San Antonio (Pilar) Mamsi House, vrijdag 29 september 2017
Om kwart voor zes schuift Lyka de gordijnen van onze hotelkamer open als teken dat de nacht er op zit. Zo werkt dat nu eenmaal wanneer je getrouwd bent! Niet dat ik nog in diepe slaap verkeerde maar een half uurtje langer had me best kunnen bekoren. We hebben tenslotte geen haast. Met een beschaafde drang wordt ik uit bed gejaagd en met de opdracht voor een ontbijt naar de gouden bogen gestuurd. Wat kan ik er aan doen? Jetlag 2.0 bij mijn vrouw terwijl ik me al redelijk aangepast voel aan de fIlippijnse biologische klok.
Bij MacDonald’s slaat de vlam in pan wanneer ik me om iets over zes uur aan de counter meld voor een bestelling! Bij de jonge keukenbrigade slaat de angst op het hart en ze duiken weg als kleiduiven op een schietwedstrijd. Een manager herkend het probleem en jaagt zijn personeel terug naar de rij computer gestuurde kassa’s op de counter.
Om de meisjes gerust te stellen maak ik eerst een grapje, bestel daarna in het meest zuivere engels dat ik op dit vroege tijdstip kan uitspreken een ontbijt voor twee en besluit met een nieuw grapje over de onzekerheid bij de binnenkomst van een blanke. Iedereen achter de kassa gniffelt omdat ze de waarheid in mijn woorden herkennen.
De broodjes met ei en een platgeslagen worstje smaken uitstekend, ook de in Nederland wat minder bekende hashbrown’s gaan er goed in! Maar het belangrijkste op deze eerste ochtend in de Filippijnen is de prima koffie die MacDonald’s tegenwoordig in heel Azië serveert! Starbuck’s mag dan wel de bekendste, en de duurste, zijn maar de koffie van Ronald MacDonald doet er tegenwoordig niets voor onder.
De eerste trek van mijn vrouw is gestild en daarna wordt vanzelfsprekend de hogere god van het Facebook aangesproken. Zodra haar lichaam en haar geest zijn verzadigt heb ik weer tijd voor mezelf. Ik duik op het verhaal van onze vertrekdag en het verbaasd me dat het zo gemakkelijk uit mijn geest tevoorschijn komt.
Slok na slok verdwijnt de koffie en zodra mijn beker leeg is wordt het tijd om de gratis beker koffie in het restaurant te gaan gaan halen. Ik schaam me daar helemaal niet voor en ik heb het ook niet bedacht. Zonder enige schaamte presenteer ik het bonnetje aan de manager die zelf zonder enige twijfel twee nieuwe bekers koffie inschenkt. Zo gemakkelijk kan het hier dus gaan. Een gratis tweede beker koffie voor de oudere generatie! De klok tikt langzaam de seconden weg en mijn verhaal neemt langzaam haar definitieve vorm aan.
Zodra ik klaar ben met de eerste ruwe versie heeft het weinig nut meer om nog op de kamer te blijven. Het is iets over negen en ook mijn echtgenoot is klaar voor de derde, en laatste, etappe naar haar geboortegrond. Met onze drie drie koffers, twee rugzakken en wat kleinere handbagage dalen we af naar de receptie.
De bekende handelingen voor het uitchecken worden verricht en niet veel later staan we met onze bagage op de stoep van het hotel langs de straat. Gehuurde taxi’s rijden voorbij en de eerste lege stopt direct zodra hij mijn handsignaal heeft opgemerkt.
‘Terminal 3?’
Het is geen probleem. Lyka zit al in de airconditioning terwijl ik het laden van onze bagage in de taxi overzie. De Filippijnen is nog een arm en ruw, en soms ook onbetrouwbaar, land dat haar sporen in de vakantie industrie nog moet verdienen. Het blijft opletten! De Php 47 wordt ruimschoots aangevuld naar Php 120, twee euro, voor de korte rit van het hotel naar de luchthaven en daar staan we al naast de vertrekhal.
Ook hier leren ze snel om de passagiers en bagagestromen in goed geoliede en logestieke banen te leiden! We kunnen direct inchecken aan een moderne computergestuurde zuil en met weinig oponthoud zijn we ook van onze drie koffers verlost. Omdat het een binnenlandse vlucht betreft lopen we na de röntgen controle van onze handbagage zo naar de terminal voor binnenlandse vluchten. Op deze manier besteden de passagiers meer geld in de terminal dan dat ze lang moeten wachten in de vertrekhal èn tegelijker tijd op hun bagage moeten letten!
In de terminal lijkt het alsof de airconditioning is uitgezet òf defect is. Het ligt zeker niet aan ons want ik hoor in vele Europese talen om eens heen klagen over de drukkende vochtige warmte. We maken ook maar direct gebruik van de mogelijkheid om sim-kaarten voor ons verblijf aan te schaffen. We weten dat het mobiele internet buiten de steden erg slecht is maar een mogelijkheid om te testen hebben we niet.
De afwezigheid van de “Globe” verkoper werpt ons direct in de armen van de “SMART” verkoopster! Een meisje zo klein en iel dat ik een stoot adrenaline door mijn lichaam voel gaan wanneer ze me aankijkt. Rond de een meter vijftig en een kilo of vijfendertig schat ik! Met een klantvriendelijkheid die in Nederland al heel lang niet meer vanzelfsprekend is beantwoord ze al mijn vragen. Het is me allemaal duidelijk en bij terugkomst in het koffiehuis geef ik Lyka de opdracht om onze telefoons van nieuwe sim-kaarten te gaan voorzien. Zij spreekt een beetje Tagalog, de lokale taal, en dat zou eventuele misverstanden gelijk uit de wereld helpen.
Een klein kwartier later zitten we simultaan te testen of de 3G verbinding ons geeft wat SMART heeft beloofd. Vijf en twintig euro mag dan wel geen enorm bedrag zijn voor twee maanden internet op je telefoon maar je bent toch ook blij wanneer ze doen wat ze beloven.
Om Lyka bij het reizen te betrekken, en ook om haar wat te leren, is ze in het bezit van onze instapkaarten. Ik laat het gewoon aan haar over en zie wel waar we stranden. We zoeken een plaatsje bij Gate 117 en wachten op wat er gaat gebeuren. Facebook neemt over en van enig sociaal contact tussen ons is geen sprake meer. De klok loopt naar het tijdstip dat we toch ècht aan boord van het vliegtuig zouden moeten gaan en er staat nog steeds een rij passagiers te wachten voor een andere bestemming.
Ik ontwaak haar uit haar Facebook trance en vraag of we hier wel goed zitten. Ze knikt bevestigend, ik vraag me af of ze mijn vraag wel heeft gehoord, en ze gaat verder met haar communicatie op Facebook. Over mijn schouder zie ik dat de slurf van Gate 117 nog steeds slap naar beneden hangt. En snelle blik op mijn horloge en het angstzweet breekt me bijna uit. Zonder dat Lyka het opmerkt ga ik toch zelf maar eens vragen wat er aan de hand is.
‘Legaspi?’, vraag ik.
‘Ja, die zijn al aan het boarden aan gate 134A!’, antwoord ze vriendelijk.
Als een razende Roeland loop ik zo snel als mijn manke enkels me kunnen dragen terug naar de Facebook verslaafde. Verbaasd kijkt ze op. Nadat ze heeft begrepen wat er aan de hand is gaan we op zoek naar Gate 134A, en die ligt vanzelfsprekend niet naast Gate 117!
Twintig minuten voor het geplande vertrek van het vliegtuig naar Legaspi overhandigd ze onze instapkaarten in een leeg aquarium, zoals ik de glazen wachtruimte op vliegvelden altijd pleeg te noemen, aan een verbaasde medewerkster van Cebu Pacific. Met een bezweet en rood aangelopen hoofd kijk ik naar de kleine monitor waar een rood kruis op verschijnt wanneer een van onze instapkaarten wordt gescand.
Het zweet van de inspanning wordt vermengd met het zweet van de angst. De andere instapkaart wordt langs de scanner gehaald en opnieuw verschijnt er een groot rood kruis. Precies op het moment dat ik mijn pleidooi, doorspekt met duizend smoesjes en verontschuldigingen, wil beginnen schakelt het meisje over op het toetsenbord van de terminal en tot mijn grote opluchting verschijnt er een groene V, als in aangevinkt, op het scherm. Ik kan zonder mijn bril niet lezen wie er is goedgekeurd maar ik ga er toch wel van uit dat ze ons beide aan boord laat. Niet veel later verschijnt er ook een tweede grote groene V op de monitor en het meisje maakt een galant armgebaar, met een lichte buiging, dat we door kunnen lopen naar de gereedstaande bus.
Als laatste betreden we de Airbus A310 met als bestemming Legaspi. De spanning is alweer verdwenen want ook dit probleem hebben we weer overleefd. We zijn nu ongeveer 42 uur onderweg en we kijken uit naar het einde van deze vermoeiende heenreis. Gelukkig hebben we straks in de Filippijnse jungle voldoende tijd om uit te rusten!
De vlucht van slechts 65 minuten begint aan haar tweede segment, de daling naar het vliegveld van Legaspi, voordat we realiseren dat de eerste al is begonnen. Het is zwaar bewolkt en dat komt niet als een verrassing. De weerberichten zijn niet al te best. Zware onweersbuien afgewisseld met regen. Donkergrijze wolken, afgewisseld door haast zwarte wolken met hier en daar een pluk maagdelijk wit, schuiven gehaast langs de ramen van het kleine vliegtuig. Er valt weinig te zien en de Mayon vulkaan heeft geen zin om ons te begroeten. Dat is erg jammer want het beeld van die eenzame vulkaan aan de horizon is een indrukwekkende ervaring.
Mamsi staat al te zwaaien wanneer wij nog aan de lopende band staan om onze bagage op te vangen. Onze koffers lijken ook deze laatste geseling goed te hebben doorstaan! Het welkom is vriendelijk en ik ontdek veel emotie in de ontmoeting tussen mijn vrouw en haar moeder. Stel je maar eens voor om steeds bijna twee jaar van huis te zijn?
Op de terugweg kopen we de grote geschenken waarvoor we samen lang voor hebben gespaard. Het is nu eenmaal beter om iets te kopen waar ze echt wat aan hebben dan zomaar geld te sturen of een koffer vol met rotzooi uit Nederland mee te slepen. Goedkope Chinese rotzooi hebben ze hier ook in overvloed!
De koelkast en platte TV zijn aardig wat goedkoper dan hun soortgenoten in Nederland! Het zijn de bekende Koreaanse merken LG en Samsung. Het prijsverschil noemen we in Nederland belasting en verwijderingsbijdrage! Het idee achter belasting vindt ik nog steeds niet onaardig maar de uitvoering in Nederland is me wel wat te ver doorgeschoten!
De twee grote huishoudelijke apparaten krijgen een plaatsje in de gehuurde minibus en daarna gaan we linea directa naar een restaurant. Het broodje ei en worst van acht uur geleden is nog maar een vage herinnering en we kunnen alle vier wel een hapje gebruiken! Het lijkt dat het geserveerde eten in de afgelopen twee jaar veel is verbeterd. Het kan natuurlijk ook aan mij liggen nu ik voor de afwisseling weer eens haast stress vrij Nederland heb kunnen verlaten.
Op weg naar het vissersdorp waar mijn vrouw is geboren vecht ik tegen de opkomende slaap. De heerlijke noedelsoep met rundvlees heeft me rozig gemaakt en knikkebollend probeer ik zoveel als mogelijk van de laatste etappe van deze lange reis in me op te nemen. De enige weg, een zeer drukke tweebaansweg, naar het zuiden slingert als een slang door de groene jungle van Luzon. De armoede van de bewoners kruipt stroperig de weg op. Het is geen prettig gezicht maar het is de realiteit. De mensen nemen het gelaten zoals het komt en geloven vast in de liefde van Jezus Christus.
Bij aankomst ligt het dorp er nog even vredig bij zoals we het ruim achttien maanden geleden verlieten. Er heerst rust, er is weinig verkeer en een stukje verderop speelt een groep jongens basketbal op de weg. Beelden uit een ver verleden voor Nederlandse begrippen. In Nederland heeft het internet, videospelletjes, de mobiele communicatie en de oneindig saaie tv de interesses van de jeugd over genomen. Het is er volgens mij niet beter op geworden.
Als eerste worden er een paar flesjes bier voor mij gehaald en bij gebrek aan koud bier in de lokale winkel wordt er ook een zakje bevroren water gekocht. Ouderwets, op koloniale wijze sip ik aan het kleine glas bier waarin twee stukken ijs drijven. Thailand, alweer bijna twintig jaar geleden, herinneringen komen langzaam boven in het hoofd van deze oude romantische gek.
De vermoeidheid glijd weer van me af en de nieuwe tv moet ook worden aangesloten en getest. Na wat Filippijnse beelden, in een taal waar ik geen touw aan kan vastknopen, houdt Lyka het voor gezien. Ze is aan het einde van haar latijn en zoekt ons harde bed op. Samen met mamsi kijk ik in stilte de eerste aflevering van “Westworld”. Een SF-serie lichtjes gebaseerd op een boek van Michael Crighton. Dan slaat de vermoeidheid ook bij mamsi toe en verontschuldigend zoekt ze ook haar matras op.
Dat matras ligt op de grond want het bed is aan ons afgestaan. Zodra ik alleen ben schakel ik naar een ander tv-programma op mijn USB-stick. “De stille kracht”, de bekende tv-serie uit 1974, met Pleunie Touw. Buiten is het stil maar er scharrelt iets dat wij in de moderne wereld niet meer kunnen horen. Een gekko klikt, een hond huilt en een gekwelde geest zweeft over de met dun vloeibaar maanlicht overgoten rijstvelden. Hier in de Filippijnse jungle, op het platteland van Luzon, tikt de eeuwenoude klok van de cultuur, langzaam opgewonden door de geesten van de natuur.
Bij hoge wijze van uitzondering schenk ik op deze eerste avond een borrel uit de maagdelijke fles Jameson Ierse Whiskey. Hoewel mijn neus op de eerste dag verstopt is door de lange vlucht ruik ik het bouquet, ‘Bucket’, in het engels, van de godendrank. Mijn vingers dansen over het toetsenbord en mijn gedachten staan in overdrive. Wat kan het simpele leven toch mooi zijn!