Angeles City (Walkabout Hotel (poolside 1), vrijdag 17 november 2017
Na de heel gezellige avond sta ik vanochtend erg brak op. Naast me ligt Lyka nog te slapen en die heeft zo te zien gisterenavond ook genoeg gehad. De ventilator raast een stervenskoude poolwind over het bed. De combinatie van airconditioning met een loeiende ventilator is dodelijk! Ik heb dat haar, en veel van mijn reisgenoten, al tientallen keren verteld maar om de een of andere reden schijnt mijn waarschuwing nooit aan te komen.
Als eerste gaat de airconditioning uit en als tweede verschuif ik de windrichting van de ventilator wat hoger naar het plafond, weg van de hoofdkussens en het bed. De lichte indirecte luchtstroom voelt aangenaam, veel beter dan die poolwind van net. Nog even, tien minuten, liggen voordat ik naar de gouden bogen loop voor de koffie. Ik denk veel koffie, man wat ben ik brak.
Om half tien schrik ik voor de tweede keer wakker, ik voel me niet veel beter en tegen mijn gevoel in stap ik toch maar uit bed. Buiten schijnt de zon en lonkt het zwembad. Misschien knap ik daar straks wel van op! Bij de gouden bogen bestel ik alleen maar een ontbijt voor mezelf omdat ik het ontbijt voor Lyka later wel mee breng, wanneer ik voor de gratis 2e beker koffie ga. Met lange tanden werk ik me, in de zon naast het zwembad, door de hashbrown en het broodje met ei en worst. Zelfs de koffie smaakt me niet zoals ze hoort te smaken. Nu is dat hier geen uitzondering want koffie zetten vinden ze hier nog steeds moeilijk. Hoe vaak gebeurt het niet dat het filter niet goed wordt geplaatst en bij de eerste druppels water dichtvalt. Gekleurd water zonder smaak is dan het gevolg. Gelukkig leren ze hier wel van hun fouten en komt het steeds minder voor.
Een frisse duik in het zwembad en ik begin me zelfs wat beter te voelen. Het koele water van het zwembad neemt de overtollige warmte weg die de alcohol in mijn lichaam opwekt. Even uit het koele water in de zon die me weer opwarmt en een tiental minuten later weer een duik. Zo kom ik de ochtend wel door! Totdat, om een uur of half elf, Lyka aan het tafeltje onder het raam van onze kamer verschijnt. Zij is er nog slechter dan ik aan toe. Ik moet er wel een beetje om lachen en ga snel voor haar op pad om een klein ontbijt te halen, met koffie! En voor mij de tweede gratis beker koffie.
De verhalen dat ze nooit meer zal drinken komen me bekend voor en mijn ervaring is dat ze ook een langere tijd niet meer zal drinken. Maar met de kerst op komst zal dat deze keer niet zo heel lang duren! Zelf had ik ook zo’n periode net na aankomst in de Filippijnen. Het bier smaakte me van geen kanten en ik kwam nooit verder dan een flesje of drie. Voor een moment dacht ik ècht dat ik mijn laatste biertje had gedronken. Maar na een week of zo kreeg ik aan het einde van de dag rond een uur of vijf, wanneer de zon achter de kokospalmen verdween, weer trek in een koud biertje. Sindsdien drink ik weer een paar grote per dag. Ze smaken me weer prima.
Plotseling loopt er een koude rilling over mijn rug die daar niet hoort te lopen. Verbaasd probeer ik hem van me af te schudden maar de rilling blijkt hardnekkiger dan ik dacht. Deze aankondiging geeft me een onaangenaam gevoel. Ik ga nog maar even op bed liggen, naast Lyka, om de alcohol gelegenheid te geven om mijn lichaam geruisloos te verlaten.
De late lunch smaakt me van geen kanten en ook het bezoek aan de “MacDo”, zoals ze de gouden bogen hier noemen, voor een koffie met vrienden en bekenden is maar van korte duur. Een slecht gevoel heeft plaatsgemaakt voor een onaangenaam gevoel. Van de kater is geen sprake meer. Ik ben bang dat de afgelopen nacht een virus zijn kans heeft gezien om zich van mijn lichaam meester te maken. In de koelte tijdens mijn slaap lig ik bezweet boven op de lakens en dat is funest in een plaats als bijvoorbeeld “Angeles City”.
Het is aan het einde van de herfst, het begin van de winter, wanneer er veel mensen op vakantie gaan. Een dodelijke cocktail van ziekmakende virussen reist per vliegtuig de hele wereld over om in de drukke vakantie plaatsen toe te slaan. De verminderde weerstand van de mensen in combinatie met slecht onderhouden en vuile airconditioners in de hotels en uitgaansgelegenheden is de ideale voedingsbodem voor deze ziekmakers.
Op de terugweg naar ons hotel voel ik me met elke stap zwakker worden. Mijn heupen, knieën en enkels beginnen pijn te doen. Het koude zweet breekt me uit en mijn overhemd word kletsnat. Het bed in onze kamer voelt als een verlossing. Ik ga maar even liggen en hopen dat het slechte gevoel uit me wegtrekt.
Dat was maar een ijdele hoop, een half uur later lig ik schokkend en rillend in mijn bed. Zonder airconditioning en ventilator heb ik het toch verschrikkelijk koud. Half slapend, steeds weer wegdommelend en ontwakend zie ik door de spleetjes van mijn ogen een onscherpe Lyka de kamer betreden. Zij is vanmiddag bij haar zus op bezoek geweest en voelt zich ook nog een beetje brak. Zelf ben ik er een stuk slechter aan toe.
Geschrokken van wat ze heeft aangetroffen in onze hotelkamer gaat ze meteen voor me op pad om medicijnen tegen de griep te kopen. “Bioflu” is hier het wondermiddel. Ik ben te ziek om te lezen welke vergiften ik tot me neem. Ik heb genoeg aan mezelf. Ik lig in een doorweekt bed. Omgewoeld als een stuk landbouwgrond in de lente. Het is erg lang geleden dat ik me zo beroerd heb gevoeld!
Ik kan hier zo niet blijven liggen en Lyka stelt zelfs voor om naar het ziekenhuis te gaan. Het zou zo maar dengue koorts of malaria kunnen zijn en dan moet je er snel bij zijn. Ik voel me erg slecht, maar dat ik er zo slecht uit zie heb ik niet verwacht. Ik hijs me in een korte broek en trek een overhemd aan. Lyka snelt naar de 7-11 om een paar flessen “Pocari Sweat”, een isotone frisdrank, te kopen terwijl ik aan de receptie uitleg wat er aan de hand is. Met plezier komen ze ons bed voor de tweede keer vandaag verschonen. Een prima service van het sterloze “Walkabout Hotel”! Ik heb dat in een drie sterrenhotel in Thailand wel eens anders meegemaakt, daar kreeg ik achteraf gewoon een rekening voor het tweede keer schoonmaken gepresenteerd.
Rillend en schokkend van de kou wacht ik op een stoel naast het zwembad tot het bed weer droog en opgemaakt is. Ondertussen is ook Lyka weer terug en ik laat het koele zout/zoete water mijn lichaamsvloeistoffen weer op peil brengen. Uitdroging is altijd een gevaar in de tropen, laat staan wanneer je ziek bent. Ik neem nog een “Bioflu” en kruip tussen de lakens. door de geopende gordijnen ziek ik Lyka genieten van haar Filippijnse maaltijd. De kwaliteit van het eten in het hotel is niet hoogstaand maar ik zeker ook niet slecht te noemen, laten we het maar op gemiddeld houden. Ik dommel snel in slaap en wordt geregeld wakker door een oncontroleerbare rilling of stuiptrekking van mijn zieke lichaam. Het is binnen zeker zeven en twintig graden en ik sterf van de kou.
Ik heb geen idee van de tijd wanneer Lyka me wakker maakt voor mijn volgende Bioflu, ik spoel de grote blauwe pil weg met een halve liter Pocari Sweat. De ventilator gaat aan op de laagste stand en ik zoek rillend mijn plaats op tussen de lakens. Het bed is alweer kletsnat. Zeer oncomfortabel en onaangenaam maar het moet maar zo zijn. Zonder een woord te wisselen ben ik weer in slaap gezakt. In de wetenschap dat het de vorige keer een week heeft geduurd voordat ik weer hersteld was.