dinsdag 14 augustus 2012

Thailand: Het gaat hier nu wel heel erg snel


Bangkok (The Heritage Baan Silom Hotel (220))

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik met deze bus van Pattaya naar Bangkok ging. Langs de snelweg zijn heel veel nieuwe gebouwen - en zelfs hele nieuwe wijken - verrezen. Na zo’n lange tijd zie pas goed hoe snel het hier allemaal veranderd.
Eenmaal in de stad op weg naar het “Ekkemai busstation” herken in de helft van de gebouwen langs de Sukhumvit road niet eens meer. De lijn van de “Skytrain” is nu een door doorgetrokken naar het zuiden - “Bearing BTS station” - maar de bus stopt nog steeds plichtsgetrouw bij het “On Nut BTS Station”. Mensen met veel haast - en dat zijn bijna alle Thais - verwisselen hier de bus voor de trein om een wat minuten te winnen. Voor ons maakt het niets uit want we kunnen toch pas na half twee bij het hotel terecht.
Het “Heritage Baan Silom Hotel” is een goede keuze wanneer je ooit een paar dagen in Bangkok verblijft. De lokatie is oké, niet al te ver van de skytrain en toch dichtbij het uitgaansleven van Silom road. € 28,- per nacht inclusief ontbijt is een koopje voor de drie en een halve ster.
Onze rugzakken verdwijnen in de kamer en we gaan meteen weer op pad. Maar Lyka wil eerst eten! Een klein Thais restaurant om de hoek is ons doel. Gewoon alledaags voedsel voor het voetvolk. Geen opzichtig restaurant voor toeristen maar gewoon Thais eten op zijn best. Een viscake en een gevulde omelet met varkensgehakt, gewoonweg heerlijk. Nu zijn we klaar om met een omweg naar “Banglampoo” te gaan, de backpackersbuurt van Bangkok.
Wat me - terwijl we door de straten van Bangkok lopen - opvalt is dat een groot gedeelte van de jeugd nu haar geld uitgeeft aan de overal geadverteerde witmaak crèmes. Wit is in en wit kost veel geld. Maar is wit alleen maar mooi in de ogen van de gebruiker? Persoonlijk vind ik het maar een vreemd gezicht wanneer jongens en meisjes met donkere handen een hagelwit gezicht tonen. Het roept ook beelden van zieke en ongezonde kinderen bij me op. Ze hebben wat weg van buitenaards leven die ons slecht hebben gekopieerd.
Het is augustus en dan slaat meestal laat in de middag de regen toe, zo ook vandaag. De wereld komt bij de eerste bliksem en donderslag tot een plotselinge stilstand. De koffiehuizen stromen vol en er is geen enkele lege stoel meer te vinden in het enorme winkelcentrum. Terwijl buiten de regen in bijbelse proporties neerdaalt bezoeken wij de zoveelste expositie over de koningin van Thailand die afgelopen zondag tachtig jaar is geworden. Overal hangen dezelfde foto’s, waarschijnlijk vrijgegeven door de hoffotograaf.
Na een snelle goedkope hap in “Pan Thip Plaza” gaan we met de boot verder. De motor brult en braakt een dikke zwarte rook uit. Door het geluid lijkt het alsof je nog sneller over de - met zwart water gevulde - open riolen van Bangkok raast. Het is en blijft een unieke belevenis in Bangkok.
Na een paar biertjes en een visje in een van de achteraf straatjes in Banglampoo drinken we nog een laatste biertje op “Khao San road”. Ze kennen me hier nog wel. Het is moeilijk voor te stellen dat ik hier dertien jaar geleden voor de eerste keer liep. Natuurlijk is het hier ook heel erg veranderd. De rijen houten huizen hebben plaatsgemaakt voor betonnen kolossen. Schreeuwende neon reclames, er zijn nu zelfs twee McDonald restaurants!
De bezoekers zijn ook mee veranderd. Er zit meer geld in hun portemonnee en dat vertaald zich in betere hotels en duurdere restaurants. Af en toe zie je nog wel een mobiel 20 baht noedels kraampje maar ze worden steeds zeldzamer. Gemak heerst rondom de groep reizigers. Een groot bord met de tekst “Nightbus to Vang Vieng - 850 Baht” roept verbazing in me op. Dat deden we vroeger op ons eigen houtje! Drie, vier dagen met bussen en een nachtje hier en een nachtje daar. De moderne rugzakker wil snelheid om zo zoveel mogelijk te kunnen zien.
‘Maar is dat in werkelijkheid ook wel zo?’
Ik denk persoonlijk van niet! Je raast namelijk als een bezetene langs het gewone Thailand dat eigenlijk nog het mooist en aangenaamst is. Een koud biertje op een verlaten terras in een vergeten dorpje langs de “Mae Khong” met een uitzicht op Laos. Wat wil je nog meer? Een nog langzamere wereld dan die waar je je nu in bevind.
Een laatste slok, het afscheid en de belofte dat je snel weer een keer op bezoek komt. In de taxi denk ik aan al die gezichten die ik waarschijnlijk nooit meer zal zien: The pancakeman, the chickenlady, the whiskeyman en de twee oudjes die lege flessen uit het afval visten. De vernieuwing heeft hier echt goed toegeslagen, het leven is voor veel Thai misschien beter geworden, maar het is in mijn ogen in ieder geval niet mooier geworden.
Copyright/Disclaimer