San Antonio (Pilar) Mamsi House, woensdag 11 oktober 2017
Later dan gewoonlijk ben ik deze ochtend opgestaan. Een frisse wind speelt door onze kleine slaapkamer. De wind is gedraaid maar ik heb nog steeds geen gevoel voor de kompasroos. De zon zou in het oosten moeten opkomen maar voor mijn gevoel komt ze op in het zuiden. Niet dat het hier erg belangrijk is, zolang de zon maar elke ochtend opkomt.
Met een kopje koffie in de hand posteer ik me op het kleine bordes voor de nieuwe voordeur van het kleine huisje en kijk door de bamboe tralies naar de ontwakende buitenwereld. Ik kan wel zeggen dat ik, na twee weken op reis te zijn, het gevoel voor Azië, en met nadruk voor de Filippijnen, alweer aardig over me heen heb.
Ik heb honger, de hele dag zit dat gevoel in mijn lichaam. Het vreemde is dat na een kleine lichte maaltijd dat gevoel voor een half uur verdwijnt waarna het weer langzaam terug komt. Ik probeer dat gevoel te onderdrukken, ik wil niet teveel eten om verscheidende redenen. Ik moet afvallen, om mijn diabetes terug te dringen, en mijn kleren zitten gewoon te strak van al die maanden op mijn krent zitten.
Ik kan zonder problemen elke dag wel een koelkast vol eten kopen maar mijn huisgenoten zullen dat dan ook elke dag proberen op te eten. Om de simpele reden dat een gevulde koelkast voor deze mensen niet vanzelfsprekend is. Ondertussen heb ik wel opgegeven om ze steeds te vragen welke groente ze willen eten. Ze eten geen groenten en daarmee is de kous af.
Ik hou het maar op een paar gebakken eieren als ontbijt. Zolang deze me blijven smaken zal ik de ochtend wel doorkomen. Mijn tafelgenoten doen zich te goed aan kleine zoete broodjes van de plaatselijke bakker. Bij voorkeur met een soort sandwich spread met een bacon smaak. De zoete broodjes zijn erg compact en liggen zwaar op de maag, van de sandwich spread wordt ik al misselijk wanneer ze de pot openmaken.
“Na opening in de koelkast bewaren!”, staat er duidelijk op het etiket. Het is de weerstand tegen de gevestigde orde in ze die ze juist het tegenovergestelde influistert. Dat ze eigenwijs zijn was me al bekend, dat ze juist steeds het tegenover gestelde van het gegeven advies uitvoeren is ook nieuw voor mij.
Ik ga weer lekker op de planken van ons bed liggen en ga verder met “Tunnelrat” van Michael Connolly. Het is al mijn vierde boek tijdens deze reis! Er is hier in het dorp dan ook heel weinig te doen. Ergens rond pagina vijf en negentig van deze moord en doodslag thriller klinkt buiten ‘Het geschreeuw van een ten dode opgeschreven’! Ik twijfel geen moment en spring op van het bed. Door de open ramen kan ik niets ontdekken terwijl het volume van het geschreeuw alleen maar aanzwelt.
Ik grijp mijn camera, die altijd geladen èn opgeladen binnen handbereik ligt, en storm naar buiten. Tegenover het kleine huisje, aan de andere kant van de weg, is een kleine oploop van mensen zichtbaar. Ik zie twee oude mannen die bovenop een varken zitten en met vereende kracht proberen de poten aan elkaar te binden. Een oud vrouwtje staat een stapeltje bankbiljetten te tellen. Mamsi heeft het al drie keer uitgerekend op haar mobiele telefoon, het totaalbedrag voor het varken, dat per kilo wordt verkocht, moet Php 5.130 zijn. Het stapeltje bankbiljetten wisselt van hand en een volgende goedlachse oude dame begint het geld na te tellen. Partners in crime.
De twee mannen zijn ondertussen klaar en het varken blijft maar schreeuwen alsof het weet wat haar te wachten staat. De mannen wassen de modder van zich af en hebben het grootste plezier met elkaar. De klus is geklaard en het is nu wachten op het vervoer naar de steeg des doods in Pilar. Het is ook vandaag weer “Fiesta" in het dorp en dat betekend een oploop van bezoekers van heinde en ver. De barbecue zal vanavond branden en het varken zal morgen bij zijn schepper zijn.
Ik meld me weer in het huisje voor een kop koffie wanneer mamsi opmerkt dat de helft van de kip, die op de keukentafel stond te ontdooien, is verdwenen. Paniek wil ik het niet noemen maar het zit er toch verdomt dicht tegenaan! En dan krijg ik de schuld! Waarom?
Nou, ik had bij de ontdooiende kip op de tafel moeten blijven. Ik herinner me dat die kip al verdwenen was toen ik met de camera naar buiten liep. Tegenspraak wordt niet geduld en ook de dochter van mansi, mijn Lyka, bemoeid zich ermee en sluit zich zonder een seconde er over na te denken automatisch bij haar moeder aan. Daar sta ik dan in mijn eentje terwijl de twee onder de tafel, de kasten en al het andere oude meubilair zoeken of de diepvries kip misschien nog in het huis is.
Ik kan er alleen maar om lachen! Die kip was toch al afgeschreven en vandaag zouden we weer boodschappen gaan doen in Pilar. Het eerder vermelde “Fiesta” heeft roet in het eten gegooid dus gaan we morgen boodschappen doen. Terwijl de twee naar de schat zoeken probeer ik nog maar eens om contact met het internet te maken. En tot mijn grote verbazing lukt het nu wel. Ik heb geen idee wat ze hier aan het doen zijn maar vandaag heb ik eindelijk weer een verhaal kunnen publiceren.
Een ratelende tricycle verschijnt aan de overkant van de straat en dat is voor mij het signaal om afscheid te gaan nemen. De chauffeur, in een jolige bui, bindt het varken achterop het voertuig. Waarom? Simpel, omdat er nog een handjevol mensen meegaat naar de “steeg des doods” om de slacht te zien en die moeten nu eenmaal ìn de zijspan. Hoewel er nooit over wordt gesproken weet ik uit andere bronnen dat ze de toekomst voorspellen uit de val van de ingewanden op de vloer van de slachtplaats. Oud bijgeloof dat terug gaat naar de tijd toen de Polynesiërs en Chinezen zich op deze uitgestrekte eilandengroep vermengden. In een blauwe mist van onverbrande motorolie verdwijnen de tricycle en het schreeuwende varken uit het zicht. Een voorbestemde toekomst tegemoet.
Mamsi heeft ondertussen al de lunch voor ons gekookt. Ze is heel blij met het Surinaamse kerriepoeder dat ik uit Nederland voor haar heb meegebracht. De “Rijst, boontjes met kerriesaus” komt op tafel en voor deze keer laat ik het vlees maar in de pan, of aan de drie wolven aan tafel. Niet om emotionele of principiële redenen maar gewoon omdat ik er even geen zin in heb. Een keertje vlees op je bord overslaan kan helemaal geen kwaad.