vrijdag 10 oktober 2008

Nederland, een dagje Rotterdam

Zaltbommel, 10/10/2008

Na mijn onfortuinlijke reis naar Marokko en het slechte weer van de eerste dagen na mijn terugkomst in Nederland werd het weer tijd voor het traditionele uitstapje naar Amsterdam.
Nadat ik alle opties voor een museumbezoek en andere bezienswaardigheden had doorlopen was er weinig meer over dat echt interessant was. Een korte mededeling op de prikpagina van Pattaya zette mij aan het denken om misschien een keer naar Rotterdam te gaan. Mijn maat Tettje zag het ook wel zitten en zo ging ik dus aan het plannen voor deze dag in Rotjeknor.
Nadat alle vitale informatie was vergaard stond het dagje uit in Rotterdam vast. Tett arriveerde om half negen aan de Omhoeken en na een kopje koffie gingen we op weg. Natuurlijk ontmoetten we weer oude bekenden op weg naar het station en zodoende misten we de trein van kwart over negen. Niet getreurd! De zon klom langzaam aan de hemel en de kou van de heldere nacht maakte plaats voor een heerlijke herfstdag met een staalblauwe lucht en een warme zon. Onderweg kochten we nog een broodje en wat te drinken op Utrecht CS. Wat een verrijking die snelle AH minimarkts met die sandwiches en belegde broodjes. Ruim een half uur later stonden we aan de voorkant van Rotterdam CS waar een grote verbouwing gaande is.
Nu is Rotterdam bij aankomst niet zo gezellig als Amsterdam, maar ik beloof dat dit de laatste keer is dat ik een vergelijking maak in dit verhaal. In het kantoor van de VVV, heeft een heel andere naam in Rotterdam, kregen we een kaart van de stad waar de vriendelijke vrouw van Surinaamse afkomst onze doelen voor de dag omcirkelde. Natuurlijk was het weer tijd voor nog een broodje en een bakkie koffie, het was al over half twaalf toen we aan onze excursie begonnen.
Met de rug naar het station linksaf en bij de fontein rechtsaf de Coolsingel op. Hier werden we getrakteerd op twee schitterende oude gebouwen, het stadhuis van Rotterdam en het oude postkantoor aan de Coolsingel. Natuurlijk hadden we weer geluk dat er net een groep fietsers met een gids was neergestreken op de stoep voor de steeg tussen de twee gebouwen. De betalende deelnemers keken ons vreemd aan vanaf de fiets. De gids draaide zich met de rug naar ons toe zodat het in ieder geval moeilijker werd voor ons om haar te verstaan. “Hollandsche zuinigheid” verdenk ik van dit gebaar, we hadden tenslotte niet betaald voor haar! Toen ik me beter positioneerde voor haar verhaal begreep ze dat het tevergeefs was geweest. Nadat de laatste woorden haar mond hadden verlaten liepen we verder naar onze eerste stop.

Het Maritiem Museum van Rotterdam. Het was jaren geleden dat ik hier met een oude vriend, Jan Dallmeijer, was geweest. Eigenlijk kon ik me alleen het museumschip “De Buffel” nog herinneren. Eenmaal binnen probeerde ik eerst tevergeefs al mijn kortingskaarten, ook “Hollandsche zuinigheid” ;-). We kregen wel € 1,20 korting op het gecombineerde bezoek met de Euromast. Zo begonnen we aan de rondgang door het museum.
Rotterdam betekend “de haven” en natuurlijk ook de verdwenen scheepswerven met als hoogtepunt de oude oceaanstomers van de Holland-Amerika lijn. Een vreemde zaak is wel dat de grootste haven ter wereld nooit de thuishaven is geweest van onze Zeekrachten. Op de eerste verdieping werd de haven toegelicht en om eerlijk te zijn vonden we dit minder interessant. Het brede assortiment van goederen die hier worden overgeslagen is bij iedereen bekend, ook de mensen die hier nooit zijn geweest, namelijk “ALLES”. Wat niet in Nederland zelf blijft vertrekt weer per boot, trein, vrachtwagen of vliegtuig naar de volgende bestemming.
Op tweede verdieping werd er een verhaal over een glorieus tijdperk uit de vaderlandse geschiedenis verteld. De jaren na de eerste oorlog tot aan de jaren zeventig waren het tijdperk van de “Oceaanreuzen” die op en neer voeren van Europa naar Noord-Amerika. De “Holland-Amerika Lijn” was één van die maatschappijen die nog steeds naar een ieders verbeelding spreekt. Mijn gedachten gingen naar een paar vrienden die werkelijk op deze grote boten hebben gevaren. De maquettes, modellen en oude posters probeerden een beeld te scheppen over het leven op en rond deze schepen. Vanaf de arme immigranten die op zoek waren naar een beter leven in de nieuwe wereld tot aan de rijken die in de eerste klasse niets te kort kwamen. Van geëmailleerde borden en mokken in de derde klasse tot en met het zware zilveren bestek in de eerste klasse.

Op de laatste verdieping werden de grote zeehelden en de VOC, “Vereenigde Oost-Indische Compagnie”, verheerlijkt. Met op de achtergrond het liedje over Piet Hein, “zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de zilver’n vloot”, dacht ik na over de donkere keerzijde die ik in de musea van Sri Lanka en Indonesië had gezien. Geschiedenis wordt nu eenmaal geschreven door de veroveraars en winnaars van conflicten. Het waren heerlijke tijden geweest voor de rijke en vermogende handelaars uit Nederland.
Vanuit een raam van het museum had ik het monument voor de slachtoffers van het bombardement op Rotterdam van 14 Mei 1940 gezien. Ik kende het monument wel van plaatjes maar ik had geen idee waar het in Rotterdam zou kunnen staan. Natuurlijk moesten we hier een paar foto’s van maken en Tettje genoot van gedraaid sigaretje.
Het museumschip “de Buffel” is een juweeltje onder de Nederlandse Musea. De boot brengt je terug naar 1870 en het leven aan boord van een schip van de Nederlandse Marine. Het is schitterend gerestaureerd en je waant jezelf anderhalve eeuw terug in de tijd.
Het is maar een stukje wandelen van “de Buffel” naar de, ondertussen wereldberoemde, “Erasmus Brug”. De tijd begon te dringen want door een combinatie van verschillende factoren waren we eigenlijk te laat aan ons bezoek aan Rotterdam begonnen, én ik wilde wel op tijd in de kroeg zijn. We hadden dan ook geluk dat we meteen aan boord konden van de “Spido” rondvaartboot. Hier was het genieten van de havens, enorme zeeschepen en de welverdiende pauze, lekker in het zonnetje achter het glas met een stuk appelgebak en een kopje koffie. Hoogtepunt van de rondvaart was het voorbij varen aan de “SS Rotterdam” , een oude oceaanreus die nu bijna geheel is gerestaureerd en omgebouwd naar een drijvend hotel/conferentiecentrum. Hoe ouder ik wordt des te meer ik deze zaken vanuit onze roemrijke historie op prijs stel. Je mag Nederland dan wel multicultureel noemen maar ik heb er af en toe toch wel mijn bedenkingen bij.
Als afsluiting van ons culturele bezoek aan Rotterdam stond “de Euromast” op het programma. Het is eigenlijk niet te geloven op hoeveel torens rond de wereld ik al heb gestaan en nog nooit op de Euromast ben geweest. Tijdens de korte wandeling van de haven naar de Euromast begon ik me duizelig te voelen. De wereld bewoog zachtjes heen en weer en het leek dat ik op schuimrubber liep, net alsof ik een borreltje op nuchtere maag had gedronken. Ik lichtte Tett in dat ik me niet lekker voelde en gaf hem instructies wat te doen mocht ik tegen de vlakte gaan. Dat is nou de diabetes. Gelukkig kwam het niet zover.
In de Euromast vond een vriendelijke vrouw snel een oplossing voor het probleem van de gecombineerde kaartjes. Het was regel dat we ze moesten afstaan want anders zouden ze niet worden vergoed door het Maritiem Museum. Snel een fotokopie maken was een goede manier om toch de kaartjes te mogen behouden. Omhoog met de lift was geen bijzondere beleving. Het ontbreken van ramen geeft je het gevoel dat je stil staat, alleen de korte schokjes van het starten en remmen van de lift wezen er op dat je had bewogen. Eenmaal boven waren we al snel op het open platform met een formidabel uitzicht. Het mooie weer droeg natuurlijk ook bij aan de heldere lucht. Een straffe wind blies je bijna omver op deze hoogte. Vanaf hier moesten we nog één keer hoger en wel in een ronde, met glas omgeven, cabine die eenmaal op het hoogste punt aangekomen ging ronddraaien. Om eerlijk te zijn vond ik dit wat minder en ik was blij dat ik weer met beide voeten op de grond stond.

Na al deze inspanning werd het nu tijd voor de ontspanning. Theo, de eigenaar van “Café Verschoor” had me een email gestuurd met de aanwijzingen hoe we in het café aan de Oostkousdijk konden belandden. Het café was snel gevonden en toen we de half opengeslagen deur binnenstapten werden we door de vaste klanten met argusogen bekeken. Nadat we hadden gemeld dat we op zoek waren naar een paar prikkers van de Pattaya Prik Pagina werden we enthousiast begroet en meteen voorgesteld aan een paar andere prikkers die we natuurlijk alleen maar van naam kenden. Toen even later mijn oude reisgenoot, Jan Barendswaard, zich ook nog bij ons voegde kon mijn dag niet meer kapot.

De biertjes vloeiden rijkelijk en met de andere klanten was Pattaya en Thailand het onderwerp van gesprek. Bijna iedereen kon niet wachten op weer op vakantie te gaan naar het land van de glimlach. Theo en Joke hadden een tafel vol met eten staan waar je gewoon wat van kon nemen als je trek had, en natuurlijk ook de prijs van € 1,30 voor een vaasje Heineken is natuurlijk ook heel erg mooi. De avond vloog om en voor dat we het wisten zaten Tettje en ik weer in de trein op weg naar Zaltbommel. Het was een hele leuke dag geweest en een goede afwisseling voor de traditionele dagje uit in Amsterdam. Tett en ik waren het er over eens, volgend jaar gaan we weer!

Onze koningin!
Copyright/Disclaimer