Zaltbommel
De zomer loopt weer op haar einde en heel Nederland is weer lekker aan het werk. Zo voelt dat voor veel werkende mensen. Lekker thuis bij de kachel zitten blijkt achteraf helemaal niet zo lekker!
Na enkele weken met het gezin, familie, vrienden in de kroeg en nieuwe vrienden op een camping in Kroatië missen veel mensen de veilige omgeving van hun collega’s en hun werkplek. Hun werk is tenslotte de plaats waar ze de meeste tijd doorbrengen, meer tijd dan bijvoorbeeld in hun eigen bed. De collega’s van het werk zijn vaak ook de belangrijkste sociale contacten. Er wordt met een oog jaloers naar de thuisblijvers gekeken wanneer de werkenden weer in hun kleine auto’s stappen of op hun fietsen naar hun werk gaan. Kerstmis is de volgende vakantie waar ze weer enkele maanden naar kunnen hunkeren.
Vanachter de andere kant van het glas ziet een thuisblijver met leede ogen aan hoe de begenadigden uit de buurt naar hun werk gaan of al lang vertrokken zijn. Terwijl hij van zijn tweede beker goedkope koffie nipt, er moet toch ergens worden bezuinigd, denkt hij met weemoed aan de tijd dat hijzelf ook nog collega’s had. De eerste weken waren best leuk thuis. Een paar keer uitslapen of met moeder de vrouw naar de stad of supermarkt, een dagje op bezoek bij familie of vrienden. Er lag ook een enorme lijst klusjes die hij nog moest/kon doen. Maar toen die lijst eenmaal was afgewerkt en de financiën opgedroogd kwam de onverwachte verveling.
Thuis is nu alles anders, hij wordt nagekeken en gaat over de tong in de buurt. Hij loopt namelijk al meer dan een jaar thuis. Werkeloos? Ziektewet? WAO, of nog erger een bijstandsuitkering? Het maakt niet uit. De twee vaststaande feiten zijn dat er over hem wordt gepraat en dat hij tegen zijn zin in thuis zit en zich dood verveeld.
Met lood in zijn schoenen stapt hij de deur uit. Een fel blauwe tas, met een wit logo van Nederlands meest bekende grootgrutter op de zijkant, in de hand. In het borstzakje van zijn haast versleten overhemd brandt het boodschappenlijstje en zijn PIN-pas.
Bij elke stap voelt hij de ogen, die hem vanachter de gordijnen volgen, in zijn rug. Het dagelijkse boodschappen doen is allang geen wandeling van plezier meer! Een gratis bekertje koffie drinken, een praatje met een medeslachtoffer die ook de drukkende sfeer tussen hem en zijn vrouw is ontsnapt, en de haast lege kar die je voor je uit duwt maken je depressief.
Een half wit casino brood, een zakje spruiten, een bakje met twee saucijzen, de cassière kijkt verbaasd van de weinige boodschappen naar mijn emotieloze gezicht. Ook zij ziet me haast elke dag voorbij komen aan de andere kant van de lopende band. Het liefst zou ik het uitschreeuwen dat ik buiten mijn schuld in de bijstand terecht ben gekomen! Na de vier cijfers verschijnt het woord “geslaagd” op het kleine beeldscherm van de PIN terminal.
‘Kassabon?’, vraagt het jonge meisje verplicht.
‘Ja graag!’, antwoordt ik met een dagelijks automatisme.
Ik neem ongeïnteresseerd de kassabon aan, ik had het eindbedrag al in mijn hoofd uitgerekend, en laat de dagelijkse boodschappen in de enorme grote blauwe tas verdwijnen. Morgen is het gelukkig weer vrijdag! Dan koop ik mijn twee halve literblikken Heineken voor het weekend. Daar hebben we thuis over onderhandeld, een mens mag toch wel wat plezier in zijn leven hebben?
In een slakkengang ga ik richting thuis en dan bekruipt me dat gevoel weer! Het gevoel dat ik het niet meer zie zitten. Het gevoel dat vreemde gedachten in mijn hoofd brengt. Een sprong van die brug in het ijskoude water van de rivier zou voor mij en de maatschappij alle problemen oplossen! Maar dat zou ook mijn geliefden zeer treurig stemmen en juist die gedachte weerhoud me van de verlossende sprong.
In de eindeloze kille leegte van de keuken leg ik het vlees en de spruiten in de haast lege koelkast. Toen ik nog werk had was dat wel anders, ik moest zoeken naar een plaatsje voor de wekelijkse boodschappen! Frisdrank en vruchtensappen hebben we al lang niet meer over onze tongen laten rollen, een fles koude thee moet nu de verdwenen dorst lessen.
In de woonkamer zit mijn vrouw geïnteresseerd de gratis wekelijkse streekkrant te lezen. Het lang gewaardeerde dagblad was het eerste dat we van de lijst schrapten. Ik voel een traan wellen wanneer ik weer aan die moeilijke dagen denk. Een paar maanden geleden kwam de huishoudcoach van de sociale dienst langs om eens te zien wat we aan ons uitgave patroon konden veranderen.
Eindeloze, ellenlange lijsten werden gemaakt, ons uitgavenpatroon, zoals dat zo mooi heet, professioneel geanalyseerd. Een vreemde aan de overkant van de keukentafel beslist wat je absoluut niet nodig hebt en waar je best zonder kan!
Als allereerste ging het internet/tv abonnement er aan. Net nu we meer tijd voor de tv hebben wordt het aanbod afgekneld tot een handjevol commerciële zenders met suffe herhalingen. In de hoek van de kamer staat ook nog de nu haast ongebruikte computer. Een computer zonder internet is als een auto zonder benzine, nutteloos!
Alles wat ons samen nog rest is het eindeloos, in een gepaste stilte, wachten op betere tijden, mochten die ooit nog terug komen. De realiteit is hard en de politiek heeft geen enkel idee wat er zich onder de lijn afspeelt!
Ik ben te oud en te duur. Ik ben een profiteur en doe niet mijn best om weer zo snel mogelijk aan het werk te komen. De mensen die over je praten zijn kortzichtig en roddelen over je onder het genot van een kartonnen beker koffie bij Starbucks die meer kost dan wij vandaag aan onze maaltijden kunnen besteden.
Hoe heeft het in Nederland in hemelsnaam zo ver kunnen komen?
Waar zijn de dromen en ideeën van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw toch gebleven? In mijn jeugd werkte vader, zorgde moeder voor het huishouden, er was altijd iemand voor je wanneer je van school thuis kwam of je ze nodig had, en we waren gelukkig!
In de moderne tijd werken pa en ma, moet je gedwongen op school overblijven omdat je alleen niet in huis mag zijn en moet je hopen dat ze niet allebei in de file staan op weg naar huis want dan moet je bij de buren wachten tot je eindelijk naar je eigen kamer mag. En altijd die problemen over geld, nee, we zijn niet echt gelukkig meer.
En dat is allemaal de schuld van de staat en de banken die al die jaren hebben geprofiteerd van de rente op leningen voor nog grotere huizen en nog zuinigere auto’s die we niet nodig hadden en die we eigenlijk ook niet konden betalen. En nu moet de steeds sneller groeiende onderlaag van de bevolking het gelach betalen terwijl de ex-bestuurders en ex-bankiers van de top in ongepaste weelde baden. Witte boordencriminaliteit heeft te lang geloond.
In lang vervlogen tijden zat je als laaggeschoolde nooit thuis! Je belde even rond en de kans was groot dat je de volgende dag weer kon beginnen. Vrije tijd, dat was een luxe! Een privilege voor de rijken en de hogere lagen van de bevolking. Alles wat zij bezitten, en voor de arbeidersklasse onbereikbaar lijkt, is een doorn in het oog van de socialistische en communistische elite. Dus kwamen de vakbonden in actie! Eerst werd de zaterdag als werkdag afgeschaft, toen kwam de 40 urige werkweek gevolgd door een 36 urige werkweek en part-time banen. Zo moest de overdadige vrije tijd voor iedereen toegankelijk zijn.
Het door de vakbonden gelauwerde vrije weekend werd als een grootse overwinning op het uitbuitende kapitaal van de industriëlen gevierd terwijl het in de vele huiskamers heel anders werd ontvangen. Veel mensen wisten zich geen raad met die vrije tijd! Jaren lang was het vaste ritme: zes dagen werken en op zondagochtend naar de kerk, direct uit de kerk naar het café om er een paar te drinken en om uit te kijken naar de maandag. De maandagmorgen, dat je eindelijk weer aan het werk kon. Die heerlijke week bezig zijn met als beloning aan het einde van een lange zware werkdag een bord vol warm eten.
Dat vrije tijd leuk moet zijn is een sprookje verzonnen door de verkopers van overtollige consumptie. Vrije tijd is leuk wanneer je een goedgevulde portemonnee op zak hebt. De onvrijwillige vrije tijd van de werkeloze is juist het tegenovergestelde! Het is een zware verstikkende depressieve deken die over jouw en je gezin is getrokken. In een virtuele duisternis slijt je de dagen in de nooit tegensputterende hoop dat het morgen allemaal voorbij kan zijn. Hoop doet nu eenmaal leven.
Veel mensen met teveel vrije tijd worden depressief, en daarmee is voor mij aangetoond dat depressiviteit een welvaartsziekte is!
Nawoord:
Het is best grappig om na een periode van depressiviteit je zwaarmoedige gedachten te lezen. Dit stuk vind zijn oorsprong in begin juli van dit jaar en is steeds op mijn werkblad gebleven. Nu heb ik het dan toch maar afgemaakt. Het is alweer bijna drie maanden geleden dat ik heb gepubliceerd. Ik kan geen beterschap beloven want nu de donkere dagen voor kerstmis aanbreken gaat het meestal nog slechter. Maar ik doe mijn best.