San Antonio (Pilar) Mamsi House, vrijdag 6 oktober 2017
Na ruim een week in de warmte krijg je langzaam het gevoel dat je aan het tropische weer gewend bent. Je lichaam beseft nu dat je geen koorts hebt, dat de snelheid van je vloeistofwisseling moet worden opgevoerd en dat je minder voedsel als brandstof nodig hebt om je lichaam te verwarmen. Mijn voedsel inname is geminimaliseerd en mijn korte broek zit niet meer zo strak als bij ons vertrek.
Toch blijf je als Europeaan instinctief dicht in de buurt van een langzaam heen en weer zwaaiende ventilator! Mijn neus is al verstopt en ik wordt ’s nacht regelmatig wakker van de kou. Het is en blijft heel verraderlijk om ook met de ventilator aan te gaan slapen!
Om half vijf wordt ik alweer wakker. De hemel achter het raam boven het gegalvaniseerde golfplatendak van de buren veranderd langzaam van zwart naar staalblauw en de zon komt straks weer boven de horizon om de lucht op te warmen. Deze eerste vroege uren is het genieten van de koelte van de nacht. Drie en twintig graden Celsius volgens het weerbericht.
Buiten het huis komt het dorp ondanks het vroege tijdstip tot leven. Tricycles, brommers en fietsen rijden af en aan. Leeg heen naar het strand en met volle manden vis terug naar de dorpen in de omgeving. Een beproefde manier van overleven. Een eerste audio versterker laat zich gelden in het dorp, of je het leuk vindt of niet maar je wordt verplicht mee te luisteren naar de zoete klanken van Amerikaanse evergreens.
Een eerste en een tweede beker zwarte koffie voordat het ontbijt wordt geserveerd. Gebakken eieren met knakworsten van een kwaliteit die in Nederland voor eeuwig in de winkel zouden blijven liggen. Ik klaag niet, ik roei met de riemen die ik heb en honger maakt rauwe bonen zoet. Ik maak me op voor een hele lange dag van lezen en schrijven, nooit ver weg van de verkoelende ventilator.
Op de achtergrond speelt de, tijdens de vorige reis meegebrachte, transistorradio het radiostation MOR 93.9 Legaspi ook zoete muziek met hier en daar al een kerstplaatje. “Rudolph the red nose raindeer" en “I wish you a merry, merry Christmas” zijn ook dit jaar alweer vroeg populair.
En dan klinkt onverwacht uit het niets, een schreeuw als in een doodstrijd, van de discjockey. De transistorradio zwijgt en de ventilator naast met bed valt stil. Dat de stroom hier uitvalt heb ik wel vaker meegemaakt maar die schreeuw op de radio is nieuw voor me! Lyka komt naar onze kamer, “VIP One”, en legt uit wat er aan de hand is. Voor een moment speelt in mijn hoofd het atoomoorlog scenario tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten van Amerika. Gelukkig blijkt het minder erg!
De discjockey kon nog net op tijd aan de luisteraars doorgeven dat de radiozender op elk moment uit de lucht kon gaan in verband met werkzaamheden aan het interprovinciale elektriciteitsnetwerk. De hele provincie zou tot vanavond zes uur zonder elektriciteit zitten!
Verbaasd staar ik nog steeds naar de stilgevallen ventilator, mijn beste vriend in de warme tropen van Azië. Het is nog geen tien uur in de ochtend en het lijkt nu wel een heel lange dag te worden. Alles wat mijn dag onder normale omstandigheden enigszins draagbaar maakt wordt gevoed door elektriciteit. Mijn Kobo ereader, mijn MacBook en mijn ventilator. Ik realiseer me hoe afhankelijk we zijn geworden van onnatuurlijke bronnen van energie. Hoe onze samenleving verslaafd wordt gemaakt aan zaken waar we best buiten kunnen. Energiebesparing? Verbied dan die miljoenen mobiele telefoons die allemaal moeten worden opgeladen! Vijftien jaar geleden konden we toch ook zonder? En wat dacht je van twee dagen met temperaturen van boven de dertig graden? Heel Nederland gaat op zoek naar mobiele airconditioners, of ze nu werken of niet. Het is tenslotte de suggestie die het volk afkoelt en de zakken vult van de fabrikanten en energie leveranciers.
In het dorp is er geen enkel spoor van paniek te bekennen, hun wereld draait gewoon door, ook zonder elektriciteit. Niet langzamer of sneller, gewoon anders, maar hun wereld draait gewoon om het overleven van weer een door god geschonken dag. Dunne slierten rook trekken door de stilstaande lucht in de straten. Er worden tientallen kleine houtskool vuurtjes opgestookt om rijst te koken nu de elektrische rijstkokers onbruikbaar zijn geworden. Er is geen zuchtje wind. Het lijkt dat ook de winden boven zee door elektriciteit worden aangewakkerd zijn gaan liggen.
Ik ga weer rustig op het bed liggen. Met mijn ogen open kijk ik recht omhoog naar het plaatstalen dak. Ik voel de warmte in de vorm van infrarood straling op mijn huid, die nu nat is. Geen zweetparels maal egaal bezweet alsof in ben ingesmeerd met een dun laagje zweet. Het zweet kleeft, het water verdampt en de lichaamsoliën en zouten blijven achter op mijn huid. De concentraties nemen toe met elke seconde die verstrijkt en elke druppel water die verdampt.
Een koude douche zou welkom zijn!
Helaas werken de grote drukpompen van de watermaatschappij ook op elektriciteit. Daarmee is ook de kans op een verkoelende douche voor me verkeken. Met een ruk kom ik omhoog. Ik ben alleen, de andere drie zijn de warmte in het huisje ontvlucht en zoeken elders verkoeling. Koffie dan maar, ik heb wel eens gelezen dat een warme drank ook verkoelend werkt in de tropen.
Terwijl ik een Albert Heijn Perla koffiepad tevoorschijn haal uit de doorzichtige plastic voorraadbus kijk ik naar de koelkast waarop de koffiebus staat. Daarbinnen is het nog koel. Ik ben te groot òf de koelkast is te klein. Dit ongemak zal ook daar niet worden opgelost. Een ander ongemak kan wel ontstaan! Het ontdooien van het weinige opgeslagen vlees in het vriesvak. Mijn bacon in het bijzonder baart me zorgen.
Zodra ik de koelkast open zie ik het water al uit het vriesvak druppelen. Het druppelt langzaam in de kleine trechter aan de achterzijde van het interieur. Twee keer per week het vriesvak ontdooien is het advies van de fabrikant. Ik sta er nooit meer bij stil maar de luchtvochtigheid is in de tropen zo groot dat er ècht na drie/vier dagen al een dikke laag ijs in het vriesvak is gevormd. Mijn bier is nog goed op temperatuur dus sluit ik weer snel de deur.
De warmte begint steeds zwaarder te drukken en het besef dat er geen ontsnappen mogelijk is knabbelt aan mijn geestelijke vermogens. Mijn oog valt op een rieten waaier, zo een die je voor € 0,99 bij de Xenos koopt, naast de houtskoolbrander en ik hoef er niet lang over na te denken. Het zou mogelijk mijn ontsnapping uit deze warmte kunnen zijn.
Ik ga weer op het bed liggen en met mijn rechter arm, met behulp van de zojuist gevonden waaier, fabriceer ik een kunstmatige wind. Heerlijk verkoelend! Zo kom ik de dag wel door! Tenminste, dat dacht ik! Na een kleine vijf minuten verhuisd de waaier naar mijn andere hand. De kunst is: voldoende wind maken om verkoelend te werken met zo min mogelijk inspanning om het niet warm te krijgen. Mijn rustende arm doet pijn. Niet gewend aan deze repeterende beweging. Na enkele minuten wissel ik weer van hand en kom tot de conclusie dat deze oplossing ook niet zaligmakend is. Nu zijn mijn beide armen verzuurd en liggen verlamd naast me op het matras.
Ik staar naar het plafond dat er niet is, in het niets, terwijl mijn oververhitte hersenen tevergeefs zoeken naar een verkoelende oplossing. Een zonnesteek moet je niet onderschatten. Als een geschenk uit de hemel ploffen er grote waterdruppels op het plaatstalen dak. Als het geroffel op een kleine trommel klinken de druppels als de slagen van de drumsticks op het strakke vel. Een blik naar rechts laat me ook de grote druppels zien! Snel mijn zijden boxershort aan en naar buiten om optimaal gebruik te maken van de verkoelende regen.
De weg is verlaten en ik ben de enige levende ziel die in de verre omtrek zichtbaar is. De lucht is blauw en er is geen wolk aan de lucht. Toch regent het! “Een Chinese bruiloft”, noemen ze dat verschijnsel hier in de Filippijnen. De weg wordt niet eens nat van de regen, zo warm is het beton, het water is al verdampt voordat de volgende druppel op dezelfde plaats neervalt. De weinige waterdruppels die mijn lichaam raken zijn ook warm. Een warme regen zonder enige verkoelende werking. Het bladerdak van de enorme mangobomen is bewegingsloos als op een schilderij. Het tikken van de waterdruppels op het dak verstomd, de wind blijft weg en mijn lichaamstemperatuur loopt snel op in de brandende zon.
Het bed lijkt me toch maar weer de beste oplossing. De rieten waaier ligt nog op het matras en ik onderneem een nieuwe poging. Ver kom ik niet. Met een onbeschrijfbaar geluid, ergens tussen een plof en een klik, begint de ventilator aan het voeteinde van het bed te draaien. Buiten komen ook de geluidsversterkers met hun grote speaker boxen weer tot leven.
“Yes Sir, I can Boogie, Boogie Woogie, If you play a different Song”
Ervaring heeft me geleerd niet te vroeg te juichen. Wanneer na enkele minuten de ventilator nog steeds draait lijkt het er op dat ik deze uren in de wurgende hitte ook weer heb overleeft. “It’s more Fan in the Philippines!”