donderdag 5 december 2024
Vietnam: Een lange maar heel mooie dag (deel 2)
Ho Chi Minh City (99 Bui Vien Hotel (Boutique)) 304), donderdag 5 december 2024
We laten de Taiwanezen achter bij de Cu Chi Tunnels en we gaan met z’n vieren verder richting de tempel van de “Cao Dai” geloofsgemeenschap.
Cao Dai (Cao Đài) of caodaïsme is een relatief nieuwe syncretistische en monotheïstische religie officieel tot stand gekomen in Tay Ninh, Zuid-Vietnam in 1926. Đạo Cao Đài is de korte naam, de volle naam is Đại Đạo Tam Kỳ Phổ Độ.
Het is een poging om de ideale religie te creëren van de Noord- en Zuid-Vietnamese religies voor de hereniging. Het resultaat is een kleurrijke mengelmoes van Boeddhisme, Confucianisme, Taoïsme, Vietnamees spiritualisme en Christendom.
Er is altijd wel wat nieuws te zien onderweg en daarom slaap ik nooit in bussen of treinen. Na een kort gesprek tussen de gids en de chauffeur, dat meer als een ruzie klinkt dan als een overleg, geeft de chauffeur extra gas en kijkt onze gids elke vijf minuten op zijn horloge. Wij hebben zelf geen haast dus we ondergaan het gelaten.
Tijdens het wachten voor een verkeerslicht maak ik deze foto. Een dame met de karakteristieke Vietnamese strohoed loopt over een dikke laag groene zaadjes terwijl ze met haar linker voet de zaadjes omwoeld. Die zaadjes herken ik meteen. Ze worden in het verre oosten veel gebruikt in verschillende stoofgerechten en zijn de basis voor de glasvermicelli. In Nederland zijn ze, na uitspruiten van de witte wortel, bekend als taugé.
Bij het complex van de “Cao Dai” aangekomen is het ons meteen duidelijk waarom er haast was geboden. De mis, of hoe ze de dagelijkse bijeenkomsten in de kerk, of tempel, ook mogen noemen begint om precies twaalf uur en duurt een half uur. Bij het zien van de tempel, met een hoog “Efteling” gehalte komen er spontaan herinneringen omhoog geborreld uit de dieptes van mijn geheugen.
De schoenen blijven buiten op het plein staan en wij gaan naar binnen. De mix van verschillende religies en filosofieën is meteen zichtbaar. Binnen is het een mengelmoes van verschillende symbolen, beeltenissen en figuren uit de vele religies en filosofieën. De aanwezige gelovigen, of volgers, zitten gekleed in smetteloos witte gewaden in de kleermakerszit met hun gezicht naar een altaar aan de achterkant van de tempel.
Boven het altaar zweeft een blauwe bol die waarschijnlijk de aarde moet voorstellen met daarop het alziende oog van de verschillende goden en profeten. De leiders van de gelovigen zijn gekleed in gekleurde gewaden. Het blauw, geel en rood die ook de kleuren zijn van het vaandel van de gelovigen. De enkele rode sjerpen zijn hoogstwaarschijnlijk ook een teken van de rang binnen de organisatie.
Natuurlijk is er een afbeelding van de stichter “Ngo Van Chieu” in de tempel aanwezig.
Ngo Van Chieu studeerde af aan een provinciaal college in My Tho en trad toe tot de Franse koloniale immigratiedienst, waar hij tot 1902 diende. In 1919 ontving hij tijdens een seance wat hij beschouwde als een openbaring die hem opriep tot een religieuze missie. Na een periode van studie en meditatie kondigde hij de vorming van Cao Dai aan (letterlijk "Hoge Toren", een taoïstisch epitheton voor de oppergod). Cao Dai werd formeel opgericht in 1926 door Le Van Trung, een voormalig regeringsfunctionaris, die de leider of "paus" werd. Cao Dai bevat elementen van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme en rooms-katholicisme.
Er klinkt een monotoon laag gezang door het gebouw als het opzeggen van de mantra’s in een Boeddhistische tempel. Onregelmatig zingen de volgelingen een stukje mee waarna ze allemaal tegelijkertijd hun hoofd, en soms ook hun bovenlichaam, buigen naar het altaar.
Het is allemaal bijzonder indrukwekkend maar na tien minuten heb je het wel allemaal gezien. Ik neem alles om me heen nog voor een laatste keer in me op want ik weet dat ik deze plaats nooit meer zal bezoeken maar wel in mijn herinnering zal meedragen.
Na een kwartier staan we weer buiten en met een laatste foto van het “alziende oog” neem ik afscheid van de Cao Dai geloofsgemeenschap.
Het is een lange dag vandaag en gelukkig is een Vietnamese lunch bij de prijs van de excursie inbegrepen. Een eenvoudige lunch met kip en (zoetwater)vis, aangevuld met rijst, die bij 90% van de toeristen in de smaak zal vallen. Het smaakt ons vieren in ieder geval goed.
Om half twee staan we in het park aan de voet van de gedoofde vulkaan die bijna 1.000 meter boven ons uit toornt. Een foto van ons drieën als herinnering aan deze mooie dag.
We gaan omhoog met de kabelbaan en dat is voor de meiden een zeer opwindende rit. Elke keer wanneer we na een mast een stukje in het diepe vallen klinken er hoge kreetjes door de gondel. Het station voor de kabelbaan aan de voet van de berg is zeer indrukwekkend. Ik moet tot mijn grote verbazing toegeven dat Vietnam met rasse schreden dichterbij Thailand komt. Gaat Vietnam in de toekomst Thailand voorbij als populaire vakantie bestemming?
De rit naar de top van de berg is opwindend en geeft mooi uitzicht over het vlakke landschap onder ons. Eenmaal boven aangekomen blijkt het station voor de kabelbaan op de top nog mooier en indrukwekkender dan aan de voet van de berg. Ik kijk mijn ogen uit in deze architectonische weelde. Ik heb geen enkel idee over wat we kunnen verwachten wanneer we straks naar buiten stappen.
We hebben het imposante beeld van de “Zwarte maagd” vanuit de gondel langzaam groter zien worden maar zodra we het station verlaten zijn we nog meer onder de indruk van de afmetingen van het beeld en het voetstuk, een rond paviljoen met meerdere verdiepingen, waar het op is geplaatst. Het beeld vertoont opvallend veel overeenkomsten met de staande Chinese Boeddha beelden.
We staan op een groot plein gevuld met perken die planten, bomen en beelden bevatten doorkruist met paden die allemaal richting het enorme paviljoen, met het beeld van de “Zwarte maagd” erop, lijken te leiden. Alles is hier erg schoon. De omgeving straalt rust uit. Een serene omgeving in de koele berglucht van Vietnam.
Het duurt niet lang en de twee hartsvriendinnen zijn van mij gescheiden. Zij hebben hun eigen programma om samen foto’s te maken en ik heb mijn eigen manier om een bijzondere plaats als deze in mijn herinneringen op te nemen.
Later krijg ik deze bijzondere foto van mijn lieve vrouw op een bijzondere plaats. De hele omgeving op de top van de gedoofde vulkaan is bijzonder fotogeniek!
De dames kiezen de weg buitenom naar de top van het paviljoen. Zelf ga ik naar binnen en val met mijn neus in de boter. Al op de eerste verdieping is een tentoonstelling van schitterende Boeddha beelden uit verschillende periodes en verschillende landen. Ik was echt van plan om veel foto’s van de beelden in dit verhaal te plaatsen maar verdieping na verdieping bleek een nog mooiere verzameling Boeddha beelden te huizen. Er blijft maar een mogelijkheid over! Later wijdt ik een heel verhaal aan deze uitmuntende en zeer interessante verzameling religieuze kunst.
Op elk niveau stap ik ook even naar buiten en dat blijkt ook steeds de moeite waard. De omvang en schoonheid van deze omgeving, en dit bouwwerk, zal niet snel geëvenaard worden!
Er zijn mensen die me gek verklaren omdat ik zo kan opgaan in de religieuze kunst van het verre oosten en de bronzen beelden.
Vaak hoor ik in mijn omgeving zeggen: ‘Als je een tempel of een Boeddha beeld heb gezien dan heb ik ze allemaal wel gezien.
In mijn geval ben ik dan een serieuze idioot want ik kan elke dag van elke tempel en elk Boeddha beeld weer genieten. Het gaat er mij niet om om steeds hetzelfde beeld te zien maar om een beeld te zien dat anders is dan alle Boeddha beelden die ik tot nu toe met mijn eigen ogen heb gezien. Het verschil zit in de details!
Op een afscheiding van een bouwplaats achter het paviljoen van de “Black Virgin Mountain” staan twee fantastische foto’s afgedrukt die hoogstwaarschijnlijk zijn gemaakt met een drone. Het beeld op de top omringt door de wolken is een bijzonder mooi plaatje.
Door een kleine opening in de afscheiding krijg ik een voorproefje van een nieuw bouwwerk dat is gewijd aan de Boeddha. Het beeld staat er al! Het is nog goed ingepakt zodat het tijdens de bouw niet kan beschadigen.
Met een foto van de dikke lachende Boeddha en een van de mooi bijgehouden tuin neem ik afscheid van de “Black Virgin Mountain”. In de wetenschap dat hier nog steeds gebouwd wordt en dat ik nog niet alles heb gezien is het een zekerheid dat wij bij een volgend bezoek aan Saigon opnieuw een bezoek brengen aan deze bijzondere plaats. Ik heb me voorgenomen om de volgende keer te voet af te dalen over een van de voetpaden die naar beneden leiden.
Op de weg naar beneden probeer ik al het mooie dat ik vandaag heb gezien te laten bezinken. En dat is heel veel! Lyka en ik bespreken in het Nederlands de kleding die de Amerikaanse vandaag draagt. Voor ons is het een uitgesproken voorbeeld van slechte smaak wanneer je twee religieuze plaatsen in een ander land gaat bezoeken. Dat is Californië! Haar inwoners zijn verheven boven de gehele mensheid.
Tijdens de drie en een half uur durende rit terug naar Saigon voel ik me bij elke minuut die verstrijkt slechter worden. De koorts loopt op en ik begin te zweten in de koelte van de airconditioning. Natuurlijk ben ik doodop maar mijn keel speelt ook weer op. Ik probeer wakker te blijven maar dat lukt me slecht. Een beetje knikkebollen en af en toe val ik in slaap om dan weer door een onverwachte beweging van de minibus of grote hobbel in de weg te worden gewekt.
Na aankomst in Saigon ben ik helemaal kapot en voel me hondsberoerd. Ik laat de dames maar samen gaan eten terwijl ik de hotelkamer opzoek. Een hete douche en een koud blik “Red Horse”. Dan snel onder de dekens. Morgen staat er weer een excursie op het programma!
Wanneer ik klaar ben met dit verhaal realiseer ik met dat er nog een kleine vijftig foto’s klaar staan van de omvangrijke collectie Boeddha beelden op de “Black Virgin Mountain”. Dat is voldoende om een heel verhaal aan de Boeddha’s van “Black Virgin Mountain” te wijden. Ik laat het even in de toekomst wanneer ik daar aan toe kom.
Meer verhalen over:
2024 Vietnam,
Vietnam