zondag 19 oktober 2008

Maleisië, “Raceday” in Kuala Lumpur

Kuala Lumpur, 19/10/2008

Fris, wel heel erg fris stond ik om iets over half zes naast mijn bed. En dat was wel eens anders geweest in het verleden. Het eerste daglicht kroop door de vitrages van mijn kamer terwijl het water begon te borrelen in de waterkoker op mijn kamer. Vele malen heb ik er over nagedacht om op zoek te gaan naar een iets goedkoper hotel in Kuala Lumpur maar de ligging van het “Fortuna Hotel” is toch wel ideaal. Tien minuten lopen van de Petronas Twin Towers, een kwartiertje naar Chinatown en direct achter Bukit Bintang.
Mijn eerste kopje koffie van de dag smaakte me uitstekend en terwijl ik me stond af te drogen probeerde ik te tellen hoe vaak ik al in Kuala Lumpur was geweest. Uiteindelijk gaf ik het maar op en boekte het onder de noemer “ontelbaar”. Heel vaak hebben de mensen mij gevraagd wat ik toch moet in die vreselijke stad. Vreselijke stad? Het antwoord is niet eenvoudig maar ik zal het toch proberen. Denk eens goed na of je het naar je zin hebt in de grote steden van Azië. Bangkok, Hong Kong, Seoul, Jakarta, Singapore, Kuala Lumpur enz. Enz. De meeste mensen houden niet van de Aziatische steden, de vervuiling, het lawaai, het verkeer en de miljoenen inwoners van de steden boezemt veel bewoners angst in. Deze mensen houden dan meer van kleinere steden, het platte land en de stranden. Dat laatste is nu net weer waar ik niet gek op ben, ik vindt het zonde van de tijd om zo bewegingsloos op het zand te liggen. Ik hou van steden omdat die leven en er altijd wat te ontdekken valt.
Met de krant in de hand liep ik door de koele straten naar de McDonald’s om de hoek van het hotel. Twee broodjes ei met een koffie, bijvullen gratis tot elf uur. De vriendelijke meisjes met hoofddoekjes herinnerde mij voor de tweede keer vandaag aan de kortzichtigheid van de Europeanen ten opzichte van Maleisië en de bijbehorende Moslims. Het is niet de Islam of de Koran die de problemen veroorzaken in Nederland en de rest van de wereld! Nee, het zijn de mensen die het, ten onrechte, als wapen gebruiken voor hun ideologie. Hoofddoekjes zijn echt niet storend, vergeet niet dat in de jaren zestig bijna elke Nederlandse vrouw niet zonder een hoofddoekje de straat op ging.
Wegens het vroege uur was het natuurlijk nog niet zo druk onderweg. Snel overgestapt van de monorail naar de bus en weer verder op weg naar het “Sepang F1 Circuit”. Ze hebben het hier de loop van de jaren wel geleerd hoe ze het vervoer van en naar het circuit moeten regelen. De bussen zijn een uitkomst en natuurlijk geen partij voor de snelle en erg dure “KLIA Airport Express”. Én, we werden nu precies voor de ingang van de hoofdtribune afgezet. Nadat ik de juiste informatie had gekregen over de terugreis naar KL Sentral liep ik de gezellige markt voor de hoofdingang op.
Het moet ongeveer vijfentwintig jaar geleden zijn geweest dat ik een motorrace heb bezocht. Natuurlijk racete er niemand meer mee die toen actief was en ook de motoren en hun techniek zijn enorm veranderd. Daar zat ik dus fout! De 125 cc klinkt en ruikt nog precies als vijfentwintig jaar geleden. Ook de 250 cc heeft op het eerste weinig uiterlijke vooruitgang geboekt. Maar de hoofdklasse, de MotoGP, is wel enorm veranderd. Ik vond het een mix van superbikes met de oude 500 cc klasse, en wat zijn die machines snel. Het donkerbruine geluid van de viertakt galmde onder het afdak van de hoofdtribune en mijn oordoppen waren niet overbodig. Het lawaai en het zien van de racemachines was enorm opwindend en ik kreeg er kippenvel van. Om over de race te schrijven is een beetje moeilijk, de spanning van de hoofdrace was niet echt te voelen omdat de wereldkampioen al bekend was.
Wat me wel opluchtte was een gesprek met een Canadees die met zijn vrouw en drie kinderen voor me zat. Het ging over racen en koetjes en kalfjes totdat hij zijn bloedsuikermeter te voorschijn haalde en meting verrichtte. Hij keek me verbaasd aan en ik stelde hem op de hoogte dat ik ook een diabetespatiënt ben. Hij toverde zijn twee insulinepennen te voorschijn en prikte links en rechts van zijn navel.
Als het zo gemakkelijk kan dan hoeft het toch echt geen beperking te zijn? Laat ik eerst maar weer proberen om alles op een normaal pijl te krijgen met medicijnen en als ik moet gaan spuiten dan is het niet anders. Ik ben er niet bang voor en ik zal er zeker niet depressief van worden.

Voldaan liet ik op de terugweg in de bus de mooie dag de revue nog eens passeren. Volgend jaar weer, dat weet ik zeker. Ik had zin in een koud biertje in China Town en in een heerlijk bord rijst met groenten. Die laatste was heerlijk maar aan de eerste ben ik niet meer aan toe gekomen. Moe van de hele dag zitten zocht ik om half negen mijn bed op. Deze keer vlieg ik namelijk ook op maandag naar Bangkok zodat het geen slechte zaak was dat ik fit op de luchthaven zou verschijnen. Nog één nachtje slapen en ik ben weer in mijn geliefde Thailand.

zaterdag 18 oktober 2008

Maleisië, het begin van een opwindend weekend

Kuala Lumpur, 18/10/2008

Er zijn twee reden waarom ik mijn reis voor deze winter aanvang in Maleisië, en ook nog maar voor vier dagen. De belangrijkste is dat ik de MotoGP op het circuit van Sepang wil bezoeken en de tweede reden is het eten. Ik heb er bijna twee weken naar uitgekeken om me weer in de wereld van de Aziatische keuken te storten. Maleis, Chinees en Indiaas eten om je vingers bij af te likken. Helaas is Maleisië in de ogen van de leken een islamitische staat waar niets kan en mag. Het is er totaal anders maar er is geen moeilijker gevecht dan tegen de vooroordelen van een mens. Ontelbare keren heb ik geprobeerd uit te leggen wat de mensen in Maleisië zouden kunnen verwachten, tevergeefs. Maar de vrienden die ik heb kunnen overtuigen om een keer met me mee te gaan waren altijd onder de indruk van de vriendelijkheid van de mensen en de schoonheid van het land.
Nadat ik een bakkie koffie had gedronken en mijn iPhone van de chip had voorzien, en hij werkt, ging ik aan boord van de Airbus A320 van Thai Air Asia. Ook over deze budget luchtvaartmaatschappij gaan de wildste geruchten, ik kan jullie verzekeren dat het één van de beste en veiligste maatschappijen is waar ik ooit mee heb gevlogen. Mijn plannen zijn dan ook dat ik in de toekomst met Air Asia zal blijven vliegen. De Budgetmaatschappij doet het ondertussen zo goed dat ze alweer een nieuwe terminal aan het bouwen zijn, én net buiten de oude terminal een budgethotel wordt gebouwd.
Het is lekker als je de weg weet en niet hoeft te zoeken. De vermoeidheid van de reis voelde ik niet eens. Van de KLIA-LCCT naar de Sentral Stesen in Kuala Lumpur met de bus. Dan met de metro van Sentral Stesen naar Pasar Seni en een stukje lopen naar het Puduraya Busstation. Opstappen op een bus van de KKKL naar Melaka en een stadsbus naar “ ‘t Stadthuys”. Over de brug links en dan rechts om de hoek vindt je de “Heerenstraat” waaraan het kleine knusse hotel “Heeren Inn” ligt. Mijn vaste kamer was wegens onderhoud niet beschikbaar. Maakte me eigenlijk weinig uit want ik was toch maar voor twee nachten in Melaka.
Waarom maar voor twee nachten? Ook tijdens deze korte reis wilde ik mijn vrienden in Melaka zien. Mr. Teng van het Discovery Café, Mr. Aw van de Heeren Inn en natuurlijk Bennie en Ringo. Veel heb ik niet gedaan tijdens mijn verblijf in Melaka, lekker eten en een paar biertjes gedronken en gelukkig heb ik ook Patrick weer gezien.
De zaterdag kwam snel en al heel vroeg zat ik achter mijn McDonalds ontbijt in het busstation van Melaka met een koffie, gratis bijgevuld tot elf uur, en een krantje. Vreemde dingen staan er in de krant in vreemde landen. Al vaker heb ik er over nagedacht om een paar van deze vreemde zaken te melden. Helaas is het wegens tijdgebrek nooit van gekomen. Misschien later.
Wegdromend, met mijn blik op de oneindige doorzichtige palmolie plantages, en de muziek uit mijn iPhone in mijn oren ging ik op weg naar Kuala Lumpur voor de MotoGP. Voor het tweede jaar op rij welteverstaan. Vorig jaar had een spijsverteringsprobleem roet in het eten gegooid, ik dacht terug aan de verschrikkelijke krampen en de zondag die ik vorig jaar in bed had doorgebracht. Deze keer zou het hopelijk anders zijn!
Bij het zien van de kleine luchthaven in KL wist ik dat ik dicht bij mijn bestemming was. Ik had nog geluk ook, de bus stopte bij een station van de monorail en dat gaf me behalve een half uur tijdwinst ook het voordeel dat me een flinke wandeling bespaard bleef. En zo stapte ik voor de zoveelste keer het Fortuna Hotel binnen. De mensen achter de receptie begroette me weer vriendelijk en het was net of ik weer thuis kwam. Ik moet toegeven dat het allemaal een beetje gejaagd en chaotisch is dit korte bezoek, maar ik wil het toch absoluut niet missen. Direct vanaf het hotel ging ik naar de Petronas Torens waar ik in het KLCC een heerlijke lamskebab zou nuttigen als lunch. Misschien klinkt het een beetje overdreven maar ik heb er al weken naar uitgekeken om hier weer te eten. Natuurlijk zijn de torens ook weer verschrikkelijk mooi om te zien!
Nu gebeurde er echter iets vreemds! Nadat ik mijn avondeten in het foodcourt van het Pavilion Shopping Center had gegeten was ik moe en zocht mijn bed op. Geen biertjes drinken in Petalingstreet maar gewoon even tv kijken en op één oor. Nog voor half elf waren de lichten uit en ik in diepe slaap. Morgen naar de race, ik ben heel benieuwd.

NB. De foto's zijn uit albums van eerdere bezoeken aan Maleisië

donderdag 16 oktober 2008

Maleisië, fijn om weer op pad te zijn

Melaka, 16/10/2008

Met gemengde gevoelens maakte ik de gang naar Schiphol. Ik was blij om Nederland weer te kunnen/mogen verlaten en op weg te gaan naar het grote onbekende. Ik zou in ieder geval eerst een tijdje rustig aan doen met het oog op de de hoge glucosespiegel en later beslissen welke landen/plaatsen ik tijdens deze reis zou gaan bezoeken. Één ding staat echter wel vast, mijn bestemmingen zullen binnen Azië liggen want met de lage koers van de Euro zijn deze plaatsen tenminste nog te betalen.
Het koffergehalte in de trein wordt hoger des te dichterbij je bij Schiphol komt. Tegenover mij plaatste zich een echtpaar opgedofte bejaarden die ook een paar flinke koffers bij zich hadden. Het duurde niet lang of de man knoopte een gesprek met me aan, nou ja gesprek, hij begon vol passie te vertellen dat ze op reis gingen naar Canada. Hij had zijn broer bijna dertig jaar niet gezien en nu stonden hij samen met zijn vrouw voor de reis van hun leven. Ik had geen zin om te praten en probeerde zo aandachtig mogelijk te luisteren naar de oude man.
“Bijna dertig jaar geleden voor het laatst gezien?”
“Wat zou daar allemaal zijn gebeurd?”
“Het zijn toch niet meer de tijden van vroeger?”
“Iedereen kan toch een paar duizend Euro bij elkaar sparen om zijn familie in den verre te gaan bezoeken?”
“Er zullen wel enkele andere zaken hebben gespeeld!”
Schiphol om kwart voor elf, een drukte van jewelst en snel nog een broodje gekocht.
“Het is belangrijk dat je regelmatig en niet teveel eet”, had de dokter nadrukkelijk gezegd.
Binnen betaal je het dubbele voor een broodje en een flesje cola, dus dat is snel uitgespaard.
Een laatste telefoongesprek met mijn broer en één met mijn zus en ik had het hoofdstuk over Nederland 2008 afgesloten. De 777 stond aan de Gate te glimmen en om eerlijk te zijn was ik daar best blij mee. De oude vertrouwde Boeing 747 werd op 21 januari 1970, mijn tiende verjaardag, officieel in dienst genomen. Na 38 jaren trouwe dienst en een half dozijn upgrades is het nog wel een modern toestel maar het kan de adem in de nek voelen van de nieuwste generatie widebody vliegtuigen zoals de Boeing 777 en de Airbus A380. Tijdens mijn reizen in zuidoost Azië had ik al een paar keer in een Boeing 777 van Cathay Pacific gezeten op weg van Singapore naar Bangkok. Goede vliegtuigen met veel ruimte en comfort.
Het was erg druk aan de gate en een wel heel lange rij stond te wachten om het aquarium, zoals ik de afgesloten met glas omgeven ruimte graag noem, te betreden. Wachten op één van de bankjes op de pier leek me veel beter. Mijn cola en broodje gerookte zalm gingen gemakkelijk naar binnen en ik speelde Sudoku op mijn iPhone, dit spelletje heeft me ook te pakken sinds mijn laatste bezoek aan Singapore.Toen ik zelf na drie kwartier eindelijk aan de beurt was werd het duidelijk waarom. Alles af en uit! Jassen en riemen, elektronica en de laptop uit de rugzak. De controle op vloeistoffen was wel vereenvoudigd, je kon het kleine zakje met de flesjes, niet groter dan 100ml, nu gewoon in je handbagage laten. Het scannende oog van de beveiligingsbeambte stelde feilloos op het beeldscherm vast of het te groot was of niet. Een klein leger Marechaussee stond direct achter de röntgenscanner voor de volgende controle.
“Hoeveel geld heeft u bij U”, sprak het broekie nors en zakelijk.
“Geen flauw idee”, antwoordde ik geïrriteerd.
“U weet toch wel hoeveel geld u bij U heeft”, vroeg hij opnieuw en deze keer klonk het nog dreigender.
“Nee, weet U dan precies hoeveel U in uw zakken heeft zitten”, reageerde ik.
De vraagstelling werd door de beambte gecorrigeerd en bijgesteld naar het voorbeeld op het grote papieren aanplakbiljet dat ik op de balie van de Marechaussee had gelezen net voordat ik naar binnen ging.
“Heeft u in totaal meer dan tienduizend Euro in waardepapieren bij U”, klonk het nu correct.
“Nee”, antwoordde ik en maakte aanstalten om door te lopen. De eerste passagiers waren net begonnen met het aan boord gaan van het vliegtuig.
“Kunt u alle waardepapieren tevoorschijn halen”, werd me vriendelijk doch zeer dringend verzocht.
“Hier?”, vroeg ik hem verbaasd terwijl ik geschokt om me heen keek. Door de stress in combinatie met de diabetes begon ik heftig te zweten en te rillen.
“Mocht ik tegen de vlakte gaan dan moet je niet schrikken, ik heb diabetes”, melde ik aan hem.
In een opvouwbaar paskamertje moest ik al mijn geld tevoorschijn halen. Misschien zag ik er wel uit als een smokkelaar? Nadat ik mijn hele rugzak had leeg gehaald en hij al mijn geld had geteld kon ik weer inpakken.
“Zorg dat u de volgende keer een opnamebewijs bij u heeft!”, sprak hij me in een bevelende toon toe.
“Ik heb dat helemaal niet nodig want ik heb geen enkele wet overtreden”, lachte ik.
“Dat maakt ons werk wel een stuk eenvoudiger”, antwoordde hij.
“Ze moeten nu eenmaal het laatste woord hebben!”, dacht ik in mezelf.
“Opschieten!”, sprak hij luid en bevelend.
“Het vliegtuig staat op het punt van vertrek”, vervolgde hij.
“Kan me geen moer schelen”, lachte ik hem toe.
“Ze wachten toch wel op me, ik pak eerst rustig in zodat alles weer op de juiste plaats zit”, ik zat op mijn knieën naast mijn rugzak en keek omhoog naar de lange beambte.
Omdat ik als laatste in het vliegtuig arriveerde moest ik op zoek naar een plaatsje voor mijn rugzak. Die moest wel in het oog zijn omdat er toch redelijk wat geld in mijn rugzak zat. Nog voordat ik mijn veiligheidsgordel had vastgemaakt riep de kapitein al om dat we vertraging hadden. Onze plaats in de vertrekrij was verloren gegaan en we moesten vijfendertig minuten wachten voordat we konden vertrekken. Het maakte voor mij niets uit, of ik nu hier in Amsterdam of daar in Bangkok zat te wachten.
Er zijn maar enkele zaken over de vlucht die vermeldenswaardig zijn. Het vliegtuig, de Boeing 777, was heel comfortabel en in mijn ogen is de economie class nu net zo goed of beter dan de oude “Evergreen deLuxe class”. Van slapen was niet veel gekomen, gelukkig zat er een aardig stel voor me waar ik lekker mee heb kunnen kletsen. Zij waren ook voor een paar maanden op pad en zouden hun trip aanvatten in Chiang Mai, de parel van het noorden. Een paar films en TV-programma’s later landden we toch nog op tijd in Bangkok. Het vluchtpad was anders dan ik gewend was. Korter dus.
Nu twee uurtjes wachten en dan weer verder naar Kuala Lumpur.

dinsdag 14 oktober 2008

Nederland, van de pillen naar de spuit?

Zaltbommel, 14/10/2008

Slecht nieuws! Ik voelde me al een tijdje niet lekker en bij nader onderzoek is gebleken dat mijn glucosespiegel (diabetes) veel te hoog is. Wat nu? Ja, ik weet het ook niet echt maar op aanraden van mijn huisarts moet ik een geregeld leven gaan leiden. Met andere woorden, niet meer van die vreemde reizen gaan maken waarop ik niet weet wat me over een uur te wachten staat. Op tijd eten en veel bewegen, met het dieet heb ik nog het minste probleem omdat ik over het algemeen toch al erg gezond eet.
Het hele idee van naalden en insuline spuiten bezorgd me ook geen angstzweet of slapeloze nachten, het is de onpraktische kant van de insulinepennen die me zorgen baart. Morgen ga ik dus weer voor een paar maanden op reis, ik ga een paar bekende plaatsen bezoeken maar ik heb ook een berg nieuwe bestemmingen op mijn lijstje staan. En om deze nieuwe bestemmingen draait het nu. Ik zit met de vraag opgezadeld: Wat nu, gaan of afzeggen? Het worden dus moeilijke/spannende tijden de komende dagen/weken. Mijn gevoelens zijn gemengd, ik wil graag nieuwe plaatsen gaan bezoeken maar mijn gezondheid telt natuurlijk ook zwaar.
Een paar maanden Thailand/Maleisië/Indonesië klinkt nog niet eens zo slecht, zeker nu de vrije val van de Euro op de internationale valuta markten niet te stoppen lijkt. Één ding staat in ieder geval vast, morgen vertrek ik met een enorme hoeveelheid pillen in mijn rugzak naar Bangkok vanwaar ik meteen doorreis naar Kuala Lumpur. Oude bekenden en een rustig begin van deze nieuwe reis.
Er is nog één ding dat ik jullie niet wil onthouden en dat mij aan de ene kant somber stemt en aan de andere kant hoop geeft. Namelijk een expeditie naar de Kilimanjaro, een droom van mij sinds lange tijd. Het stemt me somber omdat hier alles onder begeleiding van een paar artsen gebeurd en ik kan dat natuurlijk nooit betalen. De keerzijde is dat het dus wel mogelijk is en dat er nog steeds kansen zijn dat ik volgend jaar op de top van de hoogste berg van Afrika sta. Ik ben dus wel gemotiveerd om de diabetes weer onder controle te krijgen. Net voor de kerst is het D-day, een bloedonderzoek zal dan moeten uitwijzen of er verbetering is opgetreden of niet. De inzet is de pillen of de spuit? Laat ik me nu er maar geen zorgen over maken want stress is ook een slechte factor.
Morgen dus op weg naar Maleisië, ik hou jullie op de hoogte.

vrijdag 10 oktober 2008

Nederland, een dagje Rotterdam

Zaltbommel, 10/10/2008

Na mijn onfortuinlijke reis naar Marokko en het slechte weer van de eerste dagen na mijn terugkomst in Nederland werd het weer tijd voor het traditionele uitstapje naar Amsterdam.
Nadat ik alle opties voor een museumbezoek en andere bezienswaardigheden had doorlopen was er weinig meer over dat echt interessant was. Een korte mededeling op de prikpagina van Pattaya zette mij aan het denken om misschien een keer naar Rotterdam te gaan. Mijn maat Tettje zag het ook wel zitten en zo ging ik dus aan het plannen voor deze dag in Rotjeknor.
Nadat alle vitale informatie was vergaard stond het dagje uit in Rotterdam vast. Tett arriveerde om half negen aan de Omhoeken en na een kopje koffie gingen we op weg. Natuurlijk ontmoetten we weer oude bekenden op weg naar het station en zodoende misten we de trein van kwart over negen. Niet getreurd! De zon klom langzaam aan de hemel en de kou van de heldere nacht maakte plaats voor een heerlijke herfstdag met een staalblauwe lucht en een warme zon. Onderweg kochten we nog een broodje en wat te drinken op Utrecht CS. Wat een verrijking die snelle AH minimarkts met die sandwiches en belegde broodjes. Ruim een half uur later stonden we aan de voorkant van Rotterdam CS waar een grote verbouwing gaande is.
Nu is Rotterdam bij aankomst niet zo gezellig als Amsterdam, maar ik beloof dat dit de laatste keer is dat ik een vergelijking maak in dit verhaal. In het kantoor van de VVV, heeft een heel andere naam in Rotterdam, kregen we een kaart van de stad waar de vriendelijke vrouw van Surinaamse afkomst onze doelen voor de dag omcirkelde. Natuurlijk was het weer tijd voor nog een broodje en een bakkie koffie, het was al over half twaalf toen we aan onze excursie begonnen.
Met de rug naar het station linksaf en bij de fontein rechtsaf de Coolsingel op. Hier werden we getrakteerd op twee schitterende oude gebouwen, het stadhuis van Rotterdam en het oude postkantoor aan de Coolsingel. Natuurlijk hadden we weer geluk dat er net een groep fietsers met een gids was neergestreken op de stoep voor de steeg tussen de twee gebouwen. De betalende deelnemers keken ons vreemd aan vanaf de fiets. De gids draaide zich met de rug naar ons toe zodat het in ieder geval moeilijker werd voor ons om haar te verstaan. “Hollandsche zuinigheid” verdenk ik van dit gebaar, we hadden tenslotte niet betaald voor haar! Toen ik me beter positioneerde voor haar verhaal begreep ze dat het tevergeefs was geweest. Nadat de laatste woorden haar mond hadden verlaten liepen we verder naar onze eerste stop.

Het Maritiem Museum van Rotterdam. Het was jaren geleden dat ik hier met een oude vriend, Jan Dallmeijer, was geweest. Eigenlijk kon ik me alleen het museumschip “De Buffel” nog herinneren. Eenmaal binnen probeerde ik eerst tevergeefs al mijn kortingskaarten, ook “Hollandsche zuinigheid” ;-). We kregen wel € 1,20 korting op het gecombineerde bezoek met de Euromast. Zo begonnen we aan de rondgang door het museum.
Rotterdam betekend “de haven” en natuurlijk ook de verdwenen scheepswerven met als hoogtepunt de oude oceaanstomers van de Holland-Amerika lijn. Een vreemde zaak is wel dat de grootste haven ter wereld nooit de thuishaven is geweest van onze Zeekrachten. Op de eerste verdieping werd de haven toegelicht en om eerlijk te zijn vonden we dit minder interessant. Het brede assortiment van goederen die hier worden overgeslagen is bij iedereen bekend, ook de mensen die hier nooit zijn geweest, namelijk “ALLES”. Wat niet in Nederland zelf blijft vertrekt weer per boot, trein, vrachtwagen of vliegtuig naar de volgende bestemming.
Op tweede verdieping werd er een verhaal over een glorieus tijdperk uit de vaderlandse geschiedenis verteld. De jaren na de eerste oorlog tot aan de jaren zeventig waren het tijdperk van de “Oceaanreuzen” die op en neer voeren van Europa naar Noord-Amerika. De “Holland-Amerika Lijn” was één van die maatschappijen die nog steeds naar een ieders verbeelding spreekt. Mijn gedachten gingen naar een paar vrienden die werkelijk op deze grote boten hebben gevaren. De maquettes, modellen en oude posters probeerden een beeld te scheppen over het leven op en rond deze schepen. Vanaf de arme immigranten die op zoek waren naar een beter leven in de nieuwe wereld tot aan de rijken die in de eerste klasse niets te kort kwamen. Van geëmailleerde borden en mokken in de derde klasse tot en met het zware zilveren bestek in de eerste klasse.

Op de laatste verdieping werden de grote zeehelden en de VOC, “Vereenigde Oost-Indische Compagnie”, verheerlijkt. Met op de achtergrond het liedje over Piet Hein, “zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de zilver’n vloot”, dacht ik na over de donkere keerzijde die ik in de musea van Sri Lanka en Indonesië had gezien. Geschiedenis wordt nu eenmaal geschreven door de veroveraars en winnaars van conflicten. Het waren heerlijke tijden geweest voor de rijke en vermogende handelaars uit Nederland.
Vanuit een raam van het museum had ik het monument voor de slachtoffers van het bombardement op Rotterdam van 14 Mei 1940 gezien. Ik kende het monument wel van plaatjes maar ik had geen idee waar het in Rotterdam zou kunnen staan. Natuurlijk moesten we hier een paar foto’s van maken en Tettje genoot van gedraaid sigaretje.
Het museumschip “de Buffel” is een juweeltje onder de Nederlandse Musea. De boot brengt je terug naar 1870 en het leven aan boord van een schip van de Nederlandse Marine. Het is schitterend gerestaureerd en je waant jezelf anderhalve eeuw terug in de tijd.
Het is maar een stukje wandelen van “de Buffel” naar de, ondertussen wereldberoemde, “Erasmus Brug”. De tijd begon te dringen want door een combinatie van verschillende factoren waren we eigenlijk te laat aan ons bezoek aan Rotterdam begonnen, én ik wilde wel op tijd in de kroeg zijn. We hadden dan ook geluk dat we meteen aan boord konden van de “Spido” rondvaartboot. Hier was het genieten van de havens, enorme zeeschepen en de welverdiende pauze, lekker in het zonnetje achter het glas met een stuk appelgebak en een kopje koffie. Hoogtepunt van de rondvaart was het voorbij varen aan de “SS Rotterdam” , een oude oceaanreus die nu bijna geheel is gerestaureerd en omgebouwd naar een drijvend hotel/conferentiecentrum. Hoe ouder ik wordt des te meer ik deze zaken vanuit onze roemrijke historie op prijs stel. Je mag Nederland dan wel multicultureel noemen maar ik heb er af en toe toch wel mijn bedenkingen bij.
Als afsluiting van ons culturele bezoek aan Rotterdam stond “de Euromast” op het programma. Het is eigenlijk niet te geloven op hoeveel torens rond de wereld ik al heb gestaan en nog nooit op de Euromast ben geweest. Tijdens de korte wandeling van de haven naar de Euromast begon ik me duizelig te voelen. De wereld bewoog zachtjes heen en weer en het leek dat ik op schuimrubber liep, net alsof ik een borreltje op nuchtere maag had gedronken. Ik lichtte Tett in dat ik me niet lekker voelde en gaf hem instructies wat te doen mocht ik tegen de vlakte gaan. Dat is nou de diabetes. Gelukkig kwam het niet zover.
In de Euromast vond een vriendelijke vrouw snel een oplossing voor het probleem van de gecombineerde kaartjes. Het was regel dat we ze moesten afstaan want anders zouden ze niet worden vergoed door het Maritiem Museum. Snel een fotokopie maken was een goede manier om toch de kaartjes te mogen behouden. Omhoog met de lift was geen bijzondere beleving. Het ontbreken van ramen geeft je het gevoel dat je stil staat, alleen de korte schokjes van het starten en remmen van de lift wezen er op dat je had bewogen. Eenmaal boven waren we al snel op het open platform met een formidabel uitzicht. Het mooie weer droeg natuurlijk ook bij aan de heldere lucht. Een straffe wind blies je bijna omver op deze hoogte. Vanaf hier moesten we nog één keer hoger en wel in een ronde, met glas omgeven, cabine die eenmaal op het hoogste punt aangekomen ging ronddraaien. Om eerlijk te zijn vond ik dit wat minder en ik was blij dat ik weer met beide voeten op de grond stond.

Na al deze inspanning werd het nu tijd voor de ontspanning. Theo, de eigenaar van “Café Verschoor” had me een email gestuurd met de aanwijzingen hoe we in het café aan de Oostkousdijk konden belandden. Het café was snel gevonden en toen we de half opengeslagen deur binnenstapten werden we door de vaste klanten met argusogen bekeken. Nadat we hadden gemeld dat we op zoek waren naar een paar prikkers van de Pattaya Prik Pagina werden we enthousiast begroet en meteen voorgesteld aan een paar andere prikkers die we natuurlijk alleen maar van naam kenden. Toen even later mijn oude reisgenoot, Jan Barendswaard, zich ook nog bij ons voegde kon mijn dag niet meer kapot.

De biertjes vloeiden rijkelijk en met de andere klanten was Pattaya en Thailand het onderwerp van gesprek. Bijna iedereen kon niet wachten op weer op vakantie te gaan naar het land van de glimlach. Theo en Joke hadden een tafel vol met eten staan waar je gewoon wat van kon nemen als je trek had, en natuurlijk ook de prijs van € 1,30 voor een vaasje Heineken is natuurlijk ook heel erg mooi. De avond vloog om en voor dat we het wisten zaten Tettje en ik weer in de trein op weg naar Zaltbommel. Het was een hele leuke dag geweest en een goede afwisseling voor de traditionele dagje uit in Amsterdam. Tett en ik waren het er over eens, volgend jaar gaan we weer!

Onze koningin!
Copyright/Disclaimer