Zaltbommel
2014, een jaar waar ik niet veel van kan èn wil onthouden!
Ik had al een enorm klaagzang geschreven over onze tegenslagen van het afgelopen jaar die mijn depressieve gedachten alleen maar aanwakkerden als een stormwind die vuur hoger en hoger oplaait. Gelukkig ben ik een mens van een kort geheugen. Ik kan nooit lang kwaad zijn en ook negatieve gedachten poog ik zo snel als mogelijk uit mijn hoofd te zetten.
Bij elke regel die ik van mijn klaagzang las werd mijn glimlach breder en besefte ik hoe goed wij het eigenlijk hebben in Nederland. Ik trap een open deur in wanneer ik nu ècht voor het laatst over de zwarte Pieten discussie begin. In veel andere landen hebben mensen helemaal geen tijd voor onzinnige discussies die de democratie afbreken. Zij zijn elke dag weer druk met het overleven. Zoals mijn schoonmoeder en mijn zwager in de Filippijnen die na de zoveelste tyfoon weer hun leven proberen op te pakken. En dat terwijl ze weten dat er waarschijnlijk volgende maand weer een tyfoon een bezoek zal brengen.
In Nederland hebben de kleine groepen met afwijkende gedachten de strijdbijl weer opgegraven. Nadat de zwarte Pieten discussie, gestart door een groep anarchisten die de democratie afwijzen, weg ebde klonterde andere groepen bij elkaar en namen hun kans waar om op de achtergebleven chaos mee te rijden.
Nu is het vuurwerk weer aan de buurt! Honden en Siamese Kempvissen schijnen volgens hun geadopteerde ouders, die hun huisdieren adoreren als velen hun bloedeigen kinderen, een enorme stress op te lopen van de eeuwenoude Chinese traditie om tijdens op nieuwjaarsavond vuurwerk af te steken. Ook doktoren en andere medische adviseurs pleiten voor een algeheel vuurwerkverbod. Waarom?
“Wanneer je het vuurwerk niet juist gebruikt kan het gevaar opleveren voor de gebruikers en omstanders.”
Maar geld dat ook niet voor de meest belastinggeld genererende vloeistoffen? Juist, benzine en dieselolie!
Nu hoor ik in mijn gedachten de tegenstanders van het vuurwerk al denken: Maar vuurwerk is in Nederland helemaal geen traditie! Maar voor de Nederlandse Chinezen, of Chinese Nederlanders, wel. En wanneer je hun culturele tradities gedwongen verbied is er sprake van discriminatie. Dat magische woord: Discriminatie!
Een woord dat vroeger werd gebruikt om de medemens te helpen. Tegenwoordig wordt het bij tij en ontij overal bij gehaald. Discriminatie? Het had zo mooi kunnen zijn wanneer een afgedwaalde ambtenaar in hun werkzucht niet positieve discriminatie hadden bedacht. En dan ook nog stigmatiseren! Daar wordt ik helemaal moe van!
Na lang filosoferen ben ik ook tot de conclusie gekomen dat discriminatie inderdaad bestaat! Ik geef open on onomwonden toe dat ik er jaren over heb gedaan om tot deze conclusie te komen.Tijdens mijn lange omzwervingen over onze mooie planeet ben ik regelmatig in aanraking gekomen met discriminatie, of wat daar voor door moest gaan.
Maar ik laat mij niet discrimineren! Ik laat mijn trots spreken wanneer ik een blank varken of neusaap wordt genoemd. In mijn beleving komt discriminatie pas tot bloei wanneer de ander het aangrijpt omdat hij niet met de situatie kan omgaan! Niemand kan mij discrimineren omdat ik me niet gediscrimineerd voel. Anders behandeld, dat wel! En of ik me daar kwaad over maak? Soms, maar haast altijd loop ik door en heb medelijden met de ander. Het is alsof de aanstichter een rots van graniet en een stapel hout probeert aan te steken met een fakkel. Ik ben de rots, ik zal nooit branden dus wordt ik niet gediscrimineerd!
‘I am a Rock’, zongen Simon and Garfunkel als heel lang geleden.
Ik heb het eerder geschreven onnodige klaagzang met een klik van mijn muis gewist en ben overnieuw begonnen. Positief denken en positief het jaar afsluiten!
Het moeilijkste examen van de inburgering Nederland, het begrijpend lezen en dan vragen beantwoorden, heeft Lyka gelukkig gehaald. Maar het blijft Nederland! De uitslag van het examen begrijpend schrijven, een kort briefje gevolgd door een een formulier en enkele korte zinnen aanvullen, of beter gezegd afmaken, laat wel lang op zich wachten. Vier tot acht weken hebben de incompetente ambtenaren nodig om dit simpele examen te verwerken!
Van reizen is dit jaar niet veel gekomen. We hopen wel dat we het komende jaar meer op pad kunnen. Het ligt er ook een beetje aan of we volgend jaar wat meer geluk hebben.
Als laatste vraag ik jullie om mijn boodschap “Nederland: Regendruppels aan de waslijn” goed te lezen. Een boodschap voor een beter leven en een betere wereld.
Een fijn, goed, gelukkig en vooral gezond 2015 van Lyka en mij!
woensdag 31 december 2014
vrijdag 26 december 2014
Nederland: Regendruppels aan de waslijn deel 4
Zaltbommel,
Een half uur, of misschien wel een uur, later onderneemt de beer van het dorp nog een poging. De kou van de nacht heeft hem een beetje gek gemaakt! Een sterke man als hij deinst toch niet terug voor zo’n klein mannetje met een mes! In alle stilte sluipt hij dichterbij en net voordat hij voor de twee onbekende mannen staat komt er een mes vanonder zijn wollen Djellaba (lang woestijngewaad) tevoorschijn. Het blanke staal glimt angstaanjagend in het koude licht van de maan. Onze dorpsgenoot schrikt en deinst een stukje achteruit.
De andere van de twee nieuwelingen is nu ook wakker geworden en haalt ook zijn dolk tevoorschijn. Zonder twijfel, zonder enige angst en met de kreet, Allahu Akbar!, werpen ze zich samen tegelijk op de ongewapende opstandeling. Het is een ongelijke strijd, het staal flitst en bloed stroomt. Binnen een minuut is de oneerlijke strijd voorbij. Ze grijpen de gewonde man en gooien hem zonder enige aarzeling en ook maar een moment naar ons te kijken uit de laadbak van de rijdende vrachtwagen. Slechts voor enkele seconden zien we het gewonde, òf dode, lichaam op de zandweg achter ons liggen. Dan heeft de duisternis het lichaam verzwolgen en nemen de bezoekers in alle rust weer hun plaatsen in.
We hebben geen verdere woorden nodig om te begrijpen dat het vanaf nu menens is. Dit zijn dus de handlangers van de duivelse kolonel die ervoor moeten zorgen dat er niemand ontsnapt of lastig wordt! Dit zijn onze bewakers! Dit is de boodschap aan ons wat ons te wachten staat wanneer we niet meewerken of wanneer we proberen te ontsnappen. Iedereen aan boord van de vrachtwagen heeft de boodschap begrepen! We begrijpen allemaal dat het beter is om in het verre onbekende Nederland in leven te zijn dan door wilde dieren in het midden van de nacht levend of dood te worden opgevreten.
Dagen en nachten rijgen zich als een kralen ketting aaneen. Meestal brengen we de dagen slapend door, zwetend onder een brandende zon in afgesloten gebouwen. Of een enkele keer in de dikke jungle waar de vrachtwagens gemakkelijk verstopt kunnen worden. ’s Nachts wordt er altijd verplaatst, ook dan proberen we te slapen. De tijd gaat dan wat sneller. Veel komt er niet van want regelmatig worden we gecontroleerd, of beter gezegd, geteld. Wanneer we weer eens van hand op hand gaan. Wisseling van de wacht! We kunnen nooit weten hoe aardig of wreed de volgende commandant van het konvooi voor ons zou zijn. Wij zijn voor hem slechts handelswaar! Hij wordt per hoofd betaald en de twee vreemdelingen in de lange woestijngewaden met hun kromme dolken zorgen dat de handelswaar niet aan bederf onderhevig is.
Over het algemeen zijn de overdrachten gemakkelijk. Gewoon overstappen van de ene vrachtwagen naar de andere en soms een korte tijd in een gammel bootje naar de overkant van een smalle rivier! Slechts eenmaal wordt onze groep opgedeeld. Een helft van elke vrachtwagen blijft achter in de laadbak terwijl de andere helft, zoals ik met een van de bewakers, gedwongen word om uit te stappen. We hebben geen enkel idee wat er zal gaan gebeuren. Zouden ze ons midden in het bos gaan vermoorden. Het is zwaar bewolkt en er hangt regen in de lucht. Van de maan is er geen spoortje licht te bekennen. Nadat onze ogen aan het donker zijn gewend vertrekken we te voet het onbekende tegemoet. Er mag absoluut niet worden gesproken! Zelfs een ongecontroleerd hoestje of een kuchje kun je met je leven betalen.
Het is ons al snel duidelijk dat dit een lange en moeilijke nacht zal worden. De grond wordt drassig en verraderlijk. Mijn geoefende neus als geitenherder vangt de karakteristieke geur van roofdieren op, grote roofdieren die met hun sterk ruikende urine hun territorium afbakenen. Het is beter om hierover te zwijgen en de mannen om me heen niet banger te maken dan ze al zijn! En dan komt het water! Het donkere, onberekenbare water met al haar gevaren! Eerst onze enkels, en dan onze knieën verdwijnen in de gitzwarte koele vloeistof. Geen enkel normaal denkend mens zal zich op dit tijdstip in het water hebben begeven.
Het water wordt met elke stap dieper totdat we tot aan ons middel in het water staan. Onzekerheid heerst onder de mannen uit mijn dorp en de eerste vragen en klachten glijden zachtjes als fluisteringen over het water naar onze bewaker. Hij weet waarschijnlijk uit ervaring dat die eerste vragen en klachten ongeveer op dit punt van de reis door het donker zouden komen. Hij staat al klaar in het midden van de groep en legt zijn gestrekte wijsvinger over de plaats waar zijn lippen zouden moeten zitten. Het puntje van zijn wijsvinger raakt de punt van zijn neus. Het is hier niet de plaats om uitleg te geven! Zijn taak is om ons zo snel als mogelijk en compleet naar het volgende opstap punt te brengen.
Als makke schapen naar de slachtbank volgen we de man onder de sluier. Het water bereikt onze borsten en nu worden de mannen nog banger. Velen van hun kunnen niet zwemmen en de onzekere diepte van het duistere water boezemd hun meer angst in dan de mogelijke roofdieren die zich onder het donkere wateroppervlak bevinden. De bewaker steekt zijn rechterarm op met een gebalde vuist als teken dat we moeten stoppen en ons stil moeten houden. Met een schok komen we allemaal tot stilstand, kleine golfjes makend die door de dikke stengels van de begroeiing in de rivier worden gedempt en geneutraliseerd.
We spitsen onze oren terwijl onze ogen de planten voor ons doorzoeken. Een zacht gezoem gaat over in een gebrom en zwelt aan totdat we het geluid goed kunnen onderscheiden als het geluid van een dieselmotor in een boot. Enkele seconden later schijnen er stralen fel licht over de toppen van het riet boven onze hoofden. De bewaker zinkt snel weg in het water totdat alleen nog de bovenkant van zijn hoofd, vanaf zijn ogen, boven de gladde zwarte spiegel uitsteekt. Wij hebben geen bevel nodig! Zonder een geluid volgen we zijn voorbeeld, houden onze adem in en wachten af wat er zal gaan gebeuren. Ik weet zeker dat velen onder ons onder water een gebed in stilte spraken en smeekte om niet ontdekt te worden, èn op een goede afloop van deze oversteek.
Een glimmende Rolex verschijnt boven het water en de bewaker neemt het tijdstip van het vertrek van de patrouille boot in zich op. Hij weet nu precies hoeveel tijd we hebben voordat de patrouilleboot weer terugkomt. Een klein stukje verder krijgen we drijvers toebedeeld. Drijvende fuiken met een speciale vulling zodat het een volwassen man boven water zal kunnen houden. Je ziet de angst in de ogen van de mannen. Dit donkere zwarte water is al angstaanjagend genoeg, maar nu ook nog naar de overkant drijven in de wetenschap dat je niet kan zwemmen maakt het tot de perfecte nachtmerrie. Maar hebben we een keuze? Nee! Voor een moment denk ik aan mijn vrouw en kinderen. Dat terwijl ik me nog zo had voorgenomen om niet meer aan thuis te denken! Een traan welt in mijn ogen. Mijn traan vermengt zich met het water van de rivier. Mijn traan van verdriet vloeit met het water van deze onbekende rivier naar de oceaan waar het zich vermengt met miljoenen andere tranen.
De tocht naar de overkant van de onbekende rivier valt mee. Afstanden kunnen we in het donker niet schatten maar de afstand naar de veilige overkant valt ons mee. Weer op het droge wordt de blijdschap en opluchting zichtbaar. Wel in alle stilte want het gevaar is nog niet geweken. We sluipen zo dicht langs een kamp van de soldaten dat we hun kunnen horen praten. We kunnen ze zelfs verstaan en in het donker zien we de fel oranje opgloeiende uiteinden van hun sigaretten. Snel weg hier!, is het teken van onze bewaker.
Onze kleding is alweer gedroogd door de warme wind die ’s nachts over de steppen en door de bossen waait wanneer we vrachtwagens in de verte horen aankomen. De smalle strookjes wit van de oorlogsverlichting worden zichtbaar en voor het eerst zie ik het gezicht van onze bewaker. Niet voor lang! Zodra hij zich realiseert dat zijn gezicht aan me is blootgesteld trekt hij zijn sjaal weer voor zijn gezicht. Zijn anonimiteit is van levensbelang zodra hij in Nederland is.
We klimmen weer achterin onze vrachtwagen en begroeten de achtergebleven mannen uit ons dorp. Zo te zien zijn ze er nog allemaal. Onze bewakers groeten elkaar ook uitbundig. Ik realiseer me dat we heel gevaarlijke operatie hebben overleeft. Wat zouden de anderen hebben meegemaakt?
Wordt vervolgd
Een half uur, of misschien wel een uur, later onderneemt de beer van het dorp nog een poging. De kou van de nacht heeft hem een beetje gek gemaakt! Een sterke man als hij deinst toch niet terug voor zo’n klein mannetje met een mes! In alle stilte sluipt hij dichterbij en net voordat hij voor de twee onbekende mannen staat komt er een mes vanonder zijn wollen Djellaba (lang woestijngewaad) tevoorschijn. Het blanke staal glimt angstaanjagend in het koude licht van de maan. Onze dorpsgenoot schrikt en deinst een stukje achteruit.
De andere van de twee nieuwelingen is nu ook wakker geworden en haalt ook zijn dolk tevoorschijn. Zonder twijfel, zonder enige angst en met de kreet, Allahu Akbar!, werpen ze zich samen tegelijk op de ongewapende opstandeling. Het is een ongelijke strijd, het staal flitst en bloed stroomt. Binnen een minuut is de oneerlijke strijd voorbij. Ze grijpen de gewonde man en gooien hem zonder enige aarzeling en ook maar een moment naar ons te kijken uit de laadbak van de rijdende vrachtwagen. Slechts voor enkele seconden zien we het gewonde, òf dode, lichaam op de zandweg achter ons liggen. Dan heeft de duisternis het lichaam verzwolgen en nemen de bezoekers in alle rust weer hun plaatsen in.
We hebben geen verdere woorden nodig om te begrijpen dat het vanaf nu menens is. Dit zijn dus de handlangers van de duivelse kolonel die ervoor moeten zorgen dat er niemand ontsnapt of lastig wordt! Dit zijn onze bewakers! Dit is de boodschap aan ons wat ons te wachten staat wanneer we niet meewerken of wanneer we proberen te ontsnappen. Iedereen aan boord van de vrachtwagen heeft de boodschap begrepen! We begrijpen allemaal dat het beter is om in het verre onbekende Nederland in leven te zijn dan door wilde dieren in het midden van de nacht levend of dood te worden opgevreten.
Dagen en nachten rijgen zich als een kralen ketting aaneen. Meestal brengen we de dagen slapend door, zwetend onder een brandende zon in afgesloten gebouwen. Of een enkele keer in de dikke jungle waar de vrachtwagens gemakkelijk verstopt kunnen worden. ’s Nachts wordt er altijd verplaatst, ook dan proberen we te slapen. De tijd gaat dan wat sneller. Veel komt er niet van want regelmatig worden we gecontroleerd, of beter gezegd, geteld. Wanneer we weer eens van hand op hand gaan. Wisseling van de wacht! We kunnen nooit weten hoe aardig of wreed de volgende commandant van het konvooi voor ons zou zijn. Wij zijn voor hem slechts handelswaar! Hij wordt per hoofd betaald en de twee vreemdelingen in de lange woestijngewaden met hun kromme dolken zorgen dat de handelswaar niet aan bederf onderhevig is.
Over het algemeen zijn de overdrachten gemakkelijk. Gewoon overstappen van de ene vrachtwagen naar de andere en soms een korte tijd in een gammel bootje naar de overkant van een smalle rivier! Slechts eenmaal wordt onze groep opgedeeld. Een helft van elke vrachtwagen blijft achter in de laadbak terwijl de andere helft, zoals ik met een van de bewakers, gedwongen word om uit te stappen. We hebben geen enkel idee wat er zal gaan gebeuren. Zouden ze ons midden in het bos gaan vermoorden. Het is zwaar bewolkt en er hangt regen in de lucht. Van de maan is er geen spoortje licht te bekennen. Nadat onze ogen aan het donker zijn gewend vertrekken we te voet het onbekende tegemoet. Er mag absoluut niet worden gesproken! Zelfs een ongecontroleerd hoestje of een kuchje kun je met je leven betalen.
Het is ons al snel duidelijk dat dit een lange en moeilijke nacht zal worden. De grond wordt drassig en verraderlijk. Mijn geoefende neus als geitenherder vangt de karakteristieke geur van roofdieren op, grote roofdieren die met hun sterk ruikende urine hun territorium afbakenen. Het is beter om hierover te zwijgen en de mannen om me heen niet banger te maken dan ze al zijn! En dan komt het water! Het donkere, onberekenbare water met al haar gevaren! Eerst onze enkels, en dan onze knieën verdwijnen in de gitzwarte koele vloeistof. Geen enkel normaal denkend mens zal zich op dit tijdstip in het water hebben begeven.
Het water wordt met elke stap dieper totdat we tot aan ons middel in het water staan. Onzekerheid heerst onder de mannen uit mijn dorp en de eerste vragen en klachten glijden zachtjes als fluisteringen over het water naar onze bewaker. Hij weet waarschijnlijk uit ervaring dat die eerste vragen en klachten ongeveer op dit punt van de reis door het donker zouden komen. Hij staat al klaar in het midden van de groep en legt zijn gestrekte wijsvinger over de plaats waar zijn lippen zouden moeten zitten. Het puntje van zijn wijsvinger raakt de punt van zijn neus. Het is hier niet de plaats om uitleg te geven! Zijn taak is om ons zo snel als mogelijk en compleet naar het volgende opstap punt te brengen.
Als makke schapen naar de slachtbank volgen we de man onder de sluier. Het water bereikt onze borsten en nu worden de mannen nog banger. Velen van hun kunnen niet zwemmen en de onzekere diepte van het duistere water boezemd hun meer angst in dan de mogelijke roofdieren die zich onder het donkere wateroppervlak bevinden. De bewaker steekt zijn rechterarm op met een gebalde vuist als teken dat we moeten stoppen en ons stil moeten houden. Met een schok komen we allemaal tot stilstand, kleine golfjes makend die door de dikke stengels van de begroeiing in de rivier worden gedempt en geneutraliseerd.
We spitsen onze oren terwijl onze ogen de planten voor ons doorzoeken. Een zacht gezoem gaat over in een gebrom en zwelt aan totdat we het geluid goed kunnen onderscheiden als het geluid van een dieselmotor in een boot. Enkele seconden later schijnen er stralen fel licht over de toppen van het riet boven onze hoofden. De bewaker zinkt snel weg in het water totdat alleen nog de bovenkant van zijn hoofd, vanaf zijn ogen, boven de gladde zwarte spiegel uitsteekt. Wij hebben geen bevel nodig! Zonder een geluid volgen we zijn voorbeeld, houden onze adem in en wachten af wat er zal gaan gebeuren. Ik weet zeker dat velen onder ons onder water een gebed in stilte spraken en smeekte om niet ontdekt te worden, èn op een goede afloop van deze oversteek.
Een glimmende Rolex verschijnt boven het water en de bewaker neemt het tijdstip van het vertrek van de patrouille boot in zich op. Hij weet nu precies hoeveel tijd we hebben voordat de patrouilleboot weer terugkomt. Een klein stukje verder krijgen we drijvers toebedeeld. Drijvende fuiken met een speciale vulling zodat het een volwassen man boven water zal kunnen houden. Je ziet de angst in de ogen van de mannen. Dit donkere zwarte water is al angstaanjagend genoeg, maar nu ook nog naar de overkant drijven in de wetenschap dat je niet kan zwemmen maakt het tot de perfecte nachtmerrie. Maar hebben we een keuze? Nee! Voor een moment denk ik aan mijn vrouw en kinderen. Dat terwijl ik me nog zo had voorgenomen om niet meer aan thuis te denken! Een traan welt in mijn ogen. Mijn traan vermengt zich met het water van de rivier. Mijn traan van verdriet vloeit met het water van deze onbekende rivier naar de oceaan waar het zich vermengt met miljoenen andere tranen.
De tocht naar de overkant van de onbekende rivier valt mee. Afstanden kunnen we in het donker niet schatten maar de afstand naar de veilige overkant valt ons mee. Weer op het droge wordt de blijdschap en opluchting zichtbaar. Wel in alle stilte want het gevaar is nog niet geweken. We sluipen zo dicht langs een kamp van de soldaten dat we hun kunnen horen praten. We kunnen ze zelfs verstaan en in het donker zien we de fel oranje opgloeiende uiteinden van hun sigaretten. Snel weg hier!, is het teken van onze bewaker.
Onze kleding is alweer gedroogd door de warme wind die ’s nachts over de steppen en door de bossen waait wanneer we vrachtwagens in de verte horen aankomen. De smalle strookjes wit van de oorlogsverlichting worden zichtbaar en voor het eerst zie ik het gezicht van onze bewaker. Niet voor lang! Zodra hij zich realiseert dat zijn gezicht aan me is blootgesteld trekt hij zijn sjaal weer voor zijn gezicht. Zijn anonimiteit is van levensbelang zodra hij in Nederland is.
We klimmen weer achterin onze vrachtwagen en begroeten de achtergebleven mannen uit ons dorp. Zo te zien zijn ze er nog allemaal. Onze bewakers groeten elkaar ook uitbundig. Ik realiseer me dat we heel gevaarlijke operatie hebben overleeft. Wat zouden de anderen hebben meegemaakt?
Wordt vervolgd
Meer verhalen over:
Kort verhaal,
Nederland
maandag 22 december 2014
Nederland: Een fijn kerstfeest en een fantastisch 2015
Zaltbommel
Het is weer de tijd van het jaar! Het was geen gemakkelijk jaar maar wij twijfelen niet dat het volgend jaar weer beter zal zijn.
Daarom wensen wij al onze bekenden, kennissen, vrienden en familie een fijn kerstfeest en een fantastisch en gezond 2015.
Het is weer de tijd van het jaar! Het was geen gemakkelijk jaar maar wij twijfelen niet dat het volgend jaar weer beter zal zijn.
Daarom wensen wij al onze bekenden, kennissen, vrienden en familie een fijn kerstfeest en een fantastisch en gezond 2015.
In de ondergrondse metro in Bangkok
Meer verhalen over:
Nederland
Nederland: Regendruppels aan de waslijn deel 3
Zaltbommel,
Twee, veel te korte, dagen later verscheen het onheilspellende lint van stof opnieuw aan de horizon. Het was nog vroeg maar haast iedereen was klaar om op die moeilijke en toch ook spannende reis te gaan. Het donkere brullende geluid van de zware diesel motoren zwol aan totdat het lawaai de woorden van afscheid overstemde. Twee dagen om vaarwel te zeggen tegen alles dat je lief is is niet genoeg!
Aan dezelfde straat, bijna op dezelfde plaats, waar ons lot werd bezegeld klonteren groepjes mannen samen omringt door hun geliefden. Er vloeien tranen en een enkeling kijkt naar de zwarte vlek opgedroogd bloed midden op de straat waar twee dagen geleden het vermoorde gezin lag. Zij zijn gisteren begraven in het droge zand aan de rand van het dorp. Zij zijn verlost van de gevaren en angsten die ons nog te wachten staan.
De laatste minuten en seconden voor je vertrek zijn het dierbaarst, deze momenten zijn je herinneringen die de rest van je leven je bijblijven. Ik kijk mijn kinderen een voor een recht in hun ogen. Zij zijn nog zo jong maar ze begrijpen, of beter gezegd, ze voelen dat er iets onheilspellends op het punt staat te gebeuren.
‘Let je goed op je moeder?’, vraag ik mijn oudste zoon die net acht jaar is geworden.
Hij is nu de oudste man in het gezin en is volgens de geldende wetten en regels de baas in huis en de leider van het gezin. Zijn woord is vanaf mijn vertrek de wet! Ook al is zijn moeder ruim vijfentwintig jaar ouder dan hem. Hij knikt terwijl hij zijn rug strekt en rechtop gaat staan om een enkele centimeter groter te lijken in een poging om nog meer op een èchte man te lijken.
Ik sluit mijn vrouw in mijn armen om haar nog een keer tegen me aan te voelen, voor een laatste keer de zoete geur van haar huid op te snuiven. Wij hadden het geluk dat we elkaar al kenden toen onze ouders beslisten dat we met elkaar moesten trouwen. We mogen dan wel arm zijn maar we hebben geiten en kippen, een klein stukje vruchtbaar land waar we mais en groenten kunnen verbouwen. Ons oude leven was zo slecht nog niet.
Mijn lieve vrouw en kinderen, ik zal ze waarschijnlijk nooit meer in mijn armen kunnen sluiten. Waarschijnlijk? Dat hele kleine beetje kans dat we over een paar jaar toch weer herenigd kunnen worden doet leven, het houdt je in leven, sterkt je instincten om te overleven, wat er ook mag gebeuren op deze lange gevaarlijke reis.
De eerste mannen klimmen met hun weinige bagage in de vrachtwagens en het door alles heen snijdende geklaag en geween van de achterblijvende vrouwen en kinderen is begonnen. Het is nu zaak om hier zo snel als mogelijk weg te komen. Het lijden over het afscheid achter je te laten. Het lijden van je geliefden te minimaliseren. Er is geen andere uitweg! De dood is het enige andere uitweg en daar schiet je gezin ook niets mee op.
Zodra de laatste man in een vrachtwagen is geklommen komt de colonne vrachtwagens in tegengestelde richting op gang. Deze keer zie ik geen lint van stof aan de horizon verschijnen of verdwijnen. Nee, deze keer zie ik voor de laatste keer mijn geboortedorp door een wolk van stof aan de horizon verdwijnen. Allahu Akbar! Wat staat ons op deze moeilijke en gevaarlijke reis naar Nederland allemaal te wachten?
Het is vreemd hoe snel de moraal van een groep mensen kan omslaan! Na enkele uren door elkaar te zijn geschud in de laadbak van een vrachtwagen, onderbroken door een drink en plas pauze, worden we in een verlaten school opgevangen. We hebben geen idee waar we zijn. Om de regeringstroepen te desoriënteren hebben de rebellen alle wegwijzers vernield en vernietigd. De school lijkt nog niet zo lang geleden verlaten. Slechts een dun laagje stof bedenkt te berg tafels en stoelen die op een hoop in een hoek van een klaslokaal zijn geworpen.
De soldaten zijn vriendelijker dan we hadden verwacht. De duivelse kolonel en zijn sergeant zijn in geen velden of wegen te bekennen. De soldaten die de leiding geven werken met een ongekende nauwkeurigheid en ijver de opdrachten op hun lijsten af. Het is duidelijk dat ze dit vaker hebben gedaan. Hoe vaak? Dat kan niemand zeggen! Met zekerheid heeft de kolonel enkele van deze pelotons onder zijn leiding. Pelotons die niet van elkaars bestaan afweten. Pelotons die denken dat zij de elite zijn die de eer hebben om onder de kolonel te mogen dienen.
De stress van het afscheid is met elke kilometer die we verder van onze geliefden wegreden afgenomen. Het voelt nu meer als een schoolreisje! Er hangt een geur van eten rond de school. Die geur maakt ons hongerig. Het duurt niet al te lang en er stapt een rij mannen met grote pannen het klaslokaal binnen. Een enorme pan met gekookte rijst is de laatste. De geur van gestoofde geit verspreid zich tussen de mannen door en de magen beginnen te knorren.
Als geiten op een haverkist duiken we op de pannen. De geëmailleerde schaaltjes zijn niet al te groot maar al het eten wat we krijgen is welkom, er is voldoende en sommige gaan zelfs voor een tweede portie. We hebben tenslotte geen enkel idee wanneer we weer te eten krijgen. Op elk gezicht in het klaslokaal staat een glimlach! Boeren vliegen door het klaslokaal en de soldaten moeten om ons lachen. Nog een slok water en dan even slapen! Niemand, behalve de soldaten, heeft een idee waarom we hier zijn.
Met een klap zwaait de deur van het klaslokaal open en in de deuropening verschijnt het onmiskenbare gestalte van de kolonel. Het binnendringende harde zonlicht doet pijn aan onze ogen. Met de kolonel stappen ook de twijfel en angst het donkere klaslokaal binnen. We voelen, we weten, dat er opnieuw bloed zal vloeien. Het witte krijt krast schel op het zwarte schoolbord.
“Libya”
Als bange kinderen zitten we bij elkaar gekropen op de vuile vloer. De monoloog begint!
‘Assalamu alaikum! Ik hoop dat jullie een goede reis hebben gehad! Maar dit is pas het begin van een lange reis naar Libya!’
Een golf van zuchten glijdt door het klaslokaal. De mannen kijken elkaar aan, Libya, dat is haast de andere kant van de wereld. Niemand in dit klaslokaal is ooit zo ver van huis geweest!
‘Jullie vertrekken vannacht. Er zal alleen ’s nachts worden gereisd om zo uit de handen van opstandelingen, de politie en andere corrupte ambtenaren te blijven. Veertien lange dagen zal deze reis duren. Soms per vrachtwagen, maar ook stukken te voet wanneer we ongezien een grens of rivier moeten oversteken. Jullie krijgen eten en drinken onderweg, het zal jullie aan weinig ontbreken, jullie zijn de hoop en toeverlaat van jullie dorp. Jullie zullen voorspoed en rijkdom over jullie dorp uitgieten! Allahu Akbar!
Eenmaal in Libya zullen jullie verdere instructies ontvangen. Laat jullie volk en gezinnen niet in de steek, vlucht niet uit deze groep want dan zal de dood gaan regeren! Allahu Akbar!’
Zo onverwacht als de kolonel was gekomen verdwijnt hij weer. We blijven in vertwijfeling achter. We kijken elkaar onbegrijpend aan en halen onze schouders op. Wat kunnen we nog meer doen? De beslissingen zijn genomen, ons doel staat vast en we hebben geen enkele inspraak. We moeten ons lot nemen zoals het komt.
Zodra de zon in het westen begint te zakken en de lucht boven de steppen oranje kleurt worden we ruw door de soldaten gewekt. We moeten ons klaarmaken voor het vertrek. Enkele geitenleren waterzakken worden overhandigd wanneer we achter in de vrachtwagens klimmen. Zonder eten, zonder dekens, alleen met de liefde van Allah. Schokkend komt onze vrachtwagen in beweging. De achtergebleven soldaten zwaaien ons uit met een blik op hun gezicht alsof ze weten dat ze ons meer zullen zien. In de koude van de woestijnnacht kruipen de mannen dicht tegen elkaar. Verbonden door het lot en vol verlangen naar hun vrouwen die al honderden kilometers bij hun vandaan eenzaam in bed liggen.
Tijd en licht zijn samen te meten, tijd en donker daartegen verstrengelen zich en lossen op in het niets. Hoelang we hebben gereden weet ik niet, twee uur, drie uur, òf nog meer? Ik weet het echt, dat ene moment van slaap heeft mijn gevoel voor de tijd verstoord. Weer wordt er bij een klein huisje gestopt. Zodra we het teken van de chauffeur krijgen om uit te stappen rennen de mannen zo snel als hun voeten ze kunnen dragen naar de rand van de weg. De blaas doet pijn en de druk moet worden verlicht. Achter ons horen we de mannen de tanks van de vrachtwagens met dieselolie vullen. Brandstof is duur zo ver van de bewoonde wereld, maar de kolonel heeft op veel plaatsen zijn handlangers.
Wanneer we het bevel krijgen om weer in te stappen zien we niet dat er twee nieuwe passagiers zijn ingestapt. Pas wanneer onze ogen weer aan het donker zijn gewend zien we de twee met hoofddoeken getooide mannen achterin tegen het motorschot aanzitten. De warmste plaats van de laadbak, de plaats gereserveerd voor de sterksten. Alleen het wit van hun ogen is achter hun omhoog gerolde omslagdeken zichtbaar. Het is een luguber gezicht! Een van de grootste en sterkste mannen uit ons dorp probeert zijn oude zitplaats op te eisen. Tevergeefs! De twee nieuwelingen beschikken over korte gekromde, en ongetwijfeld vlijmscherpe, messen. Dat zijn wapens waar niemand met blote handen tegen wil vechten.
Wordt vervolgd
Twee, veel te korte, dagen later verscheen het onheilspellende lint van stof opnieuw aan de horizon. Het was nog vroeg maar haast iedereen was klaar om op die moeilijke en toch ook spannende reis te gaan. Het donkere brullende geluid van de zware diesel motoren zwol aan totdat het lawaai de woorden van afscheid overstemde. Twee dagen om vaarwel te zeggen tegen alles dat je lief is is niet genoeg!
Aan dezelfde straat, bijna op dezelfde plaats, waar ons lot werd bezegeld klonteren groepjes mannen samen omringt door hun geliefden. Er vloeien tranen en een enkeling kijkt naar de zwarte vlek opgedroogd bloed midden op de straat waar twee dagen geleden het vermoorde gezin lag. Zij zijn gisteren begraven in het droge zand aan de rand van het dorp. Zij zijn verlost van de gevaren en angsten die ons nog te wachten staan.
De laatste minuten en seconden voor je vertrek zijn het dierbaarst, deze momenten zijn je herinneringen die de rest van je leven je bijblijven. Ik kijk mijn kinderen een voor een recht in hun ogen. Zij zijn nog zo jong maar ze begrijpen, of beter gezegd, ze voelen dat er iets onheilspellends op het punt staat te gebeuren.
‘Let je goed op je moeder?’, vraag ik mijn oudste zoon die net acht jaar is geworden.
Hij is nu de oudste man in het gezin en is volgens de geldende wetten en regels de baas in huis en de leider van het gezin. Zijn woord is vanaf mijn vertrek de wet! Ook al is zijn moeder ruim vijfentwintig jaar ouder dan hem. Hij knikt terwijl hij zijn rug strekt en rechtop gaat staan om een enkele centimeter groter te lijken in een poging om nog meer op een èchte man te lijken.
Ik sluit mijn vrouw in mijn armen om haar nog een keer tegen me aan te voelen, voor een laatste keer de zoete geur van haar huid op te snuiven. Wij hadden het geluk dat we elkaar al kenden toen onze ouders beslisten dat we met elkaar moesten trouwen. We mogen dan wel arm zijn maar we hebben geiten en kippen, een klein stukje vruchtbaar land waar we mais en groenten kunnen verbouwen. Ons oude leven was zo slecht nog niet.
Mijn lieve vrouw en kinderen, ik zal ze waarschijnlijk nooit meer in mijn armen kunnen sluiten. Waarschijnlijk? Dat hele kleine beetje kans dat we over een paar jaar toch weer herenigd kunnen worden doet leven, het houdt je in leven, sterkt je instincten om te overleven, wat er ook mag gebeuren op deze lange gevaarlijke reis.
De eerste mannen klimmen met hun weinige bagage in de vrachtwagens en het door alles heen snijdende geklaag en geween van de achterblijvende vrouwen en kinderen is begonnen. Het is nu zaak om hier zo snel als mogelijk weg te komen. Het lijden over het afscheid achter je te laten. Het lijden van je geliefden te minimaliseren. Er is geen andere uitweg! De dood is het enige andere uitweg en daar schiet je gezin ook niets mee op.
Zodra de laatste man in een vrachtwagen is geklommen komt de colonne vrachtwagens in tegengestelde richting op gang. Deze keer zie ik geen lint van stof aan de horizon verschijnen of verdwijnen. Nee, deze keer zie ik voor de laatste keer mijn geboortedorp door een wolk van stof aan de horizon verdwijnen. Allahu Akbar! Wat staat ons op deze moeilijke en gevaarlijke reis naar Nederland allemaal te wachten?
Het is vreemd hoe snel de moraal van een groep mensen kan omslaan! Na enkele uren door elkaar te zijn geschud in de laadbak van een vrachtwagen, onderbroken door een drink en plas pauze, worden we in een verlaten school opgevangen. We hebben geen idee waar we zijn. Om de regeringstroepen te desoriënteren hebben de rebellen alle wegwijzers vernield en vernietigd. De school lijkt nog niet zo lang geleden verlaten. Slechts een dun laagje stof bedenkt te berg tafels en stoelen die op een hoop in een hoek van een klaslokaal zijn geworpen.
De soldaten zijn vriendelijker dan we hadden verwacht. De duivelse kolonel en zijn sergeant zijn in geen velden of wegen te bekennen. De soldaten die de leiding geven werken met een ongekende nauwkeurigheid en ijver de opdrachten op hun lijsten af. Het is duidelijk dat ze dit vaker hebben gedaan. Hoe vaak? Dat kan niemand zeggen! Met zekerheid heeft de kolonel enkele van deze pelotons onder zijn leiding. Pelotons die niet van elkaars bestaan afweten. Pelotons die denken dat zij de elite zijn die de eer hebben om onder de kolonel te mogen dienen.
De stress van het afscheid is met elke kilometer die we verder van onze geliefden wegreden afgenomen. Het voelt nu meer als een schoolreisje! Er hangt een geur van eten rond de school. Die geur maakt ons hongerig. Het duurt niet al te lang en er stapt een rij mannen met grote pannen het klaslokaal binnen. Een enorme pan met gekookte rijst is de laatste. De geur van gestoofde geit verspreid zich tussen de mannen door en de magen beginnen te knorren.
Als geiten op een haverkist duiken we op de pannen. De geëmailleerde schaaltjes zijn niet al te groot maar al het eten wat we krijgen is welkom, er is voldoende en sommige gaan zelfs voor een tweede portie. We hebben tenslotte geen enkel idee wanneer we weer te eten krijgen. Op elk gezicht in het klaslokaal staat een glimlach! Boeren vliegen door het klaslokaal en de soldaten moeten om ons lachen. Nog een slok water en dan even slapen! Niemand, behalve de soldaten, heeft een idee waarom we hier zijn.
Met een klap zwaait de deur van het klaslokaal open en in de deuropening verschijnt het onmiskenbare gestalte van de kolonel. Het binnendringende harde zonlicht doet pijn aan onze ogen. Met de kolonel stappen ook de twijfel en angst het donkere klaslokaal binnen. We voelen, we weten, dat er opnieuw bloed zal vloeien. Het witte krijt krast schel op het zwarte schoolbord.
“Libya”
Als bange kinderen zitten we bij elkaar gekropen op de vuile vloer. De monoloog begint!
‘Assalamu alaikum! Ik hoop dat jullie een goede reis hebben gehad! Maar dit is pas het begin van een lange reis naar Libya!’
Een golf van zuchten glijdt door het klaslokaal. De mannen kijken elkaar aan, Libya, dat is haast de andere kant van de wereld. Niemand in dit klaslokaal is ooit zo ver van huis geweest!
‘Jullie vertrekken vannacht. Er zal alleen ’s nachts worden gereisd om zo uit de handen van opstandelingen, de politie en andere corrupte ambtenaren te blijven. Veertien lange dagen zal deze reis duren. Soms per vrachtwagen, maar ook stukken te voet wanneer we ongezien een grens of rivier moeten oversteken. Jullie krijgen eten en drinken onderweg, het zal jullie aan weinig ontbreken, jullie zijn de hoop en toeverlaat van jullie dorp. Jullie zullen voorspoed en rijkdom over jullie dorp uitgieten! Allahu Akbar!
Eenmaal in Libya zullen jullie verdere instructies ontvangen. Laat jullie volk en gezinnen niet in de steek, vlucht niet uit deze groep want dan zal de dood gaan regeren! Allahu Akbar!’
Zo onverwacht als de kolonel was gekomen verdwijnt hij weer. We blijven in vertwijfeling achter. We kijken elkaar onbegrijpend aan en halen onze schouders op. Wat kunnen we nog meer doen? De beslissingen zijn genomen, ons doel staat vast en we hebben geen enkele inspraak. We moeten ons lot nemen zoals het komt.
Zodra de zon in het westen begint te zakken en de lucht boven de steppen oranje kleurt worden we ruw door de soldaten gewekt. We moeten ons klaarmaken voor het vertrek. Enkele geitenleren waterzakken worden overhandigd wanneer we achter in de vrachtwagens klimmen. Zonder eten, zonder dekens, alleen met de liefde van Allah. Schokkend komt onze vrachtwagen in beweging. De achtergebleven soldaten zwaaien ons uit met een blik op hun gezicht alsof ze weten dat ze ons meer zullen zien. In de koude van de woestijnnacht kruipen de mannen dicht tegen elkaar. Verbonden door het lot en vol verlangen naar hun vrouwen die al honderden kilometers bij hun vandaan eenzaam in bed liggen.
Tijd en licht zijn samen te meten, tijd en donker daartegen verstrengelen zich en lossen op in het niets. Hoelang we hebben gereden weet ik niet, twee uur, drie uur, òf nog meer? Ik weet het echt, dat ene moment van slaap heeft mijn gevoel voor de tijd verstoord. Weer wordt er bij een klein huisje gestopt. Zodra we het teken van de chauffeur krijgen om uit te stappen rennen de mannen zo snel als hun voeten ze kunnen dragen naar de rand van de weg. De blaas doet pijn en de druk moet worden verlicht. Achter ons horen we de mannen de tanks van de vrachtwagens met dieselolie vullen. Brandstof is duur zo ver van de bewoonde wereld, maar de kolonel heeft op veel plaatsen zijn handlangers.
Wanneer we het bevel krijgen om weer in te stappen zien we niet dat er twee nieuwe passagiers zijn ingestapt. Pas wanneer onze ogen weer aan het donker zijn gewend zien we de twee met hoofddoeken getooide mannen achterin tegen het motorschot aanzitten. De warmste plaats van de laadbak, de plaats gereserveerd voor de sterksten. Alleen het wit van hun ogen is achter hun omhoog gerolde omslagdeken zichtbaar. Het is een luguber gezicht! Een van de grootste en sterkste mannen uit ons dorp probeert zijn oude zitplaats op te eisen. Tevergeefs! De twee nieuwelingen beschikken over korte gekromde, en ongetwijfeld vlijmscherpe, messen. Dat zijn wapens waar niemand met blote handen tegen wil vechten.
Wordt vervolgd
Meer verhalen over:
Kort verhaal,
Nederland
vrijdag 19 december 2014
Nederland: Regendruppels aan de waslijn deel 2
Zaltbommel,
We luisterden aandachtig naar wat er zou gaan komen!
‘Beste mannen van dit dorp. Ik ga jullie een genereus aanbod doen! Een aanbod dat jullie leven, het leven van je vrouw en kinderen voor altijd zal verbeteren. Jullie kinderen zullen geen armoede en geen honger meer kennen. Jullie kinderen zullen in de toekomst naar onze scholen kunnen en zich ontwikkelen tot intellectuelen die zichzelf, de nieuwe staat en Allah zullen dienen. Soldaten van Allah zullen storten in een nieuwe Jihad om de ongelovige honden uit westen te bekeren. Samen kunnen wij met onze strijd het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk bereiken. Allahu Akbar!
De weg naar het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk is lang en kostbaar. Jullie gaan, als soldaten van onze grootste god, als dienaars van de puurste islamitische staat het geld en goud samenbrengen om ons gemeenschappelijke doel te bereiken. Jullie zijn arme en vrome boeren die geen geld of rijkdom te schenken hebben! Maar jullie zijn kinderen en strijders van Allah. Samen zijn jullie een krachtig wapen dat het benodigde fortuin bij elkaar kan verdienen. Allahu Akbar!
Mijn vrienden en geloofsgenoten, jullie gaan op reis. Op reis naar het hart van de ongelovige westerse hond. Jullie gaan naar Nederland. Een land van ongelovige honden die strijden tegen onze moslimbroeders in velen gerechtvaardigde heilige oorlogen. Jullie gaan het land destabiliseren en dan een tweedeling in de samenleving op gang brengen.
Eenmaal in Nederland aangekomen zullen jullie worden opgenomen in de duivelse samenleving. Als beloning zullen jullie geld van de regering van de honden ontvangen. Soms zelfs tot 2.000 Amerikaanse dollars per maand. Allahu Akbar!
Vanaf de dag dat jullie het geld ontvangen moeten jullie minimaal honderd dollar per maand terug sturen naar jullie vaderland. Wij beheren de sharia banken, elke maand bezoeken wij het dorp en overhandigen aan jullie vrouwen en kinderen zeventig dollar. Dat is veel geld! Dat is de beloning aan jullie vrouwen en kinderen voor de grootste opoffering met als het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk. Allahu Akbar!
Van de dertig dollar belasting die wij achterhouden betalen we jullie reis, de nieuwe islamitische scholen, de imam’s die de Koran aan jullie kinderen zullen onderwijzen, de moefti’s die de strengste sharia wetten uitvoeren en de strijdt tegen de ongelovige honden in de hoofdstad! Het zal niet voor iedereen even gemakkelijk zijn maar de kracht van Allah zal jullie in moeilijke tijden helpen. Allahu Akbar!’
‘En wat als we niet willen’, klonk het onverwacht uit de groep mannen.
De kolonel keek verbaasd op en trok zijn revolver voor de tweede keer uit zijn holster. Ik kon de met ivoor ingelegde handgreep nu goed zien. Het roomkleurige ivoor stak vreemd af tegen het glimmende chroom. Zijn ogen zochten door de menigte of hij iets ongewoons kon ontdekken dat naar de opstandige aanhoorder kon leiden. Niets! Helemaal niets!
Hij stak zijn revolver hoog in de lucht, ik zag de menigte mannen weerspiegeld in de glimmende trommel, en sprak zacht en langzaam: ‘Dan zal deze kleine nederige dienaar van Allah recht spreken! Allahu Akbar!’
Als een donderslag bij heldere hemel werd de stilte doorbroken! Een oorverdovend geruis van honderden stemmen die met elkaar overlegden en elkaar probeerden te overstemmen bespraken het aanbod van de rebellen kolonel. De kolonel liep achteruit terug naar zijn geïmproviseerde troon terwijl al zijn soldaten hun machinegeweren in de aanslag hadden. Zij wisten uit ervaring dat dit het gevaarlijkste moment was van de hele operatie.
Zodra de stilte weer van het lawaai had gewonnen leek de zaak beklonken. Met enige terughoudendheid en hun machinegeweren nog steeds in de aanslag voegden zich een dozijn soldaten bij de groep mannen. De kolonel zat weer op de klapstoel, met de sergeant staand aan zijn zijde, en zijn duivelse glimlach op zijn gezicht.
‘Oh ja, ik was nog een kleinigheid vergeten! Voor diegene die denken dat ze kunnen ontsnappen op weg naar Nederland. In jullie groep zullen enkele van mijn mannen in burger aanwezig zijn. Zij hebben tevens het geluk dat zij een nog hoger doel dienen! Zij gaan de honden in Nederland in het hart raken met zelfmoord aanslagen. Een grootse daad die ze een martelaar van Allah zal maken. Zij zullen worden opgewacht door zeventig maagden in het paradijs! Zij zullen tot in de eeuwigheid leven in rijkdom en geluk. We kunnen misschien niet zo snel winnen, maar we kunnen wel zorgen dat de vijand ook verliest! Allahu Akbar!
Er is maar een straf voor de moenafik (ongelovige) vluchter, of voor diegene die verzaakt maandelijks geld naar huis te sturen. Bij terugkomst in je dorp zal je een leeg huis òf een lege hut aantreffen! We schieten je hele gezin naar jahannam (de hel) zodra ons het bericht van je ontsnapping bereikt, dus terugkomen naar het dorp heeft geen enkele zin. Er wacht alleen maar leegte en eenzaamheid, en grafmonumenten in het zand! Mijn mannen zullen je ook in Nederland of ergens anders weten te vinden want onze ogen, oren en macht reiken tot het einde van wereld! Allahu Akbar!’
We keken elkaar aan. Het was duidelijk! We hadden geen keuze. De meningen over het onverwachte aanbod van de kolonel in de groep liepen ook uiteen. Er waren mannen die er 100% voor waren om zich op te offeren voor hun gezin en voor Allah. Er waren ook mannen die op voorhand al fluisterden dat ze van alles zouden proberen om er onderuit te komen.
De selectie procedure begon! Een soldaat met een brede rode streep op zijn mouw leek de leiding te hebben. Hij porde een boer in zijn ribbenkast en gebaarde met zijn wiebelende hoofd dat hij zijn vrouw en kinderen aan de overkant van de straat moest gaan halen. Met zijn zessen liepen ze stil en onderdanig op de kolonel toe. Van de korte woordenwisseling tussen de kolonel en de man konden we niets horen. De man knikte naar de kolonel, de vrouw begon zachtjes te huilen en de kinderen om hun heen begrepen er waarschijnlijk niets van.
De soldaten hadden hun aanvoer voor de selectie al snel op orde. Je kon zien dat zij het niet voor de eerste keer deden! Terwijl de kolonel zijn beslissing aan het slachtoffer kenbaar maakte stond er aan de overkant van de weg al een gezin klaar om direct voor de kolonel te verschijnen zodra hij zijn beslissing had genomen. Aan onze kant van de straat stond er dan ook meteen weer een man klaar om zijn gezin aan de andere kant bij elkaar te zoeken.
Het ging snel en zonder een enkelprobleem! Ik had geen idee wat er door de kolonel gezegd werd totdat ik zelf met mijn gezin voor de vorst van de hel stond.
‘Assalamu alaikum! U gaat naar Nederland!’, ik knikte en keek naar mijn vrouw, ‘u stuurt elke maand honderd dollar naar uw vrouw! Het kan ons niet schelen hoe u aan dat geld komt. Zie het als een belasting voor een hoger doel en een beter leven voor uw vrouw en kinderen! Wanneer u ons aanbod weigert of probeert te ontsnappen schieten we meteen uw vrouw en kinderen dood in de naam van Allah. U wordt over twee dagen door een vrachtwagen opgehaald. Neem niet teveel bagage mee want u bent een vluchteling! Onderweg wordt u verteld wat uw verhaal is aan de autoriteiten zodra u in Europa en Nederland bent aangekomen. Begrepen?’
Ik knikte en keek op naar het gezicht van de man die mijn leven voorgoed had veranderd. Ik zag haat, de dood en hebzucht in zijn ogen. Het was me meteen duidelijk dat hij serieus was met zijn bedreigingen en dat hij een harteloze soldaat van het fortuin was. Dit had niets met Allah en de liefde uit de Koran te maken. Dit was een moordenaar die alleen maar dacht aan zijn eigen gewin. Helaas had ik geen keuze. Voor mezelf zou ik de kogel hebben gekozen, maar de dood is het laatste dat ik zou willen voor mijn vrouw en mijn kinderen.
‘Ga! Allahu Akbar!’, schreeuwde hij terwijl ik zijn speeksel op mijn gezicht voelde.
In stilte verwijderden we ons van de plaats des onheils. We waren nog geen vijftig meter ver toen onze diepste gedachten wreed werden verstoort door het geluid van een revolver. We keken om en zagen hoe onze buurman zijn laatste stuiptrekkingen had. Zijn hysterische vrouw was de volgende. In stilte en met afschuw keek de overgebleven menigte naar het schouwspel. Er volgde nog twee schoten waarna de revolver hard en luid klikte. De kamers van de trommel bevatten alleen nog lege hulzen. De kwade kolonel greep de Kalashnikov van de sergeant, die ongeroerd naast hem tegen de vrachtwagen stond, en liet de met staal beklede houten kolf met een klap op het kleine hoofd van het laats overgebleven kind van het gezin neerkomen. Het geluid van het kraken van de nog onvolgroeide schedel ging door merg en been. Het voorbeeld was gesteld! Er zou vanaf nu geen enkele man de opdracht van de kolonel weigeren!
Besmeurd met bloed en een lege revolver beval de kwade kolonel zijn boosaardige handlanger, die glimlachend naast hem stond, dat hij de selectie moest voortzetten. De duivel zelf liep rustig en onbewogen naar een vrachtwagen en klom aan de achterkant naar binnen. Niet iedereen moest mee op reis! Er werden enkele oude, gekke en kreupelen gespaard. Of dat een betere lot was wist ik ook niet zeker!
Zodra het laatste gezin voor de sergeant had gestaan kwam de kolonel, gestoken in een fris uniform en met een gevulde revolver, weer uit de vrachtwagen tevoorschijn. Zijn voorbeeld had gewerkt! Minachtend keek hij naar de vijf lichamen die midden op de straat lagen. Een duivelse en voldane glimlach verscheen op zijn mond. De sergeant maakte oogcontact en nam meteen die duivelse grijns van zijn meerdere over! De zaken voor vandaag waren afgehandeld!
‘Laat die ongelovigen maar midden op de straat liggen! Zij zullen een goed voorbeeld zijn voor de weinigen die misschien nog twijfelen om op reis te gaan!’
De kolonel rees zijn armen totdat ze niet verder omhoog konden, keek naar de blauwe lucht en schreeuwde uit volle borst, ‘Allahu Akbar!’
Deze woorden van zijn zware stem rolden als een aansnellend onheil over de heuvels en door de dalen van het dorp. Het oordeel was uitgesproken! De soldaten klommen weer in de voertuigen, motoren werden gestart, en het geluid van de colonne des doods doofde bij elke meter die de duivel verder van het dorp vandaan reed! Een lint van stof aan de horizon achterlatend.
Wordt vervolgd
We luisterden aandachtig naar wat er zou gaan komen!
‘Beste mannen van dit dorp. Ik ga jullie een genereus aanbod doen! Een aanbod dat jullie leven, het leven van je vrouw en kinderen voor altijd zal verbeteren. Jullie kinderen zullen geen armoede en geen honger meer kennen. Jullie kinderen zullen in de toekomst naar onze scholen kunnen en zich ontwikkelen tot intellectuelen die zichzelf, de nieuwe staat en Allah zullen dienen. Soldaten van Allah zullen storten in een nieuwe Jihad om de ongelovige honden uit westen te bekeren. Samen kunnen wij met onze strijd het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk bereiken. Allahu Akbar!
De weg naar het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk is lang en kostbaar. Jullie gaan, als soldaten van onze grootste god, als dienaars van de puurste islamitische staat het geld en goud samenbrengen om ons gemeenschappelijke doel te bereiken. Jullie zijn arme en vrome boeren die geen geld of rijkdom te schenken hebben! Maar jullie zijn kinderen en strijders van Allah. Samen zijn jullie een krachtig wapen dat het benodigde fortuin bij elkaar kan verdienen. Allahu Akbar!
Mijn vrienden en geloofsgenoten, jullie gaan op reis. Op reis naar het hart van de ongelovige westerse hond. Jullie gaan naar Nederland. Een land van ongelovige honden die strijden tegen onze moslimbroeders in velen gerechtvaardigde heilige oorlogen. Jullie gaan het land destabiliseren en dan een tweedeling in de samenleving op gang brengen.
Eenmaal in Nederland aangekomen zullen jullie worden opgenomen in de duivelse samenleving. Als beloning zullen jullie geld van de regering van de honden ontvangen. Soms zelfs tot 2.000 Amerikaanse dollars per maand. Allahu Akbar!
Vanaf de dag dat jullie het geld ontvangen moeten jullie minimaal honderd dollar per maand terug sturen naar jullie vaderland. Wij beheren de sharia banken, elke maand bezoeken wij het dorp en overhandigen aan jullie vrouwen en kinderen zeventig dollar. Dat is veel geld! Dat is de beloning aan jullie vrouwen en kinderen voor de grootste opoffering met als het ultieme doel van het islamitisch wereldrijk. Allahu Akbar!
Van de dertig dollar belasting die wij achterhouden betalen we jullie reis, de nieuwe islamitische scholen, de imam’s die de Koran aan jullie kinderen zullen onderwijzen, de moefti’s die de strengste sharia wetten uitvoeren en de strijdt tegen de ongelovige honden in de hoofdstad! Het zal niet voor iedereen even gemakkelijk zijn maar de kracht van Allah zal jullie in moeilijke tijden helpen. Allahu Akbar!’
‘En wat als we niet willen’, klonk het onverwacht uit de groep mannen.
De kolonel keek verbaasd op en trok zijn revolver voor de tweede keer uit zijn holster. Ik kon de met ivoor ingelegde handgreep nu goed zien. Het roomkleurige ivoor stak vreemd af tegen het glimmende chroom. Zijn ogen zochten door de menigte of hij iets ongewoons kon ontdekken dat naar de opstandige aanhoorder kon leiden. Niets! Helemaal niets!
Hij stak zijn revolver hoog in de lucht, ik zag de menigte mannen weerspiegeld in de glimmende trommel, en sprak zacht en langzaam: ‘Dan zal deze kleine nederige dienaar van Allah recht spreken! Allahu Akbar!’
Als een donderslag bij heldere hemel werd de stilte doorbroken! Een oorverdovend geruis van honderden stemmen die met elkaar overlegden en elkaar probeerden te overstemmen bespraken het aanbod van de rebellen kolonel. De kolonel liep achteruit terug naar zijn geïmproviseerde troon terwijl al zijn soldaten hun machinegeweren in de aanslag hadden. Zij wisten uit ervaring dat dit het gevaarlijkste moment was van de hele operatie.
Zodra de stilte weer van het lawaai had gewonnen leek de zaak beklonken. Met enige terughoudendheid en hun machinegeweren nog steeds in de aanslag voegden zich een dozijn soldaten bij de groep mannen. De kolonel zat weer op de klapstoel, met de sergeant staand aan zijn zijde, en zijn duivelse glimlach op zijn gezicht.
‘Oh ja, ik was nog een kleinigheid vergeten! Voor diegene die denken dat ze kunnen ontsnappen op weg naar Nederland. In jullie groep zullen enkele van mijn mannen in burger aanwezig zijn. Zij hebben tevens het geluk dat zij een nog hoger doel dienen! Zij gaan de honden in Nederland in het hart raken met zelfmoord aanslagen. Een grootse daad die ze een martelaar van Allah zal maken. Zij zullen worden opgewacht door zeventig maagden in het paradijs! Zij zullen tot in de eeuwigheid leven in rijkdom en geluk. We kunnen misschien niet zo snel winnen, maar we kunnen wel zorgen dat de vijand ook verliest! Allahu Akbar!
Er is maar een straf voor de moenafik (ongelovige) vluchter, of voor diegene die verzaakt maandelijks geld naar huis te sturen. Bij terugkomst in je dorp zal je een leeg huis òf een lege hut aantreffen! We schieten je hele gezin naar jahannam (de hel) zodra ons het bericht van je ontsnapping bereikt, dus terugkomen naar het dorp heeft geen enkele zin. Er wacht alleen maar leegte en eenzaamheid, en grafmonumenten in het zand! Mijn mannen zullen je ook in Nederland of ergens anders weten te vinden want onze ogen, oren en macht reiken tot het einde van wereld! Allahu Akbar!’
We keken elkaar aan. Het was duidelijk! We hadden geen keuze. De meningen over het onverwachte aanbod van de kolonel in de groep liepen ook uiteen. Er waren mannen die er 100% voor waren om zich op te offeren voor hun gezin en voor Allah. Er waren ook mannen die op voorhand al fluisterden dat ze van alles zouden proberen om er onderuit te komen.
De selectie procedure begon! Een soldaat met een brede rode streep op zijn mouw leek de leiding te hebben. Hij porde een boer in zijn ribbenkast en gebaarde met zijn wiebelende hoofd dat hij zijn vrouw en kinderen aan de overkant van de straat moest gaan halen. Met zijn zessen liepen ze stil en onderdanig op de kolonel toe. Van de korte woordenwisseling tussen de kolonel en de man konden we niets horen. De man knikte naar de kolonel, de vrouw begon zachtjes te huilen en de kinderen om hun heen begrepen er waarschijnlijk niets van.
De soldaten hadden hun aanvoer voor de selectie al snel op orde. Je kon zien dat zij het niet voor de eerste keer deden! Terwijl de kolonel zijn beslissing aan het slachtoffer kenbaar maakte stond er aan de overkant van de weg al een gezin klaar om direct voor de kolonel te verschijnen zodra hij zijn beslissing had genomen. Aan onze kant van de straat stond er dan ook meteen weer een man klaar om zijn gezin aan de andere kant bij elkaar te zoeken.
Het ging snel en zonder een enkelprobleem! Ik had geen idee wat er door de kolonel gezegd werd totdat ik zelf met mijn gezin voor de vorst van de hel stond.
‘Assalamu alaikum! U gaat naar Nederland!’, ik knikte en keek naar mijn vrouw, ‘u stuurt elke maand honderd dollar naar uw vrouw! Het kan ons niet schelen hoe u aan dat geld komt. Zie het als een belasting voor een hoger doel en een beter leven voor uw vrouw en kinderen! Wanneer u ons aanbod weigert of probeert te ontsnappen schieten we meteen uw vrouw en kinderen dood in de naam van Allah. U wordt over twee dagen door een vrachtwagen opgehaald. Neem niet teveel bagage mee want u bent een vluchteling! Onderweg wordt u verteld wat uw verhaal is aan de autoriteiten zodra u in Europa en Nederland bent aangekomen. Begrepen?’
Ik knikte en keek op naar het gezicht van de man die mijn leven voorgoed had veranderd. Ik zag haat, de dood en hebzucht in zijn ogen. Het was me meteen duidelijk dat hij serieus was met zijn bedreigingen en dat hij een harteloze soldaat van het fortuin was. Dit had niets met Allah en de liefde uit de Koran te maken. Dit was een moordenaar die alleen maar dacht aan zijn eigen gewin. Helaas had ik geen keuze. Voor mezelf zou ik de kogel hebben gekozen, maar de dood is het laatste dat ik zou willen voor mijn vrouw en mijn kinderen.
‘Ga! Allahu Akbar!’, schreeuwde hij terwijl ik zijn speeksel op mijn gezicht voelde.
In stilte verwijderden we ons van de plaats des onheils. We waren nog geen vijftig meter ver toen onze diepste gedachten wreed werden verstoort door het geluid van een revolver. We keken om en zagen hoe onze buurman zijn laatste stuiptrekkingen had. Zijn hysterische vrouw was de volgende. In stilte en met afschuw keek de overgebleven menigte naar het schouwspel. Er volgde nog twee schoten waarna de revolver hard en luid klikte. De kamers van de trommel bevatten alleen nog lege hulzen. De kwade kolonel greep de Kalashnikov van de sergeant, die ongeroerd naast hem tegen de vrachtwagen stond, en liet de met staal beklede houten kolf met een klap op het kleine hoofd van het laats overgebleven kind van het gezin neerkomen. Het geluid van het kraken van de nog onvolgroeide schedel ging door merg en been. Het voorbeeld was gesteld! Er zou vanaf nu geen enkele man de opdracht van de kolonel weigeren!
Besmeurd met bloed en een lege revolver beval de kwade kolonel zijn boosaardige handlanger, die glimlachend naast hem stond, dat hij de selectie moest voortzetten. De duivel zelf liep rustig en onbewogen naar een vrachtwagen en klom aan de achterkant naar binnen. Niet iedereen moest mee op reis! Er werden enkele oude, gekke en kreupelen gespaard. Of dat een betere lot was wist ik ook niet zeker!
Zodra het laatste gezin voor de sergeant had gestaan kwam de kolonel, gestoken in een fris uniform en met een gevulde revolver, weer uit de vrachtwagen tevoorschijn. Zijn voorbeeld had gewerkt! Minachtend keek hij naar de vijf lichamen die midden op de straat lagen. Een duivelse en voldane glimlach verscheen op zijn mond. De sergeant maakte oogcontact en nam meteen die duivelse grijns van zijn meerdere over! De zaken voor vandaag waren afgehandeld!
‘Laat die ongelovigen maar midden op de straat liggen! Zij zullen een goed voorbeeld zijn voor de weinigen die misschien nog twijfelen om op reis te gaan!’
De kolonel rees zijn armen totdat ze niet verder omhoog konden, keek naar de blauwe lucht en schreeuwde uit volle borst, ‘Allahu Akbar!’
Deze woorden van zijn zware stem rolden als een aansnellend onheil over de heuvels en door de dalen van het dorp. Het oordeel was uitgesproken! De soldaten klommen weer in de voertuigen, motoren werden gestart, en het geluid van de colonne des doods doofde bij elke meter die de duivel verder van het dorp vandaan reed! Een lint van stof aan de horizon achterlatend.
Wordt vervolgd
Meer verhalen over:
Kort verhaal,
Nederland
donderdag 18 december 2014
Nederland: Regendruppels aan de waslijn
Zaltbommel
Wanneer ik om half twaalf mijn ogen open en naar buiten kijk zie ik buiten regendruppels aan de waslijn hangen. In een dorp op het platteland, een klein dorp waar we niet ècht welkom zijn. Ondanks dat we hier niet welkom zijn zijn er hier toch heel veel aardige mensen. Onze komst heeft de lokale economie doen opleven. We hadden nooit kunnen denken dat er in het rijke Nederland ook mensen moeten zien te overleven!
Tien maanden, tien lange maanden, ben ik nu in Nederland. In opvangcentrum “het Weiland”. Mijn gedachten dwalen direct af naar thuis, mijn geboortedorp in de heuvels van mijn geboorteland dat ik ruim een jaar geleden heb moeten verlaten. Mijn vrouw en kinderen, mijn familie en vrienden, ver weg in een land dat ik waarschijnlijk nooit meer zal zien. Ik zal nooit van mijn leven vergeten hoe deze hel, deze onwerkelijke nachtmerrie begon.
Een lang lint van stof waaide op in de verte en trok een grijze streep tussen het gele zand en de blauwe lucht. Bezoekers, op weg naar onze kleine slaperige nederzetting ver weg van de vijandige wereld. De grote grove banden van de legervoertuigen wierpen het stof op de vleugels van de wind totdat het stof te zwaar was geworden en zachtjes neerdaalde op de dorre heuvels. Het zwarte staal van de wapens glinsterde angstaanjagend in de vroege ochtendzon.
Met een luide doffe schuiver van de banden op het fijne grind van de hoofdstraat kwamen de jeep en vrachtwagens tot stilstand. Een voor een klommen de in het groen geklede mannen uit de voertuigen en stelden zich op in een lijn. Het was een vaag voorteken van de dreiging die zich aanbood. De meeste soldaten waren fatsig van het vele eten en drinken. Het was duidelijk te zien dat het de rebellen aan niets ontbrak.
Terwijl mijn dorpsgenoten langzaam toestroomden om de bron van het lawaai te bekijken stapte er een dikke, overdreven vriendelijk glimlachende, man op de menigte af. Afgezien van een verchroomde revolver in een leren holster aan zijn koppel was hij ongewapend. Zoals zijn glimlach ook ontwapenend moest zijn. Hoelang hij daar zwijgend en glimlachend in het zachte aangename licht van de opkomende zon heeft gestaan weet ik niet. Het leken voor mij wel uren.
Hij stak zijn rechter hand op als teken dat de over zijn aankomst en doel van de colonne speculerende menigte moest zwijgen. Intimiderend zweeg hij en lachte ons minachtend toe. Het was muisstil in het dorp. De enige geluiden die de stilte doorbraken waren het mekkeren van een geit en het brommen van een vlieg.
Zijn stem sneed door de stilte!
‘Ik ben de kolonel! Mijn naam is niet belangrijk! Wanneer jullie mij aanspreken gebruiken jullie alleen kolonel en niets anders!’ Iedereen die me niet met kolonel aanspreekt schiet ik persoonlijk een kogel door zijn kop! Ik wens geen tegenspraak en jullie spreken alleen wanneer ik jullie daar om vraag!’
Geluidloos knikte de toegestroomde mensen als teken dat ze het hadden begrepen. Dit waren de rebellen die een groot gedeelte van het land onder controle hadden. De haast democratische gekozen regering en het officiële leger hadden alleen de hoofdstad en omstreken onder controle. Een klein gebied waar alle machtige en rijken van het land zich hadden verzameld om onder het veiligheidsscherm van het leger hun decadente leven voort te zetten. Wij arme boeren telden voor die rijken niet mee, wij waren overgeleverd aan de grillen van de rebellen.
De kolonel keek eens goed om zich heen en wachtte tot een soldaat met een houten, en groen canvas beklede, klapstoel verscheen. In de schaduw van een vrachtwagen zeeg de dikke kolonel op zijn denkbeeldige troon neer. Als een vorst uit de hel, als de duivel zelf zat hij daar in stilte glimlachend te wachten. Te wachten waarop? Een duivelse gedachte die voor eeuwig en altijd ons leven zou veranderen? Ze waren hier niet om ons te helpen, dat was duidelijk.
Zonder een woord te zeggen wees de kolonel een man in het toegestroomde publiek aan. Drie van zijn manschappen stapten op hem af en haalde hem uit de menigte. Ondanks dat de tenger gebouwde man niet tegenstribbelde werd hij met bruut geweld op zijn knieën in het zand voor de kolonel neergezet. De kolonel was geen man die zijn adem verspilde aan zinloze woorden! Hij haalde zijn chromen revolver uit de leren holster aan zijn koppel en zette met zijn duim de haan op scherp. Een magere kleine vrouw slaakte een kreet van wanhoop, rende op de knielende man af en wierp zich als een beschermende deken op weerloze boer.
De stilte werd doorbroken door twee luide knallen uit de vuurspuwende revolver. Bloed vermengde zich met zand. Zo stonden we daar geluidloos in de dorpsstraat totdat de kolonel een teken aan zijn manschappen gaf om de dode lichamen op te ruimen. Vier soldaten grepen elk een voet en sleepten de levenloze lichamen weg, een lang spoor van bloed achterlatend in het fijne grind als teken dat de kolonel geen tegenspraak wenste.
Opnieuw viel de stilte over het dorp. Met elke seconde die we naar de glimlachende moordenaar keken werd onze angst groter. Ze waren hier niet om ons allemaal te vermoorden, dat was zeker! Anders waren we nu allang dood geweest door een kogelregen uit de geladen Kalashnikov’s van de rebellen.
En opnieuw die stilte en die duivelse glimlach van de kolonel. Zijn manschappen stonden als zwarte helpers van de duivel bijeengepakt in de schaarste schaduw van hun vrachtwagens. Het duistere spel van de kolonel werkte en de angst van de arme boeren groeide met het verstrijken van elke seconde. Hij wenkte naar een van zijn manschappen, die aan het zien van het goud op de schouder van zijn groene overhemd een hogere rang bezat, dat hij dichterbij moest komen.
De slungelige soldaat slenterde naar de kolonel en boog zich voorover om de gefluisterde bevelen aan te horen. Hij rees weer recht op! Zijn hand ging naar de rand van zijn baret en terwijl hij de kolonel salueerde klikte hij de hakken van zijn hoge legerkisten tegen elkaar. Een hartverscheurend geluid dat de angst in de arme omstanders deed oplaaien als een storm aan een vuurzee. Hij draaide zich om zijn as op de plaats en maakte zich gereed om de bevelen van de kolonel aan ons door te geven.
‘Ik ben de sergeant!’
Om ons op ons gemak te laten voelen werden we aangesproken in ons eigen eeuwenoude dialect. En het werkte! Er viel wat van mijn angst weg en voor een kort moment voelde ik me zelfs op mijn gemak. Maar niet voor lang! Hij schreeuwde luid zijn bevelen in een ander dialect en alle soldaten kwamen in beweging. Ze wierpen zich als een troep hongerige wolven op de menigte. Onze armageddon was begonnen!
De mannen en vrouwen werden gescheiden, beter gezegd, de mannen en vrouwen met hun kinderen werden gescheiden en plaatsen zich ieder aan een kant van de straat. De kolonel rechtte zijn rug en stond op.
‘Een voor een gaat er een man naar de overkant om zijn vrouw en kinderen op te halen. Dan komen jullie met jullie gezin naar me toe en zal ik een beslissing nemen. En denk niet om vals te spelen want alle vrouwen en kinderen die overblijven schieten we aan het einde van de selectie dood!’, klonk er uit zijn keel.
Enkele vrouwen in de groep begonnen zachtjes te huilen. Getroost door hun kinderen luisterden ze naar de kolonel die naar ze toe was gelopen om zijn duivelse plannen te onthullen.
‘Wie is er weduwe?’, vroeg hij zacht en vol medelijden.
Enkele huilende vrouwen omringt door hun kinderen staken hun hand op.
‘Ga naar jullie huizen en hutten! Wij zijn geen monsters. Wij willen alleen het beste voor ons land en ons volk!’
Duidelijk opgelucht maakten de weduwen, achtervolgd door hun kroost, zich snel uit de voeten voordat de kolonel zich zou bedenken. De rest van het dorp in onzekerheid aan beide kanten van de straat achterlatend. Iedereen vroeg zich in angst en een geforceerde stilte af wat er met de overgebleven bevolking uit het dorp zou gaan gebeuren.
De kolonel stond op en met de sergeant aan zijn zijde beende hij naar de groep afgezonderde mannen. Enige minuten stond hij naar ze te grijnzen. Het leek dat de kolonel zich moest bedenken wat te zeggen. De bange mannen wisten beter. Deze duivel had al heel lang geleden zijn snode plannen gesmeed.
‘Luister goed’, maande hij, terwijl zijn gezichtsuitdrukking nu in een serieuze was veranderd, ‘ik vertel dit verhaal maar één keer!’
Wordt vervolgd
Wanneer ik om half twaalf mijn ogen open en naar buiten kijk zie ik buiten regendruppels aan de waslijn hangen. In een dorp op het platteland, een klein dorp waar we niet ècht welkom zijn. Ondanks dat we hier niet welkom zijn zijn er hier toch heel veel aardige mensen. Onze komst heeft de lokale economie doen opleven. We hadden nooit kunnen denken dat er in het rijke Nederland ook mensen moeten zien te overleven!
Tien maanden, tien lange maanden, ben ik nu in Nederland. In opvangcentrum “het Weiland”. Mijn gedachten dwalen direct af naar thuis, mijn geboortedorp in de heuvels van mijn geboorteland dat ik ruim een jaar geleden heb moeten verlaten. Mijn vrouw en kinderen, mijn familie en vrienden, ver weg in een land dat ik waarschijnlijk nooit meer zal zien. Ik zal nooit van mijn leven vergeten hoe deze hel, deze onwerkelijke nachtmerrie begon.
Een lang lint van stof waaide op in de verte en trok een grijze streep tussen het gele zand en de blauwe lucht. Bezoekers, op weg naar onze kleine slaperige nederzetting ver weg van de vijandige wereld. De grote grove banden van de legervoertuigen wierpen het stof op de vleugels van de wind totdat het stof te zwaar was geworden en zachtjes neerdaalde op de dorre heuvels. Het zwarte staal van de wapens glinsterde angstaanjagend in de vroege ochtendzon.
Met een luide doffe schuiver van de banden op het fijne grind van de hoofdstraat kwamen de jeep en vrachtwagens tot stilstand. Een voor een klommen de in het groen geklede mannen uit de voertuigen en stelden zich op in een lijn. Het was een vaag voorteken van de dreiging die zich aanbood. De meeste soldaten waren fatsig van het vele eten en drinken. Het was duidelijk te zien dat het de rebellen aan niets ontbrak.
Terwijl mijn dorpsgenoten langzaam toestroomden om de bron van het lawaai te bekijken stapte er een dikke, overdreven vriendelijk glimlachende, man op de menigte af. Afgezien van een verchroomde revolver in een leren holster aan zijn koppel was hij ongewapend. Zoals zijn glimlach ook ontwapenend moest zijn. Hoelang hij daar zwijgend en glimlachend in het zachte aangename licht van de opkomende zon heeft gestaan weet ik niet. Het leken voor mij wel uren.
Hij stak zijn rechter hand op als teken dat de over zijn aankomst en doel van de colonne speculerende menigte moest zwijgen. Intimiderend zweeg hij en lachte ons minachtend toe. Het was muisstil in het dorp. De enige geluiden die de stilte doorbraken waren het mekkeren van een geit en het brommen van een vlieg.
Zijn stem sneed door de stilte!
‘Ik ben de kolonel! Mijn naam is niet belangrijk! Wanneer jullie mij aanspreken gebruiken jullie alleen kolonel en niets anders!’ Iedereen die me niet met kolonel aanspreekt schiet ik persoonlijk een kogel door zijn kop! Ik wens geen tegenspraak en jullie spreken alleen wanneer ik jullie daar om vraag!’
Geluidloos knikte de toegestroomde mensen als teken dat ze het hadden begrepen. Dit waren de rebellen die een groot gedeelte van het land onder controle hadden. De haast democratische gekozen regering en het officiële leger hadden alleen de hoofdstad en omstreken onder controle. Een klein gebied waar alle machtige en rijken van het land zich hadden verzameld om onder het veiligheidsscherm van het leger hun decadente leven voort te zetten. Wij arme boeren telden voor die rijken niet mee, wij waren overgeleverd aan de grillen van de rebellen.
De kolonel keek eens goed om zich heen en wachtte tot een soldaat met een houten, en groen canvas beklede, klapstoel verscheen. In de schaduw van een vrachtwagen zeeg de dikke kolonel op zijn denkbeeldige troon neer. Als een vorst uit de hel, als de duivel zelf zat hij daar in stilte glimlachend te wachten. Te wachten waarop? Een duivelse gedachte die voor eeuwig en altijd ons leven zou veranderen? Ze waren hier niet om ons te helpen, dat was duidelijk.
Zonder een woord te zeggen wees de kolonel een man in het toegestroomde publiek aan. Drie van zijn manschappen stapten op hem af en haalde hem uit de menigte. Ondanks dat de tenger gebouwde man niet tegenstribbelde werd hij met bruut geweld op zijn knieën in het zand voor de kolonel neergezet. De kolonel was geen man die zijn adem verspilde aan zinloze woorden! Hij haalde zijn chromen revolver uit de leren holster aan zijn koppel en zette met zijn duim de haan op scherp. Een magere kleine vrouw slaakte een kreet van wanhoop, rende op de knielende man af en wierp zich als een beschermende deken op weerloze boer.
De stilte werd doorbroken door twee luide knallen uit de vuurspuwende revolver. Bloed vermengde zich met zand. Zo stonden we daar geluidloos in de dorpsstraat totdat de kolonel een teken aan zijn manschappen gaf om de dode lichamen op te ruimen. Vier soldaten grepen elk een voet en sleepten de levenloze lichamen weg, een lang spoor van bloed achterlatend in het fijne grind als teken dat de kolonel geen tegenspraak wenste.
Opnieuw viel de stilte over het dorp. Met elke seconde die we naar de glimlachende moordenaar keken werd onze angst groter. Ze waren hier niet om ons allemaal te vermoorden, dat was zeker! Anders waren we nu allang dood geweest door een kogelregen uit de geladen Kalashnikov’s van de rebellen.
En opnieuw die stilte en die duivelse glimlach van de kolonel. Zijn manschappen stonden als zwarte helpers van de duivel bijeengepakt in de schaarste schaduw van hun vrachtwagens. Het duistere spel van de kolonel werkte en de angst van de arme boeren groeide met het verstrijken van elke seconde. Hij wenkte naar een van zijn manschappen, die aan het zien van het goud op de schouder van zijn groene overhemd een hogere rang bezat, dat hij dichterbij moest komen.
De slungelige soldaat slenterde naar de kolonel en boog zich voorover om de gefluisterde bevelen aan te horen. Hij rees weer recht op! Zijn hand ging naar de rand van zijn baret en terwijl hij de kolonel salueerde klikte hij de hakken van zijn hoge legerkisten tegen elkaar. Een hartverscheurend geluid dat de angst in de arme omstanders deed oplaaien als een storm aan een vuurzee. Hij draaide zich om zijn as op de plaats en maakte zich gereed om de bevelen van de kolonel aan ons door te geven.
‘Ik ben de sergeant!’
Om ons op ons gemak te laten voelen werden we aangesproken in ons eigen eeuwenoude dialect. En het werkte! Er viel wat van mijn angst weg en voor een kort moment voelde ik me zelfs op mijn gemak. Maar niet voor lang! Hij schreeuwde luid zijn bevelen in een ander dialect en alle soldaten kwamen in beweging. Ze wierpen zich als een troep hongerige wolven op de menigte. Onze armageddon was begonnen!
De mannen en vrouwen werden gescheiden, beter gezegd, de mannen en vrouwen met hun kinderen werden gescheiden en plaatsen zich ieder aan een kant van de straat. De kolonel rechtte zijn rug en stond op.
‘Een voor een gaat er een man naar de overkant om zijn vrouw en kinderen op te halen. Dan komen jullie met jullie gezin naar me toe en zal ik een beslissing nemen. En denk niet om vals te spelen want alle vrouwen en kinderen die overblijven schieten we aan het einde van de selectie dood!’, klonk er uit zijn keel.
Enkele vrouwen in de groep begonnen zachtjes te huilen. Getroost door hun kinderen luisterden ze naar de kolonel die naar ze toe was gelopen om zijn duivelse plannen te onthullen.
‘Wie is er weduwe?’, vroeg hij zacht en vol medelijden.
Enkele huilende vrouwen omringt door hun kinderen staken hun hand op.
‘Ga naar jullie huizen en hutten! Wij zijn geen monsters. Wij willen alleen het beste voor ons land en ons volk!’
Duidelijk opgelucht maakten de weduwen, achtervolgd door hun kroost, zich snel uit de voeten voordat de kolonel zich zou bedenken. De rest van het dorp in onzekerheid aan beide kanten van de straat achterlatend. Iedereen vroeg zich in angst en een geforceerde stilte af wat er met de overgebleven bevolking uit het dorp zou gaan gebeuren.
De kolonel stond op en met de sergeant aan zijn zijde beende hij naar de groep afgezonderde mannen. Enige minuten stond hij naar ze te grijnzen. Het leek dat de kolonel zich moest bedenken wat te zeggen. De bange mannen wisten beter. Deze duivel had al heel lang geleden zijn snode plannen gesmeed.
‘Luister goed’, maande hij, terwijl zijn gezichtsuitdrukking nu in een serieuze was veranderd, ‘ik vertel dit verhaal maar één keer!’
Wordt vervolgd
Meer verhalen over:
Kort verhaal,
Nederland
zaterdag 6 december 2014
Nederland: De herfst in aantocht
Zaltbommel
Zaltbommel, maandag 22 september 2014
Dit heb ik al eerder geschreven maar ik was te depressief om het te publiceren, het gevoel van machteloosheid dat door Nederland waart is goed te voelen. Als gedrogeerde slaven worden we naar het einde van ons leven geleid. Een werkzaam leven, als een anonieme werkster in een enorme mierenkolonie.
Ergens in mei 2014
Het is al heel lang, veel te lang, geleden dat ik me achter mijn toetsenbord neerzeeg en mijn gedachten voor de eeuwigheid vastlegde. Steeds vaker krijg ik vragen of ik nog wel wat aan mijn weblog wil gaan doen. Het antwoord is tweeledig, ja en nee.
Nee, is het antwoord op politieke en maatschappelijke ideeën. Dit voorjaar heb ik een brief ontvangen van een advocaat die namens haar client een achterlijk hoog bedrag claimde voor het onrechtmatig gebruik van een foto. En dat terwijl ik die foto gewoon van het internet had gehaald, twee keer gezocht naar eventuele rechthebbende en alle andere middelen heb gebruikt om vooral geen foto te plaatsen waar rechten op rustte.
De claim, die hoger was dan een gemiddeld modaal maandsalaris, heeft me een in een schrijversvacuüm gebracht. Weken heb ik ervan wakker gelegen, het onrecht dat me werd aangedaan! En dat alles om een lullige foto van twee politiemensen, het was ook nog eens zo’n slechte foto dat ik niet eens had gedacht dat hij door een professionele fotograaf was gemaakt maar door een king van tien jaar!
Na twee flinke verweerschriften was de enige overgebleven weg de gang naar de rechter. En dat was het laatste wat ik wilde, ik geloofde in de eerlijkheid van de mensen en het gezonde verstand.
Helaas, zo werkt het niet meer in Nederland! Het lijkt wel dat de gehele Nederlandse samenleving in de stand “HEBZUCHT” staat. Het lijkt dat iedereen die toegang heeft tot enige vorm van financiële middelen zich absoluut niet schaamt om af en toe een greep uit die koektrommel te nemen. En dan zijn ze ook nog zo ver gezakt dat ze zich proberen te verschansen achter het feit dat ze in de gelegenheid zijn gebracht en daarmee onschuldig zijn. Te gek voor woorden! Een mens die steelt is een dief, ook een gelegenheidsdief is een dief.
Nederland is nu zover gezakt dat iedereen je zomaar voor de rechter kan slepen omdat je een foto of tekst op Facebook hebt geplaatst. De jacht op de lachende misdadiger uit de media is verlegd naar de weerloze burger. € 140,- voor een peuk op de grond gooien tegen 40 uur taakstraf voor een ongeval met een gehandicapt slachtoffer als gevolg, thee schenken in een bejaardenhuis wegens het stelen van pin-passen, € 300,- boete voor het aanrijden onder invloed van een fietser! Probeert u dit maar recht te praten?
Maar dat gevoel ligt nu hopelijk achter me. Het bokbier is in aantocht en de ganzen trekken naar het zuiden. Voor het eerst sinds mensenheugenis ligt er geen ticket naar het verre oosten voor me klaar. Het is een vreemd gevoel. ’s Morgens is het nog donker wanneer ik opsta en ook ’s avonds gaat steeds vroeger het licht aan.
Eigenlijk ben ik blij dat de zomer voorbij is! In de zomer mis ik Azië nog meer dan in de winter. Dat klinkt vreemd maar het is echt zo! Nederlanders zijn huismussen, of het nu winter of zomer is ze zijn graag op zichzelf met af en toe een uitzondering van familie of de buren. Met verbazing loop ik elke dag op weg naar de Albert Heijn langs “de Kindertuin”. Wanneer dit een park midden in een willekeurige stad in Zuid-Korea, Japan of China had gelegen dan was het hier elke zomerdag en avond een drukte van jewelste geweest. Ik denk aan een paviljoen, tafeltjes en stoelen, een klein podium voor amateur muzikanten. Een koffie, of een wit wijntje voor een eerlijke prijs. Ik droom, dat zal ik in mijn geliefde Zaltbommel hoogst waarschijnlijk nooit meemaken.
De eerste stap om weer te gaan schrijven is weer gezet. De herfst brengt lange avonden, de wind giert om het huis en de straten zijn leeg en donker. Het voelt een beetje aan als gevangenschap! Met dit weer zou toch niemand het erg vinden om in een Nederlandse gevangenis te zitten?
We kabbelen rustig door tot de wintertijd weer zijn intrede doet. Korte dagen en lange nachten, gelukkig is er wel bokbier!
Zaltbommel, maandag 22 september 2014
Dit heb ik al eerder geschreven maar ik was te depressief om het te publiceren, het gevoel van machteloosheid dat door Nederland waart is goed te voelen. Als gedrogeerde slaven worden we naar het einde van ons leven geleid. Een werkzaam leven, als een anonieme werkster in een enorme mierenkolonie.
Ergens in mei 2014
Het is al heel lang, veel te lang, geleden dat ik me achter mijn toetsenbord neerzeeg en mijn gedachten voor de eeuwigheid vastlegde. Steeds vaker krijg ik vragen of ik nog wel wat aan mijn weblog wil gaan doen. Het antwoord is tweeledig, ja en nee.
Nee, is het antwoord op politieke en maatschappelijke ideeën. Dit voorjaar heb ik een brief ontvangen van een advocaat die namens haar client een achterlijk hoog bedrag claimde voor het onrechtmatig gebruik van een foto. En dat terwijl ik die foto gewoon van het internet had gehaald, twee keer gezocht naar eventuele rechthebbende en alle andere middelen heb gebruikt om vooral geen foto te plaatsen waar rechten op rustte.
De claim, die hoger was dan een gemiddeld modaal maandsalaris, heeft me een in een schrijversvacuüm gebracht. Weken heb ik ervan wakker gelegen, het onrecht dat me werd aangedaan! En dat alles om een lullige foto van twee politiemensen, het was ook nog eens zo’n slechte foto dat ik niet eens had gedacht dat hij door een professionele fotograaf was gemaakt maar door een king van tien jaar!
Na twee flinke verweerschriften was de enige overgebleven weg de gang naar de rechter. En dat was het laatste wat ik wilde, ik geloofde in de eerlijkheid van de mensen en het gezonde verstand.
Helaas, zo werkt het niet meer in Nederland! Het lijkt wel dat de gehele Nederlandse samenleving in de stand “HEBZUCHT” staat. Het lijkt dat iedereen die toegang heeft tot enige vorm van financiële middelen zich absoluut niet schaamt om af en toe een greep uit die koektrommel te nemen. En dan zijn ze ook nog zo ver gezakt dat ze zich proberen te verschansen achter het feit dat ze in de gelegenheid zijn gebracht en daarmee onschuldig zijn. Te gek voor woorden! Een mens die steelt is een dief, ook een gelegenheidsdief is een dief.
Nederland is nu zover gezakt dat iedereen je zomaar voor de rechter kan slepen omdat je een foto of tekst op Facebook hebt geplaatst. De jacht op de lachende misdadiger uit de media is verlegd naar de weerloze burger. € 140,- voor een peuk op de grond gooien tegen 40 uur taakstraf voor een ongeval met een gehandicapt slachtoffer als gevolg, thee schenken in een bejaardenhuis wegens het stelen van pin-passen, € 300,- boete voor het aanrijden onder invloed van een fietser! Probeert u dit maar recht te praten?
Maar dat gevoel ligt nu hopelijk achter me. Het bokbier is in aantocht en de ganzen trekken naar het zuiden. Voor het eerst sinds mensenheugenis ligt er geen ticket naar het verre oosten voor me klaar. Het is een vreemd gevoel. ’s Morgens is het nog donker wanneer ik opsta en ook ’s avonds gaat steeds vroeger het licht aan.
Eigenlijk ben ik blij dat de zomer voorbij is! In de zomer mis ik Azië nog meer dan in de winter. Dat klinkt vreemd maar het is echt zo! Nederlanders zijn huismussen, of het nu winter of zomer is ze zijn graag op zichzelf met af en toe een uitzondering van familie of de buren. Met verbazing loop ik elke dag op weg naar de Albert Heijn langs “de Kindertuin”. Wanneer dit een park midden in een willekeurige stad in Zuid-Korea, Japan of China had gelegen dan was het hier elke zomerdag en avond een drukte van jewelste geweest. Ik denk aan een paviljoen, tafeltjes en stoelen, een klein podium voor amateur muzikanten. Een koffie, of een wit wijntje voor een eerlijke prijs. Ik droom, dat zal ik in mijn geliefde Zaltbommel hoogst waarschijnlijk nooit meemaken.
De eerste stap om weer te gaan schrijven is weer gezet. De herfst brengt lange avonden, de wind giert om het huis en de straten zijn leeg en donker. Het voelt een beetje aan als gevangenschap! Met dit weer zou toch niemand het erg vinden om in een Nederlandse gevangenis te zitten?
We kabbelen rustig door tot de wintertijd weer zijn intrede doet. Korte dagen en lange nachten, gelukkig is er wel bokbier!
Meer verhalen over:
Nederland
donderdag 27 november 2014
Nederland: Ambtelijke incompetentie
Zaltbommel
Gisterenavond ben ik op de inloopavond van “Het voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad'“ geweest. En het verbaasd me, beter gezegd, schokt me dat een heel korps van ambtenaren, onderzoekers en extern ingehuurde adviseurs een voorontwerp bestemmingsplan presenteren dat aan alle kanten rammelt.
Ik zal niet overdrijven door leerlingen uit groep 8 van de lagere school aan te halen maar met vier eindexamen kandidaten voor een HAVO-diploma had ik de klus in twee weken kunnen klaren. Voor zeker lagere kosten èn met een beter resultaat. Het is tenslotte nog maar een voorontwerp!
Klagen zonder een oplossing aan te dragen kan de grootste gek en meest depressieve zwartkijker. Gelukkig prijs ik me bij geen van deze groepen ingedeeld te zijn.
“Het voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad’” blijkt niets anders dan een slecht uitgevoerde inventarisatie, waarschijnlijk vanachter een bureau ver buiten Zaltbommel met behulp van “Google Earth”, van de huidige toestand die over de vorige bestemmingsplannen zijn gelegd. In gesprek met een van de onderzoekers van het ingehuurde adviesbureau ontdekte ik al snel meer dan een handvol fouten rond de Nonnenstraat, Omhoeken, Oliestraat en Kloosterstraat.
Dan krijg ik al snel een gevoel van machteloosheid over wat er met onze OZB bijdragen aan de gemeente Zaltbommel gebeurd. Die worden namelijk in een bodemloze put gestort! En mocht de bodem zichtbaar blijven dan verhogen we volgend jaar gewoon de OZB met enkele procenten.
Beste, mijn zo geliefde, Gemeente Zaltbommel,
neem dit “voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad’” uit handen van het ingehuurde adviesbureau? Ik heb deze winter voldoende tijd om te inventariseren en ik zal voor het bedrag van mijn OZB aanslag voor 2015 een beter voorontwerp bestemmingsplan en tekening aanleveren dan het prijzige adviesbureau u zal presenteren! Laat dat bureau het rapport maar kopiëren en aanleveren.
Het korte gesprek met de onderzoeker,
‘U heeft een reactie formulier ingevuld?’
Een knikje mijnerzijds.
‘Ja, dan nemen wij misschien voor maart/april van volgend jaar nog contact met u op.’
heeft het laatste sprankje vertrouwen in het ambtelijke apparaat bij me weggenomen!
Beste burgermeester en wethouders,
een korte wandeling binnen de vestingmuren met oude Bommelaren die de binnenstad als de binnenkant van hun broekzak kennen, daar lopen er gelukkig nog genoeg van rond, zal meer en nuttigere informatie opleveren dan zo’n duur voorontwerp bestemmingsplan door een ver van mijn bed advieskantoor die er alleen maar baat bij hebben om het de eerste keer fout te doen zodat er een aan een zekerheid grenzende onwaarschijnlijkheid een vervolg aan hun kostbare incompetentie kunnen geven.
Ik hou me aanbevolen en kan zo wel drie anderen opnoemen die graag voor € 5.000,- het vooronderzoek op zich zouden willen nemen. Onderzoek op 31 december 2014 klaar!
Mijn advies aan u:
Kijk, en zoek, eerst naar de kennis in uw omgeving en ga daarna pas op zoek naar andere oplossingen. Dat zal de gemeente veel kosten besparen en veel gelukkigere inwoners opleveren.
Uw nederige dienaar,
Jielus Hendrik Kuijntjes
Gisterenavond ben ik op de inloopavond van “Het voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad'“ geweest. En het verbaasd me, beter gezegd, schokt me dat een heel korps van ambtenaren, onderzoekers en extern ingehuurde adviseurs een voorontwerp bestemmingsplan presenteren dat aan alle kanten rammelt.
Ik zal niet overdrijven door leerlingen uit groep 8 van de lagere school aan te halen maar met vier eindexamen kandidaten voor een HAVO-diploma had ik de klus in twee weken kunnen klaren. Voor zeker lagere kosten èn met een beter resultaat. Het is tenslotte nog maar een voorontwerp!
Klagen zonder een oplossing aan te dragen kan de grootste gek en meest depressieve zwartkijker. Gelukkig prijs ik me bij geen van deze groepen ingedeeld te zijn.
“Het voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad’” blijkt niets anders dan een slecht uitgevoerde inventarisatie, waarschijnlijk vanachter een bureau ver buiten Zaltbommel met behulp van “Google Earth”, van de huidige toestand die over de vorige bestemmingsplannen zijn gelegd. In gesprek met een van de onderzoekers van het ingehuurde adviesbureau ontdekte ik al snel meer dan een handvol fouten rond de Nonnenstraat, Omhoeken, Oliestraat en Kloosterstraat.
Dan krijg ik al snel een gevoel van machteloosheid over wat er met onze OZB bijdragen aan de gemeente Zaltbommel gebeurd. Die worden namelijk in een bodemloze put gestort! En mocht de bodem zichtbaar blijven dan verhogen we volgend jaar gewoon de OZB met enkele procenten.
Beste, mijn zo geliefde, Gemeente Zaltbommel,
neem dit “voorontwerp bestemmingsplan 'Zaltbommel, Binnenstad’” uit handen van het ingehuurde adviesbureau? Ik heb deze winter voldoende tijd om te inventariseren en ik zal voor het bedrag van mijn OZB aanslag voor 2015 een beter voorontwerp bestemmingsplan en tekening aanleveren dan het prijzige adviesbureau u zal presenteren! Laat dat bureau het rapport maar kopiëren en aanleveren.
Het korte gesprek met de onderzoeker,
‘U heeft een reactie formulier ingevuld?’
Een knikje mijnerzijds.
‘Ja, dan nemen wij misschien voor maart/april van volgend jaar nog contact met u op.’
heeft het laatste sprankje vertrouwen in het ambtelijke apparaat bij me weggenomen!
Beste burgermeester en wethouders,
een korte wandeling binnen de vestingmuren met oude Bommelaren die de binnenstad als de binnenkant van hun broekzak kennen, daar lopen er gelukkig nog genoeg van rond, zal meer en nuttigere informatie opleveren dan zo’n duur voorontwerp bestemmingsplan door een ver van mijn bed advieskantoor die er alleen maar baat bij hebben om het de eerste keer fout te doen zodat er een aan een zekerheid grenzende onwaarschijnlijkheid een vervolg aan hun kostbare incompetentie kunnen geven.
Ik hou me aanbevolen en kan zo wel drie anderen opnoemen die graag voor € 5.000,- het vooronderzoek op zich zouden willen nemen. Onderzoek op 31 december 2014 klaar!
Mijn advies aan u:
Kijk, en zoek, eerst naar de kennis in uw omgeving en ga daarna pas op zoek naar andere oplossingen. Dat zal de gemeente veel kosten besparen en veel gelukkigere inwoners opleveren.
Uw nederige dienaar,
Jielus Hendrik Kuijntjes
Meer verhalen over:
Nederland
dinsdag 25 november 2014
Nederland: Wintervitaminen
Zaltbommel
Ik geniet met volle teugen van wat ons in de herfst geboden wordt in Nederland. Om nog eerlijker te zijn, ik vindt het zelfs heerlijk om na zoveel winters in de tropen weer eens keer in Nederland te zijn. De glimlach van Lyka bij het ontdekken van het St Maarten feest en de Sinterklaas intocht is gewoonweg onbetaalbaar.
De laatste week van november, ondanks dat het nog geen ècht winterweer is geweest, heeft ons toch ook een andere kant van het winterseizoen in Nederland geschonken. Pijnlijke gewrichten kondigen een opkomende griep aan. Mijn toch al door enorme poliepen getergde neus zit dicht en de pijnscheuten uit mijn voorhoofdsholten trekken door tot in mijn gebit, althans naar wat er na bijna vijf en vijftig jaar nog van over is. Het bier smaakt me door het koude weer niet meer. Afwachten en uitzieken! De griep komt elke winter, dat is net zeker als dat kerstmis en de jaarwisseling voor de deur staan.
mijn traditionele wandeling over de singels en dijken langs de Waal, gehuld in drie lagen bovenkleding, laat zien hoe mooi het oude vestingstadje Zaltbommel kan zijn in de winter. De wandeling en het aangezicht van Zaltbommel geeft me wintervitaminen om de komende maanden door te komen.
Het is nu wachten op de sneeuw. Niet voor mij maar voor mijn vrouw. Ze kijkt dagelijks naar een foto van Zaltbommel bedolven onder een maagdelijk wit tapijt. De mensen uit de tropen hebben net zo’n fascinatie voor sneeuw als wij westerlingen voor blauwe zeeën omrand met parelwitte stranden en wuivende palmbomen.
Lyka springt op de fiets om naar school te gaan en realiseert zich dan hoe koud het eigenlijk in Nederland is. En het is nog niet ècht winter! Herinneringen van twee jaar geleden in zuid-Korea komen weer in me op. De snijdende kou en het verwarmende eten, lange wandelingen onder rode en gele bladerdaken.
Terwijl de helft van Nederland tijdens de lange avonden en nachten worstelt met opkomende depressies lijken die van mij in het niets op te lossen. Ik voel me weer veel beter terwijl mijn situatie haast gelijk bleef. Natuurlijk weet ik niet wat de toekomst gaat brengen. Toch ga ik ervan uit dat we volgend jaar weer enkele leuke reizen kunnen gaan maken. Het plannen van reizen die misschien nooit worden gemaakt maken geeft me al veel voorpret.
Daartegen blijft het op momenten toch ook moeilijk. Bij slecht weer valt er weinig anders te doen dan tv kijken, lezen en video spelletjes spelen. Mocht ik me over enkele weken nog beter gaan voelen dan ga ik weer verhalen herschrijven. Indonesië lonkt.
Ik geniet met volle teugen van wat ons in de herfst geboden wordt in Nederland. Om nog eerlijker te zijn, ik vindt het zelfs heerlijk om na zoveel winters in de tropen weer eens keer in Nederland te zijn. De glimlach van Lyka bij het ontdekken van het St Maarten feest en de Sinterklaas intocht is gewoonweg onbetaalbaar.
De laatste week van november, ondanks dat het nog geen ècht winterweer is geweest, heeft ons toch ook een andere kant van het winterseizoen in Nederland geschonken. Pijnlijke gewrichten kondigen een opkomende griep aan. Mijn toch al door enorme poliepen getergde neus zit dicht en de pijnscheuten uit mijn voorhoofdsholten trekken door tot in mijn gebit, althans naar wat er na bijna vijf en vijftig jaar nog van over is. Het bier smaakt me door het koude weer niet meer. Afwachten en uitzieken! De griep komt elke winter, dat is net zeker als dat kerstmis en de jaarwisseling voor de deur staan.
mijn traditionele wandeling over de singels en dijken langs de Waal, gehuld in drie lagen bovenkleding, laat zien hoe mooi het oude vestingstadje Zaltbommel kan zijn in de winter. De wandeling en het aangezicht van Zaltbommel geeft me wintervitaminen om de komende maanden door te komen.
Het is nu wachten op de sneeuw. Niet voor mij maar voor mijn vrouw. Ze kijkt dagelijks naar een foto van Zaltbommel bedolven onder een maagdelijk wit tapijt. De mensen uit de tropen hebben net zo’n fascinatie voor sneeuw als wij westerlingen voor blauwe zeeën omrand met parelwitte stranden en wuivende palmbomen.
Lyka springt op de fiets om naar school te gaan en realiseert zich dan hoe koud het eigenlijk in Nederland is. En het is nog niet ècht winter! Herinneringen van twee jaar geleden in zuid-Korea komen weer in me op. De snijdende kou en het verwarmende eten, lange wandelingen onder rode en gele bladerdaken.
Terwijl de helft van Nederland tijdens de lange avonden en nachten worstelt met opkomende depressies lijken die van mij in het niets op te lossen. Ik voel me weer veel beter terwijl mijn situatie haast gelijk bleef. Natuurlijk weet ik niet wat de toekomst gaat brengen. Toch ga ik ervan uit dat we volgend jaar weer enkele leuke reizen kunnen gaan maken. Het plannen van reizen die misschien nooit worden gemaakt maken geeft me al veel voorpret.
Daartegen blijft het op momenten toch ook moeilijk. Bij slecht weer valt er weinig anders te doen dan tv kijken, lezen en video spelletjes spelen. Mocht ik me over enkele weken nog beter gaan voelen dan ga ik weer verhalen herschrijven. Indonesië lonkt.
Meer verhalen over:
Nederland
woensdag 19 november 2014
Nederland: Boter op hun hoofd
Zaltbommel
Zoals beloofd zou ik jullie op de hoogte houden van de problemen met de ondergrondse afvalcontainers van de AVRI aan de Omhoeken in Zaltbommel.
Er is in de afgelopen vier weken waarschijnlijk veel op manager niveau gepraat, veel aan elkaar beloofd, de zaak gezegend en gezalfd, het glas geheven en daarna weinig gedaan. Ik heb slechts een keer een medewerker van het bedrijf gezien die het elektronische gedeelte van de ondergrondse afvalcontainers levert en onderhoud.
De gewraakte container is omgewisseld en de ondergrondse afvalcontainer met nummer 1183 is voor de onhandelbare ondergrondse afvalcontainer in de plaats gekomen.
Enkele telefoongesprekken met, altijd even vriendelijke, dames van de AVRI gevoerd, gelukkig niet met Mevr. van B.. Of ik misschien tips en ideeën had hoe de service van de AVRI zou kunnen worden verbeterd?
Nou, na vier weken gelazer met de ondergrondse afvalcontainers aan de Omhoeken in Zaltbommel zou het al een hele vooruitgang voor de buurt zijn wanneer ze gewoon normaal werken!
Voor de lezers die de aanleiding voor dit verhaal niet hebben gelezen, dit zijn de voorgaande publicaties op mijn weblog over dit probleem en de afhandeling door de AVRI.
1. Even het huisvuil uitlaten
2. Over Domme ambtenaren en slimme burgers
3. Het is weer zover!
Op zes november heb ik na telefonisch contact de volgende email met een verzoek om mijn telefoonkosten te vergoeden naar de AVRI gestuurd:
Ik heb de afgelopen twee weken god weet hoeveel keer naar de AVRI gebeld over de problemen met de ondergrondse containers. Een financiële compensatie voor het verbruik van mijn beltegoed zou zeker op zijn plaats. Daarom vraag ik u goed te na te denken en een financiële tegemoetkoming toe te kennen.
Mijn dank is groot,
Jielus Hendrik Kuijntjes
Bijna twee weken later arriveerd eindelijk het antwoord om mijn toch niet al te ingewikkelde verzoek. Ik was ècht benieuwd hoe dankbaar ze waren met mijn medewerking om de problemen rond de ondergrondse afvalcontainers op te lossen, mijn gehele beltegoed van november in de eerste week er door te jagen en mijn aanbieding dat de AVRI me altijd kon bellen wanneer ze inlichtingen wilden over de toestand van de ondergrondse afvalcontainers aan de Omhoeken.
Het antwoord van de AVRI:
Geachte heer Kuijntjes,
Zoals beloofd zouden wij nog contact met u opnemen.
U heeft gevraagd om een vergoeding voor de telefoonkosten die u heeft gemaakt vanwege problemen met de ondergrondse container bij de Omhoeken.
Ten eerste willen wij u heel hartelijk bedanken dat u, en met u vele anderen, de moeite heeft genomen om contact met ons op te nemen.
In dit geval heeft het helaas langer geduurd dan anders, omdat dit specifieke probleem zich nog niet vaker had voorgedaan. Hierdoor zijn onze technici langer bezig geweest dan anders om het probleem in kaart te brengen en daardoor te kunnen verhelpen.
Avri zal de telefoonkosten niet voor u vergoeden. Graag wil ik u wijzen op de mogelijkheid om een melding bij ons te maken via de AvriApp of via onze website.
Omdat wij het wel waarderen dat u de moeite heeft genomen en wij het betreuren dat u zo’n negatief beeld heeft van Avri, willen wij u graag op persoonlijke titel uitnodigen voor een open excursie (voor volwassenen) bij ons bedrijf. Deze vinden plaats op de volgende data:
Datum verwijdert 09.30 – 12.00 uur
Datum verwijdert 10.00 – 12.30 uur
Datum verwijdert 13.00 -15.30 uur
Datum verwijdert 09.30 – 12.00 uur
Datum verwijdert 13.00 – 15.30 uur
Datum verwijdert 10.00 – 12.30 uur
Mocht u interesse hebben dan horen wij graag van u welke datum uw voorkeur heeft. Wij willen u wel verzoeken deze data voor u te houden, deze zijn namelijk nog niet gepubliceerd naar de inwoners.
Als u naar een van onze excursies wilt komen, bieden wij u aan de reiskosten (berekening volgens routeplanner) te vergoeden.
Met vriendelijke groet,
Naam verwijdert
Medewerkster Avri
(0345) 58 53 53
‘Dit is mijn uitspraak en hier moet u het mee doen!’
Nou, dat “negatief beeld” dat ik zou hebben “van Avri” is niet echt beter geworden! Erger nog, het is nog negatiever geworden! Lichtjes teleurgesteld, over het van te voren verwachte antwoord op mijn email, heb ik netjes een email gestuurd dat ik nù echt klaar ben met de AVRI
Het valt me persoonlijk zeer tegen dat ik € 15,-- kosten heb moeten maken om herhaaldelijk te klagen over de niet of slecht functionerende ondergrondse container. Hij doet het ook nu weer niet. Dit is mijn laatste communicatie met de AVRI. Ik zal alleen nog communiceren wanneer u contact met mij opneemt al dan niet naar aanleiding van mijn weblog.
Ik heb net gehoord dat ze bij gebouw "de Vlinder" ook al in contact zijn getreden met de Gemeente Zaltbommel over het slecht functioneren van de ondergrondse containers.
Ik dank u voor uw moeite, uw antwoord en uw tijd en ik wens u veel succes met de onhoudbare situatie rond de ondergrondse containers.
Jielus Hendrik Kuijntjes
Dat ze me die vijftien euro, werkelijk gemaakte kosten en dan praat ik niet eens over de tijd die ik er in heb gestoken, niet gunnen kan ik begrijpen. Het is tenslotte maar een kleine organisatie waar 144 mensen werken met een jaaropbrengst van een kleine twintig miljoen euro (Bron: € 19.856.000,-, financieel jaaroverzicht 2013). Op die bijna twintig miljoen is die vijftien euro, werkelijk gemaakte telefoonkosten, vanzelfsprekend moeilijk in te passen, je wil de AVRI natuurlijk niet opzettelijk financieel aan het wankelen brengen!
Dat de problemen met de ondergrondse afvalcontainers groter waren had ik wel verwacht. Maar dat het slechts het topje van de ijsberg bleek was voor mij toch ook geheel onverwacht. Mijn ster is rijzende en ik wordt regelmatig op straat en in de winkels aangesproken over mijn weblog en de ondergrondse afvalcontainer problematiek.
Ik durf nu zelfs hardop te verklaren dat haast iedereen wel problemen heeft met de ondergrondse afvalcontainers, behalve de AVRI zelf. Zij denken nog steeds dat het een zegen voor de mensheid is.
Het verbaasde me dan ook niet dat de gebruikers zelf schuld hebben aan het slecht functioneren van de ondergrondse afvalcontainers!
‘Wat zegt U?’
‘De gebruikers zijn zelf schuldig aan de problemen met de ondergrondse afvalcontainers?’
‘Dat is toch te gek voor woorden?’
‘Hebben wij om die dingen gevraagd?’
‘Zijn de gebruikers ooit betrokken geweest bij het beleid?’
‘Zijn de gebruikers ooit gevraagd om hun ervaringen met de ondergrondse afvalcontainers?’
‘Zijn de gebruikers ooit gevraagd hoe ze AVRI de ondergrondse afvalcontainers kan verbeteren?’
Een maal “ja” en vier keer “NEE” als antwoord!
We zijn nu vier weken verder sinds ik de problemen met de ondergrondse afvalcontainers aan de AVRI heb gemeld en het pasje van de AVRI voor de ondergrondse afvalcontainers werkt nog steeds niet! Ik bel niet meer! Ik heb het wel met de AVRI gehad. Dit was de situatie vanochtend aan de Omhoeken in Zaltbommel, ziet u enig verschil met drie weken geleden?
Ik ook niet! Het enige verschil met haast drie weken geleden is dat nu ook de openbare afvalbakken niet meer elke dag worden geleegd. Dan kunnen ze dus maar een maal in de week worden gevuld! Vol is vol, en dan gaat de rest op straat. Leuk voor de buurt want die ruimt het afval dan wel op.
Een kleine tip voor de AVRI aan het einde! We betalen € 1,20 voor een storting van ten hoogste 60 liter. “Ten hoogste”, van de ruimte wordt nooit geheel gevuld! Zelfs wanneer er maar een klein zakje vuil in gooit!
Voor mij voelt het net als wanneer je met je auto naar de benzinepomp gaat en er gebeurt het volgende.
‘Vol graag?’
Ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting.
‘Volkswagen? Tank van vijftig liter? Dat is dan 50 maal € 1,60! Tachtig euro alstublieft?’
‘Ja maar, de tank zat nog half vol!’
‘Dat is ons probleem niet! Wij verkopen alleen volle tanks benzine! Dat u uw tank niet helemaal leeg rijdt is uw eigen probleem! Tachtig euro wordt automatisch van uw rekening afgeschreven! Volgende?’
Wat nù, wanneer we die hoeveelheid per storting, en de bijbehorende kosten, kleiner maken? 30 liter voor € 0,60, of 10 liter voor € 0,20? Voor de gebruikers van de ondergrondse afvalcontainers die bij flatgebouwen en in de binnenstad van Zaltbommel wonen zou dit al een aangename verbetering kunnen zijn! Mensen die geen andere opslagplaats dan hun keuken hebben voor het afval zou dat zelfs de ultieme oplossing kunnen zijn!
Elke avond met een gerecycled plastic tasje of pedaalemmerzak huisvuil naar de ondergrondse afvalcontainer. Elke avond een heerlijke schone en frisse keuken! Minister Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, had het er de afgelopen week in de media over het ongezonde vaatdoekje en de miljoenen bacteriën die daar heerlijk bij elkaar wonen. We zouden miljoenen kunnen besparen op de zorg wanneer we wat hygiënischer te werk zouden gaan.
Wat zou de minister van Volksgezondheid denken van een vuilniszak die een week bij zomerse temperaturen van rond de dertig graden in een keuken op een zolderappartement staat de heumen? Lijkt me op het eerste gezicht ook niet al te fris en gezond? Volksgezondheid? Nee, financiële resultaten lijken een drijfveer.
En over die genereuze aanbieding van de AVRI- een open excursie (voor volwassenen) bij ons bedrijf - kan ik kort zijn. Ik heb allerminst interesse om te zien wat er met het huisvuil gebeurt! Ik heb het allemaal al vijf en veertig jaar geleden gezien toen ik met “Hannes de Jong” op de oude vuilnisbelt in Oensel ging schuimen, oud papier opvissen wat we dan bij “Lauw van Bruchem" weer gingen verkopen. Toen was afval al geld!
Persoonlijk zou ik al blij zijn wanneer er naar de klanten wordt geluisterd.
‘De klant is koning!’, is al heel lang gelden door de AVRI bij het grof vuil gezet.
Wanneer er een andere vuilverwerker beschikbaar zou zijn dan zou ik, en met mij velen inwoners van de binnenstad, geen milliseconde twijfelen om naar de nieuwe vuilverwerker over te stappen. Slechter dan de AVRI kan het haast niet!
Ondertussen heb ik wel het geheim over “de restafvalteller” ontrafeld!
1. Ga naar de website van BSR: https://www.bsr.nl?
2. Klik op: Particulieren “Ga verder”?
3. Log is met uw DigiD?
4. Onderaan de pagina “Mijn gegevens” vind u “naar de restafvalteller”?
5. Klik op de link en verbaas u van de moderne informatica?
6. Controleer uw gegevens en klik op: “specificatie”?
Daar is uw overzicht van de door u verrichte stortingen in de ondergrondse afvalcontainers! Ik vertrouw er op dat uw eigen administratie ter controle klaar ligt. Voor een moment denk ik weer aan die tank benzine en mijn belbundel.
Uiteindelijk hebben ze gelijk, wanneer de klant er geen gebruik van maakt maar toch betaald is dat kassa! Niets leveren en toch geld daarvoor ontvangen is de droom van elke zakenman! Gelukkig mag de AVRI geen winst maken want dan waren we nog veel slechter af.
Over een week of twee maar weer eens kijken of het pasje alweer werkt!
Zoals beloofd zou ik jullie op de hoogte houden van de problemen met de ondergrondse afvalcontainers van de AVRI aan de Omhoeken in Zaltbommel.
Er is in de afgelopen vier weken waarschijnlijk veel op manager niveau gepraat, veel aan elkaar beloofd, de zaak gezegend en gezalfd, het glas geheven en daarna weinig gedaan. Ik heb slechts een keer een medewerker van het bedrijf gezien die het elektronische gedeelte van de ondergrondse afvalcontainers levert en onderhoud.
De gewraakte container is omgewisseld en de ondergrondse afvalcontainer met nummer 1183 is voor de onhandelbare ondergrondse afvalcontainer in de plaats gekomen.
Enkele telefoongesprekken met, altijd even vriendelijke, dames van de AVRI gevoerd, gelukkig niet met Mevr. van B.. Of ik misschien tips en ideeën had hoe de service van de AVRI zou kunnen worden verbeterd?
Nou, na vier weken gelazer met de ondergrondse afvalcontainers aan de Omhoeken in Zaltbommel zou het al een hele vooruitgang voor de buurt zijn wanneer ze gewoon normaal werken!
Voor de lezers die de aanleiding voor dit verhaal niet hebben gelezen, dit zijn de voorgaande publicaties op mijn weblog over dit probleem en de afhandeling door de AVRI.
1. Even het huisvuil uitlaten
2. Over Domme ambtenaren en slimme burgers
3. Het is weer zover!
Op zes november heb ik na telefonisch contact de volgende email met een verzoek om mijn telefoonkosten te vergoeden naar de AVRI gestuurd:
Ik heb de afgelopen twee weken god weet hoeveel keer naar de AVRI gebeld over de problemen met de ondergrondse containers. Een financiële compensatie voor het verbruik van mijn beltegoed zou zeker op zijn plaats. Daarom vraag ik u goed te na te denken en een financiële tegemoetkoming toe te kennen.
Mijn dank is groot,
Jielus Hendrik Kuijntjes
Bijna twee weken later arriveerd eindelijk het antwoord om mijn toch niet al te ingewikkelde verzoek. Ik was ècht benieuwd hoe dankbaar ze waren met mijn medewerking om de problemen rond de ondergrondse afvalcontainers op te lossen, mijn gehele beltegoed van november in de eerste week er door te jagen en mijn aanbieding dat de AVRI me altijd kon bellen wanneer ze inlichtingen wilden over de toestand van de ondergrondse afvalcontainers aan de Omhoeken.
Het antwoord van de AVRI:
Geachte heer Kuijntjes,
Zoals beloofd zouden wij nog contact met u opnemen.
U heeft gevraagd om een vergoeding voor de telefoonkosten die u heeft gemaakt vanwege problemen met de ondergrondse container bij de Omhoeken.
Ten eerste willen wij u heel hartelijk bedanken dat u, en met u vele anderen, de moeite heeft genomen om contact met ons op te nemen.
In dit geval heeft het helaas langer geduurd dan anders, omdat dit specifieke probleem zich nog niet vaker had voorgedaan. Hierdoor zijn onze technici langer bezig geweest dan anders om het probleem in kaart te brengen en daardoor te kunnen verhelpen.
Avri zal de telefoonkosten niet voor u vergoeden. Graag wil ik u wijzen op de mogelijkheid om een melding bij ons te maken via de AvriApp of via onze website.
Omdat wij het wel waarderen dat u de moeite heeft genomen en wij het betreuren dat u zo’n negatief beeld heeft van Avri, willen wij u graag op persoonlijke titel uitnodigen voor een open excursie (voor volwassenen) bij ons bedrijf. Deze vinden plaats op de volgende data:
Datum verwijdert 09.30 – 12.00 uur
Datum verwijdert 10.00 – 12.30 uur
Datum verwijdert 13.00 -15.30 uur
Datum verwijdert 09.30 – 12.00 uur
Datum verwijdert 13.00 – 15.30 uur
Datum verwijdert 10.00 – 12.30 uur
Mocht u interesse hebben dan horen wij graag van u welke datum uw voorkeur heeft. Wij willen u wel verzoeken deze data voor u te houden, deze zijn namelijk nog niet gepubliceerd naar de inwoners.
Als u naar een van onze excursies wilt komen, bieden wij u aan de reiskosten (berekening volgens routeplanner) te vergoeden.
Met vriendelijke groet,
Naam verwijdert
Medewerkster Avri
(0345) 58 53 53
‘Dit is mijn uitspraak en hier moet u het mee doen!’
Nou, dat “negatief beeld” dat ik zou hebben “van Avri” is niet echt beter geworden! Erger nog, het is nog negatiever geworden! Lichtjes teleurgesteld, over het van te voren verwachte antwoord op mijn email, heb ik netjes een email gestuurd dat ik nù echt klaar ben met de AVRI
Het valt me persoonlijk zeer tegen dat ik € 15,-- kosten heb moeten maken om herhaaldelijk te klagen over de niet of slecht functionerende ondergrondse container. Hij doet het ook nu weer niet. Dit is mijn laatste communicatie met de AVRI. Ik zal alleen nog communiceren wanneer u contact met mij opneemt al dan niet naar aanleiding van mijn weblog.
Ik heb net gehoord dat ze bij gebouw "de Vlinder" ook al in contact zijn getreden met de Gemeente Zaltbommel over het slecht functioneren van de ondergrondse containers.
Ik dank u voor uw moeite, uw antwoord en uw tijd en ik wens u veel succes met de onhoudbare situatie rond de ondergrondse containers.
Jielus Hendrik Kuijntjes
Dat ze me die vijftien euro, werkelijk gemaakte kosten en dan praat ik niet eens over de tijd die ik er in heb gestoken, niet gunnen kan ik begrijpen. Het is tenslotte maar een kleine organisatie waar 144 mensen werken met een jaaropbrengst van een kleine twintig miljoen euro (Bron: € 19.856.000,-, financieel jaaroverzicht 2013). Op die bijna twintig miljoen is die vijftien euro, werkelijk gemaakte telefoonkosten, vanzelfsprekend moeilijk in te passen, je wil de AVRI natuurlijk niet opzettelijk financieel aan het wankelen brengen!
Dat de problemen met de ondergrondse afvalcontainers groter waren had ik wel verwacht. Maar dat het slechts het topje van de ijsberg bleek was voor mij toch ook geheel onverwacht. Mijn ster is rijzende en ik wordt regelmatig op straat en in de winkels aangesproken over mijn weblog en de ondergrondse afvalcontainer problematiek.
Ik durf nu zelfs hardop te verklaren dat haast iedereen wel problemen heeft met de ondergrondse afvalcontainers, behalve de AVRI zelf. Zij denken nog steeds dat het een zegen voor de mensheid is.
Het verbaasde me dan ook niet dat de gebruikers zelf schuld hebben aan het slecht functioneren van de ondergrondse afvalcontainers!
‘Wat zegt U?’
‘De gebruikers zijn zelf schuldig aan de problemen met de ondergrondse afvalcontainers?’
‘Dat is toch te gek voor woorden?’
‘Hebben wij om die dingen gevraagd?’
‘Zijn de gebruikers ooit betrokken geweest bij het beleid?’
‘Zijn de gebruikers ooit gevraagd om hun ervaringen met de ondergrondse afvalcontainers?’
‘Zijn de gebruikers ooit gevraagd hoe ze AVRI de ondergrondse afvalcontainers kan verbeteren?’
Een maal “ja” en vier keer “NEE” als antwoord!
We zijn nu vier weken verder sinds ik de problemen met de ondergrondse afvalcontainers aan de AVRI heb gemeld en het pasje van de AVRI voor de ondergrondse afvalcontainers werkt nog steeds niet! Ik bel niet meer! Ik heb het wel met de AVRI gehad. Dit was de situatie vanochtend aan de Omhoeken in Zaltbommel, ziet u enig verschil met drie weken geleden?
2 november 2014
19 november 2014
De vuilnisbakken puilen uit!
Ik ook niet! Het enige verschil met haast drie weken geleden is dat nu ook de openbare afvalbakken niet meer elke dag worden geleegd. Dan kunnen ze dus maar een maal in de week worden gevuld! Vol is vol, en dan gaat de rest op straat. Leuk voor de buurt want die ruimt het afval dan wel op.
Een kleine tip voor de AVRI aan het einde! We betalen € 1,20 voor een storting van ten hoogste 60 liter. “Ten hoogste”, van de ruimte wordt nooit geheel gevuld! Zelfs wanneer er maar een klein zakje vuil in gooit!
Voor mij voelt het net als wanneer je met je auto naar de benzinepomp gaat en er gebeurt het volgende.
‘Vol graag?’
Ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting, ting.
‘Volkswagen? Tank van vijftig liter? Dat is dan 50 maal € 1,60! Tachtig euro alstublieft?’
‘Ja maar, de tank zat nog half vol!’
‘Dat is ons probleem niet! Wij verkopen alleen volle tanks benzine! Dat u uw tank niet helemaal leeg rijdt is uw eigen probleem! Tachtig euro wordt automatisch van uw rekening afgeschreven! Volgende?’
Wat nù, wanneer we die hoeveelheid per storting, en de bijbehorende kosten, kleiner maken? 30 liter voor € 0,60, of 10 liter voor € 0,20? Voor de gebruikers van de ondergrondse afvalcontainers die bij flatgebouwen en in de binnenstad van Zaltbommel wonen zou dit al een aangename verbetering kunnen zijn! Mensen die geen andere opslagplaats dan hun keuken hebben voor het afval zou dat zelfs de ultieme oplossing kunnen zijn!
Elke avond met een gerecycled plastic tasje of pedaalemmerzak huisvuil naar de ondergrondse afvalcontainer. Elke avond een heerlijke schone en frisse keuken! Minister Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, had het er de afgelopen week in de media over het ongezonde vaatdoekje en de miljoenen bacteriën die daar heerlijk bij elkaar wonen. We zouden miljoenen kunnen besparen op de zorg wanneer we wat hygiënischer te werk zouden gaan.
Wat zou de minister van Volksgezondheid denken van een vuilniszak die een week bij zomerse temperaturen van rond de dertig graden in een keuken op een zolderappartement staat de heumen? Lijkt me op het eerste gezicht ook niet al te fris en gezond? Volksgezondheid? Nee, financiële resultaten lijken een drijfveer.
En over die genereuze aanbieding van de AVRI- een open excursie (voor volwassenen) bij ons bedrijf - kan ik kort zijn. Ik heb allerminst interesse om te zien wat er met het huisvuil gebeurt! Ik heb het allemaal al vijf en veertig jaar geleden gezien toen ik met “Hannes de Jong” op de oude vuilnisbelt in Oensel ging schuimen, oud papier opvissen wat we dan bij “Lauw van Bruchem" weer gingen verkopen. Toen was afval al geld!
Persoonlijk zou ik al blij zijn wanneer er naar de klanten wordt geluisterd.
‘De klant is koning!’, is al heel lang gelden door de AVRI bij het grof vuil gezet.
Wanneer er een andere vuilverwerker beschikbaar zou zijn dan zou ik, en met mij velen inwoners van de binnenstad, geen milliseconde twijfelen om naar de nieuwe vuilverwerker over te stappen. Slechter dan de AVRI kan het haast niet!
Ondertussen heb ik wel het geheim over “de restafvalteller” ontrafeld!
1. Ga naar de website van BSR: https://www.bsr.nl?
2. Klik op: Particulieren “Ga verder”?
3. Log is met uw DigiD?
4. Onderaan de pagina “Mijn gegevens” vind u “naar de restafvalteller”?
5. Klik op de link en verbaas u van de moderne informatica?
6. Controleer uw gegevens en klik op: “specificatie”?
Daar is uw overzicht van de door u verrichte stortingen in de ondergrondse afvalcontainers! Ik vertrouw er op dat uw eigen administratie ter controle klaar ligt. Voor een moment denk ik weer aan die tank benzine en mijn belbundel.
Uiteindelijk hebben ze gelijk, wanneer de klant er geen gebruik van maakt maar toch betaald is dat kassa! Niets leveren en toch geld daarvoor ontvangen is de droom van elke zakenman! Gelukkig mag de AVRI geen winst maken want dan waren we nog veel slechter af.
Over een week of twee maar weer eens kijken of het pasje alweer werkt!
Meer verhalen over:
Nederland
zondag 16 november 2014
Nederland: Wat een gedoe met die zwarte Piet
Zaltbommel
Op een regenachtige zondagochtend in november, de zondag na de Sinterklaas intocht, zo’n regenachtige dag waar ik altijd een hekel aan heb, maak ik de balans op van de Sinterklaas intocht in Nederland.
“Diep triest”, kopt de Telegraaf, de wakkere en volgens velen de rechtse krant van Nederland.
De andere politieke kant van Nederland brengt het nieuws genuanceerder.
“Iedereen wil op de foto met de stroopwafel-Piet”, kopt de linkse volkskrant.
Gevolgd door de bagatelliserende: “Ondanks een opstootje en zestig aanhoudingen bij de controversiële Sinterklaasintocht in Gouda, verliep het evenement vandaag grotendeels in een gemoedelijke sfeer.” tekst in de digitale zondag editie van de krant.
Wanneer ik dezelfde tekst een klein beetje verander verschijnt het schrijnende probleem van de Nederlandse verdraagzame samenleving in het groot en vetgedrukt!
‘Begrijpt u welke kant ik op wil?’
‘Nee?’
‘Dan zal ik het voor de laatste keer uitleggen, ècht voor de laatste keer want dit is een onomkeerbaar fenomeen van onze mislukte multiculturele samenleving zoals de communisten en socialisten het voor hun, met tevens een dikke plank voor hun kop, ogen hadden.
Dertien mensen hebben, in de afgelopen twee jaar (volgens de Telegraaf), aangifte gedaan dat in hun ogen Zwarte Piet racistisch is.!
Ook het woord knecht zou denigrerend zijn! Het gerucht gaat dat een twee en negentig jarige slagersknecht uit het Drentse Valthermond zich ziek heeft gemeld naar aanleiding van een uitspraak van Quinsy Gario. Hij onderzoekt nu samen met Mr. Wim en Mr. Hans Anker of ze Quinsy Gario kunnen aanklagen voor smaad. De twee en negentig jarige slagersknecht voelt zich in zijn eerbaarheid aangetast omdat hij al acht en zeventig jaar met veel plezier, en veel waardering van zijn klanten, zijn werk uitvoert
‘Dertien mensen die het voor elkaar krijgen om een traditioneel kinderfeest in hun gastland te vermoorden en te verkrachten zoals hun oude strijdbroeders in het mooie en goede Afrika op hetzelfde moment doen’.
‘Dertien mensen die vrijwillig een keuze hebben gemaakt om tussen ruim zestien miljoen anderen te gaan wonen om de rest van hun leven in de warme, verzorgde en veilige schoot van moedertje Nederland te leven’.
Maar waar die Quincy Gario en zijn twaalf discipelen, een vreemde overeenkomst met Jezus aan het laatste avondmaal, niet aan hebben gedacht is het bijproduct van hun, in mijn ogen totaal onzinnige, actie tegen racisme in Nederland.
Ik zal het maar meteen volmondig toegeven dat deze hele actie, gevoed door talkshows op jacht naar hoge kijkcijfers op de tv, mijn beeld van onze donkere medemens heeft verschoven.
Ik heb genoeg donkere vrienden die me dierbaar zijn! Je kan me niet als racist wegzetten, maar mijn beeld over die groep is mede door Quinsy Gario wel enigzins verandert! Wanneer ik nu een foto zie van een boot vol met vluchtelingen voor de kust van het Italiaanse Lampedusa zie ik plotseling geen gevluchte Afrikanen meer maar een boot vol zwarte Pieten die zich nog moeten verkleden! Dit gaat onbewust, ècht waar! Ik ben niet de enige in Nederland, geloof me maar. Zelfs een groep binnen zijn eigen etnische afkomst is die publiciteit geile neger helemaal zat.
Maar nu genoeg politiek gezwets en naar de werkelijkheid van een vrije staat en samenleving!
Het stuk afgeprijsde abrikozenvlaai van de Albert Heijn was zo zoet dat mijn tanden plotseling naar binnen schoten! De koffie van de HEMA was daartegen heerlijk. Wij zitten net voor één uur klaar om naar de Sinterklaas intocht in Zaltbommel te gaan kijken.Een laatste blik op “Buienradar” heeft laten zien dat het de komende twee uur hoogstwaarschijnlijk droog zal blijven en daarmee kan de intocht een succes worden. In Gouda regent het helaas en dat is heel jammer voor die duizenden kinderen en ouders die de moeite hebben genomen om naar Gouda te gaan.
Het is voor mij al heel lang geleden dat ik de Sint in den levende lijve heb kunnen aanschouwen. In het verre oosten is natuurlijk het Amerikaanse kerstfeest uitgegroeid tot een orgie van consumeren. Daar staan op dit moment de winkelcentra al vol met kerstbomen, kerstmannen en kerstsleden.
Gelukkig hebben wij Sinterklaas als een culturele buffer voordat ook hier in het vrije westen na vijf december het kerstseizoen in alle kracht losbreekt. Wat me wel opvalt is dat de discussie van enkele jaren geleden over de pakjesavond verstomd is. Ik zou niet weten of de grootste groep elkaar met Sinterklaas verrast met cadeaus of dat op eerste kerstdag de cadeaus onder de kerstboom voor de centrale verwarming liggen.
Terwijl we op de hoge loswal staan te wachten op de aankomst van de Sint zwelt het publiek langs de muren van de kleine haven aan tot wel vier à vijf rijen dik. De kleinsten voorop of bij papa op de schouders.
“Blaaskapel de Mispelkrakers” speelt sinterklaas liedjes en de vele toegestroomde kelen zingen uit volle borst de klassieke teksten mee. Kinderen kennen geen racisme, zijn worden onbevlekt en onbevooroordeeld geboren! Dat wordt door papa’s en mama’s, ook aan de zwarte kant van de maatschappij, aangeleerd.
Een blik om me heen bevestigd dat er maar bar weinig Nederlandse papa’s en mama’s zich druk maken over de hele zwarte Pieten discussie. Er zijn witte kinderen met alleen een zwarte Piet muts, inclusief gekleurde veer, op en er zijn volledig als zwarte Piet verkleden kinderen inclusief de gitzwarte schmink en vuurrode lippen die ze zeker niet op negers laat lijken, en alles daartussen in.
En daar is dan eindelijk de boot met Sinterklaas en zijn leger van zwarte Pieten. Een zucht van opluchting glijdt over de Bommelse haven. Maar weinig kinderen denken aan de Sint met zijn zwarte Pieten die ze twee uur geleden op de tv in Gouda hebben zien aankomen. Kinderen denken sowieso niet zoveel na over deze zaken! Er wordt door de volwassenen aangenomen dat kinderen zo denken.
Lyka geniet ook met volle teugen en haar ogen glinsteren bij het zien van de goedheiligman. Mijn vrouw is Filippijns en katholiek. Dus hoe je het ook wend of keert, die in het rood geklede man met zijn witte baard en hoge mijter heeft toch wel wat weg van een katholieke heilige zoals ik die vaak in de Filippijnen heb gezien.
De boot legt aan en wij vertrekken naar ’t Stadscafé voor een opwarmertje in de vorm van een koffie en een cappuccino. Het is me nog wat te vroeg voor alcohol. Om ons heen verzamelen zich de vaders en moeders die met hun kinderen aan de hand gezellig kletsen. Niemand heeft het over het onderwerp dat een zeer klein gedeelte van Nederland voor belangrijk houd.
Met “Blaaskapel de Mispelkrakers” voorop verschijnt Sinterklaas onder de waterpoort. Niet alleen de pieten zijn ondeugend! De drummer van de blaaskapel wil koste wat het kost weten wat er allemaal in de zak van zwarte Piet zit!
Vanzelfsprekend wil Lyka met zwarte Piet en Sinterklaas op de foto! De regen laat zich weer gelden en de eerste druppels vallen zachtjes op de wachtende menigte van ouders en kinderen. Een lange rij mensen heeft zich verzameld om bovenop het bordes van ons monumentale oude Stadhuis de goedheiligman persoonlijk zijn hand te schudden en een klein presentje in ontvangst te nemen. Voor ons zit de Sinterklaas intocht er op!
Met een papieren zak, gevuld met twee warme saucijzenbroodjes van de HEMA, gaan we richting huis. Lyka begrijpt nog steeds niets van die vreemde negers die een probleem van zwarte Piet maken en vraagt me steeds naar het hoe en waarom. Ik heb er geen antwoord op!
In stilte vraag ik me af of ze het zelf wel begrijpen of dat gewoon ergens bij willen horen? Voordat ik als Surinamer of Antilliaan zwarte Piet zou aanvallen als stereotiep zou ik eerst mijn eigen volk en omgeving vrijmaken van het stereotiepe beeld dat Nederland heeft van die zwarte mensen.
Het was voor ons een leuke middag en we hebben genoten van de tweede Nederlandse traditie binnen een week! En laten we dat alsjeblieft zo houden?
Een laatste gedachte:
Waarom is de intocht van de Sint in Zaltbommel niet verstoord?
Simpel: Hier vinden ze geen podium voor hun achterlijke ideeën en wij hebben een goede burgermeester die zich niet laat intimideren!
Dus wat gaan we volgend jaar doen wanneer die achterlijke linkse sympathisanten met hun gekleurde broeders weer tevoorschijn komen?
Negeren, we gaan ze negeren! Net als die dikke bruine drol die net dampend uit de reet van een enorme Deense dog midden op het voetpad is beland! Niemand is blij met zo’n stinkend bruin onding maar negeren is het gemakkelijkst en over een paar dagen is die drol ook weer door de tand des tijds weggetoverd en denkt niemand er ooit nog aan!
Op een regenachtige zondagochtend in november, de zondag na de Sinterklaas intocht, zo’n regenachtige dag waar ik altijd een hekel aan heb, maak ik de balans op van de Sinterklaas intocht in Nederland.
“Diep triest”, kopt de Telegraaf, de wakkere en volgens velen de rechtse krant van Nederland.
De andere politieke kant van Nederland brengt het nieuws genuanceerder.
“Iedereen wil op de foto met de stroopwafel-Piet”, kopt de linkse volkskrant.
Gevolgd door de bagatelliserende: “Ondanks een opstootje en zestig aanhoudingen bij de controversiële Sinterklaasintocht in Gouda, verliep het evenement vandaag grotendeels in een gemoedelijke sfeer.” tekst in de digitale zondag editie van de krant.
Wanneer ik dezelfde tekst een klein beetje verander verschijnt het schrijnende probleem van de Nederlandse verdraagzame samenleving in het groot en vetgedrukt!
“Ondanks een opstootje en zestig aanhoudingen bij de jaarlijkse klassieker Feyenoord - Ajax in Rotterdam, verliep het evenement vandaag grotendeels in een gemoedelijke sfeer”.
Dezelfde zin, hetzelfde idee, maar wel veel anders in de ogen van veel linkse Nederlanders! T-shirts met teksten en door fanatisme verblinde aanhangers van een groep waar ze graag deel van uitmaken. De ene groep bejubeld en de andere verguist!‘Begrijpt u welke kant ik op wil?’
‘Nee?’
‘Dan zal ik het voor de laatste keer uitleggen, ècht voor de laatste keer want dit is een onomkeerbaar fenomeen van onze mislukte multiculturele samenleving zoals de communisten en socialisten het voor hun, met tevens een dikke plank voor hun kop, ogen hadden.
Dertien mensen hebben, in de afgelopen twee jaar (volgens de Telegraaf), aangifte gedaan dat in hun ogen Zwarte Piet racistisch is.!
Ook het woord knecht zou denigrerend zijn! Het gerucht gaat dat een twee en negentig jarige slagersknecht uit het Drentse Valthermond zich ziek heeft gemeld naar aanleiding van een uitspraak van Quinsy Gario. Hij onderzoekt nu samen met Mr. Wim en Mr. Hans Anker of ze Quinsy Gario kunnen aanklagen voor smaad. De twee en negentig jarige slagersknecht voelt zich in zijn eerbaarheid aangetast omdat hij al acht en zeventig jaar met veel plezier, en veel waardering van zijn klanten, zijn werk uitvoert
‘Dertien mensen die het voor elkaar krijgen om een traditioneel kinderfeest in hun gastland te vermoorden en te verkrachten zoals hun oude strijdbroeders in het mooie en goede Afrika op hetzelfde moment doen’.
‘Dertien mensen die vrijwillig een keuze hebben gemaakt om tussen ruim zestien miljoen anderen te gaan wonen om de rest van hun leven in de warme, verzorgde en veilige schoot van moedertje Nederland te leven’.
Maar waar die Quincy Gario en zijn twaalf discipelen, een vreemde overeenkomst met Jezus aan het laatste avondmaal, niet aan hebben gedacht is het bijproduct van hun, in mijn ogen totaal onzinnige, actie tegen racisme in Nederland.
Ik zal het maar meteen volmondig toegeven dat deze hele actie, gevoed door talkshows op jacht naar hoge kijkcijfers op de tv, mijn beeld van onze donkere medemens heeft verschoven.
Ik heb genoeg donkere vrienden die me dierbaar zijn! Je kan me niet als racist wegzetten, maar mijn beeld over die groep is mede door Quinsy Gario wel enigzins verandert! Wanneer ik nu een foto zie van een boot vol met vluchtelingen voor de kust van het Italiaanse Lampedusa zie ik plotseling geen gevluchte Afrikanen meer maar een boot vol zwarte Pieten die zich nog moeten verkleden! Dit gaat onbewust, ècht waar! Ik ben niet de enige in Nederland, geloof me maar. Zelfs een groep binnen zijn eigen etnische afkomst is die publiciteit geile neger helemaal zat.
Maar nu genoeg politiek gezwets en naar de werkelijkheid van een vrije staat en samenleving!
Het stuk afgeprijsde abrikozenvlaai van de Albert Heijn was zo zoet dat mijn tanden plotseling naar binnen schoten! De koffie van de HEMA was daartegen heerlijk. Wij zitten net voor één uur klaar om naar de Sinterklaas intocht in Zaltbommel te gaan kijken.Een laatste blik op “Buienradar” heeft laten zien dat het de komende twee uur hoogstwaarschijnlijk droog zal blijven en daarmee kan de intocht een succes worden. In Gouda regent het helaas en dat is heel jammer voor die duizenden kinderen en ouders die de moeite hebben genomen om naar Gouda te gaan.
Het is voor mij al heel lang geleden dat ik de Sint in den levende lijve heb kunnen aanschouwen. In het verre oosten is natuurlijk het Amerikaanse kerstfeest uitgegroeid tot een orgie van consumeren. Daar staan op dit moment de winkelcentra al vol met kerstbomen, kerstmannen en kerstsleden.
Gelukkig hebben wij Sinterklaas als een culturele buffer voordat ook hier in het vrije westen na vijf december het kerstseizoen in alle kracht losbreekt. Wat me wel opvalt is dat de discussie van enkele jaren geleden over de pakjesavond verstomd is. Ik zou niet weten of de grootste groep elkaar met Sinterklaas verrast met cadeaus of dat op eerste kerstdag de cadeaus onder de kerstboom voor de centrale verwarming liggen.
Terwijl we op de hoge loswal staan te wachten op de aankomst van de Sint zwelt het publiek langs de muren van de kleine haven aan tot wel vier à vijf rijen dik. De kleinsten voorop of bij papa op de schouders.
“Blaaskapel de Mispelkrakers” speelt sinterklaas liedjes en de vele toegestroomde kelen zingen uit volle borst de klassieke teksten mee. Kinderen kennen geen racisme, zijn worden onbevlekt en onbevooroordeeld geboren! Dat wordt door papa’s en mama’s, ook aan de zwarte kant van de maatschappij, aangeleerd.
Een blik om me heen bevestigd dat er maar bar weinig Nederlandse papa’s en mama’s zich druk maken over de hele zwarte Pieten discussie. Er zijn witte kinderen met alleen een zwarte Piet muts, inclusief gekleurde veer, op en er zijn volledig als zwarte Piet verkleden kinderen inclusief de gitzwarte schmink en vuurrode lippen die ze zeker niet op negers laat lijken, en alles daartussen in.
En daar is dan eindelijk de boot met Sinterklaas en zijn leger van zwarte Pieten. Een zucht van opluchting glijdt over de Bommelse haven. Maar weinig kinderen denken aan de Sint met zijn zwarte Pieten die ze twee uur geleden op de tv in Gouda hebben zien aankomen. Kinderen denken sowieso niet zoveel na over deze zaken! Er wordt door de volwassenen aangenomen dat kinderen zo denken.
Lyka geniet ook met volle teugen en haar ogen glinsteren bij het zien van de goedheiligman. Mijn vrouw is Filippijns en katholiek. Dus hoe je het ook wend of keert, die in het rood geklede man met zijn witte baard en hoge mijter heeft toch wel wat weg van een katholieke heilige zoals ik die vaak in de Filippijnen heb gezien.
De boot legt aan en wij vertrekken naar ’t Stadscafé voor een opwarmertje in de vorm van een koffie en een cappuccino. Het is me nog wat te vroeg voor alcohol. Om ons heen verzamelen zich de vaders en moeders die met hun kinderen aan de hand gezellig kletsen. Niemand heeft het over het onderwerp dat een zeer klein gedeelte van Nederland voor belangrijk houd.
Met “Blaaskapel de Mispelkrakers” voorop verschijnt Sinterklaas onder de waterpoort. Niet alleen de pieten zijn ondeugend! De drummer van de blaaskapel wil koste wat het kost weten wat er allemaal in de zak van zwarte Piet zit!
Vanzelfsprekend wil Lyka met zwarte Piet en Sinterklaas op de foto! De regen laat zich weer gelden en de eerste druppels vallen zachtjes op de wachtende menigte van ouders en kinderen. Een lange rij mensen heeft zich verzameld om bovenop het bordes van ons monumentale oude Stadhuis de goedheiligman persoonlijk zijn hand te schudden en een klein presentje in ontvangst te nemen. Voor ons zit de Sinterklaas intocht er op!
Met een papieren zak, gevuld met twee warme saucijzenbroodjes van de HEMA, gaan we richting huis. Lyka begrijpt nog steeds niets van die vreemde negers die een probleem van zwarte Piet maken en vraagt me steeds naar het hoe en waarom. Ik heb er geen antwoord op!
In stilte vraag ik me af of ze het zelf wel begrijpen of dat gewoon ergens bij willen horen? Voordat ik als Surinamer of Antilliaan zwarte Piet zou aanvallen als stereotiep zou ik eerst mijn eigen volk en omgeving vrijmaken van het stereotiepe beeld dat Nederland heeft van die zwarte mensen.
Het was voor ons een leuke middag en we hebben genoten van de tweede Nederlandse traditie binnen een week! En laten we dat alsjeblieft zo houden?
Een laatste gedachte:
Waarom is de intocht van de Sint in Zaltbommel niet verstoord?
Simpel: Hier vinden ze geen podium voor hun achterlijke ideeën en wij hebben een goede burgermeester die zich niet laat intimideren!
Dus wat gaan we volgend jaar doen wanneer die achterlijke linkse sympathisanten met hun gekleurde broeders weer tevoorschijn komen?
Negeren, we gaan ze negeren! Net als die dikke bruine drol die net dampend uit de reet van een enorme Deense dog midden op het voetpad is beland! Niemand is blij met zo’n stinkend bruin onding maar negeren is het gemakkelijkst en over een paar dagen is die drol ook weer door de tand des tijds weggetoverd en denkt niemand er ooit nog aan!
Meer verhalen over:
Nederland
zaterdag 15 november 2014
Nederland: Mijmeringen over jeugdsoos de Boemel
Zaltbommel
Het volgende stukje ontdekte ik op Facebook. Het sprak me wel aan omdat ik na enkele zinnen gelezen te hebben weer in “Jongerensoos de Boemel” aan het einde van de zeventiger jaren was beland.
Het was elke zaterdagavond in die tijd haast hetzelfde ritueel. Vanuit de even legendarische Bar ’t Torentje, waar we het het weekend met het happy hour hadden gevierd, gingen we met een groepje vrienden op weg naar de Binky's Cafétaria om patat te eten. Het was pas net na acht uur en de deur naar een avond vol plezier stond net open. De eerste klanten van de Boemel stonden altijd al voor acht uur voor de deur te wachten om naar binnen te kunnen, maar de grote vloedgolf jeugd kwam pas tussen half negen en negen uur.
Met de smaak van vette mayonaise nog in de mond stond je een moment voor de bioscoop stil om te kijken welke films er dat weekend draaide. Niet dat dat belangrijk was want we gingen toch naar de Boemel en de film van acht uur was al begonnen. Daarna naar de Boemel!. Boelie van Hees, een scheldnaam uit zijn jeugd, waar ik altijd gewoon Aart tegen bleef zeggen, stond aan de deur geflankeerd door die andere mooie man, ben even zijn naam kwijt, maar hij bracht wel speciale gevoelens bij me los.
Of later in de periode dat je een pasje moest hebben om aan te tonen wat je leeftijd was. Computers bestonden nog niet en bij de aanvraag werd je recht in je ogen aangekeken of je je zestienjarige verjaardagsfeest al had gevierd en of je als zestienjarige door het leven kon. Iedereen die een beetje had gelogen over zijn leeftijd stond elke keer weer zenuwachtig aan de voordeur. Je wist van te voren nooit of je wel naar binnen mocht. Eigenlijk was je te jong en je moeder dacht thuis op de bank dat je in de Orion zat.
Wanneer je wat later binnen kwam probeerde je steevast je Jas achter in het hok naast de bar te hangen. De lange gang met kapstokken hing altijd zo vol dat je bijna het pad niet meer door kon. Eenmaal op de grond gevallen werd je aan het einde van de avond de trotse eigenaar van een jas met honderden vuile voetstappen er op gedrukt. Showen met nieuwe kleding kon ook ècht nooit! De drab, kapot getrapte bierviltjes vermengt met honderden peuken die er op de grond lagen besmeurde je broekspijpen en dat kreeg je nooit meer schoon.
Eenmaal binnen, waar je aan de tafel rechts altijd dezelfde mensen kon vinden, net als aan de bar.Achter de bar zag je de drukke en zenuwachtige Bolle de Vries, druk aan het tappen alsof zijn leven er vanaf hing. Wanneer je vroeg kwam kreeg je soms een bakkie koffie met n plakkie cake.
In de winter was het nog fris binnen, de twee gevelkachels hadden de grootste moeite met het voorverwarmen van de enorme lege ruimte. Zodra de Boemel, op een topavond met meer dan 200 bezoekers, gevuld was werd het al snel zo warm dat de kachels en heel veel overtollige kledingstukken uit gingen. Door naar mijn vaste plek achterin, iedereen had eigenlijk een vaste plek, kan ze nu nog zo uit mijn hoofd uittekenen.
Eric Vos en Edje van Zelst achter de draaitafels, je hoefde maar te blèren en ze draaide wat je op die avond graag wilde horen. Voor de discobar, in het midden van een geïmproviseerde dansvloer, het vaste rijtje dansende mensen. Bijna altijd alleen vrouwen met hun handtasjes tussen hen in op de grond gezet. Later op de avond stonde ze ook op de banken langs de zijkant van de dansvloer en op het podium te dansen. Het werd dan zo vreselijk vochtig binnen dat de druppels van het plafond als regen op de bezoekers vielen. Zien kon ik nooit zo veel, mijn bril was altijd beslagen.
Henk de Vries, een elektricien buiten dienst, was de verantwoordelijke voor de licht- en geluidsinstallatie. Haast elke maand verraste hij de bezoekers van de jeugdsoos weer met vreemde lampen en zelfgebouwde lichteffecten. Ineens was er een blacklight, een speciale lamp die ultra violet licht uitstraalt, en liep menig vrouw voor schut met haar witte BH. Zodra die lamp aan ging kon bij enkele onschuldige meisjes die witte BH dwars door haar kleding heen zien. En wanneer je roos had was dat niet zo heel prettig omdat die lamp het liet lijken of je net door een sneeuwbui was gewandeld. Het was nieuw en het was leuk, het was ook zeker de aanleiding tot vele lachbuien van vrienden en vijanden
Later kwam er ook een flikkerlicht waar iedereen misselijk van werd of een epileptische aanval van kreeg. Zelfs het simpele bier drinken werd plotseling moeilijk. Een verlichte dansvloer van spiegels hing aan het plafond, en iedereen maar omhoog kijken hoe je er vanuit de lucht uit zag. En dat terwijl niemand je kon zien! Er kwamen van die neongezichten, die nu in de Spin hangen, aan het plafond die plotseling opgloeiden wanneer het blacklight in actie kwam. Henk kwam op een van die winteravonden met een rookmachine! Maar die mistmachine was helemaal niet nodig, er hing al een deken van sigarettenrook in de hele ruimte.
Rosé stond nog niet op de prijslijst, en er werden ook geen glazen bier verkocht! Bier kocht je in voorgeboorde dienbladen waar 10 glazen in gingen en die je toch wel tot 7 hoog kon opstapelen! Daarom moest je ook altijd zo lang wachten wanneer je wilde bestellen. Wanneer je dan eindelijk je bestelling in ontvangst had genomen was er de moeilijke weg terug naar je plaats. Voordat je op je eigen plekkie was aangekomen was de helft van je bier er al uit gejat en lag de andere helft op de grond.
Naar de wc moest je altijd een vriendin meenemen, de rij voor de dames wc was altijd lang. Dat kon ook niet anders met maar 1 toilet voor 100 meisjes en vrouwen. Hoe je de deur van de wc ook met de schuifjes en haakjes probeerde af te sluiten, de deur kon gewoon open. Je vriendin hielt de wacht zodat niemand plotseling de deur open trok terwijl jij daar bezig was, en vanzelfsprekend deed jij hetzelfde voor je vriendinnen.
Je altijd kon ook vaak rekenen op een opstootje of vechtpartijtje. Die waren soms zo heftig dat sommige snel opgetrommelde moeders ook nog kwamen helpen.
Veel mensen hebben hun grote liefde in “Jongerensoos de Boemel” gevonden.Sommige zelfs meerdere op één avond!
Op zondagochtend hingen we vaak een lange tijd met een de kater van de vorige avond op de oude bankstellen op het podium. Waar op de zondagmiddag vaak geweldige bandjes speelden. De Boemel was je hele weekend!
Zo kan ik eigenlijk nog wel een tijdje doorgaan….
Eigenlijk herinner ik me dit allemaal naar aanleiding van de foto's van Henk de Vries en van Kees Vermaas die er vandaag en gisteren op facebook verschenen. Het lijken allemaal negatieve dingen, maar wat een gouden tijden! We realiseerden ons op dat moment niet dat we geschiedenis schreven. Daar waren we nog veel te jong en onschuldig voor.
Dit verhaal is geschreven door Mario van Assendorp, ik heb het een beetje aangepast en hier en daar herschreven zonder de originele strekking van het verhaal te veranderen. Ik weet zeker dat iedereen die eind jaren zeventig regelmatig jeugdsoos de Boemel bezocht zich weer deze leuke tijden voor de ogen kan halen.
Het volgende stukje ontdekte ik op Facebook. Het sprak me wel aan omdat ik na enkele zinnen gelezen te hebben weer in “Jongerensoos de Boemel” aan het einde van de zeventiger jaren was beland.
Het was elke zaterdagavond in die tijd haast hetzelfde ritueel. Vanuit de even legendarische Bar ’t Torentje, waar we het het weekend met het happy hour hadden gevierd, gingen we met een groepje vrienden op weg naar de Binky's Cafétaria om patat te eten. Het was pas net na acht uur en de deur naar een avond vol plezier stond net open. De eerste klanten van de Boemel stonden altijd al voor acht uur voor de deur te wachten om naar binnen te kunnen, maar de grote vloedgolf jeugd kwam pas tussen half negen en negen uur.
Met de smaak van vette mayonaise nog in de mond stond je een moment voor de bioscoop stil om te kijken welke films er dat weekend draaide. Niet dat dat belangrijk was want we gingen toch naar de Boemel en de film van acht uur was al begonnen. Daarna naar de Boemel!. Boelie van Hees, een scheldnaam uit zijn jeugd, waar ik altijd gewoon Aart tegen bleef zeggen, stond aan de deur geflankeerd door die andere mooie man, ben even zijn naam kwijt, maar hij bracht wel speciale gevoelens bij me los.
Of later in de periode dat je een pasje moest hebben om aan te tonen wat je leeftijd was. Computers bestonden nog niet en bij de aanvraag werd je recht in je ogen aangekeken of je je zestienjarige verjaardagsfeest al had gevierd en of je als zestienjarige door het leven kon. Iedereen die een beetje had gelogen over zijn leeftijd stond elke keer weer zenuwachtig aan de voordeur. Je wist van te voren nooit of je wel naar binnen mocht. Eigenlijk was je te jong en je moeder dacht thuis op de bank dat je in de Orion zat.
Wanneer je wat later binnen kwam probeerde je steevast je Jas achter in het hok naast de bar te hangen. De lange gang met kapstokken hing altijd zo vol dat je bijna het pad niet meer door kon. Eenmaal op de grond gevallen werd je aan het einde van de avond de trotse eigenaar van een jas met honderden vuile voetstappen er op gedrukt. Showen met nieuwe kleding kon ook ècht nooit! De drab, kapot getrapte bierviltjes vermengt met honderden peuken die er op de grond lagen besmeurde je broekspijpen en dat kreeg je nooit meer schoon.
Eenmaal binnen, waar je aan de tafel rechts altijd dezelfde mensen kon vinden, net als aan de bar.Achter de bar zag je de drukke en zenuwachtige Bolle de Vries, druk aan het tappen alsof zijn leven er vanaf hing. Wanneer je vroeg kwam kreeg je soms een bakkie koffie met n plakkie cake.
In de winter was het nog fris binnen, de twee gevelkachels hadden de grootste moeite met het voorverwarmen van de enorme lege ruimte. Zodra de Boemel, op een topavond met meer dan 200 bezoekers, gevuld was werd het al snel zo warm dat de kachels en heel veel overtollige kledingstukken uit gingen. Door naar mijn vaste plek achterin, iedereen had eigenlijk een vaste plek, kan ze nu nog zo uit mijn hoofd uittekenen.
Eric Vos en Edje van Zelst achter de draaitafels, je hoefde maar te blèren en ze draaide wat je op die avond graag wilde horen. Voor de discobar, in het midden van een geïmproviseerde dansvloer, het vaste rijtje dansende mensen. Bijna altijd alleen vrouwen met hun handtasjes tussen hen in op de grond gezet. Later op de avond stonde ze ook op de banken langs de zijkant van de dansvloer en op het podium te dansen. Het werd dan zo vreselijk vochtig binnen dat de druppels van het plafond als regen op de bezoekers vielen. Zien kon ik nooit zo veel, mijn bril was altijd beslagen.
Henk de Vries, een elektricien buiten dienst, was de verantwoordelijke voor de licht- en geluidsinstallatie. Haast elke maand verraste hij de bezoekers van de jeugdsoos weer met vreemde lampen en zelfgebouwde lichteffecten. Ineens was er een blacklight, een speciale lamp die ultra violet licht uitstraalt, en liep menig vrouw voor schut met haar witte BH. Zodra die lamp aan ging kon bij enkele onschuldige meisjes die witte BH dwars door haar kleding heen zien. En wanneer je roos had was dat niet zo heel prettig omdat die lamp het liet lijken of je net door een sneeuwbui was gewandeld. Het was nieuw en het was leuk, het was ook zeker de aanleiding tot vele lachbuien van vrienden en vijanden
Later kwam er ook een flikkerlicht waar iedereen misselijk van werd of een epileptische aanval van kreeg. Zelfs het simpele bier drinken werd plotseling moeilijk. Een verlichte dansvloer van spiegels hing aan het plafond, en iedereen maar omhoog kijken hoe je er vanuit de lucht uit zag. En dat terwijl niemand je kon zien! Er kwamen van die neongezichten, die nu in de Spin hangen, aan het plafond die plotseling opgloeiden wanneer het blacklight in actie kwam. Henk kwam op een van die winteravonden met een rookmachine! Maar die mistmachine was helemaal niet nodig, er hing al een deken van sigarettenrook in de hele ruimte.
Rosé stond nog niet op de prijslijst, en er werden ook geen glazen bier verkocht! Bier kocht je in voorgeboorde dienbladen waar 10 glazen in gingen en die je toch wel tot 7 hoog kon opstapelen! Daarom moest je ook altijd zo lang wachten wanneer je wilde bestellen. Wanneer je dan eindelijk je bestelling in ontvangst had genomen was er de moeilijke weg terug naar je plaats. Voordat je op je eigen plekkie was aangekomen was de helft van je bier er al uit gejat en lag de andere helft op de grond.
Naar de wc moest je altijd een vriendin meenemen, de rij voor de dames wc was altijd lang. Dat kon ook niet anders met maar 1 toilet voor 100 meisjes en vrouwen. Hoe je de deur van de wc ook met de schuifjes en haakjes probeerde af te sluiten, de deur kon gewoon open. Je vriendin hielt de wacht zodat niemand plotseling de deur open trok terwijl jij daar bezig was, en vanzelfsprekend deed jij hetzelfde voor je vriendinnen.
Je altijd kon ook vaak rekenen op een opstootje of vechtpartijtje. Die waren soms zo heftig dat sommige snel opgetrommelde moeders ook nog kwamen helpen.
Veel mensen hebben hun grote liefde in “Jongerensoos de Boemel” gevonden.Sommige zelfs meerdere op één avond!
Op zondagochtend hingen we vaak een lange tijd met een de kater van de vorige avond op de oude bankstellen op het podium. Waar op de zondagmiddag vaak geweldige bandjes speelden. De Boemel was je hele weekend!
Zo kan ik eigenlijk nog wel een tijdje doorgaan….
Eigenlijk herinner ik me dit allemaal naar aanleiding van de foto's van Henk de Vries en van Kees Vermaas die er vandaag en gisteren op facebook verschenen. Het lijken allemaal negatieve dingen, maar wat een gouden tijden! We realiseerden ons op dat moment niet dat we geschiedenis schreven. Daar waren we nog veel te jong en onschuldig voor.
Dit verhaal is geschreven door Mario van Assendorp, ik heb het een beetje aangepast en hier en daar herschreven zonder de originele strekking van het verhaal te veranderen. Ik weet zeker dat iedereen die eind jaren zeventig regelmatig jeugdsoos de Boemel bezocht zich weer deze leuke tijden voor de ogen kan halen.
Meer verhalen over:
Nederland
woensdag 12 november 2014
Nederland: Sintere Maarten Mik Mak
Zaltbommel
Wat was het gisterenavond een heerlijk avondje in het katholieke Nederland zonder religieuze grenzen! Het was namelijk St Maarten, het kinderfeest genoemd naar Martinus van Tours en wordt ook wel Sint-Martinus, Sinter Merte of Sinte-mette genoemd. Een grensoverschrijdend kinderfeest dat traditioneel wordt gevierd op 11 november in sommige streken van Nederland, Vlaanderen, Noord-Frankrijk en sommige Duitstalige gebieden.
Voor enkele momenten waren de lege beschuldigingen aan het adres van Sinterklaas en Zwarte Piet vergeten. Toch kon je ook wel voelen dat er een deken van angst over de ouders en begeleiders lag. 11 november was namelijk ook de avond van het eerste “Sinterklaas journaal”, het programma dat de kleinste en onschuldigste kinderen voorbereid op de komst van de goedheiligman. Een aardige man met een witte baard op een wit paard en een troep zwarte acrobaten die alles gaan voorbereiden voor pakjesavond. Marsepein en suikergoed, en natuurlijk veel cadeaus.
‘Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!’
Maar eerst naar het St Maarten feest.
Helaas was onze tijdsplanning voor deze avond niet zo goed. Het is langer dan tien jaar geleden dat ik de klokken van de St Maartenskerk op 11 november hoorde roepen om naar het schitterende monument te komen om gezamenlijk het St maarten feest te vieren.
Om zes uur, terwijl ik mijn avonddosis Metformine en Tolbutamide wegspoelde met een slok lauwe dieet cola, spoorde ik Lyka aan om zich sneller aan te kleden. Laat ik er maar van uitgaan dat het niet haar ongeïnteresseerdheid maar meer de onbekendheid met het kinderfeest de oorzaak was dat het niet allemaal zo snel liep.
Eenmaal aangekleed en gewapend met mijn Nikon D600, die ook kwispelde van blijdschap dat hij weer een keer buiten mocht, stapten we de frisse mooie herfstavond binnen. Duizenden sterren schitteren aan een wolkenloze hemel en onze adem is zichtbaar in de koude avondlucht. Geloof het of niet maar dit is een bijzonder beeld voor iemand uit de tropen waar 20 graden Celsius een koele avond is.
Enkele straten in de binnenstad zijn voor het verkeer afgezet en dragen sfeerverhogend bij aan dit unieke kinderfeest. In de nieuwstraat, weerszijden geflankeerd met vuurkorven waarin de gele vlammen met elkaar tikkertje in de wind spelen, kijkt Lyka haar ogen uit. Met haar ogen wijd geopend en een brede glimlach op haar gezicht slenteren we met elke kleine stap dichter naar de verlichte toren van de St Maarten kerk toe.
Mijn gedachten dwalen terug, ongeveer een jaar of zeven en veertig om preciezer te zijn. St Maarten gaat om de minder bedeelden. Armen en bedelaars zijn er natuurlijk al lang niet meer! Dat is de grote verdienste van Drees sr. Minder bedeelden waren er in de jaren zestig nog wel. Veel mensen van mijn leeftijd zijn hoogstwaarschijnlijk ook de trotse bezitters geweest van een “Zondagse jas of broek”. Kleding die alleen op zon- en feestdagen uit de kast kwam. Buitenspelen was er in die kleren niet bij! Wel als een wassen beeld op de sofa zitten. In die jaren was snoepgoed ook een luxe artikel dat thuis niet hoog opgestapeld in een keukenkastje lag.
St Maarten was de ideale dag, naast de rapportdag, om de deuren in de buurt langs te gaan voor een traktatie. Al weken van tevoren waren we er op school en onderling mee bezig. Er werden op de Peeënbol suikerbieten gestolen die we dan met een achterover gedrukt aardappelschilmesje stiekem omtoverde tot een angstaanjagend gezicht of masker.
Kinderlijke onschuld dan al besmet met het commerciële Halloween uit Amerika? Een paar uur met zo’n zware suikerbiet sjouwen zag ik niet zo zitten dus kwam ik met een ander plan. Natuurlijk had ik mijn grootmoeder ook om een echte mooie lampion kunnen vragen. Die koste maar een paar kwartjes bij Boekema, inclusief een wassen kaarsje dat ongelofelijk lang brandde. Ze waren mooi, dat wel, maar een zuchtje wind gecombineerd met een moment van onoplettendheid veranderde je lampion in een mini Hindenburg! De de rest van de avond liep je snotterend van verdriet van deur tot deur. Mijn plan was even simpel als briljant.
De basis was een leeg conservenblik. Nadat ik mijn grootvader ervan had overtuigd, en beloofd, dat ik niet meer aan zijn vlijmscherpe aardappelschilmesje, dat zo scherp als een scheermes was, zou komen beloofde hij me dat hij mij met mijn plan zou helpen. Maar we konden er alleen aan werken wanneer we samen in de schuur waren! Een prima afspraak.
Na school stond er een glimmend leeg conservenblik op de keukentafel op me te wachten. Nu ik er aan terugdenk vraag ik me af wat er in zo’n conservenblik zou kunnen hebben gezeten. Ons huis aan de Nonnenstraat in Zaltbommel had een flinke stadstuin die elk voorjaar tot een moestuin van industriële omvang vol aardappelen en groenten werd omgetoverd. Ik kan me niet herinneren dat we vaak bij de groenteboer van Hees in de Karstraat kwamen. Onze vitaminen kwamen uit onze eigen moestuin!
Mijn etui met stiften kwam tevoorschijn en ik tekende allerlei figuren en versieringen op de buitenkant van het blik. Ik kan me nog herinneren hoe teleurgesteld ik was dat ik na het avondeten, en dat was in die tijd rond kwart voor vijf, niet met mijn grootvader naar de schuur mocht om verder te werken aan mijn lampion.
Na een veel te lange schooldag kon ik eindelijk aan mijn lampion beginnen. Mijn grootvader had al enkele voorbereidingen getroffen. In de enorme stalen bankschroef zat een blok hout geklemd. Het blok was aan het uitstekende einde afgerond zodat het ongeveer dezelfde ronding had als de binnenkant van het conservenblik. Met een kleine hamer, er hingen er zeker vijf van verschillende grootte aan de muur achter de werkbank, en een dunnen stalen spijker maakte ik de eerste gaatjes in het conservenblik.
Gaandeweg sloop er twijfel in mijn werk! Op school maakten tijdens de handenarbeid ook papieren lampionnen en die stroomden over van de kleur, mijn lampion was van een eentonig zilver. Zou dat wel indruk maken?
Alsof mijn grootvader mijn twijfels bespeurde viel hij me bij: ‘Deze wordt heel mooi! Vertrouw me maar!’
Nog steeds vol vertrouwen, al was het wel wat minder, werkte na school aan mijn lampion. Enkele middagen stond ik in de onverwarmde schuur een stalen spijker door wand van het conservenblik te hameren. Ik kreeg het steeds warmer, met mijn winterjas op de steel van de schoffel stond ik daar in mijn wollen trui als een uitvinder aan een geheim project te werken. Met elke slag van de hamer groeide mijn vertrouwen weer in de door mijzelf bedachte lampion.
Eindelijk was de dag daar dat we konden proefdraaien! Natuurlijk had ik ook een lampion op school gemaakt en met een zesje als cijfer was hij voor mij goed genoeg geweest. Ik zou die lampion toch niet gebruiken, ik had een geheim wapen achter de hand waar nog niemand van wist!
Batterijen waren duur en een kapot lampje van de fietsverlichting werd door de meeste mensen steevast met een binnensmonds gevloek verwelkomd. Die waren voor ons kinderen dan natuurlijk ook niet voorradig, wij moesten het met een waxine lichtje uit het theelicht doen. Met een ijzerdraadje werd het conservenblik aan het uiteinde van een dunnen stok bevestigt en alles was klaar voor de alles betekende test.
“Licht uit en spot aan!”
Door de tranen in mijn ogen, van trots en geluk, vertekend beeld keek ik naar het lichtspel dat zich door de honderden kleine gaatjes in het conservenblik naar buiten worstelde. Ik weet het niet zeker maar voor een moment leek mijn grootvader, een man van weinig emotie, ook ontroerd. Mijn project was geslaagd en over enkele dagen zouden de andere kinderen jaloers zijn op mijn lampion, dat was zeker!
Nou, zo zeker bleek dat niet te zijn! Zodra ik op straat was zag ik al de eerste lampions van conservenblikken. Ik kon wel janken, zo teleurgesteld was ik! Ik had me willen onderscheiden van de rest en verdronk nu in een plas van gelijkdenkenden! Traumatiserend is die avond niet voor me geweest maar ik heb er wel op jonge leeftijd een belangrijke levensles geleerd. “Het is verdomd moeilijk om boven de massa uit te stijgen!”
Aan de deur van de St Maarten begroet ik Stef die ik al meer dan veertig jaar ken. Lyka, die voor de eerste, of misschien wel de tweede, keer de kerk bezoekt kijkt haar ogen uit. Voor een eenzijde katholiek uit de Filippijnen is het moeilijk te bevatten dat er ook nog andere godsdiensten op het Christendom gebaseerd zijn. In het kort leg ik haar uit wat de geschiedenis achter deze scheuring in de kerk is geweest.
Mijn laatste zin: ‘dus dit was vroeger een katholieke kerk’, tovert een glimlach op haar gezicht en schenkt haar een gevoel van rechtvaardiging.
Onze korte wandeling naar de Markt voert ons door de Kerkstraat en Gasthuisstraat. Ook daar staan de sfeer verhogende vuurkorven langs de weg. Verbaasd kijkt lyka naar de kinderen met lampions die voor de open liedjes staan te zingen. Haar ogen gaan nog verder open wanneer ze ziet dat ze een beloning krijgen in de vorm van snoepgoed of een alternatieve appel. Ze kijkt me vragend aan, en het antwoord blijft uit.
Op de Markt missen we de St Maarten maar net. Enkele Romeinse soldaten zijn er nog wel aanwezig en onze burgervader, Albert van den Bosch, geniet zichtbaar van zijn burgers in Zaltbommel.Het is een frisse avond en de St Maarten kerk lonkt verlicht voor een passende afsluiting.
Lyka geniet van al dit nieuws dat op haar afkomt. Om eerlijk te zijn moet ik zelf ook toegeven dat het weer heel leuk is om na al die Aziatische en Islamitische feesten en festivals weer eens een festiviteit in Nederland mee te maken. Op de achtergrond klinkt er klassieke muziek. Tijd om wat te drinken!
Een wijntje gaat er altijd in en omdat Jezus twee duizend jaar geleden al water in wijn veranderde kiezen voor twee glazen rode wijn.
’Rode wijn of glühwein?’ vraagt de vrouw vriendelijk.
‘Een momentje graag? Ik moet het eerst aan mijn Filippijnse vrouw uitleggen.’
Na een kort overleg bestel ik een glühwein, Lyka wil het eerst proberen. Na een sip van de warme wijn verschijnt er een glimlach op haar gezicht.
‘Lekker èn warm!’, lacht ze.
‘Maak er maar twee glühwein van?’ zeg ik tegen de vriendelijke vrouw achter de kraam en met ieder een glas warme, kruidig ruikende, rode wijn in de hand verdwijnen we tussen de toegestroomde mensen in de kerk.
Op zo’n moment besef je hoe mooi de wereld naast de deur is! Je moet het gewoon zien! We luisteren naar het mooie kerkorgel en de korte optredens van jeugdige bands. Een schitterende avond in een schitterende omgeving.
Thuisgekomen neemt de alledaagse wereld weer haar plaats in. Tijdens het koken van het avondeten luister ik met een oor naar de geluiden van de tv. En hoe kan het ook anders? Die gaat natuurlijk over het Sinterklaas journaal. Zwarte Piet is zwart maar de boot maakt water! Is dat de voorbode dat zwarte Piet in het water zijn kleur verliest?
Ik hoop het van niet want dan moeten tienduizenden bezorgde ouders aan hun verwarde kinderen uitleggen waarom een verdronken zwarte Piet op Lampedusa nog steeds zwart is?
Een gevestigde feestavond voor kinderen, ouders en grootouders wordt wreed verstoord door een uitspraak van “Quinsy Gario”, een racistische egoïstische neger die in zijn hele leven nog nooit iets positiefs aan de Nederlandse samenleving heeft toegevoegd. Deze racist verwijt de ketel tot hij zwart ziet!
Of heb ik de afkeuring van “Quinsy Gario" gemist over de “Moderne Noord-Koreaanse slaven in Quatar”.
Òf zijn die Aziaten niet zwart genoeg om voor op te komen?
Òf zijn de Aziaten te gevaarlijk omdat ze op grote schaal het met grondstoffen rijke zwarte Afrika opkopen?
Waarschijnlijk zullen we het nooit weten want die Quinsy Gario lijkt mij een laffe neger die liever niet meer aan zijn ondoordacht actie wordt herinnerd. Hoe had hij ooit kunnen bedenken dat hij tot aan zijn graf, en waarschijnlijk ook nog lang daarna, de neger was, die met zijn linkse gekleurde en vol van zelfmedelijden discipelen, een onschuldig kinderfeest heeft vermoord?
Wanneer de NPO (Nederlandse Publieke Omroep) zich door een zeer kleine groep tegenstanders uit onze democratische samenleving laat beïnvloeden wordt de deur wagenwijd opengezet voor andere minderheden!
Krijgt ISIS straks een uitzending van de politieke partijen?
Wordt het suikerfeest straks een nationale feestdag?
Moeten vrouwen straks in een straal van 500 m rond een moskee een hoofddoek dragen?
Mogen we straks op zondag niet meer telefoneren in Staphorst?
Laten we ons alsjeblieft gaan bezighouden met naastenliefde en ons niet laten uitdagen en verleiden door groepen in onze samenleving die alleen maar door eigenbelang worden gedreven.
Het is vandaag ook alweer vier jaar geleden dat ik mijn Filippijnse vrouw in Thailand ontmoette. De tijd vliegt en er is nog veel te ontdekken in de wereld. Dat is aan het einde van dit verhaal nog het beste nieuws.
Wat was het gisterenavond een heerlijk avondje in het katholieke Nederland zonder religieuze grenzen! Het was namelijk St Maarten, het kinderfeest genoemd naar Martinus van Tours en wordt ook wel Sint-Martinus, Sinter Merte of Sinte-mette genoemd. Een grensoverschrijdend kinderfeest dat traditioneel wordt gevierd op 11 november in sommige streken van Nederland, Vlaanderen, Noord-Frankrijk en sommige Duitstalige gebieden.
Voor enkele momenten waren de lege beschuldigingen aan het adres van Sinterklaas en Zwarte Piet vergeten. Toch kon je ook wel voelen dat er een deken van angst over de ouders en begeleiders lag. 11 november was namelijk ook de avond van het eerste “Sinterklaas journaal”, het programma dat de kleinste en onschuldigste kinderen voorbereid op de komst van de goedheiligman. Een aardige man met een witte baard op een wit paard en een troep zwarte acrobaten die alles gaan voorbereiden voor pakjesavond. Marsepein en suikergoed, en natuurlijk veel cadeaus.
‘Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!’
Maar eerst naar het St Maarten feest.
Helaas was onze tijdsplanning voor deze avond niet zo goed. Het is langer dan tien jaar geleden dat ik de klokken van de St Maartenskerk op 11 november hoorde roepen om naar het schitterende monument te komen om gezamenlijk het St maarten feest te vieren.
Om zes uur, terwijl ik mijn avonddosis Metformine en Tolbutamide wegspoelde met een slok lauwe dieet cola, spoorde ik Lyka aan om zich sneller aan te kleden. Laat ik er maar van uitgaan dat het niet haar ongeïnteresseerdheid maar meer de onbekendheid met het kinderfeest de oorzaak was dat het niet allemaal zo snel liep.
Eenmaal aangekleed en gewapend met mijn Nikon D600, die ook kwispelde van blijdschap dat hij weer een keer buiten mocht, stapten we de frisse mooie herfstavond binnen. Duizenden sterren schitteren aan een wolkenloze hemel en onze adem is zichtbaar in de koude avondlucht. Geloof het of niet maar dit is een bijzonder beeld voor iemand uit de tropen waar 20 graden Celsius een koele avond is.
Enkele straten in de binnenstad zijn voor het verkeer afgezet en dragen sfeerverhogend bij aan dit unieke kinderfeest. In de nieuwstraat, weerszijden geflankeerd met vuurkorven waarin de gele vlammen met elkaar tikkertje in de wind spelen, kijkt Lyka haar ogen uit. Met haar ogen wijd geopend en een brede glimlach op haar gezicht slenteren we met elke kleine stap dichter naar de verlichte toren van de St Maarten kerk toe.
Mijn gedachten dwalen terug, ongeveer een jaar of zeven en veertig om preciezer te zijn. St Maarten gaat om de minder bedeelden. Armen en bedelaars zijn er natuurlijk al lang niet meer! Dat is de grote verdienste van Drees sr. Minder bedeelden waren er in de jaren zestig nog wel. Veel mensen van mijn leeftijd zijn hoogstwaarschijnlijk ook de trotse bezitters geweest van een “Zondagse jas of broek”. Kleding die alleen op zon- en feestdagen uit de kast kwam. Buitenspelen was er in die kleren niet bij! Wel als een wassen beeld op de sofa zitten. In die jaren was snoepgoed ook een luxe artikel dat thuis niet hoog opgestapeld in een keukenkastje lag.
St Maarten was de ideale dag, naast de rapportdag, om de deuren in de buurt langs te gaan voor een traktatie. Al weken van tevoren waren we er op school en onderling mee bezig. Er werden op de Peeënbol suikerbieten gestolen die we dan met een achterover gedrukt aardappelschilmesje stiekem omtoverde tot een angstaanjagend gezicht of masker.
Kinderlijke onschuld dan al besmet met het commerciële Halloween uit Amerika? Een paar uur met zo’n zware suikerbiet sjouwen zag ik niet zo zitten dus kwam ik met een ander plan. Natuurlijk had ik mijn grootmoeder ook om een echte mooie lampion kunnen vragen. Die koste maar een paar kwartjes bij Boekema, inclusief een wassen kaarsje dat ongelofelijk lang brandde. Ze waren mooi, dat wel, maar een zuchtje wind gecombineerd met een moment van onoplettendheid veranderde je lampion in een mini Hindenburg! De de rest van de avond liep je snotterend van verdriet van deur tot deur. Mijn plan was even simpel als briljant.
De basis was een leeg conservenblik. Nadat ik mijn grootvader ervan had overtuigd, en beloofd, dat ik niet meer aan zijn vlijmscherpe aardappelschilmesje, dat zo scherp als een scheermes was, zou komen beloofde hij me dat hij mij met mijn plan zou helpen. Maar we konden er alleen aan werken wanneer we samen in de schuur waren! Een prima afspraak.
Na school stond er een glimmend leeg conservenblik op de keukentafel op me te wachten. Nu ik er aan terugdenk vraag ik me af wat er in zo’n conservenblik zou kunnen hebben gezeten. Ons huis aan de Nonnenstraat in Zaltbommel had een flinke stadstuin die elk voorjaar tot een moestuin van industriële omvang vol aardappelen en groenten werd omgetoverd. Ik kan me niet herinneren dat we vaak bij de groenteboer van Hees in de Karstraat kwamen. Onze vitaminen kwamen uit onze eigen moestuin!
Mijn etui met stiften kwam tevoorschijn en ik tekende allerlei figuren en versieringen op de buitenkant van het blik. Ik kan me nog herinneren hoe teleurgesteld ik was dat ik na het avondeten, en dat was in die tijd rond kwart voor vijf, niet met mijn grootvader naar de schuur mocht om verder te werken aan mijn lampion.
Na een veel te lange schooldag kon ik eindelijk aan mijn lampion beginnen. Mijn grootvader had al enkele voorbereidingen getroffen. In de enorme stalen bankschroef zat een blok hout geklemd. Het blok was aan het uitstekende einde afgerond zodat het ongeveer dezelfde ronding had als de binnenkant van het conservenblik. Met een kleine hamer, er hingen er zeker vijf van verschillende grootte aan de muur achter de werkbank, en een dunnen stalen spijker maakte ik de eerste gaatjes in het conservenblik.
Gaandeweg sloop er twijfel in mijn werk! Op school maakten tijdens de handenarbeid ook papieren lampionnen en die stroomden over van de kleur, mijn lampion was van een eentonig zilver. Zou dat wel indruk maken?
Alsof mijn grootvader mijn twijfels bespeurde viel hij me bij: ‘Deze wordt heel mooi! Vertrouw me maar!’
Nog steeds vol vertrouwen, al was het wel wat minder, werkte na school aan mijn lampion. Enkele middagen stond ik in de onverwarmde schuur een stalen spijker door wand van het conservenblik te hameren. Ik kreeg het steeds warmer, met mijn winterjas op de steel van de schoffel stond ik daar in mijn wollen trui als een uitvinder aan een geheim project te werken. Met elke slag van de hamer groeide mijn vertrouwen weer in de door mijzelf bedachte lampion.
Eindelijk was de dag daar dat we konden proefdraaien! Natuurlijk had ik ook een lampion op school gemaakt en met een zesje als cijfer was hij voor mij goed genoeg geweest. Ik zou die lampion toch niet gebruiken, ik had een geheim wapen achter de hand waar nog niemand van wist!
Batterijen waren duur en een kapot lampje van de fietsverlichting werd door de meeste mensen steevast met een binnensmonds gevloek verwelkomd. Die waren voor ons kinderen dan natuurlijk ook niet voorradig, wij moesten het met een waxine lichtje uit het theelicht doen. Met een ijzerdraadje werd het conservenblik aan het uiteinde van een dunnen stok bevestigt en alles was klaar voor de alles betekende test.
“Licht uit en spot aan!”
Door de tranen in mijn ogen, van trots en geluk, vertekend beeld keek ik naar het lichtspel dat zich door de honderden kleine gaatjes in het conservenblik naar buiten worstelde. Ik weet het niet zeker maar voor een moment leek mijn grootvader, een man van weinig emotie, ook ontroerd. Mijn project was geslaagd en over enkele dagen zouden de andere kinderen jaloers zijn op mijn lampion, dat was zeker!
Nou, zo zeker bleek dat niet te zijn! Zodra ik op straat was zag ik al de eerste lampions van conservenblikken. Ik kon wel janken, zo teleurgesteld was ik! Ik had me willen onderscheiden van de rest en verdronk nu in een plas van gelijkdenkenden! Traumatiserend is die avond niet voor me geweest maar ik heb er wel op jonge leeftijd een belangrijke levensles geleerd. “Het is verdomd moeilijk om boven de massa uit te stijgen!”
Aan de deur van de St Maarten begroet ik Stef die ik al meer dan veertig jaar ken. Lyka, die voor de eerste, of misschien wel de tweede, keer de kerk bezoekt kijkt haar ogen uit. Voor een eenzijde katholiek uit de Filippijnen is het moeilijk te bevatten dat er ook nog andere godsdiensten op het Christendom gebaseerd zijn. In het kort leg ik haar uit wat de geschiedenis achter deze scheuring in de kerk is geweest.
Mijn laatste zin: ‘dus dit was vroeger een katholieke kerk’, tovert een glimlach op haar gezicht en schenkt haar een gevoel van rechtvaardiging.
Onze korte wandeling naar de Markt voert ons door de Kerkstraat en Gasthuisstraat. Ook daar staan de sfeer verhogende vuurkorven langs de weg. Verbaasd kijkt lyka naar de kinderen met lampions die voor de open liedjes staan te zingen. Haar ogen gaan nog verder open wanneer ze ziet dat ze een beloning krijgen in de vorm van snoepgoed of een alternatieve appel. Ze kijkt me vragend aan, en het antwoord blijft uit.
Op de Markt missen we de St Maarten maar net. Enkele Romeinse soldaten zijn er nog wel aanwezig en onze burgervader, Albert van den Bosch, geniet zichtbaar van zijn burgers in Zaltbommel.Het is een frisse avond en de St Maarten kerk lonkt verlicht voor een passende afsluiting.
Lyka geniet van al dit nieuws dat op haar afkomt. Om eerlijk te zijn moet ik zelf ook toegeven dat het weer heel leuk is om na al die Aziatische en Islamitische feesten en festivals weer eens een festiviteit in Nederland mee te maken. Op de achtergrond klinkt er klassieke muziek. Tijd om wat te drinken!
Glühwein
’Rode wijn of glühwein?’ vraagt de vrouw vriendelijk.
‘Een momentje graag? Ik moet het eerst aan mijn Filippijnse vrouw uitleggen.’
Na een kort overleg bestel ik een glühwein, Lyka wil het eerst proberen. Na een sip van de warme wijn verschijnt er een glimlach op haar gezicht.
‘Lekker èn warm!’, lacht ze.
‘Maak er maar twee glühwein van?’ zeg ik tegen de vriendelijke vrouw achter de kraam en met ieder een glas warme, kruidig ruikende, rode wijn in de hand verdwijnen we tussen de toegestroomde mensen in de kerk.
Op zo’n moment besef je hoe mooi de wereld naast de deur is! Je moet het gewoon zien! We luisteren naar het mooie kerkorgel en de korte optredens van jeugdige bands. Een schitterende avond in een schitterende omgeving.
Thuisgekomen neemt de alledaagse wereld weer haar plaats in. Tijdens het koken van het avondeten luister ik met een oor naar de geluiden van de tv. En hoe kan het ook anders? Die gaat natuurlijk over het Sinterklaas journaal. Zwarte Piet is zwart maar de boot maakt water! Is dat de voorbode dat zwarte Piet in het water zijn kleur verliest?
Ik hoop het van niet want dan moeten tienduizenden bezorgde ouders aan hun verwarde kinderen uitleggen waarom een verdronken zwarte Piet op Lampedusa nog steeds zwart is?
Een gevestigde feestavond voor kinderen, ouders en grootouders wordt wreed verstoord door een uitspraak van “Quinsy Gario”, een racistische egoïstische neger die in zijn hele leven nog nooit iets positiefs aan de Nederlandse samenleving heeft toegevoegd. Deze racist verwijt de ketel tot hij zwart ziet!
Of heb ik de afkeuring van “Quinsy Gario" gemist over de “Moderne Noord-Koreaanse slaven in Quatar”.
Òf zijn die Aziaten niet zwart genoeg om voor op te komen?
Òf zijn de Aziaten te gevaarlijk omdat ze op grote schaal het met grondstoffen rijke zwarte Afrika opkopen?
Waarschijnlijk zullen we het nooit weten want die Quinsy Gario lijkt mij een laffe neger die liever niet meer aan zijn ondoordacht actie wordt herinnerd. Hoe had hij ooit kunnen bedenken dat hij tot aan zijn graf, en waarschijnlijk ook nog lang daarna, de neger was, die met zijn linkse gekleurde en vol van zelfmedelijden discipelen, een onschuldig kinderfeest heeft vermoord?
Wanneer de NPO (Nederlandse Publieke Omroep) zich door een zeer kleine groep tegenstanders uit onze democratische samenleving laat beïnvloeden wordt de deur wagenwijd opengezet voor andere minderheden!
Krijgt ISIS straks een uitzending van de politieke partijen?
Wordt het suikerfeest straks een nationale feestdag?
Moeten vrouwen straks in een straal van 500 m rond een moskee een hoofddoek dragen?
Mogen we straks op zondag niet meer telefoneren in Staphorst?
Laten we ons alsjeblieft gaan bezighouden met naastenliefde en ons niet laten uitdagen en verleiden door groepen in onze samenleving die alleen maar door eigenbelang worden gedreven.
Het is vandaag ook alweer vier jaar geleden dat ik mijn Filippijnse vrouw in Thailand ontmoette. De tijd vliegt en er is nog veel te ontdekken in de wereld. Dat is aan het einde van dit verhaal nog het beste nieuws.
Meer verhalen over:
Nederland
Abonneren op:
Posts (Atom)