San Antonio (Pilar) Mamsi House, zondag 10 december 2017
Hoe je het ook wend of keert, het wonder van de natuur blijft fascinerend. Stop een paar zaden in de grond en de zon, de aarde en het (regen)water doen de rest. In Nederland staan er nog maar weinig mensen bij stil dat groenten ook van een zaadje naar een eetbare plant, knol of vrucht groeien. In de supermarkt is het allemaal heel gewoon, onpersoonlijk, haast niemand heeft meer een band met de natuur wanneer ze een zak groenten of een kip in hun winkelwagen leggen. Aangevuld met over-gemanipuleerd en over-bewerkte etenswaren. Meer dan 70% van wat de mensen in hun winkelwagen leggen voldoet aan dit signalement, en dan heb ik het nog niet eens over het overmatig toegevoegde suiker en zout!
Ik heb me in ieder geval voorgenomen om wanneer we weer terug zijn in Nederland veel meer groenten te gaan eten. Op de Koreaanse en Japanse manier! Veel groenten, al dan niet gefermenteerd, een beetje rijst of deegwaren en een klein stukje vis of vlees. De kookvideo’s die ik in de afgelopen maanden heb gezien hebben me veel inspiratie gegeven.
Tijdens mijn gebruikelijke middagwandeling naar de nieuwe brug over de O’God rivier (Dawitan) , stap ik regelmatig over koeienvlaaien heen. Het gesprek met mamsi over organische mest voor de groententuin was dus snel aan een einde! Afgelopen middag ging ik gewapend met een plastic tasje wandelen. Om de wandeling enigszins in etappes te kunnen indelen heb ik enkele huizen en bochten benoemd. De bananenbocht, omdat er allemaal bananenbomen staan, het wachthuisje, een wachthuisje voor de bus waar ik nog nooit iemand heb gezien, de geiten, spreekt voor zich, en de kapel, waar ik ook geen uitleg voor hoef te geven. Tussen het wachthuisje en de geiten liggen er twee grote verse koeienvlaaien aan de zijkant van de betonnen weg naar San Antonio.
Op de heenweg bepaal ik de locatie van de koeienvlaaien want op de terugweg zal ik scheppen. Het heeft tenslotte geen nut om een plastic tasje vol “organische mest” mee naar de brug te nemen! Op de brug geniet ik van het uitzicht. De rivier en soms ook de 2364 meter hoge majestueuze Mayon vulkaan. Een korte rustpauze voordat ik aan de 2,3 Km terug naar het huisje van mamsi begin. Met een oog op de weg en een oog op het verkeer loop ik na de geiten langzaam verder. En daar liggen ze! Terwijl ik het plastic tasje uit mijn zak haal vraag ik me af wat de structuur van de koeienstront zal zijn. Zacht, hard of met stukjes er in. De vier magen van de koe zouden de harde, en zachte, plantendelen toch goed hebben gemaald?
Ik draai het plastic tasje binnenstebuiten, ik weet ook niet waarom want dat tasje wordt toch nooit meer gebruikt en het maakt niets uit of het vuil is of niet. Ik aarzel een moment om de poep op te scheppen. Uit mijn jeugdherinneringen weet ik dat een koeienvlaai niet stinkt, dan zal dat in de Filippijnen toch niet anders zijn? Nadat ik mijn twijfels heb overwonnen schuift mijn hand ongeveer een centimeter boven het beton door de stront. Als eerste breek ik door het zongedroogde krokante korstje heen waarna ik in het zachte hart van de koeienvlaai beland.
Op dat moment vraag ik me af hoeveel ik van de koeienvlaai zal meenemen. Ik kom hier bijna dagelijks dus hamsteren heeft geen nut. Een tricycle passeert toeterend en ik steek automatisch mijn hand op als een groet. De berijder van “Pano Pano”, de naam van de tricycle, woont enkele huizen bij mamsi vandaan. Het voelt vreemd en onwennig om met een tasje koeienuitwerpselen naar huis te wandelen. Nog een klein stukje en ik kan genieten van mijn koude biertje op de trap voor het huisje.
Eenmaal terug bij mamsi zoek ik een stuk gereedschap om de organische mest rond de opkomende planten aan te brengen. Ik vindt een oude vork die al vaak voor andere werkzaamheden is gebruikt dan het bordje prikken. Voorzichtig schep ik de groeibevorderende massa rond de opgekomen zaden. De courgette en de boontjes zullen er baat bij hebben. Geloof het of niet maar ik heb er echt plezier in om zo met de natuur bezig te zijn!
Vanaf mijn plekje op het trapje voor de deur van het kleine huisje, met een literfles San Miguel binnen handbereik, kijk ik tevreden naar de jonge plantjes. De courgette, de pompoen en de boontjes zijn, op twee bonen na, allemaal opgekomen. Ik weet niet of dit een goede score is maar ik ben er in ieder geval blij mee.
Sinds de bonen de grond zijn gekomen heeft er een ander probleem de kop op gestoken. Welke vijanden van de jonge kwetsbare planten leven er hier in de Filippijnen? Slakken, mieren of misschien vliegend ongedierte zoals luizen? Of is de brandende Filippijnse zon de grootste vijand? Ik heb geen idee.
Elke ochtend wanneer ik om rond zes uur uit mijn bed stap ben ik nieuwsgierig wat ik buiten zal aantreffen. Tot nu gaat het in ieder geval in bijna alle gevallen goed, op enkele boontjes na die op zeer jonge leeftijd zijn aangevallen. De rest lijkt nu sterk genoeg om op eigen kracht langs de bamboe bonenstaken naar de hemel toe te groeien.
Terwijl ik geniet van mijn koude biertje kijk ik naar de spelende kitten. Ik heb het nog niet vermeld in een van mijn verhalen maar op tien oktober is Ming-ming weer bevallen van vier kleine harige kitten. In overleg met mamsi heb ik na twee dagen de kleinste en een vrouwtje verzopen in een emmer. Twee is genoeg, ze eten minder en groeien beter omdat ze meer moedermelk krijgen. Ook dit is de natuur! De andere twee maken het prima en ontdekken de wereld waarin ze een jaar of vijftien zullen moeten overleven.
Zodra ze spelend aan de voet van de bonenstaken geraken verplaatst de interesse van de jonge dieren zich van naar elkaar naar de opkomende snij- en boterbonen. Ze sluipen rond de dunne groene ranken en ruiken een paar keer aan de kleine kwetsbare bladeren. Dan gaat de rooie, de andere noemen we de zwarte, in de aanval en binnen enkele seconden is de jonge bonenplant verminkt tot een klein groen staakje dat enkele centimeters uit de grond steekt.
Je bent nooit te oud om te leren! Morgen maar wat extra boontjes bij de staken leggen en proberen de kitten bij de staken vandaan te houden! gevuld met een gelukzalig gevoel ga ik nog een keer naar de koelkast om een fles “Red Horse” te halen. Mijn laatste fles bier voordat ik ga slapen.