zaterdag 30 juni 2012

Thailand: Wel of geen koffers?


Pattaya (Boxing Roo (7))

Een boterham met pindakaas is het eerste wat ik vandaag tot me neem, samen met een kop koffie. Om zes uur in de ochtend, brandstof voor de doorgewinterde rugzakartiest.
‘Wie heeft niet met een pot pindakaas in zijn rugzak door verschillende delen van de wereld getrokken?’
Met weemoed denk ik aan de momenten die ik in een ver verleden door heb gebracht in een klein stadje in het zuiden van Thailand. “Narathiwat”, nog van voor de burgeroorlog of moslimopstand. Het is maar hoe je het noemen wil. Moslimvoedsel en Boeddhistische tempels. Koud bier en een avondklok in het hotel.  Hoofddoekjes en oranje gewaden. Wit brood met sardines in tomatensaus en instant noedels met een flinke lepel pindakaas. Wat was het leven meer dan tien jaar geleden zorgeloos! De enige klok die tikte was de klok van je visum, en als die bijna afliep ging je gewoon de grens over naar een buurland. Ik geef onmiddellijk toe dat er nu wel eens momenten zijn dat ik het niet meer waardeer, en daar schaam ik me dan ook voor.
Een half uur lang lig ik op mijn rug en staar ik naar het plafond en de meest gruwelijke beelden over onze achtergebleven bagage gaan door mijn hoofd. Dit is het moment voor positivisme en niet negativisme. Ik grijp mijn telefoon en bel met het busbedrijf dat de dienst tussen Pattaya en Suvarnabhumi International Airport onderhoudt. Er zijn plaatsen vrij maar ik kan niet meer worden opgehaald. Zolang ik maar voor 09:00 op het kantoor ben kan ik mee naar Bangkok om mijn twee koffertjes op te halen.
Tegenstribbelen heeft geen zin! De Thai zijn niet flexibel! En dat zit er al sinds mensenheugenis in gebakken. De keten van bevelen is hier erg sterk.
'En trouwens, waarom zou je eigenlijk flexibel moeten zijn?,
Als Thaise werknemer wordt je er persoonlijk op afgerekend als het mis gaat en  wanneer het wel goed gaat loopt je baas met jouw veren in zijn kont als een pauw te pronken. Wat er ook de uitkomst is jij wint nooit, en dat houdt veel groei in dit mooie land tegen.
In de bus zoek ik als eerste een plaatsje en verdiep in "Adriaan van Dis". Mooie verhalen over zijn Indonesische vader die in Nederland niet op zijn plaats was maar  er toch voor zijn gezin moest zijn. Wat moet die donkere man overzee in de jaren vijftig en zestig hebben geleden. Hoe mooi en ontroerend de schrijver dit kan verwoorden. Je pikt zelfs bijna een traan weg bij het lezen van zoveel onrecht.
De deprimerende en verontrustende tonen van "Vienna" (Ultravox) brengen me van de Hollandse duinen terug naar de rijstvelden en eindeloze industrieparken van Thailand.
'Ik heb nog niets van die gasten op de luchthaven gehoord!'
'Zouden de koffers wel mee zijn gekomen?'
Ik zie de twee met bruut geweld opengebroken en met goedkoop plakband dichtgeplakte koffers op mijn netvlies staan. Kleding en snoeren hangen er aan alle kanten uit. Positivisme en niet negativisme prent in mezelf in. De scheurende gitaren van Led Zeppelin's "Black Dog" peppen me op.
Precies in de pauze tussen twee nummers in gaat de telefoon, een onbekend nummer uit Bangkok. In een haast perfect engels meld een medewerker van Thai Airways dat mijn koffers gereed staan om te worden opgehaald. Ze zijn in ieder geval aangekomen!
Ruim een half uur later sta ik bij de uitgang van de aankomsthal oog in oog met een bewaker die mij de weg wil versperren. Langzaam leg ik hem in het engels uit wat er aan de hand is en wat de bedoeling is. Ik kan nog steeds niet begrijpen dat er mensen op een internationale luchthaven werken die alleen maar met hun moedertong spreken. Ook hier speelt de corruptie een rol, familie gaat nu eenmaal altijd voor. Ongeacht hun scholing of kwaliteiten.
Als hij eindelijk doorheeft dat ik niet genoegen neem met zijn antwoord, en de tijd heeft gehad om zijn engels te verzamelen, vraagt hij om mijn paspoort. Hij slaat het donkerrode boekje open en kijkt verbaasd naar het buskaartje van Pattaya naar de luchthaven.
Een snelle blik om zich heen of er geen meerdere in de buurt is en hij zegt: 'OK!'
Ik zie angst in zijn ogen, een tweestrijd tussen goed en kwaad. Hij vraagt zichzelf af of dit de juiste beslissing is. Laat hij me door en het gaat fout dan is hij de sigaar, en laat hij me onterecht niet door dan krijgt hij op z'n donder van zijn meerdere. Het is haast zielig.
Buiten het kantoor van Thai Airways zie ik onze koffers staan. Op het eerste gezicht ziet alles er perfect uit. Het meisje achter het bureau begint op een toetsenbord te ratelen en tijdens een korte onderbreking spreek ik haar zachtjes en in duidelijk engels toe.
'I have seen our suitcases outside!'
Ze kijkt op van het toetsenbord en een opgeluchte glimlach valt me ten deel.
'Can you get them please?', vraagt ze zonder een enkele emotie in haar stem.
Een minuut later sta ik met de koffers voor haar bureau. De eerste gaat met de sleutel open en de inhoud ziet er onaangeroerd en perfect uit. Dat is een enorme opluchting! Ook de tweede is ongeschonden uit Moskou aangekomen. Eind goed al goed. Een kaartje voor de terugweg is snel gekocht en ik heb voldoende de tijd om nog wat te eten voordat ik weer terug ga. Pad krapow gai, groenten, rijst en een gebakken ei. Een blikje cola en een flesje water complimenteren mijn vroege lunch. € 1,75 voor het geheel, geen wonder dat het restaurant 24 uur per dag vol zit. Eigenlijk is het voor personeel maar de toeristen weten het restaurant nu ook te vinden.
Ik heb er vaak mee gespot: ‘Waarom staan er altijd tien slanke meisjes naast de bus te wachten en ik ben opgescheept met een dikke Duitser?’
Een dikke Indiase man valt zonder wat te zeggen naast me neer op de bank die voor twee smalle Thai is ontworpen. Ik kan nog net mijn tas wegtrekken en zijn terlenka broek brand aan mijn bovenbeen. Hij kijkt me niet eens aan, hij ziet me gewoonweg niet. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is trek hij zijn schoenen en sokken uit en probeert in een kleermakerszit op de smalle zitting plaats te nemen. Dit is een belangrijk moment! Ik moet me nu laten gelden anders zal de anderhalf uur naar Pattaya een hel worden. Het blijkt niet nodig.
Na drie pogingen geeft hij op en laat hij zijn stoel met een flinke klap achterover vallen. Indiërs mogen dan wel geen Aziaten zijn maar ze slapen ook zodra ze zich in een bewegend object bevinden. Het voordeel voor mij is dat het brede bovenlichaam zich aan de achteruit geklapte rugleuning wil aanpassen. Hij wurmt en wiegelt heen en weer als een ontsnappingsartiest totdat hij een comfortabele houding voor zijn veel te grote lichaam heeft gevonden. Vijf minuten later is hij in diepe slaap en ik luister naar “Movin’ On” van “Bad Company”.
Terwijl ik vecht tegen de slaap probeert de man in zijn slaap mij door de zijkant van de bus naar buiten te werken. Door het schuren van zijn kunststof pantalon begint mijn linker dijbeen te gloeien. Totdat ik er genoeg van krijg en tijdens een plotselinge inhaalmanoeuvre van de bus mijn hele gewicht in de worsteling gooi. Hij wordt wakker, wrijft in zijn ogen, kijkt me aan en zegt nog steeds geen woord. Maar mijn plan is gelukt en de laatste dertig minuten zijn nog redelijk aangenaam.
Een minibusje dropt me voor de Boxing Roo af en eenmaal binnen controleren Lyka en ik de inhoud van onze koffertjes. Alles is er nog en alle zorgen zijn voor niets geweest! Mijn complimenten aan Aeroflot en Thai Airways, ik zou zo weer met Aeroflot vliegen als de prijs goed is. Alleen de volgende keer zal ik het probleem van de bagage wel incalculeren.
Met deze opsteker zijn we beiden opgewekt en blij. Alle chocolade heeft de vertraging overleefd en ook is alle elektronica heel aangekomen.
‘Laten we vanavond maar een visje gaan eten op de goede afloop!’, zeg ik tegen Lyka die het meteen een goed idee vindt.
Een visje eten is hier in Pattaya, en overigens bijna overal in Azië een klein feestje. De beste en nieuwste kleding wordt door Lyka opgesnord en gepast. Aan/uit, aan/uit, dat vrouwelijke trekje wordt me teveel en ik vertrek om naar de MotoGP te gaan kijken. De TT van Assen, traditioneel altijd op de laatste zaterdag van juni.
Wanneer Lyka een uurtje later in de bar verschijnt ziet ze erg leuk maar niet bijzonder uit. We nemen afscheid en gaan op pad naar “Kiss Food & Drink” die tijdens onze afwezigheid is omgedoopt tot de “New Kiss Food & Drink”. Het interieur heeft een nieuwe laag verf gekregen en ik kijk om me heen of ik nog iemand herken van de bediening. Nee dus! Een hele familie is waarschijnlijk in één klap werkeloos geworden. Maar het personeel interesseert me niets, het gaat om de keukenbrigade die waarschijnlijk ook wel vernieuwd is.
Ervaringen uit het verleden maken dat je hier op een speciale manier moet bestellen. Je besteld namelijk eerst het gerecht wat de meeste tijd nodig heeft om bereid te worden. Zodra dit geserveerd wordt bestel je meteen de rest. Dit om te voorkomen dat je een kwartier met een bord patat voor je neus zit te dubben.
‘Zal ik het nu opeten nu de patat nog warm is, of zal ik de koude patat voor bij de vis bewaren?’, een moeilijke beslissing.
De gebakken vis verschijnt sneller dan verwacht en de verbaasde serveerster neemt de rest van de bestelling op. Patat, witte rijst en een gebakken garnalen met asperges. Het is een feestmaal!
Dit alles voor slechts € 12,50 inclusief twee biertjes en een flesje water. De bediening was perfect en de snelheid waarmee de gerechten werden geserveerd kan zo naar het Guinness Book of Records. Nu is dit niet iets dat lang zo zal blijven want hier in Thailand weet je nooit wanneer het klad er weer in komt, maar dat het komt staat als een paal boven water.
Ik kijk, terwijl ik de laatste slokken Singha Bier uit mijn flesje drink, eens goed om heen om de gasten van deze badplaats te bekijken. En het is een cliché geworden!  Ondanks alle leugens en cijfers dat het toerisme in de lift zit ziet een kind dat het klad er nu goed in zit. De meeste vakanties in Europa zijn begonnen en hier bij één van de drukste restaurants van Pattaya staan er meerdere tafels leeg. Je kan om half negen zo neervallen terwijl ik me nog wel tijden kan herinneren dat de een kwartier moest wachten voordat je met iemand moest vechten voor een tafeltje.
Ook lijken de badgasten en toeristen veranderd! De barren gevuld met gewillige meisjes en oudere vrouwen zijn angstig leeg. Uitzondert een eenzame man, die zonder schmink zo in een griezelfilm kan spelen, zoekend naar warmte en liefde. De meesten van zijn makkers zijn allang verdwenen naar nieuwe locaties waar het bier goedkoper is en de meisjes nog om aan te zien. Het aanbod van luie vrouwen uit de Isaan die op zoek gaan naar een suikeroom uit een Westers land mag dan enorm zijn gegroeid maar de kwaliteit is zeker achter gebleven. De gemiddelde leeftijd van de dames is haast verdubbeld. Met als gevolg dat er nieuwe Pattaya’s uit de grond zijn geschoten in Laos, Cambodja, Vietnam en de Filipijnen. Want € 2,50 voor een flesje bier en het gezeur over haar arme familie aanhoren van een oud kadaver is voor velen de laatste druppel geweest die de emmer heeft doen overlopen.
Een biertje bij een oude bekende leert ons dat “The Meetingpoint” ondertussen ook van eigenaar is gewisseld. Geen livemuziek meer maar lekkere muziek uit de jaren 70, zoals vroeger toen je hier naar een barkruk moest zoeken. Maar ook hier zitten er niet meer dan acht verveelde bierdrinkende getatoeëerde mannen binnen waarvan ik verdenk dat er de nieuwe baas en een paar vrienden tussen zitten.
Een laatste slok bij “Malee Bar” en dan naar huis. Hier is het zo gezellig dat we maar blijven zitten en wanneer we om half twee weer thuis komen hebben we nog wat te eten uit de 7-11 meegenomen. Microwave snack en dan naar bed!
Laten we maar hopen dat de jetlag morgen in bed achter blijft.

vrijdag 29 juni 2012

Thailand: Jetlag


Pattaya (Boxing Roo (7))

Na de gezellige avond, om twee uur in bed, in combinatie met jetlag en de vermoeidheid was het signaal van de wekker niet echt welkom. De twee signalen van 08:00 en 09:00 werden met een beetje tegenzin weer uitgedrukt. Ik had me écht voorgenomen om op zijn laatst om negen uur op te staan maar het nasudderen  duurt bijna 5 uur. En deze vijf uur is precies het tijdverschil tussen Nederland en Thailand. En dit verschil in de biologische klok noemt men nu “jetlag”!
Om ietsjes over twee uur in de middag sleep ik mezelf uit bed. De 27 graden op het kleine scherm van de airconditioning voelt koud aan op de huid. Ook dit voelt vreemd aan in deze wereld waar ik vandaag ontwaak. Eergisteren was 20 graden niet eens warm, laat staan koud.
Als eerste zet ik natuurlijk als in een strak ritueel mijn MacBook Pro aan. Als tweede neem ik de iPad op deze ochtend staat de gratis “Metro krant” al klaar. Het voelt vreemd want het is al 30 graden buiten en de zon staat hoog aan de hemel. De warmte raakt me als een mokerslag en omsluit me als een enorme wurgslang die langzaam de adem uit me wil persen. Welkom in de tropen!
Na een klein ontbijt van een sneetje uitsmijter ham moet ik dan toch maar aan de slag. In de zon wordt het nog warmer, zeker wanneer ik mijn motor, die drie maanden heeft stilgestaan, naar de winkel aan de overkant van de straat moet duwen. Het zweet gutst van mijn voorhoofd en in het shirt op mijn rug verschijnt al snel een grote donkere vlek van mijn overtollige lichaamsvocht. Mijn hart bonst onregelmatig als een gek in mijn borst. Toch weer teveel bier gedronken vannacht!
Op een klein houten stoeltje bekijk ik geïnteresseerd de handeling van de monteur. We kennen elkaar al jaren en drie brommers terug was hij al mijn vaste monteur. Hij rent meteen op me af als hij me ziet aankomen, verzekerd van een fooi die voor zijn middageten zal betalen.
Ik krijg van hem op mijn donder omdat ik de vacuüm benzinekraan drie maanden open heb laten staan. Alles in de carburateur zit vast en er zit maar één ding op, een totale demontage. De geur van verstaalde benzine stijgt op in de werkplaats, de geur van oude verf komt nog het dichtste erbij. Eén voor één verlaten kleine onderdelen het spuitgegoten stuk metaal.
Mijn hart komt langzaam tot rust en mijn lichaam past zich aan de hogere temperaturen. Alleen uit mijn knieholten lopen kleine stroompjes zweet langs mijn kuiten naar beneden. Het werk aan de motor vordert gestaag, een nieuwe pakking nadat alles is schoongemaakt. Een nieuwe bougie, en een honderd milliliter benzine die zonder schroom uit een andere brommer van een klant wordt geheveld.
Kijkend alsof hij het licht zelf heeft uitgevonden drukt de monteur zelfverzekerd op de startknop. Zonder een moment te aarzelen komt mijn stalen paard tot leven. 1125 Thaise Bahtjes voor het werk en een nieuwe accu. Het korte stukje terug rijdt ik zonder helm. En dan tanken en wat boodschappen doen.
De tijd loopt hier net zo snel als in Nederland alleen voor mijn gevoel is het nog ochtend als we om half zes aan de lunch zitten. In mijn gedachten loop ik door de laatste jetlags die me hebben geteisterd. Twee jaar geleden had ik de vicieuze cirkel pas na tien dagen kunnen doorbreken. Niet dat dat een record is want ik ken persoonlijk mensen die wel negen weken een jetlag hebben.
Nu zie ik jullie denken: ‘Is dat niet oncomfortabel?’
‘Nee, voor sommige personen niet écht, het is meer een zegen!’
De persoon in kwestie gaat gewoon elke nacht tot vijf uur op stap en slaapt dan tot een uur of één in de middag. Na een week is het best wel lachen als hij zich 's avonds heel erg laat haast om net voor sluitingstijd in een Hollands restaurant nog een karbonade met gebakken aardappels naar binnen te werken. Deze mensen hoeven in principe niet eens de tijd op hun horloge te verzetten. Ze blijven leven in de West-Europese tijd.
Maar ook zelf heb ik om een half uur voor middernacht nog avondeten nodig. Opnieuw wat Thais, gebakken bamboescheuten met kip en instant noedels. Lekker pittig en dat blus ik met een ijskoud Leo biertje.
Tegen beter weten in leggen we rond één uur onze hoofden op de kussens om te gaan slapen, maar na drie uur draaien en denken sta ik maar weer op. Lyka heeft hetzelfde probleem alleen maakt dit voor een Aziaat uit deze regionen niets uit. Die slapen gewoon als ze weer slaap hebben.
En zo zit ik hier om vijf uur in de ochtend een verhaal te schrijven, je moet er wat voor over hebben.

donderdag 28 juni 2012

Thailand: De leugen

Pattaya (boxing Roo (7))

Het was een erg korte en zeer onrustige nacht in het vliegtuig. Elke passagier die me passeerde op weg naar en van het toilet schopte me tegen mijn, in het smalle gangpad liggende, been of tikte mijn elleboog van de leuning. Ook de steeds spelende en wisselde kleuren op het oude beeldscherm hoog boven me hielden me uit mijn slaap. Zelfs met gesloten oogleden registreerde mijn netvlies nog inkomend licht. De oordoppen werkten gelukkig wel.
"I feel free" van Brainbox was de eerste muziek voor vandaag en hoe toepasselijk klonken deze noten van Caz Lux en Jan Akkerman. Voor een moment dwalen mijn gedachten af naar onze felgele en zwarte koffers.
'Staan ze nog in Moskou?'
'Of zitten ze echt in de buik van dit oude overvolle vliegtuig?'
Positivisme, dat was de filosofie waarmee ik in de toekomst wilde leven. Geen doemdenken meer, maar er gewoon van uitgaan dat alles op zijn pootjes terecht zou komen.
Het ontbijt wordt geserveerd en de passagiers om ons heen kijken vreemd omdat we een voorrangspositie genieten. Twee keer omelet met gebakken aardappelen staan voor ons op de kleine ongemakkelijke uitklaptafeltjes. Die twee ontbijtjes had ik gisteren al geregeld. Bij het diner hadden we alleen nog de keuze uit vis of vis, en ik wilde niet opgescheept zijn met de laatste pannenkoeken! De stewardess had het begrepen en mijn wens uit laten komen.
De jonge fragiele donkere stewardess kijkt me recht in de ogen en brengt een ontwapende glimlach op haar gezicht. Flirt ze met me terwijl ik naast mijn pasgetrouwde vrouw zit? Mijn ego wordt gestreeld en zoals elke man van mijn leeftijd die door een jonge vrouw wordt beflirt wordt ik er een beetje verlegen en trots van.
Tijdens de tweede ronde komt de koffie en thee. Met een nieuwe glimlach neemt ze onze bestellingen op. Ik raak haar hand per ongeluk zachtjes aan als ik de koffie van haar aanneem. We wisselen blikken uit en voor een moment kijken we elkaar in de ogen. Er is duidelijk contact. Een vluchtig contact omdat we beiden weten dat we elkaar waarschijnlijk nooit meer zullen zien.
'I put a spell on you', van de Creedence Clearwater Revival en ik ga verder met het schrijven van mijn verhalen op de iPad. Dat vernuftige stukje elektronica moet straks mijn laptop kunnen vervangen. Na zes maanden is Lyka's interesse al een stuk minder en ik kan nu eindelijk experimenteren. Het lezen van ebooks gaat fantastisch en ik neem me voor om straks nog een stukje Adriaan van Dis over ons voormalig Nederlands Indië te lezen. Een onderwerp dat me steeds meer intrigeert.
Maar de grootste verandering voor gisteren en vandaag is wel dat ik weer kan schrijven. Als een vulkaan die zonder een aankondiging tot uitbarsting komt. Een bron die midden in de woestijn ontspringt en een nieuwe oase creëert.
'Waarom kan ik in Zaltbommel altijd zo moeilijk schrijven vraag ik me hardop af.'
Maar aan de andere kant wil ik het antwoord ook niet horen. Het zal wel met thuis te maken hebben, en thuis gaan nu eenmaal de meeste mensen dood.
De landing op Suvarnabhumi International Airport neemt wat meer tijd in beslag dan we gewend zijn. Ik zie op mijn GPS dat we door de vluchtleiding in een circuit zijn gezet. De Russische toeristen die Thailand voor het eerst zien hangen met z'n drieën om de kleine vierkante raampjes om zoveel mogelijk van dit mysterieuze en magische land te zien. Rijstvelden en industrie met hier en daar een gouden tempel die schittert in de opkomende ochtendzon.
Applaudisserende vakantiegangers zodra we de schok van het vliegtuig op het beton van Bangkok voelen. Dat moeten de Russen echt menen! Het is nog niet zo heel lang geleden dat de Iljoesjin's, Sukhoi's, Tupolev' en Antonov's met bosjes uit de lucht kwamen gevallen. Het gerucht dat de Europese landen Aeroflot hebben verboden om op hun landen te vliegen is niet waar. Het kwam voort uit de boycot van de NATO dat ze alleen op het vliegveld van Shannon in Ierland mochten landen op weg naar de Verenigde Staten.
De immigratie is geen probleem en het wordt nu erg spannend voor onze bagage. Band 15, langs de enorme bagagecarrousel zien we onze medepassagiers staan en ook de kleine donkere stewardess staat aan de kant naast de langzaam voorbijkomende koffers en rugzakken.
'First Bag Flight SU 0270', staat op het informatiebord.
Wij wachten en wachten totdat onze nachtmerrie werkelijkheid wordt. Een man met een papier met mijn naam erop kijkt me verontschuldigend aan.
' Your bags are still in Moscow', en daar kunnen we het dan mee doen.
In een kantoor wordt ons de procedure uitgelegd die voor de late bagage geldt. Over dat bezorgen krijg ik meteen een slecht gevoel dus kies ik voor de optie om het zelf maar met de bus te gaan ophalen. Deze € 10,- kunnen we wel leiden na de super lage prijs van de tickets.
In de bus van 10:00 op weg naar Pattaya denken we er over na wat er allemaal in die twee kleine koffertjes is achtergebleven. De chocolade geeft nog de meeste zorgen. Twee dagen in de hete Russische zomer zou alle kleding van Lyka kunnen verpesten.
Met één oog dicht rijden we naar onze eindbestemming. Eenmaal in Pattaya zien we dat er weinig is veranderd, drie maanden mag dan voor ene niet zo lang zijn maar hier gaat alles normaliter heel snel. Uitgeput vallen we op het bed neer voor een kort slaapje dat zonder het te beseffen een flinke slaap wordt.
Om iets over zessen zit ik in de kamer aan mijn eerste grote fles Leo bier. Het bier smaakt anders! Het smaakt schraal en naar vakantie. Er zijn veel mensen die hun vakantie willen vieren ver van huis maar het moet wel zo zijn als thuis. Het moet vertrouwd zijn! Een karbonade, tomatensoep en menigeen rijdt meer dan tien kilometer op zijn gehuurde brommertje om een frikadel te kunnen eten, naturel of speciaal. Het liefst samen met een groep klagende Nederlanders dat ze niet zo goed smaken als bij de snackbar om de hoek, en dat geklaag maakt het feest compleet. Nederlanders klagen nu eenmaal graag, ook op vakantie.
Voor mij is de verandering juist de spijs die ik wil eten! Eten en drinken is mijn leven. Sober voedsel, de brandstof voor de arme arbeider. Geen zware of lichte sauzen op vlees en groeten meer, maar gewoon wat Jan met de pet in deze verre landen eet. En dat zet me soms ook voor verrassingen. Een MacDonald's ontbijt is niet voor niets heel populair in Japan, Hong Kong of Singapore. En toch smaakt die Big Mac in die landen anders! Het is de entourage en de omgeving die de Griekse salade op Kos of de pruimtomaten in Italië beter doen smaken.
Na de gebakken rijst voor de lunch kruip ik maar weer zelf achter het geïmproviseerde fornuis om de geuren en smaken van Azië met eigen hand te mengen.
Een mooie simpele maaltijd, het wordt nu tijd voor een paar biertjes in de stad met oude bekenden. En die paar biertjes lopen uit de hand. Samen met Jeff, die net terug is omdat hij de begrafenis van zijn vader heeft bijgewoond, lopen we de stad in.
Ver komen we niet want mijn stamkroeg is verbouwd en er is weer zo’n buitenlandse gek in vakantiestemming die voor een paar duizend Baht een feest geeft inclusief een varken aan het spit en Thais entertainment. Een laptop spuugt via enorme boxen van abominabel slechte kwaliteit onverstaanbare muziek. De leider is geschminkt zoals ik wel eens op de Thaise tv heb gezien. De werkende meisjes zingen met een vleugje heimwee de evergreens uit de Isaan.
‘Ja, die Thai kunnen wel feest vieren!’, zeker wanneer een buitenlander de rekening betaald.
Later dan gepland neem ik afscheid van Jeff die nog wat langer blijft. Moe en voldaan val ik een uur later op bed neer. Lyka schakelt ook haar MacBook uit en kruipt nadat ze het licht uit heeft gedaan naast me onder het dekbed. Het is goed om weer onderweg te zijn. Het is alsof er weer nieuwe kracht en energie in me is gevloeid.

woensdag 27 juni 2012

Thailand: Op weg naar mijn andere leven

Ergens boven Azië (Aeroflot Boeing 767)

Na bijna drie maanden in Nederland te zijn geweest waarin het ene na het andere neerslag en lage temperatuur record werd gebroken was het eindelijk weer tijd om op pad te gaan. We zijn er allebei aan toe. We hadden ons er meer van voorgesteld en van onze plannen waren er maar weinig gerealiseerd. Thuis zijn betekend werk! Na al die jaren op reis te zijn geweest en mijn verantwoordelijkheden voor me uit te hebben geschoven was het nu tijd om die achterstand, al of niet met tegenzin, in te halen.
De eerste weken waren nog wel leuk geweest met enkele hoogtepunten maar daarna ging het snel bergafwaarts. We hebben veel minder van Nederland gezien dan we van plan waren en hebben veel minder gefietst dan we wilden. Kamperen kon helemaal al niet en een blik op de weersverwachting liet je ook weten om er volgende week niet over na te denken.
Wat denken jullie van deze temperaturen?
Klagen heeft geen zin dus laten we maar hopen dat het volgend jaar allemaal beter gaat!
Op weg naar het station van Zaltbommel zeggen we gedag tegen Jan-Hein die vanochtend tegen beter weten in zijn teenslippers heeft aangetrokken. Een klein leren bloemetje scheidt zijn grote teen van de kleinere buurman. Het is grijs en de lucht staat op motregen die zich al laat zien voordat we op het troosteloze kleine moderne station van Zaltbommel aankomen. Gelukkig kan je er nu weer een bekertje koffie kopen en jezelf een beetje opwarmen.
Privatisering en marktwerking hadden het helemaal voor de consument moeten worden. Treinen en stations zonder toiletten, en als je een toilet hebt gevonden dan kun voor fl. 1,10 door een geautomatiseerd poortje naar een vies toilet om je behoefte te doen is het resultaat. De vriendelijke toiletjuffrouw is nu een herinnering uit een ver verleden. Want wie wil er eigenlijk vandaag de dag nog toiletten schoonmaken? Daar zijn we met zijn allen toch allemaal veel te goed voor!
Positivisme! Dat klinkt me als muziek in de oren! En dit gevoel komt over me wanneer ik Joep naast de kleine vuile wachtruimte door de gang naar het perron zie lopen. Joep heeft een dalurenkaart, net als ik, en dan zie je elkaar vaak bij de eerste trein na negen uur 's morgens op het station. Lyka kijkt vreemd op van de deze vreemde man die als een gangster, inclusief zwarte hoed, uit een oude film met een vioolkoffer onder zijn arm door het land reist.
Ik heb Joep een paar jaar geleden op weg naar Dublin voor het eerst ontmoet. Een excentrieke vriendelijke man die graag een deuntje op zijn viool in de trein speelt. Onze eerste ontmoeting zal ik niet snel vergeten. Ierse volksmuziek in een gele Hollandse sprinter op weg naar Schiphol. Wat kan het leven toch mooi zijn!
Ook vandaag speelt hij een deuntje. Maar wanneer het openingsnummer "het Wilhelmus" is dan kijken enkele passagiers met een vraagteken op hun gezicht om. Zouden we een nieuw trauma hebben overgehouden aan de roemloze uitschakeling voor het EK voetbal?
Vrolijke tonen volgen en de medereizigers in de trein genieten van de muziek. Twee dames op weg naar Den Haag hebben een verzoeknummer en Joep laat zich dat niet twee keer vragen. De conducteur staat op het punt om een einde aan dit miniconcert te maken wanneer de beide dames in koor hem laten weten dat ze erg genieten van het vioolspel, de sportieve conducteur druipt onverrichterzake af.
Op Utrecht CS scheiden onze wegen en ik neem afscheid alsof het vanzelfsprekend is dat we elkaar in september weer in de trein van iets over negen zullen ontmoeten.
De aansluiting verloopt vlekkeloos en een snelle blik op de speciale applicatie van de NS verteld me dat er geen vertragingen te verwachten zijn. En da's natuurlijk mooi meegenomen.
Geen problemen bij het inchecken en geen problemen bij de immigratiedienst. Wel een paar vragen maar verder niets. Deze eerste keer samen in Nederland met mijn kersverse vrouw is nu echt aan een einde gekomen.
Een paar biertjes voordat we aan boord gaan en dan het vizier op de komende weken in Thailand en Maleisië. Bijna twintig minuten later dan gepland komt de Airbus 321 los van het beton van de startbaan. Ik maak me niet echt zorgen maar het moet toch niet veel langer gaan duren! Twee en een half uur later komt er nog een opmerking over een vertraging van vijftien à twintig minuten. En nu wordt het dus wel een probleem! We hebben minder dan een half uur over om van de aankomst naar de vertrek gate te komen en dan moeten we ook nog een keer door een paspoortcontrole en een röntgenscanner. 'Als dat maar goed gaat!'
Als ik een langlopende stewardess aanklamp om ons probleem voor te leggen vindt ik gelukkig een luisterend oor. Binnen enkele minuten is ze terug met de mededeling dat we net voor de landing naar de business class kunnen om zo snel mogelijk aan de gate voor onze vlucht naar Bangkok te zijn.
Maar het is geen gate! Het vliegtuig wordt geparkeerd op een grote plaat beton een eind van "Terminal F". De tijd gaat tergend langzaam als je moet wachten terwijl je weet dat er aan de andere kant van het vliegveld een vliegtuig op je staat te wachten.
Dit is zeker niet het moment om bescheiden te zijn! Met grote ogen en een open mond volgt Lyka mij naar het speciaal voor de passagiers van de business class klaarstaande minibusje. Zelfs de passagiers kijken ons vreemd aan. Zij zijn natuurlijk niet gewend aan backpackers in de business class!
De chauffeur kijkt ons ook vreemd aan maar zegt geen woord. Waarschijnlijk spreekt hij ook geen woord Engels, dus het maakt hem toch niets uit. Dan worden er weer vijf minuten opgeteld bij de vertraging omdat een deur hermetisch gesloten blijft. Ik wordt bijna gek van deze wanvertoning. In mijn gedachten liggen we al in Russisch twee sterren hotel te wachten tot onze vlucht de volgende dag vertrekt.
De deur gaat open en zonder een woord te zeggen rennen we naar de transit balie. Twee dikke geblondeerde vrouwen voelen zich in hun gezellige onderonsje gestoord en dat laten ze ons duidelijk merken.
'Wait there!', snauwt de jongste en wijst naar twee doorgangen waar de paspoorten gecontroleerd moeten worden. De hokjes zijn leeg en de rolluiken zijn naar beneden. Ik begin nu echt zenuwachtig te worden! Er verschijnt nu weer een dikke vrouw die zich onderscheid door een donkere haarkleur en een echt uniform.
Voor vriendelijkheid een drie en voor engels een twee plus. En weer zijn er kostbare minuten verloren gegaan!
Na een snelle scan rennen we naar gate 41. Helaas heeft een van de blonde monsters ons het verkeerde gate nummer gegeven. De dames van gate 39 vertellen ons dat we toch ècht bij gate 42 moeten zijn. Een flinke sprint terug en de gate is gesloten! Ik kan mijn ogen niet geloven en klamp meteen een medewerkster aan met het verhaal van vlucht 2551 uit Amsterdam en de enorme vertraging die we hebben opgelopen.
Met frisse tegenzin begint ze te bellen terwijl ik steeds met onze paspoorten en instapkaarten voor haar neus zwaai. De klok tikt maar de Boeing staat nog aan de gate en de deur is open. Na enkele minuten, die uren leken, krijgen we groen licht om aan boord te gaan. Er valt een grote last van me af.
Maar dat is niet voor lang!
'En onze bagage dan?'
Met z'n tweeën zitten we beteuterd te bedenken wat er allemaal met de bagage mis kan gaan. Voor het eerst heb ik er ook nog kostbare fotoapparatuur in zitten. En dan zou het ook nog eens fout gaan? Slaat het noodlot meteen op de eerste dag toe?
De stewardess stelt ons gerust dat we ons geen zorgen moeten maken. Onze bagage moet zeker aan boord zijn anders was het vliegtuig niet vertrokken. Daar doen we het dan maar mee! We kunnen er toch niets aan veranderen. Laten we maar blijven zitten en wachten tot het eten komt. Ik heb trek als een paard van al dat heen en weer geren.
De passagiers van de oude Boeing 767 maken zich op voor de lange slapeloze nacht. In mijn oren klinkt de muziek van "The house of the rising sun" en ik verbaas me opnieuw dat ik plotseling weer kan schrijven. Met zachte muziek in mijn oren probeer ik de slaap te vatten zodra de lichten in de cabine door de vriendelijke stewardess worden uitgedaan.
'Welterusten, morgen wordt ik wakker in een heel andere wereld!"


Geschreven met BlogPress op mijn iPad, foto's worden zo snel mogelijk toegevoegd.
Copyright/Disclaimer