woensdag 4 december 2024
Vietnam: Een dag alleen in Saigon
Ho Chi Minh City (99 Bui Vien Hotel (Boutique)) 403), woensdag 4 december 2024
Vandaag is het een damesdag omdat er moet worden gemasseerd, gemanicuurd en gepedicuurd. Wat schiet er dan voor mij over? Precies, een dag in Saigon op zoek naar die dingen die de dames hoogstwaarschijnlijk niets interesseren.
Zoals elke ochtend in Saigon vallen we rond half tien neer voor het ontbijt bij ons vaste Bánh mì stalletje aan de “Phạm Ngũ Lão” in District 1. We zitten daar heerlijk van onze broodjes en koffie te genieten terwijl we het dagelijkse leven, en ook de ondertussen toch wel irritant geworden zonnebril verkopers en schoenpoetsers, aan ons voorbij zien trekken. De dames hebben een beetje hoofdpijn, ik hoef er niet naar te raden wat daar de oorzaak van kan zijn.
De meiden moeten nog even terug naar de kamer en onderweg kopen ze een bundel verse “Longan” vruchten tegen de smeulende alcohol in hun lichaam. Onze wegen scheiden voor het “Spring House Hotel” en we beloven om vandaag contact met elkaar te houden.
Deze foto uit 1963 ligt aan de basis van deze dag in Saigon. Het is de Boeddhistische monnik “Thích Quang Duc” die zich in brand heeft laten zetten. De zelfverbranding in Saigon werd gedaan uit protest tegen het pro-katholieke beleid en de discriminerende boeddhistische wetten van het Zuid-Vietnamese Diem-regime.
In juni 1963 verbrandde de Vietnamese Mahayana boeddhistische monnik Thích Quang Duc zichzelf levend op een druk kruispunt in Saigon. Hij probeerde te laten zien dat om alle vormen van onderdrukking op gelijke voet te bestrijden, het boeddhisme ook zijn martelaren nodig had.
John F. Kennedy zei met betrekking tot een foto van Duc in brand: "Geen enkele nieuwsfoto in de geschiedenis heeft zoveel emotie over de hele wereld opgeroepen als deze." Fotograaf Malcolm Browne legde de scène in Saigon vast voor de Associated Press, en de grimmige zwart-witfoto werd al snel een iconisch beeld van de turbulente jaren zestig.
Vraag me niet waarom, maar ik kan me deze foto uit mijn jeugd herinneren. Nog uit de tijd dat het Christendom moederziel alleen in het middelpunt van het Nederlandse universum stond en Joop den Uyl de socialistische redder van de onderdrukte arbeiders van het vaderland was. Bijna zestig jaar later liggen de kaarten heel anders en ik heb een eigen mening gevormd. Politiek kun je doorzien en indoctrinatie verdringen!
De tweede “Indo-Chinese Oorlog”, ook wel de “Vietnam Oorlog” genoemd moet in perspectief, en in het tijdsbeeld, van de jaren vijftig worden gezien. De opkomst van het militante communisme en de strijd van het vrije westen, aangevoerd door de Verenigde Staten van Amerika, tegen de ongebreidelde expansiedrift van het communisme in de armste landen van de wereld. De twee communistische grootmachten met hun dictatoriale leiders stonden schouder aan schouder, net als de dag van vandaag, om een nieuwe wereldorde te scheppen! Joseph McCarthy als voorbeeld die zonder enige scrupules met behulp van zijn commissie Amerika wilde zuiveren en behoeden voor de communisten.
De belangrijkste knooppunten voor vandaag zijn ingesteld op mijn iPhone of zitten nog gedeeltelijk in mijn hoofd. Twintig jaar geleden waren het nog rode balletjes met een lijntje naar de witte kantlijn naast het kaartje in de “Lonely Planet”! De tijden zijn veranderd.
Ik heb een zeer goed ontwikkeld richtingsgevoel dus ik kan ook om me heen kijken om de moderne socialistische Vietnamese samenleving in me op te nemen. Weg van het toerisme is het al snel duidelijk dat er weinig meer van de socialistische gedachte van Ho Chi Minh over is in het dagelijkse leven in Vietnam. Ik zie teveel mensen die leven om te overleven gepasseerd worden door Europese, Japanse en Amerikaanse voertuigen die zelfs in hun thuisland alleen voor de puissant rijken bereikbaar zijn. Dit is een markteconomie met een verkeerd politiek etiket!
Ik kom aan op de kruising van “Phan Đình Phùng Boulevard” en "Lê Văn Duyệt Street” waar de zelfopoffering van de monnik ruim zestig jaar geleden heeft plaatsgevonden. Voor een moment staar ik in een denkbeeldige leegte en probeer me voor te stellen hoe deze plaats er lang geleden, voor het communisme, er uit heeft gezien.
Ik steek de straat over en neem een moment de tijd bij de plaats waar “Thích Quang Duc” het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde. Met mijn Boeddha amuletten in de palmen van mijn gesloten handen bid om het welzijn van zijn geest en bedank hem voor de epische strijd tegen het onrecht van de katholieke onderdrukkers.
Het monument voor “Thích Quang Duc” is een typisch voorbeeld hoe de heersende communistische/socialistische leiders van een gebeurtenis, waar ze zelf niets mee te maken hebben gehad, een overwinning voor zichzelf maken!
De muurdecoraties achter het monument voor “Thích Quang Duc” zeggen genoeg! Vlaggen en vaandels, tanks en geweren, petten en helmen, allemaal bevrijders en hoeders van het enige juiste in het universum: Het Communisme/Socialisme!
Ik kijk met gemengde gevoelens naar het bronzen beeld van Thích Quang Duc omringt door de alles verterende vlammen. Respect is het enige dat ik me opkomt.
Terwijl de cultuur en geschiedenis door mijn hoofd raast ontvang ik twee foto’s van de meiden die zich heerlijk laten verwennen. Iedereen is blij vandaag en dat maakt mij ook gelukkig.
Om de hoek van het monument bezoek ik de “Xa Loi-Pagode”.
Na de dood van Thích Quảng Đức werd zijn lichaam verder verbrand, maar zijn hart zou intact zijn gebleven. Dit werd door andere monniken gezien als een teken van compassie. Vanaf dat moment werd naar hem verwezen als een Bodhisattva, een Verlichte.
Op 15 juni zou hij worden begraven, maar dit werd uitgesteld naar 19 juni. 4000 mensen woonden de begrafenis bij. Zijn hart werd in een glazen kelk opgeslagen in de Xa Loi-pagode.
De kelk met het hart is natuurlijk niet publiekelijk te bezichtigen maar de vredige sfeer op het tempelterrein zegt genoeg. De Vietnamese bevolking straalt dankbaarheid uit naar mij, een westerse bezoeker, die hier zeker niet per ongeluk is terecht gekomen.
Op het tempelterrein zie ik een bronzen buste van een man die me op het eerste gezicht heel erg veel aan “Mao Zedong” doet denken met zijn karakteristieke pet op. Op de sokkel staat “Mai Thọ Truyền” en het blijkt bij nader onderzoek een politicus te zijn geweest die het zelfs tot vice-President van Zuid-Vietnam heeft geschopt na het offer van “Thích Quang Duc”. Hij verdiepte zich in het Boeddhisme en heeft meerdere filosofische boeken geschreven over de betekenis van het Boeddhisme in de praktijk in Vietnam.
De volgende bezienswaardigheid die ik vandaag wil bezoeken is de “Jade Emperor Pagoda”. Een kleine drie kilometer verderop aan de Saigon rivier langs de kaarsrechte “Điện Biên Phủ”. Onderweg geef ik mijn ogen goed de kost en ik ontdek opnieuw twee mooie oude Franse (Motobécane) Mobylette’s in een koffiehuis.
De jongeren onder jullie kunnen zich maar moeilijk voorstellen dat in de jaren vijftig en de jaren zestig er alleen maar brommertjes rondreden die in Europa waren gemaakt. Dit zijn de vervoermiddelen van de arbeidersklasse die zich geen auto konden veroorloven in de jaren van de opbouw na de tweede wereldoorlog. Dikke leren jassen en wollen mutsen. Valhelmen waren nog niet bedacht en als kind ging ik achterop de brommer van mijn grootvader mee over de Waaldijk naar zijn broers, en zuster, in Brakel. De Japanners kwamen pas in de jaren zeventig! Dit is wel wat anders dan die verwijfde elektrische scootertjes waar de jeugd nu op rondrijd!
Voor een fruitkraam blijf ik even staan omdat de uitstalling van het fruit de gelukzaligheid van de verkoper uitstraalt. De verschillende verse vruchten zijn in een mooi patroon uitgestald dat mij ook blij maakt om weer in Saigon te zijn.
Het mag vreemd klinken maar de “Jade Emperor Pagoda” kan niet worden gevonden! Ik kom bij een van de drukste rotonde’s die ik in Saigon heb gezien en de moed zakt me in de schoenen wanneer ik bedenk dat ik die drukke verkeersslagaders zonder behulp van verkeerslichten moet doorkruisen. Ik bedenk me geen moment, ik draai me om en ga zigzaggend door de onbekende straten van Saigon terug richting ons hotel.
In een haast rechte lijn kom ik achter de “Basiliek van Notre-Dame” uit die helemaal in de steigers staat. Voor een moment ga ik zitten op een granieten bank in het park naast de kerk en denk terug aan 2004. Ik kan me nog goed herinneren dat haast iedere man die hier passeerde tegen de kerk ging staan pissen als teken van protest tegen de katholieke kerk die model staat voor de onderdrukking van het Vietnamese volk. Ze stapten zelfs van de fiets of brommer om tegen de kerk te pissen!
Uit mijn fotoarchief heb ik de foto’s uit 2004 opgediept. Zo hebben jullie in ieder geval een beeld hoe de “Basiliek van Notre-Dame” er zonder steigers uit moet zien.
Ik passeer ook twee gebouwen waarbij ik toch wel even achter op mijn hoofd moet krabben. Het linkse gebouw wordt op het internet aangeprezen als een toeristische attractie met het oog op bouwstijl en kleurstelling. Misschien in het kunstlicht? In mijn ogen is het een lelijke betonnen blokkendoos. Het zal wel aan mij liggen!
Het rechtse gebouw is natuurlijk een mooi gebouw in koloniale bouwstijl waar een Belgium Restaurant genaamd “Belgo” in is gevestigd. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en ik ga een kijkje nemen in het menu dat voor de ingang staat. De stukjes vlees met wat bijgerechten beginnen bij 1.700.000 dong (€ 63,50) per bordje! En dat terwijl wij samen een dagbudget van ongeveer 1.000.000 dong hebben om te eten, te drinken en de rest van de dag door te komen!
Mijn eenvoudige noedelsoep van 75.000 dong is de foodcourt onder het “September 23rd Park” smaakt mij net zo goed als een duur stukje vlees in een sterrenrestaurant! Mijn dag zit er op en ik ga terug naar de kamer om wat te rusten en de eerste medicijnen tegen mijn keelontsteking te nemen. Ik voel dat ik zelfs wat koorts heb.
En daar is Lyka! Ik schrik wakker van haar klop op de deur. De meiden hebben een leuke dag gehad met winkelen en lichamelijke verzorging. Het duurt niet lang en ze ligt naast mij als een os te slapen van de vermoeiende dag die ze zelf achter de rug heeft.
Rond vijf uur maak ik me op om richting mijn vaste zitplaats te gaan voor de supermarkt om een biertje te drinken. Dikke druppels vallen op mijn gezicht wanneer ik de straat in stap! Alweer regen? Morgen gaan we een heel lange excursie maken en dan kan ik alleen maar hopen dat het niet regent. Helaas is de weervoorspelling voor de komende dagen niet erg best!
Ik kijk voor me uit over het kleine plein voor de supermarkt en dikke regendruppels dansen in een grote plas. Het is nog steeds druk op straat en het schijnt niemand ook maar iets te deren dat het regent. Ze nemen het neerdalende hemelwater heel gelaten. Het zet mij aan het denken. Voor een euro per persoon koop ik drie regenponcho's in de kleine supermarkt voor het geval dat Pluvius voor morgen duivelse plannen heeft om onze dag in het water te laten vallen.
Er stopt een ruime taxi voor mijn neus om een groep toeristen uit te laten stappen en de muziek die uit de luidsprekers schalt brengt mooie herinneringen in mij op. Ik moet er zelf om lachen en ik neem nog maar een stevige slok uit mijn halve liter blik “San Miguel Pilsen”.
In de jaren 80 gingen veel van mijn vrienden, voor de eerste keer, trouwen. In de bekende gelagzalen en grote uitgaansgelegenheden veelal in de buurt van Zaltbommel. Grote zalen en horecabedrijven die elk weekend twee of drie bruiloften op bezoek kregen waren er genoeg. Vaak zocht je altijd de zelfde vrienden op en de samenstelling van de tafels was van tevoren al bekend. Zodra de band voor de avond het podium betrad hielden Jan van de leeuwen en ik de muzikanten altijd goed in de gaten.
Wanneer de band opende met “Time is Tight” van “Booker T. & the M.G.’s” zeiden Jan en ik steevast tegen elkaar: ‘Een prima band, het wordt feest vanavond!’
Ik moet er nu ruim veertig jaar later nog steeds om lachen!
Rond zeven uur halen de dames me op en de afspraak voor vanavond is duidelijk. Gezellig samen eten en dan vroeg naar bed.
Het is tijd voor een nieuw en onbekend gerecht en ik kom uit op gefrituurd gehakt van garnalen op droge rijstnoedels, mihoen. Annelyn neemt de kokkels met rijst en Lyka een kom met van alles en nog wat. Het eten in het foodcourt onder het “September 23rd Park” is uitstekend en eerlijk geprijsd. Ja kan hier met gemak elke dag eten zonder ook maar een keer verveeld te zijn over het aanbod.
We nemen voor het “Spring House Hotel” afscheid van Annelyn en we spreken om kwart over zes af voor de deur van het hotel.
Ik kom nog een keer terug op de foto waar ik dit verhaal mee begon. De iconische foto die nu is ingekleurd door “Kunstmatige Intelligentie”. De alles veterende vlammen op de foto spreken boekdelen! De roerige jaren zestig!
Meer verhalen over:
2024 Vietnam,
Vietnam