Kathmandu (Hotel Marshyangdi), woensdag 2 december 2009
Verlost van een duivel uit het verleden en met de warm broeiende ervaring van gisteren in mijn gedachten stond ik vanochtend op. Het wordt nu elke dag een beetje kouder en het lauw warme ontbijt koelt snel af op de ijskoude porseleinen borden. Desalniettemin laat ik me de hoop gebakken worstjes, yakkaas en hardgekookte eieren goed smaken. Ik weet me geen raad met mezelf vandaag!
Het internet in het hotel werkt nog steeds niet en ook de elektriciteitsonderbrekingen zijn nu heel normaal en ik moet het accepteren of ik wil of niet. Ik heb nog twee dagen en ik weet zeker dat ik nog wel een keer terug kom naar Kathmandu en Nepal. Vanuit mijn ooghoek zie ik de taxichauffeur buiten de poort staan. Helaas weet hij nog steeds niet dat ik niet naar Bhaktapur wil gaan en vandaag een extra rustdag heb ingelast. Terwijl ik naar buiten kijkend zit de dagdromen merkt hij mij wel op en zijn heftige gebaren met zijn zijn armen brengen mij terug naar de werkelijkheid. Verlegen en verontschuldigend zwaai ik terug terwijl hij demonstratief op zijn pols kijkt. Ik ben er niet zeker van dat hij daadwerkelijk een horloge om zijn pols heeft.
Vroeger of later moet ik hem het slechte nieuws toch brengen! Ik vraag of de serveerster een moment mijn MacBook in gaten wil houden en met lood in mijn schoenen loop ik naar buiten. Twee zielige ogen staren me aan als ik het slechte nieuws heb overgebracht.
“Nee, ook niet morgen of overmorgen op mijn laatste dag”, verzeker ik hem om hem voor een volgende teleurstelling te behoeden.
Met een slecht gevoel loop ik weer naar binnen en schuif aan de tafel waar ik mijn ontbijt heb genuttigd. Nog één koffie en ik ga weer naar boven. Ik ben een man met een missie en ik moet mijn verhaal kwijt! Eenmaal op mijn kamer werk ik hard aan het verhaal over de crematies van gisteren en wanneer ik negentig procent klaar ben drink ik mijn laatste slok koffie op en bereid me voor op de rest van de dag.
Bewapend met mijn camera en twee lenzen stap ik de opgewarmde en sterk vervuilde lucht van Kathmandu binnen. De taxichauffeur begint opnieuw aan mijn hoofd te zeuren en deze keer ben ik minder vriendelijk dan anderhalf uur eerder. Hij voelt op zijn beurt meteen aan dat hij een beetje te ver is gegaan en licht verontschuldigend druipt hij af. Ik voel me verlost en fris en onbevangen stap ik de wereld van Thamel binnen. Een nieuwe onbekende weg zal me weer naar het Kathmandu Durbar Square brengen.
Rustig en met een verhoogde aandacht zwerf ik door de smalle straten van Thamel. Nu de meeste zintuigen niet meer voor mijn veiligheidsgevoel worden gebruikt zie ik veel meer van het dagelijks leven in een derde wereld land dan voorheen. Deze mensen zijn dan misschien arm in de ogen van de westerlingen maar in mijn ogen lijken ze wel veel gelukkiger zonder al die consumptiegoederen. Werken om te overleven geeft je weinig tijd om te luieren en je te vervelen.
Onderweg passeert er een optocht die één of andere groente vereert. Het verkeer komt tot een complete stilstand en ik bekijk aandachtig wat er allemaal om me heen gebeurt. Je moet er tenslotte 100% zeker van zijn dat je niet in een politiek getinte situatie terecht bent gekomen. Want die kunnen in Kathmandu zomaar verkeerd aflopen.
Op hetzelfde terras als twee dagen geleden drink ik opnieuw een heerlijk kopje organische koffie. Sudderend in de vroege middagzon loop ik door de ervaringen van de afgelopen drie weken. Het waren mooie weken geweest ondanks de kleine problemen binnen de groep.
Ik heb nog twee dagen over in Nepal. Morgen ga ik nog een tempel bezoeken en vrijdag doe ik rustig aan.