Manila (Condotel Newport Boulevard (3U), donderdag 28 september 2017
De tweede etappe van Istanbul naar Manila in een tot aan de rand gevulde Boeing 777-200 was van mindere kwaliteit! We vertrokken om iets voor 02:00 voor een vlucht van bijna 12 uur. Iedereen aan boord was meteen in diepe slaap totdat er een lichte maaltijd werd geserveerd. Mijn slaap, versterkt door de rode wijn, was sterk genoeg om deze lichte maaltijd maar over te slaan en zoveel mogelijk van deze nacht te maken. Over drie uur zou het tenslotte alweer licht zijn.
Dat laatste viel een beetje tegen! Het werd wel licht rond de verwachtte tijd maar de schuifgordijnen van het vliegtuig bleven omlaag. Terwijl drie honderd duizend kilo, het startgewicht Boeing 777-200, aluminium, brandstof, passagiers en bagage boven de wolken in de zon richting het oosten vliegen liggen binnen ruim driehonderd passagiers als zombies te slapen. Des te langer de passagiers liggen te slapen des te gemakkelijker het cabine personeel het heeft.
Met één oog open worstel ik me door de onnatuurlijke duisternis van de dag. Steeds wanneer ik naar buiten wil kijken en het gordijn een beetje omhoog schuif klinkt er een onaangenaam en angstaanjagend gekreun uit mijn omgeving, inclusief Lyka die slaapt als een roosje. Het zonlicht lijkt te branden op de huid van de slapende passagiers.
Het wordt een lange onaangename dag, dat voel ik nu al. Het is nog te vroeg voor een glaasje rode wijn, te laat voor een ontbijt en tv kijken heb ik geen zin in. Ik sluit mijn ogen in een ultieme poging de tijd wat te versnellen. Hazenslaapje na hazenslaapje, de tijd kruipt als een manke schildpad richting de verwachtte aankomsttijd.
Een sandwich met kaas en kalkoenham breekt de tijd, vult de maag en aan de koffie te proeven is die tijdens de vorige vlucht al gezet. Dit zijn de duidelijke nadelen van het reizen. Dit is een marteling die iedereen moet ondergaan op weg naar verre oorden, voordat het genot van de exotische reiservaring je in euforie brengt.
En dan, plotseling uit het bekende niets gaat de verlichting langzaam aan in de cabine. De passagiers aan de raamzijden openen voorzichtig als vampieren de schuifgordijnen om te zien of het buiten ook licht is. De gordijntjes gaan sneller dicht dan ze werden geopend omdat het felle zonlicht brand in de ogen.
Het geserveerde ontbijt valt me niets tegen. Ik trek krom van de honger en kan wel wat energie gebruiken. Gelukkig is de geserveerde koffie nu wel vers! Het traditionele tweede en derde bakkie volgen, zwart, zoals koffie bedoelt is. Op mijn horloge is het nu 16:00 uur, Manila tijd, mijn lichaam en biologische klok zijn het daar niet helemaal mee eens. Mijn gevoelens zijn moeilijk te omschrijven maar dat ik me slecht voel staat als een paal boven water.
Wanneer we boven de Filippijnen arriveren is de zon alweer achter de horizon verdwenen, tussen de zee en de onweerswolken hangen honderden tinten oranje. Vanuit de duisternis in de cabine staren honderden ogen in de duisternis boven Manila. Verlichte strepen geven de slingerende straten aan van deze wereldstad. Een metropool met bijna 13 miljoen inwoners. Het wachten is eindelijk voorbij en we zijn bijna op de plaats van bestemming.
Terminal 1 van Ninoy Aquino International Airport is absoluut onbekend terrein voor ons. Na al onze bezoeken aan de Filippijnen komen we voor het eerst aan op de èchte internationale terminal. Niet dat er tussen de terminals 1 en 3 veel verschil is! Bij de immigratie gaat het van een leien dakje en na enkele minuten staan we beiden met een gratis jaarvisum in onze paspoorten op onze koffers te wachten. Een voor een komen ze op de lopende band tevoorschijn en opgelucht gaan we door de douane op zoek naar een taxi.
En daar hoeven we niet lang naar te zoeken! Beter nog, we hoeven er niet eens om te vechten. Het couponsysteem is ook bij deze terminal op zijn plaats en de prijs wordt van tevoren kenbaar gemaakt, de fooi mag je zelf bepalen! Voor Php 340 brengt de oude Chinees ons naar het hotel waar we een nachtje moeten slapen voordat we morgen weer verder vliegen. Ik overhandig hem meteen na het instappen, nog voor het wegrijden, een knisperend vers geel briefje van Php 500. Verbaasd kijkt hij me aan terwijl ik mijn wijsvinger haaks op mijn mond leg. Het topje van mijn vinger raakt de punt van mijn neus.
Tijdens de korte rit naar ons hotel neemt mijn enthousiasme voor deze taxi snel af! De chauffeur lijkt de buurt waar ons hotel zich zou moeten bevinden voor geen centimeter te kennen. Na twee keer een verkeerde afslag te hebben genomen stopt hij bij de inrit van een “MacDonald’s Drive Thru" restaurant en verteld me met een stijf gestreken dat we er zijn. Verbaasd kijk ik hem aan en in de hoop dat ik me heb vergist kijk ik nog een keer naar rechts door het zijraam van de taxi. Misschien heb ik me vergist? Ik weet van mezelf dat ik in zulke situaties heel erg koppig kan zijn. Er is geen nummeraanduiding, geen hotelnaam en zelfs geen licht achter de gouden bogen te ontdekken. We stappen hier dus ècht niet uit met onze drie koffers en twee rugzakken!
Zodra de chauffeur doorheeft dat we niet zijn gevallen voor zijn slinkse plannetje trekt hij hortend en stotend de oude taxi op en gaat langzaam in de richting vanwaar we zijn gekomen. Gelukkig ziet hij iets in mijn advies om bij de eerste weg rechtsaf te slaan. Ik heb de kaart van de buurt grof in mijn hoofd dus details kan ik me niet herinneren. Een oude regel onder verdwaalde reizigers is om bewakers of taxi’s de juiste richting te vragen. Helaas valt onze eigen taxichauffeur af! Ik moet in mezelf lachen. Ietsjes te hard zodat het lijkt dat ik de chauffeur uitlach en hij er niet gelukkiger van wordt.
Gelukkig kan de taxichauffeur zich ook in het wijzigen van de richting vinden en bij de eerste bewaker, die zit op een krukje voor zijn wachthuisje de krant te lezen, komt de taxi tot stilstand. Dan gebeurt er even niets! Ik blijf rustig zitten en wacht op wat er gaat gebeuren. Die taxichauffeur verwacht toch zeker niet dat ik de weg ga vragen? Of toch wel? Uiteindelijk komt hij met enige tegenzin in beweging en stapt uit. Na een kort gesprek met veel armgebaren stap hij, zonder een woord te zeggen, weer in de taxi en rijdt langzaam weg.
Zijn hoofd draait als het licht van een vuurtoren in het rond en ik krijg sterk de indruk dat hij geen idee heeft waar hij heen moet. De vermoeidheid van de reis begint in mijn hoofd te zeuren en ik verlang nu naar wat te eten en een comfortabel bed. Hij stopt voor de tweede keer bij een langs de weg zittende bewaker en het ritueel met de zwaaiende armen herhaald zich. Wanneer hij weer instapt kijkt hij nog steeds hopeloos in het rond, en dan naar mij. Ik glimlach verontschuldigend en geruststellend. Hij begrijpt meteen dat wij zijn taxi niet gaan verlaten voordat we voor ons hotel staan!
Hij slaat, met geluk denk ik, plotseling links af en ik zie met grote verlichte letters “Newport Boulevard” op de gevel van een glazen toren staan. De straat hebben we in ieder geval gevonden! Nog een stukje verder maan ik hem te stoppen in een parkeerhaven voor een andere glazen toren. In een grote fel verlichte lobby zit een bewaker, ik zal het hem zelf wel eens gaan vragen. In alle opwinding heb ik het getal “150” op het glas boven de deur over het hoofd gezien! We zijn er!
Binnen enkele minuten staan we in de kamer, 3U. Een mooie schone kamer met een hoog IKEA gehalte en daardoor ook erg modern voor Filippijnse begrippen. Helemaal opgebrand vallen we neer op de kleine sofa en het bed. Toch zit voor mij de dag er nog niet op! Terwijl Lyka de douche opzoekt ga ik meteen weer op pad om wat te eten en bier te halen. Daar heb ik nu wel zin in en dat hebben we wel verdient! De tweede etappe zit er ook op en gelukkig is alles goed gegaan!
Om de hoek vindt ik een MacDonald’s en een stukje verder een kleine karaoke bar vol met jonge mensen. Ik moet de hoofdprijs betalen voor drie kleine flesjes “San Miguel Beer” maar eigenlijk kan me dat op dit moment geen moer schelen. We staan er veel beter voor dan twee jaar geleden en dan kun je wel wat extra betalen.
Tijdens het wachten tot de flesjes bier zijn ingepakt flirt een tafeltje vol met jonge Filippijnse schonen met de onbekende buitenlander. Ik glimlach vriendelijk terug dat weer wordt beantwoord met gegiechel. Ik maak een handbeweging alsof ik een trouwring om mijn ringvinger schuif en het gegiechel gaat over in lachen en verontschuldigingen. Alles in lichaamstaal zonder een gesproken woord!
Met een plastic tasje gevuld met drie flesjes bier en een bruine kartonnen zak met een Big Mac en friet arriveer ik weer in de kamer waar Lyka me aanvalt als een hongerige wolf. Een flesopener ligt op een tactische plaats en niet veel later gutst de eerste stroom ijskoud Filippijns bier door mijn slokdarm naar beneden. Zodra het voedsel verdwenen is en de flesjes bier leeg zoeken we het bed op. Douchen Jielus? Ja, morgen, een dag meer of minder kan geen kwaad!