Ho Chi Minh City (99 Bui Vien Hotel (Boutique)) 304), donderdag 5 december 2024
Kwart over vijf, serieus, kwart over vijf begint deze dag van de eerste excursie rondom Saigon! Ik kan niet zeggen dat ik me slecht voel maar ik heb we wel eens beter gevoeld! Eerst naar het toilet en dan koffie zetten. Lyka krijgt een klein half uur meer slaap, dat zal haar (ochtend)humeur ongetwijfeld ten goede komen.
Zodra de koffie klaar is en ik een grote klont ijs in de hete vloeistof laat vallen schroef ik de dop op de koffiebeker en wek Lyka. Met het slaapzand in de ogen kijkt ze vol ongeloof door de kamer.
‘Hoe laat is het?’, hakkelt ze.
‘Tijd om op te staan en aan te kleden!’, antwoord ik streng.
Vanaf dit moment wordt elke handeling in de kamer afgewisseld met een slok koffie om wakker te worden. De koffiebeker is bijna leeg wanneer Lyka iets na zes uur contact krijgt met Annelyn. Ze is wakker en bijna klaar voor deze lange dag. Een tweede beker koffie wordt gezet voor onderweg en om tien over zes stappen we de “Bui Vien Walking Street“ uitgaansstraat in om aan onze lange dag te beginnen terwijl de zombies nog volop bezig zijn met drugs en drank om hun vorige dag te beëindigen.
Annelyn staat al klaar voor het hotel en helaas is ons vaste Bahn Mi koffiehuis nog gesloten. Er zit niets anders op dan het ontbijt bij de 7-11 te scoren. Een paar belegde boterhammen voor de grootste trek, en de bloedsuikerspiegel op peil te houden. De dames gaan voor de varkens Bapao en die zien er ook verdomd lekker uit.
We staan op tijd voor “An Travel” aan de “Phạm Ngũ Lão“ te wachten op de minibus die ons vervoermiddel is naar de drie bezienswaardigheden voor vandaag. De klok tikt en om kwart voor zeven is er nog steeds geen bus te zien. Om eerlijk te zijn begin ik nu wel een beetje zenuwachtig te worden. De dames zijn de rust zelf en kakelen als kippen op een vroege ochtend. Die onrust is een gevolg van de vele tegenslagen die ik in de afgelopen jaren heb gehad. Er is nog maar heel weinig vertrouwen in de mensheid in me over!
Om vijf voor acht is daar eindelijk de minibus en het blijkt dat de vijf passagiers uit Taiwan voor ons toch wel veel tijd nodig hadden om zich gereed te maken voor vandaag. We kunnen gelukkig ruim zitten in de kleinere Toyota Van. Er moet nog een persoon worden opgehaald die onvindbaar blijkt te zijn op de plaats waar ze zou worden opgehaald. Het zoeken naar de missende passagier duurt zelfs zo lang dat ik hardop in de minibus grap dat ze samen met de gids uitgebreid zit te ontbijten!
De eerste zestig kilometer op weg naar de
“Cu Chi Tunnels” gaan door het drukke ochtendverkeer van Ho Chi Minh City. Het wil maar niet opschieten en de relatief korte rit van minder dan zestig kilometer duurt, inclusief een toiletpauze, bijna twee uur.
De gids koopt onze toegangsbewijzen, bij een speciaal loket voor groepen die onderdeel zijn van een excursie, voor het “Cu Chi Tunnel complex” en stuurt ons het kleine museum annex souvenirwinkel in. In het kleine museum is het ons meteen duidelijk dat we vandaag een stevige dosis Marxistische propaganda over ons heen gegooid zullen krijgen. Een poging tot socialistische indoctrinatie die de regels van het oorlogsrecht op meerdere punten zeker zullen overtreden! Geschiedenis wordt nu eenmaal geschreven door de overwinnaars en laten we ons daar vandaag maar niet al te veel aan storen.
Wapens in alle soorten en kalibers staan tentoongesteld met uitleg in het Vietnamees. Nadat ik een van die kaartjes heb vertaald met mijn iPhone en “Google Translate” heb ik al genoeg van de glorieuze overwinning op het kapitalistische westen.
Voor de hongerigen staan er tafels vol met voor ons onbekende koeken. Ik heb voorlopig genoeg aan de historie van Vietnam die onlosmakelijk verbonden is met de historie van Frankrijk, China en de Verenigde Staten van Amerika.
Mijn afkeer tegen het socialisme is op latere leeftijd ontstaan toen ik een steeds breder beeld kreeg van de wereld om mij heen en ook met mijn eigen ogen heb gezien hoe giftig het communisme/socialisme is voor de arme bevolking, niet voor hun schijnheilige leiders.
Aan het begin van ons bezoek aan de “Cu Chi Tunnels” krijgen we een mooi staaltje socialisme voorgeschoteld!
1. Je koopt een toegangskaartje bij een medewerker aan het loket.
2. In de tunnel staan twee medewerkers die je kaartje controleren en de 3D streepjescode door een computer laten lezen.
3. Een klein stukje verder staat een medewerker die een sticker, van een beroerde kwaliteit, op je linkse mouw plakt
4. Aan het einde van de tunnel staat een medewerker die controleert of je een sticker op je mouw hebt.
Tel daar de controleur achter de computer nog bij op en je komt tot zes medewerkers die druk zijn om een persoon toegang te verlenen tot het met prikkeldraad beschermde tunnelcomplex. Die zes moeten worden betaald door een belasting op vermogen van de rijken die wel weten hoe je efficiënt moet werken om geld te verdienen?
Dit is het socialisme dat de PvdA/GL voor ogen hebben en zoals ik het zie!
Er is ongetwijfeld weinig veranderd sinds mijn eerste bezoek ruim twintig jaar geleden maar het blijft een indrukwekkende omgeving en inspanning van de opstandelingen om de ruim tweehonderd kilometer tunnels te hebben gegraven. Pure wilskracht om bevrijd te worden van het Franse juk en misschien ook wel aangevuld met een beetje communistische dwangarbeid in naam van de hamer en sikkel.
Vanuit de toegangstunnel worden we als een kudde makke schapen naar de “bioscoop” geleid waar we naar een eindeloos doorlopende film moeten kijken over de glorieuze overwinning van het volk op de onderdrukkers. Hamers en sikkels!
Lachende boerinnen die het land bewerken en zoveel plezier in hun werk hebben dat ze nooit naar huis willen gaan. Gevechtshandelingen met ontploffende (Amerikaanse) tanks en lachende vrouwelijke soldaten die de arbeid op de velden even hebben neergelegd om de vijand een kopje kleiner te maken. Communistische propaganda op haar best.
Geen enkele vermelding over de anderhalf tot twee miljoen Cambodjanen die met goedkeuring, en soms ook medewerking, van de Vietnamese socialisten zijn vermoord door de trekpoppen regering van de politicus
“Pol Pot”!
Voor enkele momenten kijk ik onder het rieten dak door naar de dichte jungle. Hoe zou een achttienjarige jongen uit de Bronx in New York tegen deze onbekende en gevaarlijke omgeving hebben aangekeken? Het enige groen dat deze jonge jongens kenden was “Central Park” en daar waren zij de baas. Hier in Vietnam, ver weg van hun geboortegrond, was de vijand altijd en overal om ze heen!
58.000 militairen, waarvan de meeste opgeroepen jongeren voor de dienstplicht, gingen naar huis in een zwarte plastic lichaamszak.
Trofeeën van de “Vietnam Oorlog”, zoals deze deze lichte M60 (Patton) tank mogen natuurlijk niet ontbreken. De “Vietnam Oorlog” is op vele vlakken te vergelijken met de huidige agressie van Rusland in de Oekraïne. Het doel was om
“Zuid-Vietnam”, te herenigen met het communistische
“Noord-Vietnam”.
De staat Zuid-Vietnam, officieel de Republiek Vietnam (Việt Nam Cộng Hòa in het Vietnamees), werd uitgeroepen op 26 oktober 1955 door president Ngo Dinh Diem, als tegenhanger van het communistische Noord-Vietnam. De staat besloeg het gedeelte van Vietnam ten zuiden van de 17e breedtegraad. Op 30 april 1975, met de capitulatie van de hoofdstad Saigon door Duong Van Minh, kwam een einde aan het bestaan van Zuid-Vietnam. Op 2 juli 1976 werd het land herenigd met Noord-Vietnam in de nieuwe staat Vietnam.
De Democratische Republiek Vietnam (Vietnamees: Việt Nam Dân Chủ Cộng Hòa), ook wel aangeduid als Noord-Vietnam, was van 1945 tot 1976 een communistisch land in Zuidoost-Azië. De hoofdstad van het land was Hanoi.
Het land ontstond nadat Hồ Chí Minh op 2 september 1945 op het Quảng trường Ba Đình-plein in Hanoi de onafhankelijkheidsverklaring voorlas. Het land werd toen onafhankelijk van de Unie van Indochina. Hij las daarbij passages uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring voor waarbij hij het woord Engeland verving door Frankrijk. Deze verklaring was hem ter beschikking gesteld door een lid van de OSS, een voorloper van de CIA.
De oorlog in “Indo-China” was een van de smerigste oorlogen die alle regels van de
“Geneefse Conventie” heeft overtreden. Niet alleen op de slagvelden maar ook in operaties door de geheime diensten van alle betrokken partijen. De Booby Traps van de Viet Cong hadden maar een doel. De Amerikaanse soldaten meedogenloos te verwonden. Een gewonde soldaat heeft meer aandacht nodig dan een gedode soldaat!
De Geneefse Conventies is de verzamelnaam voor de verdragen die van 1864 tot 1949 zijn geformuleerd in Genève en die, als onderdeel van het internationaal humanitair recht, de rechtsregels bepalen ten tijde van een gewapend conflict. De conventies zijn het resultaat van de inspanningen van de Zwitser Henri Dunant, die gemotiveerd was door de oorlogsverschrikkingen die hij zag tijdens de Slag van Solferino in 1859. Henri Dunant was tevens stichter van het Rode Kruis. Beschuldigingen van schending van de Geneefse Conventies kunnen door de landen die de conventies hebben ondertekend voor het Internationaal Gerechtshof of het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag worden gebracht.
Het voeren van een grondoorlog in een ver vreemd land, in een onbekend klimaat, en zeer vijandige omgeving is niet gemakkelijk! Zeker wanneer de beslissingen worden genomen door hoge officieren achter een bureau, in een veilig kantoor, twaalfduizend kilometer verderop. Veel van die officieren hebben Vietnam nooit bezocht en varen blind op hun instinct en opleiding over wat het beste is voor de manschappen aan het front. De film “We Were Soldiers” met “Mel Gibson” en “Sam Elliott” in de hoofdrol verteld het verhaal over de soldaten die zonder enige voorbereiding de dood in de Vietnamese jungle tegemoet werden gestuurd.
Het is meer dan bewonderenswaardig te noemen dat de Viet Cong, “VC” of “Charlie” voor de Amerikanen, zonder betrouwbare aanvoerlijnen en met hun basis gereedschappen en technieken, onontplofte munitie van de Amerikanen, na de ombouw, tegen de afzenders van de dodelijke projectielen konden inzetten.
Onder elk karakteristiek rieten dak verspreid over het platteland van Zuid-Vietnam kon zich een fabriek bevinden waar bommen en mijnen werden geproduceerd! Het letterlijk zoeken naar een naald in een hooiberg.
Het verhaal van de opstand tegen de corrupte regering van Zuid-Vietnam en de terechte overwinning opgedragen aan het volk van Vietnam is snel verteld. De tunnels zijn onder de grond en onzichtbaar dus een goed inlevingsvermogen is nodig omdat er bovengronds maar weinig te zien is.
De aandacht wordt verlegd naar het onbeschaafde kapitalistische geld verdienen en daarom is er een schietbaan aangelegd waar de voornamelijk buitenlandse toeristen met met verschillende automatische wapens geladen met scherpe munitie kunnen schieten. Het kost 600.000 dong (€ 22,75) voor tien patronen!
De dames willen zelf eens voelen hoe het is om een aanvalswapen in de handen te hebben en met scherpe munitie ergens op te schieten. Adrenaline giert door hun lichamen wanneer ze de trekker overhalen en de terugslag op hun schouder voelen. Ik herken het schelle geluid van de AK-47. De gids kan moeilijk geloven dat ik het geluid van een automatisch geweer kan herkennen. Een vraag aan een beveiliger van de schietbaan in het Vietnamees laat hem verbaasd, en vol bewondering, achter.
Na een koude Cola bij de schietbaan gaan we verder naar een vrouw die loempia vellen maakt van rijstbeslag voor de verse Vietnamese loempia’s. Op dit moment ontgaat het mij volledig wat verse Vietnamese Loempia’s met de “Viet Cong” en de “Cu Chi Tunnels” te maken heeft.
Na het naaiatelier en de schoenmaker, die van oude autobanden sandalen maakt, gaan de dames een meter of vier ondergronds door de twintig meter lange verbrede tunnels. Ik sla over want gezien het grote aantal walrussen dat ik in de rij voor de tunnel heb gezien lijkt het betreden van de reeds verbrede tunnels niet veilig totdat ze opnieuw zijn verbreed!
Een laatste altaar voor de grote socialistische revolutie en we zijn klaar bij de Cu Chi tunnels. Fidel Castro lacht uitbundig met zijn socialistische broeders die de Verenigde Staten van Amerika hebben verslagen. Dat is hem, voor zijn gevoel, jammer genoeg nooit gelukt.
En hier komt onze rondleiding van de Cu Chi Tunnels aan haar einde. Tenminste, dat denkt de gids. De meiden willen nog graag die iconische foto maken bij de Cu Chi Tunnels wanneer ze uit het kleine gecamoufleerde luikje in de grond omhoog komen. Ik vraag het hem recht op de man af waar we die foto kunnen maken terwijl ik hem een voorbeeld op mijn iPhone laat zien. Zijn gezicht betrekt terwijl hij op zijn horloge kijkt.
Zijn opmerking dat het daar erg druk is en dat we lang moeten wachten raakt wal nog schip en boezemt ons geen angst in! Ik leg hem in begrijpelijk Engels uit dat we vanochtend hebben gewacht op de Taiwanezen, de onvindbare Amerikaanse toerist en nu willen wij de foto, waar we ons de hele ochtend op hebben verheugd, maken. Er is geen ontkomen aan, wij willen en moeten die foto maken.
Met lichte tegenzin beginnen we opnieuw aan de rondleiding door her park omdat de gids het punt met het beroemde luikje hoogstwaarschijnlijk tijdens onze eerste wandeling bewust heeft overgeslagen!
Kiekeboe! Dit zijn de beste iconische foto’s van ons bezoek aan de “Cu Chi Tunnels”. Oké, ze zijn een beetje bewerkt maar de meiden zijn er blij mee!
Als dank maakt Lyka nog een foto van onze gids die maar op zijn horloge blijft kijken. Waarschijnlijk omdat we nu achter op schema liggen voor de geplande lunch vanmiddag. Na het bezoek aan de tunnels neem ik me voor om in de nabije toekomst de beste films over het Vietnam conflict weer te kijken. “We Were Soldiers”, “Apocalypse Now”, “Full Metal Jacket” en “Platoon” zijn de cinematografische parels over het lijden van alle betrokken partijen in een oorlog.
Op dit moment besluit is om het verhaal van vandaag in twee delen te schrijven. Het is voor vandaag teveel en veel te lang geworden.