zaterdag 30 juni 2012

Thailand: Wel of geen koffers?


Pattaya (Boxing Roo (7))

Een boterham met pindakaas is het eerste wat ik vandaag tot me neem, samen met een kop koffie. Om zes uur in de ochtend, brandstof voor de doorgewinterde rugzakartiest.
‘Wie heeft niet met een pot pindakaas in zijn rugzak door verschillende delen van de wereld getrokken?’
Met weemoed denk ik aan de momenten die ik in een ver verleden door heb gebracht in een klein stadje in het zuiden van Thailand. “Narathiwat”, nog van voor de burgeroorlog of moslimopstand. Het is maar hoe je het noemen wil. Moslimvoedsel en Boeddhistische tempels. Koud bier en een avondklok in het hotel.  Hoofddoekjes en oranje gewaden. Wit brood met sardines in tomatensaus en instant noedels met een flinke lepel pindakaas. Wat was het leven meer dan tien jaar geleden zorgeloos! De enige klok die tikte was de klok van je visum, en als die bijna afliep ging je gewoon de grens over naar een buurland. Ik geef onmiddellijk toe dat er nu wel eens momenten zijn dat ik het niet meer waardeer, en daar schaam ik me dan ook voor.
Een half uur lang lig ik op mijn rug en staar ik naar het plafond en de meest gruwelijke beelden over onze achtergebleven bagage gaan door mijn hoofd. Dit is het moment voor positivisme en niet negativisme. Ik grijp mijn telefoon en bel met het busbedrijf dat de dienst tussen Pattaya en Suvarnabhumi International Airport onderhoudt. Er zijn plaatsen vrij maar ik kan niet meer worden opgehaald. Zolang ik maar voor 09:00 op het kantoor ben kan ik mee naar Bangkok om mijn twee koffertjes op te halen.
Tegenstribbelen heeft geen zin! De Thai zijn niet flexibel! En dat zit er al sinds mensenheugenis in gebakken. De keten van bevelen is hier erg sterk.
'En trouwens, waarom zou je eigenlijk flexibel moeten zijn?,
Als Thaise werknemer wordt je er persoonlijk op afgerekend als het mis gaat en  wanneer het wel goed gaat loopt je baas met jouw veren in zijn kont als een pauw te pronken. Wat er ook de uitkomst is jij wint nooit, en dat houdt veel groei in dit mooie land tegen.
In de bus zoek ik als eerste een plaatsje en verdiep in "Adriaan van Dis". Mooie verhalen over zijn Indonesische vader die in Nederland niet op zijn plaats was maar  er toch voor zijn gezin moest zijn. Wat moet die donkere man overzee in de jaren vijftig en zestig hebben geleden. Hoe mooi en ontroerend de schrijver dit kan verwoorden. Je pikt zelfs bijna een traan weg bij het lezen van zoveel onrecht.
De deprimerende en verontrustende tonen van "Vienna" (Ultravox) brengen me van de Hollandse duinen terug naar de rijstvelden en eindeloze industrieparken van Thailand.
'Ik heb nog niets van die gasten op de luchthaven gehoord!'
'Zouden de koffers wel mee zijn gekomen?'
Ik zie de twee met bruut geweld opengebroken en met goedkoop plakband dichtgeplakte koffers op mijn netvlies staan. Kleding en snoeren hangen er aan alle kanten uit. Positivisme en niet negativisme prent in mezelf in. De scheurende gitaren van Led Zeppelin's "Black Dog" peppen me op.
Precies in de pauze tussen twee nummers in gaat de telefoon, een onbekend nummer uit Bangkok. In een haast perfect engels meld een medewerker van Thai Airways dat mijn koffers gereed staan om te worden opgehaald. Ze zijn in ieder geval aangekomen!
Ruim een half uur later sta ik bij de uitgang van de aankomsthal oog in oog met een bewaker die mij de weg wil versperren. Langzaam leg ik hem in het engels uit wat er aan de hand is en wat de bedoeling is. Ik kan nog steeds niet begrijpen dat er mensen op een internationale luchthaven werken die alleen maar met hun moedertong spreken. Ook hier speelt de corruptie een rol, familie gaat nu eenmaal altijd voor. Ongeacht hun scholing of kwaliteiten.
Als hij eindelijk doorheeft dat ik niet genoegen neem met zijn antwoord, en de tijd heeft gehad om zijn engels te verzamelen, vraagt hij om mijn paspoort. Hij slaat het donkerrode boekje open en kijkt verbaasd naar het buskaartje van Pattaya naar de luchthaven.
Een snelle blik om zich heen of er geen meerdere in de buurt is en hij zegt: 'OK!'
Ik zie angst in zijn ogen, een tweestrijd tussen goed en kwaad. Hij vraagt zichzelf af of dit de juiste beslissing is. Laat hij me door en het gaat fout dan is hij de sigaar, en laat hij me onterecht niet door dan krijgt hij op z'n donder van zijn meerdere. Het is haast zielig.
Buiten het kantoor van Thai Airways zie ik onze koffers staan. Op het eerste gezicht ziet alles er perfect uit. Het meisje achter het bureau begint op een toetsenbord te ratelen en tijdens een korte onderbreking spreek ik haar zachtjes en in duidelijk engels toe.
'I have seen our suitcases outside!'
Ze kijkt op van het toetsenbord en een opgeluchte glimlach valt me ten deel.
'Can you get them please?', vraagt ze zonder een enkele emotie in haar stem.
Een minuut later sta ik met de koffers voor haar bureau. De eerste gaat met de sleutel open en de inhoud ziet er onaangeroerd en perfect uit. Dat is een enorme opluchting! Ook de tweede is ongeschonden uit Moskou aangekomen. Eind goed al goed. Een kaartje voor de terugweg is snel gekocht en ik heb voldoende de tijd om nog wat te eten voordat ik weer terug ga. Pad krapow gai, groenten, rijst en een gebakken ei. Een blikje cola en een flesje water complimenteren mijn vroege lunch. € 1,75 voor het geheel, geen wonder dat het restaurant 24 uur per dag vol zit. Eigenlijk is het voor personeel maar de toeristen weten het restaurant nu ook te vinden.
Ik heb er vaak mee gespot: ‘Waarom staan er altijd tien slanke meisjes naast de bus te wachten en ik ben opgescheept met een dikke Duitser?’
Een dikke Indiase man valt zonder wat te zeggen naast me neer op de bank die voor twee smalle Thai is ontworpen. Ik kan nog net mijn tas wegtrekken en zijn terlenka broek brand aan mijn bovenbeen. Hij kijkt me niet eens aan, hij ziet me gewoonweg niet. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is trek hij zijn schoenen en sokken uit en probeert in een kleermakerszit op de smalle zitting plaats te nemen. Dit is een belangrijk moment! Ik moet me nu laten gelden anders zal de anderhalf uur naar Pattaya een hel worden. Het blijkt niet nodig.
Na drie pogingen geeft hij op en laat hij zijn stoel met een flinke klap achterover vallen. Indiërs mogen dan wel geen Aziaten zijn maar ze slapen ook zodra ze zich in een bewegend object bevinden. Het voordeel voor mij is dat het brede bovenlichaam zich aan de achteruit geklapte rugleuning wil aanpassen. Hij wurmt en wiegelt heen en weer als een ontsnappingsartiest totdat hij een comfortabele houding voor zijn veel te grote lichaam heeft gevonden. Vijf minuten later is hij in diepe slaap en ik luister naar “Movin’ On” van “Bad Company”.
Terwijl ik vecht tegen de slaap probeert de man in zijn slaap mij door de zijkant van de bus naar buiten te werken. Door het schuren van zijn kunststof pantalon begint mijn linker dijbeen te gloeien. Totdat ik er genoeg van krijg en tijdens een plotselinge inhaalmanoeuvre van de bus mijn hele gewicht in de worsteling gooi. Hij wordt wakker, wrijft in zijn ogen, kijkt me aan en zegt nog steeds geen woord. Maar mijn plan is gelukt en de laatste dertig minuten zijn nog redelijk aangenaam.
Een minibusje dropt me voor de Boxing Roo af en eenmaal binnen controleren Lyka en ik de inhoud van onze koffertjes. Alles is er nog en alle zorgen zijn voor niets geweest! Mijn complimenten aan Aeroflot en Thai Airways, ik zou zo weer met Aeroflot vliegen als de prijs goed is. Alleen de volgende keer zal ik het probleem van de bagage wel incalculeren.
Met deze opsteker zijn we beiden opgewekt en blij. Alle chocolade heeft de vertraging overleefd en ook is alle elektronica heel aangekomen.
‘Laten we vanavond maar een visje gaan eten op de goede afloop!’, zeg ik tegen Lyka die het meteen een goed idee vindt.
Een visje eten is hier in Pattaya, en overigens bijna overal in Azië een klein feestje. De beste en nieuwste kleding wordt door Lyka opgesnord en gepast. Aan/uit, aan/uit, dat vrouwelijke trekje wordt me teveel en ik vertrek om naar de MotoGP te gaan kijken. De TT van Assen, traditioneel altijd op de laatste zaterdag van juni.
Wanneer Lyka een uurtje later in de bar verschijnt ziet ze erg leuk maar niet bijzonder uit. We nemen afscheid en gaan op pad naar “Kiss Food & Drink” die tijdens onze afwezigheid is omgedoopt tot de “New Kiss Food & Drink”. Het interieur heeft een nieuwe laag verf gekregen en ik kijk om me heen of ik nog iemand herken van de bediening. Nee dus! Een hele familie is waarschijnlijk in één klap werkeloos geworden. Maar het personeel interesseert me niets, het gaat om de keukenbrigade die waarschijnlijk ook wel vernieuwd is.
Ervaringen uit het verleden maken dat je hier op een speciale manier moet bestellen. Je besteld namelijk eerst het gerecht wat de meeste tijd nodig heeft om bereid te worden. Zodra dit geserveerd wordt bestel je meteen de rest. Dit om te voorkomen dat je een kwartier met een bord patat voor je neus zit te dubben.
‘Zal ik het nu opeten nu de patat nog warm is, of zal ik de koude patat voor bij de vis bewaren?’, een moeilijke beslissing.
De gebakken vis verschijnt sneller dan verwacht en de verbaasde serveerster neemt de rest van de bestelling op. Patat, witte rijst en een gebakken garnalen met asperges. Het is een feestmaal!
Dit alles voor slechts € 12,50 inclusief twee biertjes en een flesje water. De bediening was perfect en de snelheid waarmee de gerechten werden geserveerd kan zo naar het Guinness Book of Records. Nu is dit niet iets dat lang zo zal blijven want hier in Thailand weet je nooit wanneer het klad er weer in komt, maar dat het komt staat als een paal boven water.
Ik kijk, terwijl ik de laatste slokken Singha Bier uit mijn flesje drink, eens goed om heen om de gasten van deze badplaats te bekijken. En het is een cliché geworden!  Ondanks alle leugens en cijfers dat het toerisme in de lift zit ziet een kind dat het klad er nu goed in zit. De meeste vakanties in Europa zijn begonnen en hier bij één van de drukste restaurants van Pattaya staan er meerdere tafels leeg. Je kan om half negen zo neervallen terwijl ik me nog wel tijden kan herinneren dat de een kwartier moest wachten voordat je met iemand moest vechten voor een tafeltje.
Ook lijken de badgasten en toeristen veranderd! De barren gevuld met gewillige meisjes en oudere vrouwen zijn angstig leeg. Uitzondert een eenzame man, die zonder schmink zo in een griezelfilm kan spelen, zoekend naar warmte en liefde. De meesten van zijn makkers zijn allang verdwenen naar nieuwe locaties waar het bier goedkoper is en de meisjes nog om aan te zien. Het aanbod van luie vrouwen uit de Isaan die op zoek gaan naar een suikeroom uit een Westers land mag dan enorm zijn gegroeid maar de kwaliteit is zeker achter gebleven. De gemiddelde leeftijd van de dames is haast verdubbeld. Met als gevolg dat er nieuwe Pattaya’s uit de grond zijn geschoten in Laos, Cambodja, Vietnam en de Filipijnen. Want € 2,50 voor een flesje bier en het gezeur over haar arme familie aanhoren van een oud kadaver is voor velen de laatste druppel geweest die de emmer heeft doen overlopen.
Een biertje bij een oude bekende leert ons dat “The Meetingpoint” ondertussen ook van eigenaar is gewisseld. Geen livemuziek meer maar lekkere muziek uit de jaren 70, zoals vroeger toen je hier naar een barkruk moest zoeken. Maar ook hier zitten er niet meer dan acht verveelde bierdrinkende getatoeëerde mannen binnen waarvan ik verdenk dat er de nieuwe baas en een paar vrienden tussen zitten.
Een laatste slok bij “Malee Bar” en dan naar huis. Hier is het zo gezellig dat we maar blijven zitten en wanneer we om half twee weer thuis komen hebben we nog wat te eten uit de 7-11 meegenomen. Microwave snack en dan naar bed!
Laten we maar hopen dat de jetlag morgen in bed achter blijft.
Copyright/Disclaimer