in de badruimtes. Koffie en thee zijn gratis en de kleine ontbijtjes kosten minder dan buiten de jeugdherberg in de vele cafeetjes en eethuisjes rond de jeugdherberg. Binnen een minuut heb ik al gezien dat het vinden van een zitplaats in het restaurant het grootste probleem is. Dat wordt dus buiten de deur eten, het zal vandaag sowieso geen goedkope dag worden.
Om de hoek bij een “Subway”, een gezond fastfood restaurant, koop ik een broodje met een enorme beker koffie. Het 12” (30cm) broodje met “Chicken Teriyaki” is in de aanbieding en de foto ziet het er zeer appetijtelijk uit. Op een kruk aan het raam zie ik het verkeer voorbij kruipen en mensen naar hun werk haasten. Op reis zijn heeft dan ook zijn voordelen. Een paar maanden zonder werk is gelukkig geen probleem.
Op weg naar de natuurlijke haven van Sydney kijk ik over mijn schouder naar het “Sydney Central YHA”. Zonder de jeugdherbergen zou het onmogelijk te zijn om deze reis te maken. Hotelkamers kosten zo maar fl 150,- per nacht in Australië en dan moet je toch wel een aanzienlijk budget hebben!
Een stukje verder passeer ik de “Sydney Tower” en op dat moment realiseer ik me dat het wel droog is maar dat er ook wel regen in de lucht zit. Ik kan daar niet sacherijnig van worden. De onverwachte aankoop van een paraplu zal pas worden gedaan wanneer het ècht noodzakelijk is. En zo te zien gebeurt dat vaak want om de twintig meter worden er goedkope Chinese paraplus aangeboden.
Hoewel ik de vuistdikke “Lonely Planet”, de reisbijbel door reizigers, voor reizigers, heb doorgeworsteld heb ik geen enkel idee wat ik vandaag ga doen. Als eerste kies ik voor de rondvaart door de natuurlijke haven van Sydney. Zij is tenslotte de reden dat James Cook hier een nederzetting stichtte. De rest is geschiedenis.
De prijs voor de rondvaart, ongeveer fl 20,-, doet me wel een beetje pijn. Ik ben net op pad en ⅓ van mijn dagbudget is al verdwenen. Ik heb nog een maand om daar over na te denken en om eerlijk te zijn heb ik al een mogelijke oplossing in gedachten.
Aan boord, op het water, is het nog fris maar het weer klaart op en er zijn al blauwe plekken te zien in het wolkendek. Australisch weer is vreemd maar lekker, relatief koude nachten worden afgewisseld met relatief warme dagen. Het is eigenlijk het perfecte weer!
Het in 1973 geopende “Sydney Opera House” behoeft geen introductie. Het iconische gebouw is met haar parelwitte daken net zo herkenbaar als de “toren van Pisa” en “het Vrijheidsbeeld” in New York. Ik ben onder de indruk en om eerlijk te zijn ben ik er ook een beetje stil van de majestueuze vertoning. Het is alleen jammer dat het overlijden van mijn grootmoeder de reden is van mijn bezoek aan Australië. Ik had het al veel eerder moeten bezoeken. Maar ja, er zijn altijd andere prioriteiten om mijn geld aan te besteden.
De speaker schalt in een plat Australisch accent de kennis over de haven. Elke rots, elk eilandje, elk oud gebouw en haast elk aan het water grenzende gebied heeft een geschiedenis waar je nekharen recht van overeind gaan staan. Want geloof het of niet, de geschiedenis van Australië is er niet een om over op te scheppen. Gedwongen deportaties, moord en uitbuiting, en heel veel bloed, zweet en tranen heeft dit enorme (ei)land gevormd tot wat het vandaag de dag is.
De “Sydney Harbour Bridge” is het ondergewaarde zusje van het “Sydney Opera House” over het water. Daarom nog maar even een foto van de drie iconen van “Sydney Harbour”, ook een veerboot waarvan er elk moment van de dag zeker zeven op het water te zien zijn. Zij zijn de belangrijkste verbinding tussen de noordelijke en zuidelijke oevers van de haven.
Tijdens de boottocht heb ik alvast de andere helft van mijn broodje opgegeten. De rondvaart duurt langer dan ik had verwacht. Het is ook veel leuker en interessanter dan verwacht maar ik wel mis is wat gezelschap. Mijn gedachten dwalen af terwijl ik naar de horizon over de haast gladde ze staar. Daar ligt Nieuw-Zeeland, dat zou ik ook graag een keer gaan bezoeken! Misschien iets voor later?
Bij terugkomst aan de pier van “Circular Quay” is het merendeel van de wolken al opgelost en het belooft dus een mooie dag te worden. En dan koffie! Een vreemde cultuur rolt me tegemoet. Australië is zonder twijfel Brits, en dan wel Brits van jaren geleden. Niet dat ze hier achterlopen maar de sociale gebruiken doen me wel denken aan twintig jaar geleden. Alles is veel gemoedelijker en de mensen zijn heel beleefd. Aan de andere kant lijkt het heel veel op het Amerika dat ik ken van de TV, zowel series als actualiteiten. De straten zijn er uitzonderlijk breed en schoon. Overal is koffie en thee te verkrijgen maar de manier waarop is voor mij wel een beetje vreemd.
Koffie is als een fastfood artikel, snel bestellen, inschenken en afrekenen en dan weer snel weg. Het is moeilijk om een plekje te vinden waar je rustig van je koffie uit een porseleinen of aardewerk kopje kan genieten. Papieren bekers hebben de voorkeur. Ook komt de koffie in verschillende maatbekers die niet altijd voor toeristen even overzichtelijk zijn. Hoewel Australië officieel de metrische maatvoering hanteert kom je overal nog de oude imperial maatvoering tegen. De ouderen in de samenleving praten nog steeds in mijlen en “fluid ounces”.
Ik gok op een beker van “12 fl oz” en dat zou voldoende moeten zijn om mijn cafeïne drang weer te bevredigen! Op een bankje in de zon aan de haven van Sydney geniet ik van het tafereel dat me wordt aangeboden.
Ondertussen heb ik een gratis plattegrond van het centrum van Sydney opgepikt bij een van de tientallen toeristenbureautjes die je van alles en nog wat aanbieden om de dag in deze wereldstad door te komen. Achter “Circular Quay” ligt het “Royal Botanic Gardens”, een enorm park met daarin ook het “Government House”. Sydney is, tot tegenstelling van wat de meeste mensen denken, nooit de hoofdstad van Australië geweest. Dat er een “Government House” staat heeft te maken dat er in het begin alleen een gebied aan de zuidoost kust de naam “New South Wales” met Sydney als hoofdstad. De botanische tuinen zijn interessant maar ik kan moeilijk mijn foto’s gaan verspillen aan vreemde planten en bomen uit “de stille zuidzee”!
Ik zwerf door de straten van Sydney zonder een doel. En zo kom ik in de oude beruchte buurt terecht die “The Rocks” heet. Een historische en toeristische mengelmoes op de zuidelijke oever van de haven. Een schitterende omgeving die er honderd jaar geleden er wel heel bijzonder moet hebben uitgezien. Ook ontdek ik het “Mercantile Hotel” zodat ik vanavond in ieder geval niet meer hoef te zoeken.
Terug in het hostel ga ik maar eens op onderzoek uit wat er in zo’n enorme jeugdherberg allemaal te doen is. Tot mijn grote verbazing ontdek ik een houten Zweedse sauna op het dakterras. Een snelle blik door het kleine raampje leert me dat de sauna helemaal leeg is. Nou, daar hoef ik niet lang over na te denken.
Gekleed in mijn handdoek, met nog wel mijn zwembroek eronder, loop ik over de trap naar boven. Eenmaal in het snikhete hokje gaat alles uit en gooi ik een flinke scheut water vermengt met eucalyptusolie over de hete stenen. Mijn sinussen en zweetporiën openen zich en mijn lichaam gaat over in een andere staat.
Af en toe zie ik wel mensen naar binnen kijken door het kleine raampje maar er komt niemand naar binnen. Even de zwembroek aan en dan dompelen in het wisselbad van ijskoud water en warm water op lichaamstemperatuur. Niets aan de hand zou je zeggen?
Ik herhaal mijn eerste handelingen en niet lang daarna klopt er een man op het raampje en maakt met zijn wijsvinger het krullende gebaar dat ik naar buiten moet komen. Verbaasd sla ik de handdoek om mijn middel en volg zijn aanwijzingen op.
Voor de sauna krijg ik een hele preek over de sauna gewoontes in Australië en verbaasd vertel ik hem dat het in Europa heel normaal is om naakt in de sauna te zitten. Nou, hij moet er om lachen maar in Australië is het normaal dat je je zwembroek aanhoud. Ook goed! Ik trek mijn zwembroek aan en zonder verdere problemen neem ik weer plaats in de sauna.
Binnen een minuut stroomt er een groep Japanse dames binnen die duidelijk groter is dan de capaciteit van het kleine houten hokje. Ik heb nergens gelezen dat je je zwembroek aan moet hebben in de sauna maar ik heb naast de deur wel gelezen wat de maximum capaciteit is van de sauna. Wellicht dat de Japanse dames dat niet kunnen lezen, het is tenslotte in het engels.
De groep giechelt zonder ophouden en fluistert in het Japans. Het duurt niet al te lang voordat ik in de gaten heb dat ik hun gespreksonderwerp ben. Ik heb weinig kaas gegeten van de Japanse cultuur maar ik weet wel dat de sociale verhoudingen tussen mannen en vrouwen heel anders zijn dan die in de westerse wereld. Vooral mijn lichaamshaar schijnt het belangrijkste onderwerp te zijn van hun gesprek. Ik kijk op mijn horloge en mijn tijd zit er op. Nog even dompelen in de wisselbaden en dan voorbereiden op het afscheid.
Onderweg naar de bar eet ik nog een pizza punt, erg goedkoop aan het einde van de werkdag, en iets vroeger dan verwacht stap ik dan de bar van het “Mercantile Hotel” binnen. De eerste gasten zijn er al en iedereen, met uitzondering van mezelf, heeft weer aanhang meegebracht. Een vreemd gevoel bekruipt me! Ik weet dat ik door de depressies niet altijd het zonnetje in huis ben maar ik ben toch zeker ook niet een sociale mislukkeling?
Het duurt niet al te lang om deze gedachten kwijt te raken. Een bandje speelt in een achterzaaltje vrolijke deuntjes. We verspreiden ons door het hele hotel en na een heel gezellige avond wordt het afscheid nemen steeds moeilijker.
Misschien zien we elkaar wel weer onderweg?
Hoe klein die kans ook is die paar woorden geven ons het gevoel van verbondenheid in dit enorme land. Op de terugweg naar de jeugdherberg laat ik de dagen die achter me liggen de revue passeren. Het was een prima start en als het zo blijft heb ik een fantastische reis door Australië voor de boeg.
En dan wordt je wakker in Sydney! Mijn maag knort en ik heb zin in koffie. Het is iets over acht uur en mijn drie kamergenoten zijn al verdwenen. Het zal niet zo lang duren voordat ik ook ben verdwenen om te ontbijten en de stad te gaan verkennen.
In de gezamenlijke badruimtes is het spitsuur! Ruisende waterstralen, een gemengde geur van pepermunt en shampoo, stille en luidruchtige mensen, een mengeling die ik hoogstwaarschijnlijk wel vaker zal tegenkomen de komende maanden. Ik ben in ieder geval zo klaar met het maken van mijn toilet!
Vijf verdiepingen lager is het in de enorme eetruimte op de begane grond nog drukker dan in de badruimtes. Koffie en thee zijn gratis en de kleine ontbijtjes kosten minder dan buiten de jeugdherberg in de vele cafeetjes en eethuisjes rond de jeugdherberg. Binnen een minuut heb ik al gezien dat het vinden van een zitplaats in het restaurant het grootste probleem is. Dat wordt dus buiten de deur eten, het zal vandaag sowieso geen goedkope dag worden.
Om de hoek bij een “Subway”, een gezond fastfood restaurant, koop ik een broodje met een enorme beker koffie. Het 12” (30cm) broodje met “Chicken Teriyaki” is in de aanbieding en de foto ziet het er zeer appetijtelijk uit. Op een kruk aan het raam zie ik het verkeer voorbij kruipen en mensen naar hun werk haasten. Op reis zijn heeft dan ook zijn voordelen. Een paar maanden zonder werk is gelukkig geen probleem.
Op weg naar de natuurlijke haven van Sydney kijk ik over mijn schouder naar het “Sydney Central YHA”. Zonder de jeugdherbergen zou het onmogelijk te zijn om deze reis te maken. Hotelkamers kosten zo maar fl 150,- per nacht in Australië en dan moet je toch wel een aanzienlijk budget hebben!
Een stukje verder passeer ik de “Sydney Tower” en op dat moment realiseer ik me dat het wel droog is maar dat er ook wel regen in de lucht zit. Ik kan daar niet sacherijnig van worden. De onverwachte aankoop van een paraplu zal pas worden gedaan wanneer het ècht noodzakelijk is. En zo te zien gebeurt dat vaak want om de twintig meter worden er goedkope Chinese paraplus aangeboden.
Hoewel ik de vuistdikke “Lonely Planet”, de reisbijbel door reizigers, voor reizigers, heb doorgeworsteld heb ik geen enkel idee wat ik vandaag ga doen. Als eerste kies ik voor de rondvaart door de natuurlijke haven van Sydney. Zij is tenslotte de reden dat James Cook hier een nederzetting stichtte. De rest is geschiedenis.
De prijs voor de rondvaart, ongeveer fl 20,-, doet me wel een beetje pijn. Ik ben net op pad en ⅓ van mijn dagbudget is al verdwenen. Ik heb nog een maand om daar over na te denken en om eerlijk te zijn heb ik al een mogelijke oplossing in gedachten.
Aan boord, op het water, is het nog fris maar het weer klaart op en er zijn al blauwe plekken te zien in het wolkendek. Australisch weer is vreemd maar lekker, relatief koude nachten worden afgewisseld met relatief warme dagen. Het is eigenlijk het perfecte weer!
Het in 1973 geopende “Sydney Opera House” behoeft geen introductie. Het iconische gebouw is met haar parelwitte daken net zo herkenbaar als de “toren van Pisa” en “het Vrijheidsbeeld” in New York. Ik ben onder de indruk en om eerlijk te zijn ben ik er ook een beetje stil van de majestueuze vertoning. Het is alleen jammer dat het overlijden van mijn grootmoeder de reden is van mijn bezoek aan Australië. Ik had het al veel eerder moeten bezoeken. Maar ja, er zijn altijd andere prioriteiten om mijn geld aan te besteden.
De speaker schalt in een plat Australisch accent de kennis over de haven. Elke rots, elk eilandje, elk oud gebouw en haast elk aan het water grenzende gebied heeft een geschiedenis waar je nekharen recht van overeind gaan staan. Want geloof het of niet, de geschiedenis van Australië is er niet een om over op te scheppen. Gedwongen deportaties, moord en uitbuiting, en heel veel bloed, zweet en tranen heeft dit enorme (ei)land gevormd tot wat het vandaag de dag is.
De “Sydney Harbour Bridge” is het ondergewaarde zusje van het “Sydney Opera House” over het water. Daarom nog maar even een foto van de drie iconen van “Sydney Harbour”, ook een veerboot waarvan er elk moment van de dag zeker zeven op het water te zien zijn. Zij zijn de belangrijkste verbinding tussen de noordelijke en zuidelijke oevers van de haven.
Tijdens de boottocht heb ik alvast de andere helft van mijn broodje opgegeten. De rondvaart duurt langer dan ik had verwacht. Het is ook veel leuker en interessanter dan verwacht maar ik wel mis is wat gezelschap. Mijn gedachten dwalen af terwijl ik naar de horizon over de haast gladde ze staar. Daar ligt Nieuw-Zeeland, dat zou ik ook graag een keer gaan bezoeken! Misschien iets voor later?
Bij terugkomst aan de pier van “Circular Quay” is het merendeel van de wolken al opgelost en het belooft dus een mooie dag te worden. En dan koffie! Een vreemde cultuur rolt me tegemoet. Australië is zonder twijfel Brits, en dan wel Brits van jaren geleden. Niet dat ze hier achterlopen maar de sociale gebruiken doen me wel denken aan twintig jaar geleden. Alles is veel gemoedelijker en de mensen zijn heel beleefd. Aan de andere kant lijkt het heel veel op het Amerika dat ik ken van de TV, zowel series als actualiteiten. De straten zijn er uitzonderlijk breed en schoon. Overal is koffie en thee te verkrijgen maar de manier waarop is voor mij wel een beetje vreemd.
Koffie is als een fastfood artikel, snel bestellen, inschenken en afrekenen en dan weer snel weg. Het is moeilijk om een plekje te vinden waar je rustig van je koffie uit een porseleinen of aardewerk kopje kan genieten. Papieren bekers hebben de voorkeur. Ook komt de koffie in verschillende maatbekers die niet altijd voor toeristen even overzichtelijk zijn. Hoewel Australië officieel de metrische maatvoering hanteert kom je overal nog de oude imperial maatvoering tegen. De ouderen in de samenleving praten nog steeds in mijlen en “fluid ounces”.
Ik gok op een beker van “12 fl oz” en dat zou voldoende moeten zijn om mijn cafeïne drang weer te bevredigen! Op een bankje in de zon aan de haven van Sydney geniet ik van het tafereel dat me wordt aangeboden.
Ondertussen heb ik een gratis plattegrond van het centrum van Sydney opgepikt bij een van de tientallen toeristenbureautjes die je van alles en nog wat aanbieden om de dag in deze wereldstad door te komen. Achter “Circular Quay” ligt het “Royal Botanic Gardens”, een enorm park met daarin ook het “Government House”. Sydney is, tot tegenstelling van wat de meeste mensen denken, nooit de hoofdstad van Australië geweest. Dat er een “Government House” staat heeft te maken dat er in het begin alleen een gebied aan de zuidoost kust de naam “New South Wales” met Sydney als hoofdstad. De botanische tuinen zijn interessant maar ik kan moeilijk mijn foto’s gaan verspillen aan vreemde planten en bomen uit “de stille zuidzee”!
Ik zwerf door de straten van Sydney zonder een doel. En zo kom ik in de oude beruchte buurt terecht die “The Rocks” heet. Een historische en toeristische mengelmoes op de zuidelijke oever van de haven. Een schitterende omgeving die er honderd jaar geleden er wel heel bijzonder moet hebben uitgezien. Ook ontdek ik het “Mercantile Hotel” zodat ik vanavond in ieder geval niet meer hoef te zoeken.
Terug in het hostel ga ik maar eens op onderzoek uit wat er in zo’n enorme jeugdherberg allemaal te doen is. Tot mijn grote verbazing ontdek ik een houten Zweedse sauna op het dakterras. Een snelle blik door het kleine raampje leert me dat de sauna helemaal leeg is. Nou, daar hoef ik niet lang over na te denken.
Gekleed in mijn handdoek, met nog wel mijn zwembroek eronder, loop ik over de trap naar boven. Eenmaal in het snikhete hokje gaat alles uit en gooi ik een flinke scheut water vermengt met eucalyptusolie over de hete stenen. Mijn sinussen en zweetporiën openen zich en mijn lichaam gaat over in een andere staat.
Af en toe zie ik wel mensen naar binnen kijken door het kleine raampje maar er komt niemand naar binnen. Even de zwembroek aan en dan dompelen in het wisselbad van ijskoud water en warm water op lichaamstemperatuur. Niets aan de hand zou je zeggen?
Ik herhaal mijn eerste handelingen en niet lang daarna klopt er een man op het raampje en maakt met zijn wijsvinger het krullende gebaar dat ik naar buiten moet komen. Verbaasd sla ik de handdoek om mijn middel en volg zijn aanwijzingen op.
Voor de sauna krijg ik een hele preek over de sauna gewoontes in Australië en verbaasd vertel ik hem dat het in Europa heel normaal is om naakt in de sauna te zitten. Nou, hij moet er om lachen maar in Australië is het normaal dat je je zwembroek aanhoud. Ook goed! Ik trek mijn zwembroek aan en zonder verdere problemen neem ik weer plaats in de sauna.
Binnen een minuut stroomt er een groep Japanse dames binnen die duidelijk groter is dan de capaciteit van het kleine houten hokje. Ik heb nergens gelezen dat je je zwembroek aan moet hebben in de sauna maar ik heb naast de deur wel gelezen wat de maximum capaciteit is van de sauna. Wellicht dat de Japanse dames dat niet kunnen lezen, het is tenslotte in het engels.
De groep giechelt zonder ophouden en fluistert in het Japans. Het duurt niet al te lang voordat ik in de gaten heb dat ik hun gespreksonderwerp ben. Ik heb weinig kaas gegeten van de Japanse cultuur maar ik weet wel dat de sociale verhoudingen tussen mannen en vrouwen heel anders zijn dan die in de westerse wereld. Vooral mijn lichaamshaar schijnt het belangrijkste onderwerp te zijn van hun gesprek. Ik kijk op mijn horloge en mijn tijd zit er op. Nog even dompelen in de wisselbaden en dan voorbereiden op het afscheid.
Onderweg naar de bar eet ik nog een pizza punt, erg goedkoop aan het einde van de werkdag, en iets vroeger dan verwacht stap ik dan de bar van het “Mercantile Hotel” binnen. De eerste gasten zijn er al en iedereen, met uitzondering van mezelf, heeft weer aanhang meegebracht. Een vreemd gevoel bekruipt me! Ik weet dat ik door de depressies niet altijd het zonnetje in huis ben maar ik ben toch zeker ook niet een sociale mislukkeling?
Het duurt niet al te lang om deze gedachten kwijt te raken. Een bandje speelt in een achterzaaltje vrolijke deuntjes. We verspreiden ons door het hele hotel en na een heel gezellige avond wordt het afscheid nemen steeds moeilijker.
Misschien zien we elkaar wel weer onderweg?
Hoe klein die kans ook is die paar woorden geven ons het gevoel van verbondenheid in dit enorme land. Op de terugweg naar de jeugdherberg laat ik de dagen die achter me liggen de revue passeren. Het was een prima start en als het zo blijft heb ik een fantastische reis door Australië voor de boeg.
Meer verhalen over:
Australië
zaterdag 11 april 1998
Australië: Luie dagen
Sydney (Sydney Central YHA), zaterdag 11 april 1998
Gisteren was een drama! Mijn (gedeelde) kamer is voor de eerste keer niet helemaal vol. Slechts een ander bed is bezet en wel door een heel stille jongeman. Ik wil niet oordelen, òf veroordelen, maar het is een beetje een nerd. Met mij als leidinggevende op de lege kamer, er zijn vier bedden, schuif ik al vroeg de gordijnen open en ik schrik van wat ik zie.
De regen komt met bakken uit de hemel! Om terug naar bed te gaan heb ik geen trek. De avond ervoor lag ik er al vroeg op en zonder een enkel biertje lag ik ook vroeg te slapen. Ik ben opvallend fit!
Mijn lege kamer en veel vertrokken gasten betekend een goed gevulde kast, en koelkast, met “Free Food”. Gebakken eieren en toast vergezeld van oploskoffie en ook nog enkele happen yoghurt en dat allemaal voor de prijs van gratis! Er zijn enkele gasten die ook gehamsterd hebben om zo ook een gratis lunch en een gratis avondeten veilig te stellen.
Dan begint de grote verveling! Lezen, in mijn dagboek schrijven, TV kijken, wat rondlopen, douchen, helpen schoonmaken en nog veel meer. Ik ben verbaasd dat het vandaag niet drukker wordt. Het lokale weerbericht schijnt heel sturend te zijn voor de hordes dwalende rugzakken die door Australië trekken.
Na een verveelde middag besluiten we om toch maar wat geld bijeen te leggen voor een paar kratjes bier. We zijn een mooi gemêleerd gezelschap. Er is zelfs een Nederlands meisje aanwezig en een Schotse jongen uit Glasgow waar we veel plezier mee hebben. We kunnen alleen maar hopen dat het weer morgen beter wordt want we moeten nu ècht gaan verkassen.
Vanochtend zijn we al vroeg op het station staat me een grote verrassing te wachten! Ik wordt aangesproken door een jongen uit Zaltbommel. Verbaasd begroet ik hem terwijl de andere aanwezigen ons vreemd bekijken. Hoe klein is de wereld dan geworden? Ik ken zijn gezicht uit “de Spin”, een kleine kroeg in mijn geboortestad Zaltbommel. We moeten hartelijk lachen om deze onverwachte ontmoeting en een foto als bewijs kan natuurlijk niet achterwege blijven.
Tijdens de twee uur durende treinrit naar “Sydney Central Station” bespreken we onze plannen. Er zijn wat overeenkomsten maar de meeste dagen die nog voor ons liggen hebben geen enkel doel. We spreken af om morgenavond samen een biertje te drinken in een bekende bar in Sydney. Iedereen moet dat wereldberoemde herkenningspunt, het “Mercantile Hotel”, gemakkelijk kunnen vinden.
Aan de receptie van het “Sydney Central YHA” lever ik mijn twee vouchers voor de nacht in. Deze twee vouchers zijn van een andere kleur papier en dat zijn de enige vouchers met korting die in Sydney geldig zijn. Ik heb twee nachten dus!
Zodra ik mijn bed heb opgemaakt en mijn spullen geïnstalleerd ga ik op pad om wat traveller cheques in te wisselen. Wisselkantoren zijn er genoeg en de koers is aanvaardbaar. Zodra ik weer Australische Dollars op zak heb ga ik eerst lekker eten! Naast de YHA is een soort shoarma restaurant met veel verschillende broodjes, er zijn zelfs vegetarische “Falafel” die ik ook wel wil proberen. Maar voor vandaag is het een Gyros. Lamsvlees in een dikke pannenkoek van brooddeeg, een soort opgerolde pizza maar dan met sla en vlees er op. De dikke rol, bedekt met een dikke laag vlees en saus, gaat goed naar binnen. Een koude cola om het weg te spoelen. Goed gevuld en goed gemutst ga ik terug naar de kamer. Vanavond maar een droge avond met het afscheidsfeest van morgenavond in het vooruitzicht. En nu vroeg naar bed en morgen een dag om in mijn eentje Sydney te ontdekken.
Gisteren was een drama! Mijn (gedeelde) kamer is voor de eerste keer niet helemaal vol. Slechts een ander bed is bezet en wel door een heel stille jongeman. Ik wil niet oordelen, òf veroordelen, maar het is een beetje een nerd. Met mij als leidinggevende op de lege kamer, er zijn vier bedden, schuif ik al vroeg de gordijnen open en ik schrik van wat ik zie.
De regen komt met bakken uit de hemel! Om terug naar bed te gaan heb ik geen trek. De avond ervoor lag ik er al vroeg op en zonder een enkel biertje lag ik ook vroeg te slapen. Ik ben opvallend fit!
Mijn lege kamer en veel vertrokken gasten betekend een goed gevulde kast, en koelkast, met “Free Food”. Gebakken eieren en toast vergezeld van oploskoffie en ook nog enkele happen yoghurt en dat allemaal voor de prijs van gratis! Er zijn enkele gasten die ook gehamsterd hebben om zo ook een gratis lunch en een gratis avondeten veilig te stellen.
Dan begint de grote verveling! Lezen, in mijn dagboek schrijven, TV kijken, wat rondlopen, douchen, helpen schoonmaken en nog veel meer. Ik ben verbaasd dat het vandaag niet drukker wordt. Het lokale weerbericht schijnt heel sturend te zijn voor de hordes dwalende rugzakken die door Australië trekken.
Na een verveelde middag besluiten we om toch maar wat geld bijeen te leggen voor een paar kratjes bier. We zijn een mooi gemêleerd gezelschap. Er is zelfs een Nederlands meisje aanwezig en een Schotse jongen uit Glasgow waar we veel plezier mee hebben. We kunnen alleen maar hopen dat het weer morgen beter wordt want we moeten nu ècht gaan verkassen.
Vanochtend zijn we al vroeg op het station staat me een grote verrassing te wachten! Ik wordt aangesproken door een jongen uit Zaltbommel. Verbaasd begroet ik hem terwijl de andere aanwezigen ons vreemd bekijken. Hoe klein is de wereld dan geworden? Ik ken zijn gezicht uit “de Spin”, een kleine kroeg in mijn geboortestad Zaltbommel. We moeten hartelijk lachen om deze onverwachte ontmoeting en een foto als bewijs kan natuurlijk niet achterwege blijven.
Tijdens de twee uur durende treinrit naar “Sydney Central Station” bespreken we onze plannen. Er zijn wat overeenkomsten maar de meeste dagen die nog voor ons liggen hebben geen enkel doel. We spreken af om morgenavond samen een biertje te drinken in een bekende bar in Sydney. Iedereen moet dat wereldberoemde herkenningspunt, het “Mercantile Hotel”, gemakkelijk kunnen vinden.
Aan de receptie van het “Sydney Central YHA” lever ik mijn twee vouchers voor de nacht in. Deze twee vouchers zijn van een andere kleur papier en dat zijn de enige vouchers met korting die in Sydney geldig zijn. Ik heb twee nachten dus!
Zodra ik mijn bed heb opgemaakt en mijn spullen geïnstalleerd ga ik op pad om wat traveller cheques in te wisselen. Wisselkantoren zijn er genoeg en de koers is aanvaardbaar. Zodra ik weer Australische Dollars op zak heb ga ik eerst lekker eten! Naast de YHA is een soort shoarma restaurant met veel verschillende broodjes, er zijn zelfs vegetarische “Falafel” die ik ook wel wil proberen. Maar voor vandaag is het een Gyros. Lamsvlees in een dikke pannenkoek van brooddeeg, een soort opgerolde pizza maar dan met sla en vlees er op. De dikke rol, bedekt met een dikke laag vlees en saus, gaat goed naar binnen. Een koude cola om het weg te spoelen. Goed gevuld en goed gemutst ga ik terug naar de kamer. Vanavond maar een droge avond met het afscheidsfeest van morgenavond in het vooruitzicht. En nu vroeg naar bed en morgen een dag om in mijn eentje Sydney te ontdekken.
Meer verhalen over:
Australië
donderdag 9 april 1998
Australië: Regen op komst
Katoomba (Katoomba YHA), donderdag 9 april 1998
De ochtend na de BBQ van gisterenavond was geen gemakkelijke! Vooral de afgelopen nacht heeft me laten nadenken over het verdienmodel van een hotel. Een kamer moet altijd hetzelfde opbrengen om winstgevend te zijn! Een of meer personen maakt niets uit. Het gaat om de opbrengst per vierkante meter!
Ik realiseer me nu wel dat het delen van de kosten voor een kamer ook grote nadelen heeft. Zo zijn er altijd wel kamergenoten die vroeg vertrekken of heel laat arriveren. Ook de zweetvoeten kunnen tot een probleem leiden. In de vorm van schaamte voor de veroorzaker of in de vorm van overlast voor de slachtoffers. Persoonlijke hygiëne is ook een ding maar het niet vaak genoeg wassen van je kleding kan hier ook aan bijdragen!
In ieder geval werd ik wakker met een tong van leer en veel later dan ik had verwacht. Ik ben tenslotte niet naar Australië gekomen om elke avond te drinken en elke ochtend uit te slapen. Dat kan ik in Zaltbommel ook!
In de keuken is het al opvallend leeg en de “Free Food” plank is zo goed als leeg. Er liggen nog enkele kontjes witbrood die ik met plezier rooster om toch maar wat binnen te krijgen. Oploskoffie zal altijd wel wennen zijn! Is dat Brits? Met lange tanden werk ik de krokante sneetjes naar binnen, nadat ik ze eerst in de koffie heb gedoopt.
Ik kijk weer eens goed om me heen en eigenlijk is zo’n grote jeugdherberg een treurige gebeurtenis. Twintig verschillende soorten kopjes staan in de afwasbak onder het geplastificeerde A4tje “Clean your own dishes and Cutlery”. Een prima advies dat bij de jonge gasten niet werkt. Door de beslagen glazen deuren van de enorme wand koelkasten zie ik een doolhof van in elkaar overlopende kleuren. Elk artikel achter die deuren heeft een naam en een datum. Boven de deur hangen bordjes met weekdagen. Dat is de dag waarop die koelkast helemaal wordt geleegd, de inhoud gaat rechtstreeks in de vuilnisbak, en grondig wordt schoongemaakt. Hygiene ook bij het voedsel is niet vanzelfsprekend.
Met een aan de kraan gevulde fles water ga ik maar weer op pad. Mijn “vrienden” van gisteren zijn in geen velden of wegen te bekennen. Navraag aan de receptie levert op dat ze vanochtend in alle vroegte zijn vertrokken. Voor een moment bekruipt een gevoel van eenzaamheid me. Maar niet voor lang! "It’s fun at the YMCA", klinkt er in mij hoofd en vol goede moet ga ik weer op pad.
Aangekomen bij “Echo Park” ben ik een beetje verbaasd wat ik te zien krijg. De lucht is dichtgetrokken en er dreigt regen. En dat in mijn tweede week? Met regen heb ik helemaal geen rekening gehouden. Ik heb zelfs geen regenkleding! Wie gaat er nu op reis met de negatieve gedachte dat je regen krijgt onderweg? Nou, ik niet!
Onderaan de trappen loop ik door het park bijna weer hetzelfde pad als gisteren. Het blijft fascinerend en de regen, die waarschijnlijk afgelopen nacht is gevallen, voed de waterval met het broodnodige water.
Ik voel me een beetje verloren! Haast filosofisch vraag ik mezelf af of dit de essentie van het backpacken is? Had ik niet beter drie maanden naar Griekenland kunnen gaan? Ik loop rustig door en met elke stap verlies ik wat van mijn onzekerheid.
Op een van die paden ontmoet ik een Israëliër die de foto met de hoed op mijn dijbeen heeft gemaakt. Het is niet eens uit een vorm van eenzaamheid maar meer in een vorm van beleefdheid dat je samen verder wandelt. Heel oppervlakkige gesprekken doorspekt met af en toe een onschuldige vraag. De privacy wordt zeer gerespecteerd en niemand verteld ook maar een woord meer dan dat de persoon over zichzelf kwijt wil. De anonimiteit is een plaats waar iedereen die alleen onderweg is zich helemaal veilig kan voelen. Het weer wordt langzaam slechter en het wordt tijd om terug naar de jeugdherberg te gaan.
Bovenaan de trappen maken we de haast verplichte foto van ons samen. Namen en email adressen worden uitgewisseld. We weten beiden dat we elkaar aan een aan zekerheid grenzende onwaarschijnlijkheid nooit meer zullen zien. Beleefdheid en etiquette onder de rugzakkers blijkt groot.
In de supermarkt koop ik wat te eten voor vanavond, geen voedsel dat een gasfornuis nodig heeft, gewoon wat brood en beleg. Een gratis mok thee zorgt wel voor voldoende warmte. Bij gebrek aan drinkmaten laat ik het bier maar voor wat het is. Er liggen nog voldoende dagen voor me waarop ik bier kan drinken.
In de gezamenlijke woonkamer is het drukker dan dat ik tot nu toe heb gezien. Er zijn heel veel nieuwe gezichten en ik voel de ogen op mijn persoon prikken. Het aftasten begint gelijk wanneer je de ruimte betreed. Aan een lange tafel begin ik in mijn dagboek te schrijven.
Dat is ook zoiets, wanneer je geen dagboek bijhoudt dan ben je een beetje vreemd. Het wordt gewoon van iedereen verwacht, net als overigens een dikke paperback van antieke literatuur of zware science-fiction. Elke jeugdherberg heeft een uitpuilende boekenkast waar je gratis net zoveel boeken mag omruilen als je maar kan lezen. Omdat ik met lege handen ben gearriveerd druk ik mijn eerste boek maar achterover. Het blijkt een winnaar te zijn! “The Fatal Shore” van “Robert Hughes” is het boeiende verhaal over de geschiedenis van Australië vanaf de geboorte uit het leed en de brutaliteit van het Britse transportsysteem van gevangenen. Een gepast verhaal!
Mijn keuze lijkt aan te slaan want niet veel later ben ik in een verhit gesprek over de fouten die door de Britse overheersers in Australië zijn begaan. Politiek en reizen gaan absoluut niet samen dus breekt ik het gesprek een beetje bot af.
Na mijn maaltijd in de keuken en twee grote mokken thee zoek ik mijn bed op. Het leeslampje dat bij elk bed van de stapelbedden is aangebracht is heel welkom. Wanneer ik slaperig genoeg ben klik ik de schakelaar en het licht gaat uit. In de wereld tussen wakker zijn en slapen denk ik na over de dag die achter me licht. Ga ik morgen terug naar Sydney of blijf ik nog een dag? Dat blijven moet wel heel gemakkelijk zijn want niemand mag volgens de strenge reglementen langer dan zeven nachten aaneengesloten in een YHA-jeugdherberg blijven.
De ochtend na de BBQ van gisterenavond was geen gemakkelijke! Vooral de afgelopen nacht heeft me laten nadenken over het verdienmodel van een hotel. Een kamer moet altijd hetzelfde opbrengen om winstgevend te zijn! Een of meer personen maakt niets uit. Het gaat om de opbrengst per vierkante meter!
Ik realiseer me nu wel dat het delen van de kosten voor een kamer ook grote nadelen heeft. Zo zijn er altijd wel kamergenoten die vroeg vertrekken of heel laat arriveren. Ook de zweetvoeten kunnen tot een probleem leiden. In de vorm van schaamte voor de veroorzaker of in de vorm van overlast voor de slachtoffers. Persoonlijke hygiëne is ook een ding maar het niet vaak genoeg wassen van je kleding kan hier ook aan bijdragen!
In ieder geval werd ik wakker met een tong van leer en veel later dan ik had verwacht. Ik ben tenslotte niet naar Australië gekomen om elke avond te drinken en elke ochtend uit te slapen. Dat kan ik in Zaltbommel ook!
In de keuken is het al opvallend leeg en de “Free Food” plank is zo goed als leeg. Er liggen nog enkele kontjes witbrood die ik met plezier rooster om toch maar wat binnen te krijgen. Oploskoffie zal altijd wel wennen zijn! Is dat Brits? Met lange tanden werk ik de krokante sneetjes naar binnen, nadat ik ze eerst in de koffie heb gedoopt.
Ik kijk weer eens goed om me heen en eigenlijk is zo’n grote jeugdherberg een treurige gebeurtenis. Twintig verschillende soorten kopjes staan in de afwasbak onder het geplastificeerde A4tje “Clean your own dishes and Cutlery”. Een prima advies dat bij de jonge gasten niet werkt. Door de beslagen glazen deuren van de enorme wand koelkasten zie ik een doolhof van in elkaar overlopende kleuren. Elk artikel achter die deuren heeft een naam en een datum. Boven de deur hangen bordjes met weekdagen. Dat is de dag waarop die koelkast helemaal wordt geleegd, de inhoud gaat rechtstreeks in de vuilnisbak, en grondig wordt schoongemaakt. Hygiene ook bij het voedsel is niet vanzelfsprekend.
Met een aan de kraan gevulde fles water ga ik maar weer op pad. Mijn “vrienden” van gisteren zijn in geen velden of wegen te bekennen. Navraag aan de receptie levert op dat ze vanochtend in alle vroegte zijn vertrokken. Voor een moment bekruipt een gevoel van eenzaamheid me. Maar niet voor lang! "It’s fun at the YMCA", klinkt er in mij hoofd en vol goede moet ga ik weer op pad.
Aangekomen bij “Echo Park” ben ik een beetje verbaasd wat ik te zien krijg. De lucht is dichtgetrokken en er dreigt regen. En dat in mijn tweede week? Met regen heb ik helemaal geen rekening gehouden. Ik heb zelfs geen regenkleding! Wie gaat er nu op reis met de negatieve gedachte dat je regen krijgt onderweg? Nou, ik niet!
Onderaan de trappen loop ik door het park bijna weer hetzelfde pad als gisteren. Het blijft fascinerend en de regen, die waarschijnlijk afgelopen nacht is gevallen, voed de waterval met het broodnodige water.
Ik voel me een beetje verloren! Haast filosofisch vraag ik mezelf af of dit de essentie van het backpacken is? Had ik niet beter drie maanden naar Griekenland kunnen gaan? Ik loop rustig door en met elke stap verlies ik wat van mijn onzekerheid.
Op een van die paden ontmoet ik een Israëliër die de foto met de hoed op mijn dijbeen heeft gemaakt. Het is niet eens uit een vorm van eenzaamheid maar meer in een vorm van beleefdheid dat je samen verder wandelt. Heel oppervlakkige gesprekken doorspekt met af en toe een onschuldige vraag. De privacy wordt zeer gerespecteerd en niemand verteld ook maar een woord meer dan dat de persoon over zichzelf kwijt wil. De anonimiteit is een plaats waar iedereen die alleen onderweg is zich helemaal veilig kan voelen. Het weer wordt langzaam slechter en het wordt tijd om terug naar de jeugdherberg te gaan.
Bovenaan de trappen maken we de haast verplichte foto van ons samen. Namen en email adressen worden uitgewisseld. We weten beiden dat we elkaar aan een aan zekerheid grenzende onwaarschijnlijkheid nooit meer zullen zien. Beleefdheid en etiquette onder de rugzakkers blijkt groot.
In de supermarkt koop ik wat te eten voor vanavond, geen voedsel dat een gasfornuis nodig heeft, gewoon wat brood en beleg. Een gratis mok thee zorgt wel voor voldoende warmte. Bij gebrek aan drinkmaten laat ik het bier maar voor wat het is. Er liggen nog voldoende dagen voor me waarop ik bier kan drinken.
In de gezamenlijke woonkamer is het drukker dan dat ik tot nu toe heb gezien. Er zijn heel veel nieuwe gezichten en ik voel de ogen op mijn persoon prikken. Het aftasten begint gelijk wanneer je de ruimte betreed. Aan een lange tafel begin ik in mijn dagboek te schrijven.
Dat is ook zoiets, wanneer je geen dagboek bijhoudt dan ben je een beetje vreemd. Het wordt gewoon van iedereen verwacht, net als overigens een dikke paperback van antieke literatuur of zware science-fiction. Elke jeugdherberg heeft een uitpuilende boekenkast waar je gratis net zoveel boeken mag omruilen als je maar kan lezen. Omdat ik met lege handen ben gearriveerd druk ik mijn eerste boek maar achterover. Het blijkt een winnaar te zijn! “The Fatal Shore” van “Robert Hughes” is het boeiende verhaal over de geschiedenis van Australië vanaf de geboorte uit het leed en de brutaliteit van het Britse transportsysteem van gevangenen. Een gepast verhaal!
Mijn keuze lijkt aan te slaan want niet veel later ben ik in een verhit gesprek over de fouten die door de Britse overheersers in Australië zijn begaan. Politiek en reizen gaan absoluut niet samen dus breekt ik het gesprek een beetje bot af.
Na mijn maaltijd in de keuken en twee grote mokken thee zoek ik mijn bed op. Het leeslampje dat bij elk bed van de stapelbedden is aangebracht is heel welkom. Wanneer ik slaperig genoeg ben klik ik de schakelaar en het licht gaat uit. In de wereld tussen wakker zijn en slapen denk ik na over de dag die achter me licht. Ga ik morgen terug naar Sydney of blijf ik nog een dag? Dat blijven moet wel heel gemakkelijk zijn want niemand mag volgens de strenge reglementen langer dan zeven nachten aaneengesloten in een YHA-jeugdherberg blijven.
Meer verhalen over:
Australië
woensdag 8 april 1998
Australië: Bushwalk en BBQ
Katoomba (Katoomba YHA), woensdag 8 april 1998
Gelukkig heb ik goed geslapen maar de eerste momenten van deze nieuwe dag ben ik toch een beetje verdwaald. Door een smalle kier tussen de gordijnen kruipt er zonlicht naar binnen en binnen enkele momenten weet ik weer waar ik ben. Het beeld op mijn netvlies wordt langzaam scherper terwijl mijn ogen wennen aan de duisternis. Een bed tegenover me is al leeg en zo te zien is de slaper al vertrokken. De lakens en deken zijn weg, ook onder het bed staat weinig meer. Jeugdherbergen! Mijn toekomstige woningen voor de komende drie maanden.
Nog voordat ik helemaal wakker ben zwaait de deur open en mijn bovenbuurman komt al fris als een hoentje de kamer binnen. Hij fluistert dat we straks samen kunnen ontbijten wanneer ik een beetje opschiet. Ik ben geen man van uitgebreid toilet in de ochtend, tanden poetsen en een beetje water in mijn gezicht is voldoende. ‘Van slapen wordt je niet vuil!’, was altijd een lijfspreuk van me.
In de keuken lijkt het wel een mierenhoop! Oploskoffie en theezakjes blijken gratis en daar wordt dan ook met veel enthousiasme gebruik van gemaakt. Ik moet wennen aan mijn eerste bakkie oploskoffie onderweg met zoveel mensen om me heen. Van de etenswaren die op de tafels verschijnen heb ik niet zo’n hoge hoed op. Potten jam en pindakaas zijn duidelijk in de meerderheid. Ik kan het moeilijk geloven dat ik me daarbij ga aansluiten. Een plakje kaas en wat vleeswaren op een paar sneetjes brood en af en toe een gebakken ei hebben toch wel mijn voorkeur.
Voorzichtig neem ik een slokje van mijn loeihete oploskoffie en volg met verbazing het hele schouwspel dat er zich voor mijn ogen in de keuken afspeelt. Ik ben zo gefascineerd dat ik niet eens in de gaten heb dat mijn kamergenoot zich aan de lange tafel naast mij heeft genesteld. Zonder een vraag te hebben gesteld begint hij het een en ander aan mij uit te leggen.
‘Kijk’, vervolgt hij. Als eerste verklaard hij waarom het in die hoek van de keuken. Bij die enorme kast zo druk is. “Free Food”, staat er met een vrouwelijk handschrift op een A4-tje geschreven dat met twee punaises op de bovenste plank is bevestigd. Hier staat het eten dat de vertrekkende reizigers niet mee in hun rugzak willen nemen en achterlaten voor de hongerige medereizigers. In de koelkast blijkt er ook nog zo’n plank te zijn!
Ik neem me voor om dat goed in de gaten te houden. Alle kleine beetjes helpen tenslotte! Mijn gedachten gaan terug naar gisterenavond en ik probeer al hoofdrekenend een schatting te maken over het bedrag dat ik gisteren heb uitgegeven. Zodra ik in gedachten op de “=“ heb gedrukt schrik ik van het totaal. Onbewust begin ik het te bagatelliseren en goed te praten dat je in het begin altijd wat meer geld uitgeeft. Een ding is in ieder geval zeker: Wanneer ik zo doorga met uitgeven dan zal ik halverwege deze reis al financieel droog staan.
Zodra de keuken leeg is gestroomd ga ik maar eens kijken wat er in de kast met “Free Food” is achtergebleven. De kast is ontdaan van alles dat eetbaar is alsof er een leger tropische mieren door de kast is getrokken! Enkele halve flessen plantaardige Canola-olie zijn achter gebleven. Dat is te begrijpen want niemand wil een lekkende fles olie in zijn rugzak meezeulen. Voor de rest is er weinig meer, tenzij je interesse hebt in droge goedkope muesli.
Een vriendelijk verlegen meisje spreekt me aan in een Iers accent en ze vraagt of ik misschien een boterham wil eten. Zij heeft nog wat brood over en voordat ze vertrekt wil ze het zoveel mogelijk opmaken. Overrompeld en ook een beetje verlegen neem ik haar aanbod aan. Ik moet tenslotte toch wat eten voordat ik op weg ga!
Ze is in ieder geval niet mijn type en ze zal aan het einde van de middag wanneer ik terugkom van mijn ontdekkingstocht verdwenen zijn. Die gedachte van binding en aanklampen door vreemden zet ik al snel uit mijn hoofd.
We eten wat boterhammen met pindakaas en keuvelen over niets en van alles. Zij is de tijd tot haar vertrek aan het doden en om eerlijk te zijn begin ik ook wel van haar aanwezigheid en aandacht te genieten. Ik voel me in ieder geval voor enkele momenten niet meer zo eenzaam als gisteren. Ik heb ook nog zoveel te leren dat het haast een meester en leerling situatie lijkt. We nemen afscheid en wisselen adressen uit. Voor een moment staar ik naar haar kleine briefje met vrouwelijke krullen. Een adres in een vreemd land waar ik waarschijnlijk nooit zal komen. Het is natuurlijk erg onbeleefd om het adres niet aan te nemen dus stop ik het snel weg. ‘Tot ziens’, en een zachte vluchtige kus op beide wangen. Ik ben weer alleen.
Op weg naar buiten attendeert de receptie medewerker mij op de YHA BBQ van vanavond. Music en een show, BBQ burgers voor AU$ 5,- en BYO beers. Een hele mond vol maar ik begrijp meteen wat hij bedoeld.
Onderweg naar “Echo Point” denk ik diep na wat er gisteren en vanochtend is gebeurd. Het is allemaal nieuw voor me en aan de andere kant ook heel ongemakkelijk. Ben ik wel geschikt voor dit backpacken?
Wanneer ik voor de tweede keer aan de rand van het plateau boven de Blue Mountains sta wordt ik overmand door emoties. Mijn geliefde grootmoeder stond hier ongeveer twintig jaar geleden ook. Twintig jaar geleden! Man, dat is bijna mijn halve leven geleden. Ik vecht tegen de tranen en tegen de warmte.
Ik ben hier om te wandelen en ik ben helemaal alleen en niet voorbereid. Twijfels zijn er genoeg maar doorzettingsvermogen wint. We gaan er aan beginnen en of we het allemaal gaan afmaken dat zien we wel. Nu omdraaien is geen optie want er zou er eeuwig spijt van hebben wanneer ik nu zou opgeven.
Australië is een vreemd land, de mensen zijn vreemd, de natuur is vreemd en de seizoenen zijn vreemd. April is het begin van de herfst en daar heb ik al enkele keren diep over moeten nadenken. Onderaan de “The Giant Stairway” kom ik in een wereld die haast prehistorisch lijkt. Vreemde manshoge varens en ranke schilferende bomen die ze “Gum Trees” noemen.
Maar ook vandaag heb ik weer mijn twijfels. Twijfels over mijn bagage bijvoorbeeld. Australië is een enorm groot land en in mijn rugzak zit winterkleding en ook wat zomerkleding. Die spijkerbroek die ik nu draag is een vreemde verschijning in de jeugdherbergen. Haast iedereen draagt hier van die comfortabele dunne trainingsbroeken. Allemaal stretch kunststof waar ik een zo’n hekel aan heb. Toch kan een heel leger van die rugzak artiesten toch niet fout zijn? Voor mij is het in ieder geval te laat om nog het een en ander te veranderen. Ik zal gewoonweg moeten proberen om zover mogelijk te komen met wat ik heb. Misschien kan ik onderweg nog wat kleding kopen maar kleding is hier zeker niet goedkoop en zeker niet modieus.
Tijdens het wandelen dagdroom ik over wat me de komende twee maanden allemaal te wachten staat. Het dringt langzaam tot me door dat ik veel te gemakkelijk over deze reis heb gedacht. Ik heb nog steeds mijn momenten van depressiviteit en daar wil ik zeker anderen niet mee opzadelen. Vanochtend heb ik maar weer eens de boekhouding gedaan en ik ben binnen een week tot de conclusie gekomen dat wat ik in harde Hollandse guldens had begroot zeker niet gerekend in nog hardere Australische dollars kan worden gehaald. Simpel gezegd kom ik ongeveer 35 tot 40% tekort. Ik zal daar snel een oplossing voor moeten vinden! Anders kan ik over een paar weken weer naar huis.
Het wandelen in een natuurpark mag dan wek gratis zijn maar een ritje met de “Katoomba Scenic Railway” is zeker niet gratis. Maar nu ik hier toch ben moet ik het maar doen. Ik wil tenslotte later niet alleen maar verhalen vertellen over de dingen die ik niet heb gedaan.
Aan het einde van de middag arriveer ik in een haast lege jeugdherberg. Er zitten enkele mensen te lezen, een enkeling schrijft in zijn dagboek en op een grote zitbank ligt een veel te zware jongeman met een onaantrekkelijke bilnaad te ronken. Backpacken in het kwadraat? Ik heb niet veel tijd nodig om te besluiten op zoek te gaan naar een koud biertje. De supermarkt is niet ver en ik hoop daar enkele collega drinkers/backpackers warm te kunnen maken om samen een kratje bier te kopen. Bier in de koelkast achterlaten in de jeugdherberg is het domste wat je kan doen! Alcohol wordt namelijk als eerste gestolen wanneer je omdraait, even niet oplet of de koelkast uit het oog verliest.
Op een bankje tegenover de “Coles Supermarkt” zitten twee engelse jongens waar ik gisterenavond vluchtig mee heb gesproken. Ze zwaaien al van verre en onze ideeën liggen over de dag afsluiten liggen op dezelfde lijn. Geld verwisseld van hand op hand en de oudste van de twee haalt voor ons 24 koude flessen bier. Met 375 ml inhoud zijn ze groter dan de Nederlandse flesjes maar ze zijn ook veel duurder. Nee, wanneer je van roken en drinken houdt dan is Australië zeker een dure bestemming.
Voordat we richting de jeugdherberg gaan kopen we met z’n drieën nog een krat bier voor vanavond bij de BBQ. Het is mijn eerste sociale bijeenkomst in een YHA. Ik ben benieuwd naar deze geanimeerde avonden. Ze zouden een grote toegevoegde waarde kunnen hebben tijdens de eenzame avonden.
Voor AU$ 5 krijg je aardig wat te eten! Burgers, sla en brood, patat zou ook welkom zijn geweest maar die lijkt niet erg populair in Australië. Ik heb een beetje het gevoel dat het gezondheid fanaten zijn zoals aan de noordoost kust van de Verenigde Staten. En dat terwijl het algemene gevoel meer naar het Engeland van de jaren zestig gaat.
De twee engelse jongens hebben ondertussen al contact gemaakt met een Nederlands meisje. Niet dat ik daar op zat te wachten want plotseling is de hoofdtaal aan tafel het Nederlands.
Steeds wanneer ik direct terugschakel naar het Engels begint het wicht weer over haar persoonlijke problemen in het Nederlands, haar verbroken relatie en de reden waarom ze naar Australië is gevlucht. Om zichzelf te ontdekken? Nou, dat had ze op Ameland ook kunnen doen.
Ik zit hier ook met een achtergrond en een virtuele rugzak vol emotionele en relationele bagage maar ik ben er honderd procent zeker van dat ik daar niemand anders me wil lastig vallen.
Ook voor de eerste keer, en er zullen nog veel eerste keren volgen deze reis, wordt ik voorgesteld aan het gratis vermaak. Er trekken hele hordes muziekanten, circusartiesten, goochelaars, jongleurs en god weet wat nog meer voor kunstenaars door Australië. Hun kunsten worden in het openbaar vertoont en na hun voorstelling gaan ze met de pet rond. Een moderne vorm van bedelen voor mensen die gratis willen rondreizen. Ik ben erg verbaasd dat het leger budgetterende rondreizigers zo gul is.
Ik zou het wellicht ook wel willen maar ik kan weinig anders dan werken en bier drinken. Werken mag ik niet volgens mijn visum en ik kan me moeilijk voorstellen dat er mensen zijn die betalen om mij bier te zien drinken.
Het optreden is toch wel onderhoudend en ik wrijf over mijn hart wanneer ik na beëindiging van het optreden een dollar in de pet gooi. Dat blijft niet onopgemerkt! Ik ben verbaasd hoe brutaal sommige mensen zijn! Ze vragen gewoon om een fles bier waarvan ze vinden dat ze daar recht op hebben? Jij hebt er meer dan ik dus zou je eigenlijk moeten delen! De socialistische gedachte in de meest brede uitvoering. Nou, mooi die gedachte maar nu doorlopen, èn snel! Het was een leuke dag en een gezellige avond, maar wel een kostbare. Dat probleem moet ik eerst gaan oplossen!
Gelukkig heb ik goed geslapen maar de eerste momenten van deze nieuwe dag ben ik toch een beetje verdwaald. Door een smalle kier tussen de gordijnen kruipt er zonlicht naar binnen en binnen enkele momenten weet ik weer waar ik ben. Het beeld op mijn netvlies wordt langzaam scherper terwijl mijn ogen wennen aan de duisternis. Een bed tegenover me is al leeg en zo te zien is de slaper al vertrokken. De lakens en deken zijn weg, ook onder het bed staat weinig meer. Jeugdherbergen! Mijn toekomstige woningen voor de komende drie maanden.
Nog voordat ik helemaal wakker ben zwaait de deur open en mijn bovenbuurman komt al fris als een hoentje de kamer binnen. Hij fluistert dat we straks samen kunnen ontbijten wanneer ik een beetje opschiet. Ik ben geen man van uitgebreid toilet in de ochtend, tanden poetsen en een beetje water in mijn gezicht is voldoende. ‘Van slapen wordt je niet vuil!’, was altijd een lijfspreuk van me.
In de keuken lijkt het wel een mierenhoop! Oploskoffie en theezakjes blijken gratis en daar wordt dan ook met veel enthousiasme gebruik van gemaakt. Ik moet wennen aan mijn eerste bakkie oploskoffie onderweg met zoveel mensen om me heen. Van de etenswaren die op de tafels verschijnen heb ik niet zo’n hoge hoed op. Potten jam en pindakaas zijn duidelijk in de meerderheid. Ik kan het moeilijk geloven dat ik me daarbij ga aansluiten. Een plakje kaas en wat vleeswaren op een paar sneetjes brood en af en toe een gebakken ei hebben toch wel mijn voorkeur.
Voorzichtig neem ik een slokje van mijn loeihete oploskoffie en volg met verbazing het hele schouwspel dat er zich voor mijn ogen in de keuken afspeelt. Ik ben zo gefascineerd dat ik niet eens in de gaten heb dat mijn kamergenoot zich aan de lange tafel naast mij heeft genesteld. Zonder een vraag te hebben gesteld begint hij het een en ander aan mij uit te leggen.
‘Kijk’, vervolgt hij. Als eerste verklaard hij waarom het in die hoek van de keuken. Bij die enorme kast zo druk is. “Free Food”, staat er met een vrouwelijk handschrift op een A4-tje geschreven dat met twee punaises op de bovenste plank is bevestigd. Hier staat het eten dat de vertrekkende reizigers niet mee in hun rugzak willen nemen en achterlaten voor de hongerige medereizigers. In de koelkast blijkt er ook nog zo’n plank te zijn!
Ik neem me voor om dat goed in de gaten te houden. Alle kleine beetjes helpen tenslotte! Mijn gedachten gaan terug naar gisterenavond en ik probeer al hoofdrekenend een schatting te maken over het bedrag dat ik gisteren heb uitgegeven. Zodra ik in gedachten op de “=“ heb gedrukt schrik ik van het totaal. Onbewust begin ik het te bagatelliseren en goed te praten dat je in het begin altijd wat meer geld uitgeeft. Een ding is in ieder geval zeker: Wanneer ik zo doorga met uitgeven dan zal ik halverwege deze reis al financieel droog staan.
Zodra de keuken leeg is gestroomd ga ik maar eens kijken wat er in de kast met “Free Food” is achtergebleven. De kast is ontdaan van alles dat eetbaar is alsof er een leger tropische mieren door de kast is getrokken! Enkele halve flessen plantaardige Canola-olie zijn achter gebleven. Dat is te begrijpen want niemand wil een lekkende fles olie in zijn rugzak meezeulen. Voor de rest is er weinig meer, tenzij je interesse hebt in droge goedkope muesli.
Een vriendelijk verlegen meisje spreekt me aan in een Iers accent en ze vraagt of ik misschien een boterham wil eten. Zij heeft nog wat brood over en voordat ze vertrekt wil ze het zoveel mogelijk opmaken. Overrompeld en ook een beetje verlegen neem ik haar aanbod aan. Ik moet tenslotte toch wat eten voordat ik op weg ga!
Ze is in ieder geval niet mijn type en ze zal aan het einde van de middag wanneer ik terugkom van mijn ontdekkingstocht verdwenen zijn. Die gedachte van binding en aanklampen door vreemden zet ik al snel uit mijn hoofd.
We eten wat boterhammen met pindakaas en keuvelen over niets en van alles. Zij is de tijd tot haar vertrek aan het doden en om eerlijk te zijn begin ik ook wel van haar aanwezigheid en aandacht te genieten. Ik voel me in ieder geval voor enkele momenten niet meer zo eenzaam als gisteren. Ik heb ook nog zoveel te leren dat het haast een meester en leerling situatie lijkt. We nemen afscheid en wisselen adressen uit. Voor een moment staar ik naar haar kleine briefje met vrouwelijke krullen. Een adres in een vreemd land waar ik waarschijnlijk nooit zal komen. Het is natuurlijk erg onbeleefd om het adres niet aan te nemen dus stop ik het snel weg. ‘Tot ziens’, en een zachte vluchtige kus op beide wangen. Ik ben weer alleen.
Op weg naar buiten attendeert de receptie medewerker mij op de YHA BBQ van vanavond. Music en een show, BBQ burgers voor AU$ 5,- en BYO beers. Een hele mond vol maar ik begrijp meteen wat hij bedoeld.
Onderweg naar “Echo Point” denk ik diep na wat er gisteren en vanochtend is gebeurd. Het is allemaal nieuw voor me en aan de andere kant ook heel ongemakkelijk. Ben ik wel geschikt voor dit backpacken?
Wanneer ik voor de tweede keer aan de rand van het plateau boven de Blue Mountains sta wordt ik overmand door emoties. Mijn geliefde grootmoeder stond hier ongeveer twintig jaar geleden ook. Twintig jaar geleden! Man, dat is bijna mijn halve leven geleden. Ik vecht tegen de tranen en tegen de warmte.
Ik ben hier om te wandelen en ik ben helemaal alleen en niet voorbereid. Twijfels zijn er genoeg maar doorzettingsvermogen wint. We gaan er aan beginnen en of we het allemaal gaan afmaken dat zien we wel. Nu omdraaien is geen optie want er zou er eeuwig spijt van hebben wanneer ik nu zou opgeven.
Australië is een vreemd land, de mensen zijn vreemd, de natuur is vreemd en de seizoenen zijn vreemd. April is het begin van de herfst en daar heb ik al enkele keren diep over moeten nadenken. Onderaan de “The Giant Stairway” kom ik in een wereld die haast prehistorisch lijkt. Vreemde manshoge varens en ranke schilferende bomen die ze “Gum Trees” noemen.
Maar ook vandaag heb ik weer mijn twijfels. Twijfels over mijn bagage bijvoorbeeld. Australië is een enorm groot land en in mijn rugzak zit winterkleding en ook wat zomerkleding. Die spijkerbroek die ik nu draag is een vreemde verschijning in de jeugdherbergen. Haast iedereen draagt hier van die comfortabele dunne trainingsbroeken. Allemaal stretch kunststof waar ik een zo’n hekel aan heb. Toch kan een heel leger van die rugzak artiesten toch niet fout zijn? Voor mij is het in ieder geval te laat om nog het een en ander te veranderen. Ik zal gewoonweg moeten proberen om zover mogelijk te komen met wat ik heb. Misschien kan ik onderweg nog wat kleding kopen maar kleding is hier zeker niet goedkoop en zeker niet modieus.
Tijdens het wandelen dagdroom ik over wat me de komende twee maanden allemaal te wachten staat. Het dringt langzaam tot me door dat ik veel te gemakkelijk over deze reis heb gedacht. Ik heb nog steeds mijn momenten van depressiviteit en daar wil ik zeker anderen niet mee opzadelen. Vanochtend heb ik maar weer eens de boekhouding gedaan en ik ben binnen een week tot de conclusie gekomen dat wat ik in harde Hollandse guldens had begroot zeker niet gerekend in nog hardere Australische dollars kan worden gehaald. Simpel gezegd kom ik ongeveer 35 tot 40% tekort. Ik zal daar snel een oplossing voor moeten vinden! Anders kan ik over een paar weken weer naar huis.
Het wandelen in een natuurpark mag dan wek gratis zijn maar een ritje met de “Katoomba Scenic Railway” is zeker niet gratis. Maar nu ik hier toch ben moet ik het maar doen. Ik wil tenslotte later niet alleen maar verhalen vertellen over de dingen die ik niet heb gedaan.
Aan het einde van de middag arriveer ik in een haast lege jeugdherberg. Er zitten enkele mensen te lezen, een enkeling schrijft in zijn dagboek en op een grote zitbank ligt een veel te zware jongeman met een onaantrekkelijke bilnaad te ronken. Backpacken in het kwadraat? Ik heb niet veel tijd nodig om te besluiten op zoek te gaan naar een koud biertje. De supermarkt is niet ver en ik hoop daar enkele collega drinkers/backpackers warm te kunnen maken om samen een kratje bier te kopen. Bier in de koelkast achterlaten in de jeugdherberg is het domste wat je kan doen! Alcohol wordt namelijk als eerste gestolen wanneer je omdraait, even niet oplet of de koelkast uit het oog verliest.
Op een bankje tegenover de “Coles Supermarkt” zitten twee engelse jongens waar ik gisterenavond vluchtig mee heb gesproken. Ze zwaaien al van verre en onze ideeën liggen over de dag afsluiten liggen op dezelfde lijn. Geld verwisseld van hand op hand en de oudste van de twee haalt voor ons 24 koude flessen bier. Met 375 ml inhoud zijn ze groter dan de Nederlandse flesjes maar ze zijn ook veel duurder. Nee, wanneer je van roken en drinken houdt dan is Australië zeker een dure bestemming.
Voordat we richting de jeugdherberg gaan kopen we met z’n drieën nog een krat bier voor vanavond bij de BBQ. Het is mijn eerste sociale bijeenkomst in een YHA. Ik ben benieuwd naar deze geanimeerde avonden. Ze zouden een grote toegevoegde waarde kunnen hebben tijdens de eenzame avonden.
Voor AU$ 5 krijg je aardig wat te eten! Burgers, sla en brood, patat zou ook welkom zijn geweest maar die lijkt niet erg populair in Australië. Ik heb een beetje het gevoel dat het gezondheid fanaten zijn zoals aan de noordoost kust van de Verenigde Staten. En dat terwijl het algemene gevoel meer naar het Engeland van de jaren zestig gaat.
De twee engelse jongens hebben ondertussen al contact gemaakt met een Nederlands meisje. Niet dat ik daar op zat te wachten want plotseling is de hoofdtaal aan tafel het Nederlands.
Steeds wanneer ik direct terugschakel naar het Engels begint het wicht weer over haar persoonlijke problemen in het Nederlands, haar verbroken relatie en de reden waarom ze naar Australië is gevlucht. Om zichzelf te ontdekken? Nou, dat had ze op Ameland ook kunnen doen.
Ik zit hier ook met een achtergrond en een virtuele rugzak vol emotionele en relationele bagage maar ik ben er honderd procent zeker van dat ik daar niemand anders me wil lastig vallen.
Ook voor de eerste keer, en er zullen nog veel eerste keren volgen deze reis, wordt ik voorgesteld aan het gratis vermaak. Er trekken hele hordes muziekanten, circusartiesten, goochelaars, jongleurs en god weet wat nog meer voor kunstenaars door Australië. Hun kunsten worden in het openbaar vertoont en na hun voorstelling gaan ze met de pet rond. Een moderne vorm van bedelen voor mensen die gratis willen rondreizen. Ik ben erg verbaasd dat het leger budgetterende rondreizigers zo gul is.
Ik zou het wellicht ook wel willen maar ik kan weinig anders dan werken en bier drinken. Werken mag ik niet volgens mijn visum en ik kan me moeilijk voorstellen dat er mensen zijn die betalen om mij bier te zien drinken.
Het optreden is toch wel onderhoudend en ik wrijf over mijn hart wanneer ik na beëindiging van het optreden een dollar in de pet gooi. Dat blijft niet onopgemerkt! Ik ben verbaasd hoe brutaal sommige mensen zijn! Ze vragen gewoon om een fles bier waarvan ze vinden dat ze daar recht op hebben? Jij hebt er meer dan ik dus zou je eigenlijk moeten delen! De socialistische gedachte in de meest brede uitvoering. Nou, mooi die gedachte maar nu doorlopen, èn snel! Het was een leuke dag en een gezellige avond, maar wel een kostbare. Dat probleem moet ik eerst gaan oplossen!
Meer verhalen over:
Australië
Abonneren op:
Posts (Atom)