Het is alweer vrijdag vandaag en week vijf van de cursus zit er voor Lyka op. De tijd gaat snel, misschien wel tè snel, voor mijn vrouw. Afgelopen week zag ik bij haar de eerste tekenen van onzekerheid. Haar taalgebruik en uitspraak worden weer slechter. Gelukkig gaat ze bijna elke middag bij haar klasgenoten, een verdieping hoger, studeren. De kleine groep studenten is fanatiek en begrijpt donders goed dat het diploma “basisexamen inburgering in het buitenland” een opstap is naar een beter leven in Nederland.



Om het voor mij ook een beetje aantrekkelijk te houden koos ik ervoor om donderdag weer eens lekker te gaan eten. Vanuit de bus en de skytrain heb ik al vele malen de “Best Beef” reclame op het restaurant gezien.
We zoeken een tafeltje en er zijn meteen al twee aantrekkelijke prijzen op het menu! Een grote koude fles bier kost nog geen twee euro en voor vijf euro per persoon kunnen we twee uur eten zoveel als we door onze kelen naar binnen kunnen krijgen. Het is Thailand, dus het is nieuw en leuk wanneer de kleine kolenkachel op tafel verschijnt. Een gietijzeren plaat erboven op en we kunnen aan de gang.
Het is voor ons even wennen aan deze nieuwe situatie! Ik speur de tafels rondom ons heen af naar aanwijzingen hoe we dit moeten gaan aanpakken. Voordat ik ook maar een idee heb wat me te doen staat komt er een serveerster aan tafel. Lyka wijst het varkensvlees aan voor twee personen en ik besteld de rijst en kimchi. Ja, Kimchi! Dat laat ik me niet ontnemen! Even later verschijnen er twee ovale bordjes met flinterdunne, met vet gelardeerde, plakjes varkensvlees. Het ijs zit nog in het vlees! Achter me, in een extra schone en goed gekoelde ruimte, zie ik een kok onafgebroken met de snijmachine heen en weer gaan. Het is hier erg druk.








Maandag breekt de laatste lesweek alweer aan! En de dinsdag de week erop is de grote dag. Het is belangrijk dat ik Lyka nu scherp hou. Ik ben er van overtuigd dat ze het kan maar het zal niet de eerste keer zijn dat iemand van de zenuwen niet meer weet wat te doen of wat te zeggen. De laatste vijf lesdagen, ‘s middags oefenen met haar klasgenoten en ‘s avonds een test op de iPad. Meer kunnen we niet doen. Laten we hopen dat het allemaal goed afloopt?