maandag 30 november 2009

Nepal, op weg naar het “Durbar Square”

Kathmandu (Hotel Marshyangdi), maandag 30 november 2009

Vandaag was mijn eerste echte dag in Kathmandu. Ik moet eerlijk zijn om te zeggen dat ik me niet op mijn gemak voel wanneer ik alleen op stap ga in de donkere straten en smalle steegjes van Kathmandu. Ik probeer mezelf steeds ervan te overtuigen dat dit niet Marokko is en dat de mensen anders zijn. Toch speelt de overval van ruim een jaar geleden nog in mijn onderbewustzijn. Het slijt wel weg maar het gaat heel langzaam.
Vandaag ging ik dus alleen op stap naar het “Durbar plein van Kathmandu”. Het hart van het oude centrum waar eeuwen geleden koningen werden gekroond en wetten werden geschreven. Nu zijn er nog een dozijn tempels over en de onderdanen hebben plaatsgemaakt voor een groep mensen die niet in een dierentuin zouden misstaan. Het gehalte van rasta krullen is hier hoger dan op Jamaica. Westerse mannen in felgekleurde gewaden met rode gelakte teennagels. Ik heb het idee dat de hippies en bloemenkinderen vanuit India naar Nepal zijn getrokken.
Onderweg wordt je horendol van het onafgebroken getoeter van de brommers kleine taxi’s die langzaam door de horden voetgangers navigeren. Het lijkt wel of niemand aandacht schenkt aan de voertuigen en het leven kabbelt langzaam voort in deze eeuwenoude stad. Nog voordat ik op mijn bestemming ben aangekomen probeer ik zoveel mogelijk van deze unieke wereld in me op te nemen. De camera klikt onafgebroken en ik realiseer me dat ik in vijf weken de vijftienhonderd foto’s al gepasseerd ben. Het is een onmogelijke opgave om te beschrijven wat ik allemaal zie, ik laat de foto’s daarom maar het werk doen.

Aan de rand van het plein wordt ik meteen aangesproken door een Baba, een religieus figuur die de gelovigen zegent. ik moet een foto van hem maken en hij vraagt meteen daarna voor een bedrag dat bijna gelijk staat aan een dagloon. Er zullen er best wel zijn die het meteen betalen maar ik geef hem tien procent wat hij vraagt. Met een zuur gezicht herhaald hij zijn prijs en ik steek hem het briefje van twintig Roepie toe. Afkeurend schud hij zijn hoofd.
“Twintig of niets”, herhaal ik in het Engels.
Hij grist het rode bankbiljet uit mijn hand voordat ik me bedenk en het terug in mijn zak steek.
“Thank you”, lacht hij me toe en loopt met een kleine emmer in zijn hand weg.
Het ritueel is niet onopgemerkt gebleven en niet veel later wordt ik belaagd door een groep andere Baba’s.

Een wel heel standvastige verkoper die me blijft volgen en vanachter mijn rug maar blijft zeuren krijgt absoluut niet mijn aandacht! Wanneer ik hem na enkele minuten echt zat ben kijk ik kwaad over mijn schouder en recht in het gezicht van een grote besnorde man in een militair uniform.
“Hello, Hello Sir, Hello, Hello Sir, You have ticket?”, herhaalt hij voor de zoveelste maal.
“Eh, no”, antwoord ik op een verontschuldigende toon.
Gelukkig lacht hij me vrolijk toe en ik volg hem naar het geïmproviseerde huisje van golfplaten waar de toegangskaartjes voor het plein worden verkocht. Waarschijnlijk gaat de opbrengst meteen naar het Maoïstische leger of de regering maar je ontkomt er nu eenmaal niet aan om entree te betalen. Hij neemt mijn driehonderd Roepies aan en verteld me meteen dat ik aan de andere kant van het plein het kaartje voor vandaag kan omruilen voor een kaartje dat drie dagen geldig is. Ik weet nog niet of ik hier nog een keer naar toe ga maar ik neem het zekere toch maar voor het onzekere en ruil mijn kaartje om. Er heerst een efficiëntie die ik niet verwacht aan deze kant van de wereld. Drie dagen langer kan ik me in deze surrealistische wereld begeven zonder in de problemen te geraken.

Ergens onderweg op het plein wordt ik aangesproken door een wat zweverige Amerikaan. Mijn camera had hem aangetrokken en hij is een beroepsfotograaf uit Minnesota. Hij was op een missie want hij wilde zijn foto’s aan de Lonely Planet verkopen. Wat me het eerste opviel was dat hij aan de zuinige kant van het reizen zat. Hij was er trots op dat hij geen entree voor het plein had hoeven te betalen en vol passie vertelde hij me over andere sluiproutes voor bezienswaardigheden in Kathmandu. Een kopje kruidenthee van € 0,35 kon er ook maar met moeite vanaf. Voor een moment dacht ik aan de tijd dat ik zelf met een klein budget onderweg was. We letten wel goed op wat we uitgaven maar we waren nooit echt zuinig. En op voedsel en een flesje bier werd er nooit geld bespaard, of niet Kris? Nadat hij zijn collectie van goedkope gekopieerde DVD’s op zijn MacBook Pro had laten zien ging hij er plotseling vandoor met een, “See you later!”
Typisch Amerikaans zal ik maar zeggen, ik geloof niet dat ik hem tijdens mijn verblijf nog zal zien. Voor mijzelf stond er nog een lange wandeling terug naar mijn hotel op het programma. Een wandeling via een omweg met een kop warme soep aan het einde. Het is echt wennen aan dit koele weer, zelfs na ruim twee weken hunker ik nog steeds naar de klamme warmte van de tropen.

Voor mij zit de dag er alweer vroeg op en ik trek me terug op mijn kamer. Lekker uitrusten en warme thee drinken. Vanavond ga ik nog lekker eten bij de “Rum Doodle” samen met Hans en Francien. Zij hebben nog een dag hier voordat ze weer verder gaan op de fiets.
“En bergpas van ruim 2500 meter hebben we nog voor de boeg”, zegt Francien met een brede glimlach.
Misschien moet ik het toch ook maar eens proberen? Zo met de fiets op pad.

zondag 29 november 2009

Nepal, terug in Kathmandu

Kathmandu (Hotel Marshyangdi), zondag 29 november 2009

Vandaag wordt ik voor het eerst alleen wakker op mijn kamer. Het is erg fijn om weer zonder oordoppen te kunnen slapen maar het is ook minder leuk om na twee weken weer alleen te zijn.
De verhuizing naar mijn nieuwe kamer gisteren was perfect verlopen. In plaats van de eenpersoonskamer waar ik voor betaald heb heeft onze agent in Kathmandu kunnen regelen dat ik een mooie ruime tweepersoonskamer heb gekregen. Een hele ruime kamer met een koelkast en flinke TV. Niet dat ik veel TV zal kijken maar voor de schaarse momenten is het toch wel welkom. Het Marshyangdi Hotel in Kathmandu is zeker zijn geld waard. Drie sterren en aan de rand van Thamel maken het een goede uitvalsbasis voor dagtochten in en rond Kathmandu.

Maar eerst nog even terug naar gisteravond! Zit ik rustig op mijn gemak in de stralingswarmte van een houtvuur na te genieten van de maaltijd met een laatste slok bier in mijn fles en ben ik bijna klaar om terug te gaan naar mijn hotel komen er twee bekenden uit Zaltbommel het restaurant binnen gestapt. Hans en Francien zijn twee van de vele fanatieke fietsers die over onze planeet rijden.
We wisten, via via, dat we rond deze tijd in dezelfde omgeving zouden zijn maar elkaar tegen het lijf lopen in een stad met anderhalf miljoen inwoners is toch wel bijzonder. Natuurlijk schuif ik bij ze aan en bestel nog een biertje. We hebben elkaar veel te vertellen want het is alweer vier jaar gelden dat we elkaar tegen het lijf liepen in Thailand. Het is een kleine wereld!

Deze eerste dag alleen in Kathmandu doe ik eigenlijk verder helemaal niets. Ik heb moeite om het hotel te verlaten en alleen door de straten van Kathmandu te dwalen. De smalle straten van Thamel benauwen me. Ze lijken teveel op Fez waar die kutmarokkanen me overvielen. Ruim een jaar later spookt het nog door mijn hoofd. Ik kom niet verder dan een paar honderd meter van mijn hotel en ik eet in een Thais restaurant om de hoek. Ik weet dat het zo niet verder kan en dat ik de ban moet doorbreken.

Ik neem me voor om morgen tegen mijn gevoelens in op stap te gaan in de smalle straten van Thamel want het heeft geen zin om een week lang op je bed in een vreemd hotel te liggen.

zaterdag 28 november 2009

Nepal, de trek naar “Annapurna Base Camp”

Kathmandu (Hotel Marshyangdi), zaterdag 28 november 2009

In eerste instantie had ik een van dag tot dag verslag willen doen van de trek naar het “Annapurna Base Camp”. Maar de computer is onderweg niet uit mijn rugzak geweest en om eerlijk te zijn is het ook enorm moeilijk om te beschrijven wat ik allemaal heb gezien en meegemaakt.
Het was voor mij de eerste keer dat ik aan een trek in het hooggebergte deelnam en na afloop wist ik zeker dat ik nog wel een paar keer naar Nepal zou gaan om een trek in groepsvorm te maken. Misschien organiseer ik zelf wel een trek om jullie te laten proeven van deze speciale manier van reizen.
Zoals ik bovenstaand al vermelde is het enorm moeilijk te beschrijven wat het allemaal inhoud en wat je ziet en meemaakt, desondanks zal ik toch een poging wagen.

De sfeer was de eerste dag na aankomst in Kathmandu veranderd en vanaf het begin een beetje moeilijk. Stroef is een betere omschrijving, de groep ging een beetje onwennig met elkaar om en dat had ik echt niet verwacht. Om het ijs een beetje te breken ging de gehele groep na aankomst in het hotel in Kathmandu met elkaar lunchen en een stukje wandelen. Het was een late lunch want drie uur later gingen we alweer met elkaar dineren. Er werd geld gewisseld, voldoende voor de komende tien dagen. De voertaal was een mix van Singels (Engels met een Singaporese uitspraak), Chinees en Bahasa Malayu. Dat viel me een beetje tegen want in 80% van de gesproken woorden stond ik in niemandsland.
Wat me als eerste opviel was dat de meesten van de groep extreem voorzichtig waren bij het uitgeven van hun geld. Nu kan ik begrijpen dat de een het wat breder heeft dan de ander maar het uitrekenen tot een halve Eurocent gaat me toch wel wat te ver. Dit zeker met de wetenschap dat wanneer de trek eenmaal was begonnen alles inclusief was. Vanaf de eerste stap hoefde niemand voor tien lange dagen zijn portemonnee te trekken.

Om wat dichter bij elkaar te komen stond tijdens de verplaatsing van Kathmandu naar Pokhara ergens halverwege een white water rafting gepland. Nu vindt ik zelf persoonlijk het raften heel erg leuk maar op deze hoogte en bij deze temperaturen sla ik toch maar een keer over. Ik had het tot nu toe koud gehad en het ontbreken van kachels in het algemeen was een vreemde zaak. Gelukkig was ik niet de enige die de uitnodiging had afgeslagen en mijn lotgenoten waren twee gepensioneerden uit Singapore en een meisje uit Johor. Ik kon met de twee oudjes, ze vinden het zeker niet leuk als ik ze zo noem, goed opschieten en het was al vroeg duidelijk dat ik veel met ze zou optrekken. Het meisje was de officiële fotograaf voor de reis en ik denk dat ze zich bedreigt voelde door de aanwezigheid van mijn Nikon D700. Voor de reis had ik keuzes moeten maken en ik had gekozen voor de 14-24mm en de 24-70mm, de 70-200mm was achtergebleven in Singapore wegens haar gewicht. Ik schoot wat foto’s toen de rubberboten de stroomversnellingen passeerden en ik wenste dat ik de 70-200mm toch in mijn rugzak had! Tijdens de lunch hoopte ik dat het aangeboden voedsel niet representatief was voor wat ons de komende dagen te wachten stond. Het was van een discutabele kwaliteit dat je in een derde wereld land kan verwachten maar niet op een reis met flink prijskaartje.


De kamers werden na aankomst in Pokhara door Gordon uitgegeven en samen met Joe sleepte ik mijn bagage naar de vierde verdieping van ons hotel. De kwaliteit van dit hotel was zelfs nog beter dan het hotel in Kathmandu. Opnieuw was de sfeer in de groep veranderd, in positieve zin deze keer. Iedere deelnemer stond te popelen om op pad te gaan. De bergen lonkten in de zon aan de horizon.
Het avondeten was een drama en ik zag de bui al vroeg hangen. We waren verschillende restaurants gepasseerd die vol met gasten zaten en uitgerekend wij stapten de lege tuin van een leeg restaurant binnen. Er heerste paniek onder het personeel en na het serveren van de drankjes en het opnemen van de bestellingen kregen we te horen om over anderhalf uur maar terug te komen!
Dat was te gek voor woorden! En nog vreemder was dat iedereen van onze groep, behalve ondergetekende dan, het gewoonweg accepteerde. Ik had helemaal geen zin om ruim een uur langs de eindeloze rij souvenirwinkeltjes te lopen op zoek naar prullaria die ik niet nodig had.
“Als mijn bestelling klaar is zet het dan maar voor me op de tafel!”, maande ik de ober.
Hij knikte gedwee en liep weer weg. Twee minuten later passeerde hij me opnieuw en deze keer met een grote lege boodschappentas in de hand. Ik sipte van mijn koele biertje en speelde met de instellingen van mijn camera totdat de ober weer terug kwam met een boodschappentas vol met groenten en andere zaken.
“Het eten is in ieder geval wel vers!”, lachte ik in mijzelf.
De kwaliteit van de maaltijd was redelijk en met mijn onzekere gedachten zat ik al bij de trek van morgen. In mijn gedachten probeerde ik om opnieuw een voorstelling te maken van wat me op die bergen te wachten stond.

Na een korte nachtrust in ons drie sterren hotel gingen we met de bus op weg naar Naya Pul waar de tiendaagse trek naar het “Annapurna Base Camp” zou beginnen. En hier begint het haperen in woorden! Ik had onderweg al de volgende hoofdstukken bedacht:

Pokhara, 15 november 2009: Nepal, Raften en luieren
Ghandruk, 16 november 2009: Nepal, de eerste test
Chomrong, 17 november 2009: Nepal, naar de andere kant van de vallei
Doban, 18 november: Nepal, groepjes vormen
Machhapuchhare Base Camp, 19 november 2009: Nepal, de laatste etappe naar ABC
Himalayan, 20 november 2009: Nepal, stront aan de knikker
Chomrong, 21 november 2009: Nepal, de race
Landruk, 22 november 2009: Nepal, een rustige dag
Dhampus, 23 november 2009: Nepal, gierende hartkleppen
Sarangkot, 24 november 2009: Nepal, een beetje te veel
Pokhara, 25 november 2009: Nepal, het zit er op

Maar terugkijkend wat er op een normale dag tijdens de trek allemaal gebeurd is het heel moeilijk om te beschrijven wat je allemaal meemaakt en wat er allemaal door je hoofd gaat en daarom geef ik eerst de droge cijfers van de verschillende etappes maar:

Dag 1: (16-11) Naya Pul - Ghandruk (8:14 uur, 12,29 km, 999m⬆ - 43m⬇)


Dag 2: (17-11) Ghandruk - Chomrong (9:01 uur, 9,20 km, 839m⬆ - 604m⬇)


Dag 3: (18-11) Chomrong - Doban (7:53 uur, 7,68 km, 649m⬆ - 505m⬇)


Dag 4: (19-11) Doban - Machhapuchhare Base Camp (9:20 uur, 10,75 km, 1211m⬆ - 128m⬇)


Dag 5: (20-11) Machhapuchhare Base Camp - Annapurna Base Camp - Himalayan Hotel (10:03 uur, 15,86 km, 613m⬆ - 1296m⬇)


Dag 6: (21-11) Himalayan Hotel- Chomrong (9:11 uur, 13,53 km, 704m⬆ - 1311m⬇)

Dag 7: (22-11) Chomrong - Landruk (8:40 uur, 10,71 km, 393m⬆ - 925m⬇)


Dag 8: (23-11) Landruk - Dhampus (8:13 uur, 12,35 km, 644m⬆ - 503m⬇)

Dag 9: (24-11) Dhampus - Sarangkot (8:13 uur, 14,67 km, 282m⬆ - 477m⬇)


Dag 10: (25-11) Sarangkot - Pokhara (2:17 uur, 3,54 km, 12m⬆ - 691m⬇)

In totaal hebben we ruim 81 uur en 110,58 km gewandeld en zijn we 6346 meter geklommen en zijn we 6483 meter afgedaald. Dit zijn de cijfers van de “Annapurna Base Camp” trek!

De eerste twee dagen van de trek heb ik nog aantekeningen gemaakt, daarna was ik te moe, ik ging meteen na het avondeten naar bed of ik kon niets meer bedenken.

Dag 1: Half zes, half zeven, zeven, Bustocht naar Naya Pul, Erg zwaar, een beetje pijn in de knie maar dat moet geen problemen geven. Goede lunch maar weinig smaak, Een zwaar einde, Nederlands stel in de lodge, Drie bier en ‘s nachts pissen, Weinig geslapen, Shirt en fleece is niet genoeg tegen de kou!

Dag 2: Zes, zeven, acht, Pannenkoeken voor ontbijt, Een flinke afdaling, Shirt met lange mouwen, Gebakken rijst als lunch en een hele zware klim, Om de hoek en dan nog 500 meter, 1 blikje bier, Shaken van de kou en vermoeidheid, Macaroni met haring in tomatensaus, Om negen uur naar bed, Slechte knie, 65% weer op trekking, Sambal , ketjap en fisherman’s friend, Echt koud, lichte keelontsteking?

Elke dag van de trek was een zware dag met verschillende hindernissen die je zelf en alleen moest overwinnen maar met hetzelfde doel, een lauwwarme maaltijd en een slaapplaats aan de finish! De ene dag was het de extra lange klim naar je slaapplaats, de volgende dag de zeurende pijn in je knie of je verstopte neus en weer later was het de vermoeidheid die je langzaam sloopte. Te weinig en ongezond eten, diarree, spanningen in de groep en je eigen mentale gesteldheid.

Een meerdaagse trek is eigenlijk een reis binnenin jezelf. Je karakter en uithoudingsvermogen worden op de proef gesteld. Dagen achtereen slecht slapen en ongezond eten. De kou en de pijn in je gewrichten. Daarnaast zijn er de normale gedragingen van individuen binnen de groep. Er worden kliekjes gevormd en er zijn de andere individuen die onafgebroken rond de leider zwermen om te slijmen en gunsten af te dwingen. Zelf doe je, ondanks de ontkenning in het begin, gewoon mee. Het zijn nu eenmaal oerinstincten die de mens, in een groep, een betere kans op overleven bieden. Het weegt minder zwaar dan het klinkt maar het is wel overleven.

Het grootste probleem bleek achteraf het uitgeven van de bedden onderweg. De eerste twee dagen ging het op een natuurlijke manier en de regel, “Wie het eerst komt, wie het eerst maalt!” werd algemeen geaccepteerd. Toen ging het mis! De eerste mensen voelden zich misdeeld en er waren mensen in de groep die dachten de autoriteit te hebben om anderen deelnemers, gelijken dus, te vertellen waar ze moesten slapen. Het was al snel duidelijk dat een jongen het hart van een meisje wilde stelen en probeerde in een goed daglicht te komen door voor haar steeds de beste kamer te claimen. Helaas, pindakaas! Tot een echte confrontatie tussen ons is het niet gekomen maar hij heeft de rest van de trek wel heel weinig tegen me gezegd.

Vanaf dag 5 nam Gordon het heft in handen en gaf hij de kamers uit. Dat brengt me meteen tot de twee zaken die vanaf het begin ontbraken. Leiding en Discipline! De eerste leek uit handen te zijn gegeven aan de gids voor deze trek maar die kan ook maar op één plaats tegelijk zijn. Daarom deed iedereen maar een beetje waar hij/zij zin in had en half de tijd had ik geen idee wat de plannen waren of wat het tijdschema voor de dag was.
De tweede was nog slechter en zelfs tegen het asociale aan. Twee hele uren tussen het gewekt worden en het vertrek waren nooit genoeg voor een groot gedeelte van de groep. Honderdtwintig hele minuten om een kleine rugzak in te pakken en een klein ontbijt met een kop thee te nuttigen waren nooit genoeg! Er werd ook nooit wat van gezegd en dat was dan meteen weer het gebrek aan leiding. De laatste dagen bleven er een paar mensen, inclusief ik zelf, gewoon een uur langer op bed liggen. Het maakte toch niets uit! Ik was altijd op tijd.

Er vormden zich halverwege de trek drie groepen en natuurlijk zat ik met mijn aangename reisgenoten in groep één. Mr. Lee, Mr. Lim, George, Paulina en ik stonden steeds vijf minuten voor de afgesproken vertrektijd klaar om op pad te gaan. De “moeilijken” hingen in groep drie en vertrokken twintig a dertig minuten na ons.
Deze laatste dagen met elkaar maakten veel goed voor de kleine ongemakken die ik heb meegemaakt. Leuke gesprekken en korte pauzes langs de smalle bergpaden. Ik heb dan ook afgesproken om iedereen nog in Singapore te zien voordat ik weer naar Thailand ga.

Na tien lange dagen op een klein gebied was het duidelijk te merken dat de meesten blij waren dat het er op zat. De laatste dagen waren saai en terugkijkend vindt ik dat de tijd die we op ons doel hebben doorgebracht veel te kort. Ik zal deze reis nog enkele keren door mijn gedachten laten gaan en mijn kritiek omzetten in aanbevelingen voor de toekomst. Het is nu eenmaal een fantastische ervaring om zo door de bergen te lopen en ‘s avonds dicht bij elkaar te kruipen. Er was een beetje dat gevoel uit de militaire dienst toen ik op oefening in Duitsland was.

Je kan je nog zo goed voorbereiden en proberen alles voor te stellen maar als je eenmaal de eerste stappen heb gezet is alles anders. Na afloop van de trek heb ik geprobeerd alles zo goed mogelijk te analyseren en ik heb mezelf eerst afgevraagd of ik zo’n meerdaagse trek ooit nog eens zou doen. Het antwoord is een volmondig “Ja”. Het is een onbeschrijfelijke reis door een schitterend landschap en ik heb me nog nooit zo dicht bij de natuur en bij de goden gevoeld.
Natuurlijk zijn er ook zaken die me zijn tegengevallen! Ten eerste, de bergen van Nepal zijn niet zo fotogeniek als ik me had voorgesteld. Het fotograferen van (berg)landschappen is erg saai. Ook het fotograferen van steeds dezelfde groep aan tafel is niet zo inspirerend en na een paar dagen kwam de camera niet eens meer uit mijn rugzak.
Dus dit zijn mijn beste foto’s van de trek naar het “Annapurna Base Camp”.
Later volgen er nog meer van mijn verblijf in Kathmandu.
Copyright/Disclaimer