zondag 3 augustus 2025

Sri Lanka: Een late aankomst

Sri Lanka/Bangkok/Chinees nieuwjaar bij vertrek in Bangkok

Colombo (Grand Oriental Hotel Colombo), woensdag 13 februari 2008

Ik was al om half acht wakker terwijl ik mezelf een beetje uitslapen had beloofd. Ik draaide me nog een keer om en probeerde opnieuw in slaap te vallen, tevergeefs. Dan maar opstaan en deze dag proberen op te vullen tot twee uur. Dat is het moment dat ik op weg naar het busstation moet gaan. De tijd ging tergend langzaam maar eindelijk stond de verlossende twee uur op de klok.
De busreis naar de luchthaven verloopt vlekkeloos, ik zit wat uit het raam te kijken in de verbazend stille lege bus. Er liggen wat passagiers te slapen maar de meeste zitten net als ik in diepe gedachten verzonken in de leegte te staren. Wat zal er door de hoofden van mijn medepassagiers gaan?
Sri Lanka/Bangkok/Chinees nieuwjaar bij vertrek in Bangkok Bij aankomst op de “Suvarnabhumi International Airport” is het meteen duidelijk dat het Chinese nieuwjaar voor de deur staat. Thailand is meer Chinees dan ze ooit zullen toegeven. Eigenlijk is Thailand een mengelmoes van verschillende culturen afgebakend door natuurlijke grenzen zoals de Mekong rivier en enkele kliffen en heuvelruggen. Het rood en goud is er niet minder feestelijk om.
Het inchecken bij “Srilankan Airlines” gaat erg snel en binnen een poep en een scheet sta ik te midden van een enorme mensenmassa voor de poorten van de immigratiedienst. De immigratie gaat zoals verwacht heel erg langzaam. Ik sta in een rij met een grote groep Chinezen die voor veel oponthoud zorgen.
De westerse toeristen voor mij staan ook tegen elkaar te klagen dat het allemaal wel heel erg lang duurt. Het openen van een paar extra poorten van de immigratiedienst zorgt voor een kleine volksverhuizing naar de vier nieuwe kortere rijen. Na twintig minuten wachten kan ik eindelijk een kop koffie gaan drinken bij één van de vele koffietentjes binnen de vertrekzone.
Omstreeks kwart over acht verlaten de grote rubberen banden van de Airbus het beton van de startbaan in Bangkok en gaan we eindelijk de lucht in. Op dit moment is mijn reis naar een nieuwe bestemming, Sri Lanka, eindelijk begonnen!
“Srilankan Airlines”, wat zou deze luchtvaartmaatschappij voor een verrassing kunnen brengen? Het is achteraf gezien een grote verrassing, een positieve verrassing welteverstaan. In de een van de vliegtuigen van Airbus, een 330-200, wordt een goede maaltijd geserveerd. Op de videokanalen, die ik persoonlijk toch niet gebruik, kun je uit vijftien verschillende actuele films kiezen. Het enige nadeel van deze vlucht is het grote leger Chinezen, die uit Beijing zijn gekomen en die al rochelend en luid pratend, ook naar de andere kant van de golf van Bengalen worden gevlogen.
Tijdens het wachten in de terminal raak ik aan de praat met een man uit de Malediven die een reisbureau in Colombo bestuurd. Hij heeft al een taxi had gereserveerd van de luchthaven in Colombo naar het fort. Zijn hotel voor vannacht is ook in het fort. Omdat ik de weg niet ken vraag ik hem of we misschien samen de taxi kunnen delen. Daar maakt hij geen probleem van en we spreken af elkaar na de vlucht na de immigratie weer te zien.
Biljet van 1000 RoepiaNieuw biljet van 200 Roepia We landen rond tien uur in de avond op de “Bandaranaike International Airport” in Colombo. Dat is een heel ongelukkige tijd om te arriveren in een stad van een derde wereldland waar je nog nooit bent geweest. Alles om je heen is nieuw en gevaar loert overal in de aankomstruimte van een luchthaven!
Maar niet in Colombo! Het gaat allemaal kinderlijk eenvoudig en binnen tien minuten sta ik voorbij de douane en nog voor de immigratiedienst voor een ATM met een pak geld in de hand. Het geeft mij in ieder geval een veilig gevoel. Honderdduizenden Sri Lankan Roepie! Mijn eerste indruk is dat het Sri Lankaanse geld erg smerig en vettig is.
Direct achter de immigratie staat mijn nieuwe vriend, zoals afgesproken in Bangkok, te wachten en hij zwaait enthousiast, met twee armen hoog boven zijn hoofd, zodra hij mij ziet. Het delen van de kosten voor vervoer naar je hotel maakt altijd nieuwe vrienden! De taxi rijdt ons voor 1000 LRK per persoon naar het fort Colombo, dit wel nadat mijn nieuwe vriend eerst stevig in de lokale taal heeft staan te onderhandelen.
Het is donker, het is laat, en stil op de weg. Om de paar kilometer zijn er controlepunten en patrouilleren zwaar bewapende soldaten langs de weg naar Colombo. Het is zelfs opvallend donker, stalen gordijndeuren glimmen dof in de lichtbundels die de taxi voor zich uitwerpt.
Ook in in Colombo stad zelf blijft het opvallend donker en rustig op straat. Voordat we bij mijn hotel aankomen moes er eerst nog een militair controlepunt worden gepasseerd. De chauffeur laat zijn legitimatiebewijs zien en een groot hoofd met een set witte tanden steekt zich aan mijn zijde in de taxi.
‘Hello sir’, is de vriendelijke begroeting van de grote soldaat.
Na het zien van de blanke buitenlander in de taxi is het toegestaan om de, voor al het verkeer afgezette, straat in te rijden.
Alle steden van derde-, en tweede-, wereld landen lijken hetzelfde in het donker maar bij het zien van het hotel voor de komende nachten komen er warme gevoelens van de koloniale tijden van weleer in mij op. Het witte gebouw ziet er mooi uit in het donker en aan de zijkant knippert spookachtig een neon verlichting met de tekst “Nightclub”. Daar heb ik nu na de vliegreis nog geen zin in. Ik wil eerst lekker slapen en wanneer het mogelijk is één lokaal biertje op mijn (hotel)kamer drinken.
Het presenteren van de geprinte voucher is voldoende en na de formulieren te hebben ingevuld word ik door een bell boy van zeker zeventig jaar oud naar mijn enorme kamer gebracht. Ik voel me als een prins uit een sprookje.
Lion Lager Beer
Het bestelde ijskoude “Lion Beer” wordt door een andere, wel heel erg joviale, ober op de kamer afgeleverd. Ik wordt onder een lawine van informatie bedolven. Het begint met zijn verhaal dat hij vandaag jarig is en hij eindigt met de vraag of ik misschien zin heb in een “Young Sri Lankan Lady”.
‘Nee vanavond niet!’
‘Maybe Friday’, schatert hij terwijl hij de deur achter zich dicht trekt.
Het Sri Lankaanse biertje smaakt me uitstekend. Nadat ik wat spullen uit mijn rugzak heb gehaald is het de hoogste tijd om te gaan slapen. Morgen lekker vroeg op en na het ontbijt de stad in.

donderdag 31 juli 2025

Nederland: 800.000 Pagina’s bezocht, het gaat snel

800000 visitors

Op de bouwplaats, donderdag 31 juli 2025

De afgelopen maanden na onze terugkeer in Nederland waren erg stressvol maar ik kan gelukkig melden dat de grootste problemen nu kleine problemen lijken te zijn geworden. Ik heb weer innerlijke rust gevonden. Ik kijk soms wat TV en (her)schrijf regelmatig verhalen voor deze weblog. Soms lees ik ook oude verhalen terug, om in de sfeer van vele jaren geleden te komen, en met verbazing zie ik de teller gestaag oplopen!

Op 7 maart 2025, in Osaka, Japan, zagen we de teller de 700.000 passeren en vandaag, slechts 147 dagen later, passeert de teller 800.000. Dat is ruim 610 bezoekers per dag! Daar ben ik heel erg trots op. Het is een teken dat ik toch wel wat goed doe en onze foto’s ook zeer worden gewaardeerd.
Vaak wordt me de vraag gesteld: , Verdien je ook geld met je weblog?’
Mijn antwoord is: ‘Nee, ik doe het voor mijn plezier!’
Met grote ogen staren de vraagstellers mij aan!
Natuurlijk is de gedachte wel eens voorbij gekomen om reclame op mijn weblog toe te laten. Gemakkelijk een (klein) beetje geld verdienen en een lelijke weblog vol reclame? Nee dank U! Ik hou “Travels and Troubles” liever puur.
Voor nu leg ik de lat op de miljoen gelezen pagina’s! Dat heb ik negentien jaar geleden, toen ik met mijn website begon, nooit kunnen bedenken!

800000 visitors Het hele jaar door krijg ik per e-mail complimenten, vragen en opmerkingen. Er zijn lezers die onze belevenissen als inspiratie gebruiken voor hun eigen reizen. Er zijn ook reizigers die na al die jaren kun je ook terugkijken hoe het vroeger was in de landen die we hebben bezocht.

Er is ook een grote groep trouwe lezers die onze avonturen volgen omdat ze het gewoonweg leuk vinden om te lezen over andere werelden.

Ik wil jullie, trouwe lezers, bedanken voor jullie bezoeken, fijne opmerkingen en adviezen.

Heel veel dank van Lyka en mij.

dinsdag 29 juli 2025

Japan: Een grote verbouwing?

Kleurijke lampions

Tokio (Sakura Hotel Dormitorium - Ikebukuro), donderdag 14 mei 2009

Het wordt me op dit ogenblik al allemaal een beetje teveel.
Teveel, zult u zich afvragen?
Ja, teveel.

Het zit namelijk zo.
Er zijn van die dagen dat er eigenlijk niet zo heel veel opmerkelijks gebeurd. We bezoeken natuurlijk wel plaatsen en maken foto’s. Soms zijn we een hele dag onderweg van het ene naar het andere punt maar er gebeurd zo weinig dat echt vermeldenswaardig is. We eten lunch, het avondeten en soms zelfs een snack aan het einde van de middag. Niet van die opwindende zaken dus!
Aan de andere kant hebben we ons ook bezig gehouden met de sociale kant van het reizen. In de verschillende hostels en kleine hotels ontmoeten we vaak mensen waarmee we dan een gezellige avond hebben. Het resultaat is dan dat ik weer een dag achterop raak met het schrijven van mijn belevenissen.
De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig. Vanaf vandaag zal ik een heel kort praatje schrijven met veel foto’s. Zeg maar een uitgebreid fotoalbum!
Er zijn natuurlijk ook nog van die dagen dat we heel wat meemaken. Net als afgelopen woensdag met dat lijk op de berg. Ik hou jullie op de hoogte en ik sta natuurlijk ook open voor suggesties van jullie kant.

Vandaag gingen we op pad voor een wandeling naar de Senso-ji tempel. Vanaf het Ueno JR station zijn we gewoonweg gaan lopen. Na de Senso-ji tempel zijn we via het Ueno park langs een serie kleinere tempels en schrijnen gelopen. Het bijzondere aan deze dag was dat de twee belangrijkste trekpleisters van vandaag allebei in de steigers stonden. Dubbele pech dus!
Maar niet getreurd, ik weet nu al bijna honderd procent zeker dat ik nog wel een keer naar Japan ga. Het is een fantastisch land en de kosten tot nu toe vallen reuze mee. Het enige dat me opspeelt is die verdomde diarree, ik denk dat het aan de olie ligt die boven op de soep drijft. Maar ja, gelukkig zijn er tabletten tegen dit ongemak.

Hier zijn de foto’s.



Hierboven staat het oorspronkelijke verhaal uit 2009.
Na die eerste dag in Tokio was ik helemaal niet toegekomen aan foto’s verwerken en verhalen schrijven. In de wetenschap dat het aantal foto’s zich na de tweede dag van ons verblijf in Tokio meer dan verdubbelen zou gooi ik de handdoek in de ring.

Ruim zestien jaar later herschrijf ik het verhaal van deze 14e mei in 2009. Mijn herinneringen zijn nog levend wanneer ik de foto’s opnieuw bekijk en catalogiseer. Hier gaan we dan!



Op deze tweede ochtend in Tokio sta ik volledig verzadigd op. Mijn hoofd zit nog helemaal vol met de indrukken van gisteren en ik zal toch snel ruimte in mijn hoofd moeten maken om de indrukken en beelden van vandaag op te slaan! Het is al ruim na negen uur wanneer we uit bed komen!
Er blijken vannacht nog twee gasten te zijn gearriveerd. Ze zijn nog in een diepe slaap wanneer wij opstaan. Tettje heeft ze ook niet gehoord vannacht. Wij zijn op onze beurt stil in de in de slaapzaal bij het opstaan omdat met elkaar slapen in een dormitorium gebaseerd is op wederzijds respect en vooral rekening houden met elkaar.
We verkassen zonder een woord te zeggen naar de keuken van het “Sakura Hotel - Ikebukuro” waar Tettje een kopje Nescafé oploskoffie voor me maakt. De (oplos)koffie smaakt me niet slecht omdat we op reis zijn. Ik denk diep na over hoe we vaker ’s morgens goede, vers gezette, kop koffie kunnen drinken. Het zullen wel de gouden bogen worden want die zijn ook overal in het straatbeeld van Tokio te zien. Ik verwacht dat die ook in de andere steden van Japan alom aanwezig zullen zijn.
Een blik in het restaurant tegenover het hotel is genoeg om nu serieus te weten dat we hier geen toast met aardbeien jam gaan eten. We zijn niet op een klein budget op reis! Een woord uit mijn mond is voldoende voor Tettje om mijn zin af te maken. We gaan weer naar de McDonald’s om de hoek richting het treinstation voor het ontbijt.
Broodjes gebakken ei met een plat varkensworstje, een hash brown en een grote beker vers gezette koffie voor een redelijke prijs. Dit ontbijt is een echte winnaar. Op hetzelfde bankje als gisterenochtend genieten we van het ontbijt en wat er allemaal om ons heen in de wijk Ikebukuro gebeurt.
Onze eerste bestemming voor vandaag is het JR Ueno treinstation vanwaar we richting een rivier gaan wandelen richting de “Sensō-ji” tempel. Het mag misschien vreemd klinken maar de treinen, en de ondergrondse, in Tokio zijn niet zo druk als ze in Nederland op de tv laten zien. Op vertoon van onze “JR-Rail Pass” mogen we elk loket naast de automatische poortjes zonder probleem passeren. De beambte van JR East lacht vriendelijk en knikt naar ons met een brede glimlach. Japanners zijn oprecht vriendelijk.
Zodra we het JR Ueno treinstation verlaten is het ons duidelijk dat we in een heel ander Tokio zijn beland dan gisteren. Het is hier druk op straat en dat hebben we gisteren niet gezien! We zijn op weg naar de “Sensō-ji” tempel maar wanneer we de “Shitaya Schrijn” passeren moeten we toch even naar binnen.
Het jaar van de rat - Gebedsbordjes (Ema) De eerste Ema die we vandaag zien is een bijzondere. Op het bordje staan een rat en een muis afgebeeld. Het afgelopen jaar 2008 was het jaar van de Rat. 2009 is het jaar van de Os.
Shitaya jinja shrine, Tettje op zijn rolschoenenRode Torii Tettje staat op zijn rolschoenen heen en weer te schommelen. De schoenen zijn weer wat nieuws en hebben ronde zolen net als een autoband. Je rolt tijdens het lopen van de achterkant van je voet naar je voorkant.
Het zou goed moeten zijn voor je rug en je heupen! Ik vindt het een grappig gezicht wanneer Tettje voor me loopt. Maar het stilstaan is nog grappiger. Stilstaan is moeilijk omdat je als het ware op een grote bal staat. De eerste rode houten Torii’s in Japan hebben we vandaag ook gezien.
Bronwater om te reinigenBronwater om te reinigen Ook bij de “Shitaya Schrijn” vinden we een waterbron, en een waterbassin, op het tempelterrein. Het is een zogenaamde “Chozuya”, waar bezoekers zich ritueel kunnen reinigen door hun handen en mond te wassen voor ze het heiligdom betreden. Deze reiniging is een belangrijk onderdeel van de Japanse religieuze praktijk en wordt uitgevoerd om geestelijke zuiverheid te tonen.
De reiniging omvat het wassen van de handen en het mond, wat symbool staat voor het verwijderen van fysieke en geestelijke onzuiverheden. Het water in de chozuya is meestal vers en afkomstig van een natuurlijke bron, wat de verbinding met de natuur en het sacrale benadrukt.
Bento Langs de straat wordt er een lunch verkocht in plastic bakjes, de zogenaamde “Bento”. Het ziet er allemaal erg lekker uit en voor de prijs van rond de vier euro is het ook niet duur te noemen. Ik vraag me alleen af of ze rijst met bijgerechten opwarmen in een magnetron of dat je de lunch op kamertemperatuur eet. Dat gaan we de komende dagen zeker nog wel ontdekken!
Asahi hoofdkantoor Bij de rivier linksaf en dan rechtdoor naar de “Sensō-ji” tempel. Aan de overkant van de rivier zien we een enorm gouden beeldwerk op het dak van een gebouw. Ik doop het meteen “de Gouden Spermacel”! Laat ik het bij nader inzien helemaal mis hebben. Het is een gouden draak in een supersnelle vlucht op het hoofdkantoor van de “Asahi” bierbrouwerij.
Komagatado Temple We gaan terug naar de straat die ons naar de “Sensō-ji” tempel zal leiden. Op de hoek van de straat passeren we de kleine, maar zeker niet de minst belangrijke, “Komagatado Temple”.
Ook deze kleine tempel heeft haar betekenis in verband met het hoofdgebouw van de “Sensō-ji” tempel. Veertien eeuwen geleden stonden deze tempels in een wildernis omgeven door kleine huizen en boerderijtjes. De weg naar de “Sensō-ji” was op zichzelf al heilig en die weg moest kosten wat het kost worden bewaakt tegen de rondzwervende bendes van ongelovige struikrovers.
Kaminari MonNakamise Shopping Street We gaan onder een enorme lampion door die in de “Kaminari Mon” poort hangt en stappen een onbekende wereld binnen. De “Nakamise Shopping Street” leid ons naar de belangrijkste tempel van Tokio en misschien zelfs wel van Japan. We worden overvallen door de drukte in de winkelstraat en de sfeer van een braderie omgeving waar we terecht zijn gekomen.
Kleurige lampionsVerschillende rijstkoekjesVerschillende koekjesAsakusa Nakamise-dori, verschillende koekjes 2009-05-14_124840flickrEen wafel etenKleurijke lampions Zijn al deze mensen om ons heen op de been voor koekjes en lampions? De koekjes zullen ongetwijfeld gevuld zijn met een zoete traktatie want ze vinden gretig aftrek. Mijn interesse gaat helemaal uit naar de lampions met traditionele Japanse schilderkunst.
De ogen van een Japans meisje dat geniet van haar zoete wafel treffen mijn ogen. Voor een moment staren we elkaar aan. Ik laat haar mijn fotocamera zien en je knikt verlegen instemmend. Ze poseert in een natuurlijke houding. Ik vraag me na zestien jaar, wanneer ik dit verhaal (her)schrijf, af welke dromen zijn uitgekomen die ze op deze dag in 2009 had.
Asakusa sensoji, HōzōmonLampion in Hōzōmon GateLampion in Hōzōmon Gate De laatste poort voordat we bij het hoofdgebouw van de “Sensō-ji“ tempel komen is de “Hōzōmon”. We zijn opnieuw onder de indrukte van de schoonheid en de omvang van het poortgebouw. Vooral de enorme lampions zijn van een oogstrelende schoonheid.
Dai-Nippon Teikoku Rikugun vlaggenFive-storie pagoda Voordat we de poort passeren kijken we nog een keer goed om ons heen. Er is natuurlijk de vijf verdiepingen pagode die we niet mogen missen maar mijn oog valt op een klein winkeltje waar omstreden Japanse herinneringen aan de oorlogen worden verkocht.
Het zien van de omstreden “Dai-Nippon Teikoku Rikugun” vlaggen verbaasd mij niet. Japan is zeer nationalistisch en het is dan ook een zeer trots volk waar de eer van de keizer en het volk hoog in het vaandel staat. Het individu is altijd ondergeschikt aan het grotere geheel!

De vlag van de rijzende zon (kyokujitsu-ki) is een Japanse vlag die bestaat uit een rode schijf met zestien rode stralen die vanuit de schijf naar de randen stralen. Net als de nationale vlag van Japan symboliseert de vlag de zon.
De beeltenis van een rijzende zon is al enkele eeuwen in gebruik in Japan, op vlaggen zeker sinds de Edo-periode (1603-1868).[2] In 1870 werd de vlag door de Meiji-regering aangenomen als de oorlogsvlag van het keizerlijke Japanse leger en in 1889 werd het aangenomen als de zeevlag van de keizerlijke Japanse marine.

Na de capitulatie van Japan op 2 september 1945 werd de vlag door de geallieerden in de ban gedaan. Japan mocht volgens de Amerikaanse voorwaarden geen aanvalsleger meer opbouwen, net als Duitsland. Midden jaren vijftig mochten Duitsland en Japan wel een verdedigingskrijgsmacht opbouwen om het communistische gevaar van China en Rusland buiten de deur te houden. De vlag met de 16 zonnestralen werd niet opnieuw gedragen. Er is wel een variant in gebruik! De oorspronkelijke zestien zonnestralen zijn gehalveerd tot acht zonnestralen.
Asakusa sensoji, poortwachtersAsakusa sensoji, poortwachters Aan weerzijde van de doorgang naast de zwart en gouden lampions staan de poortwachters. Met grimmige kwade gezichten om mensen en geesten met slechte bedoelingen af te weren.
Het hoofdgebouw van de van de “Sensō-ji“ tempel is helemaal ingepakt in steigers met plastic wegens een zorgvuldige restauratie van dit unieke gebouw uit 645 AD. Ik kan niet ontkennen dat het een teleurstelling is. We kunnen er niets aan doen behalve de teleurstelling zo snel als mogelijk van ons af te zetten. Soms heb je geluk en soms heb je pech onderweg. We gaan zeker nog heel veel moois zien de komende weken.
2009-05-14_130159flickrAsakusa sensoji, Beschermende wierook Voor de tempel wordt er ijverig wierook verbrand en het geloof is dat de rook van de wierook geluk brengt. Het is een vreemd gezicht, Japanners die hun haar en gezichten staan te wassen met de opstijgende rook uit de grote potten.
Altaar in Sensō-ji tempel Binnen in de “Sensō-ji“ tempel is er niet veel te zien. Het hoofdaltaar staat achter glas om het oude gelakte hout te beschermen tegen de vele bezoekers. Fotograferen is alleen toegestaan zonder flits! Geloof het of niet maar die honderdduizenden lichtflitsen per jaar verbleken alles.
Engel met lotusbloemen in Sensō-ji tempel Bij het zien van een engel met lotusbloemen waan ik me weer in Thailand. Dit zijn muurschilderingen die je overal in Azië tegenkomt. Zouden ze zijn meegekomen met de Boeddhistische monniken uit Ceylon en India? Het is in ieder geval een schitterende muurschildering en de engel lijkt onzijdig, net als de Boeddha, zonder mannelijke of vrouwelijke kenmerken.
Asakusa sensoji, Draagstoelen en RelikwieënAsakusa sensoji, Elektronische waarzegger met voorspellende boodschappenAsakusa sensoji, Vossen met rode slabbers We zijn op weg naar een andere uitgang wanneer we nog enkele bijzondere zaken passeren. Drie rijkelijk versierde draagstoelen voor de priesters met twee traditionele Japanse trommels, de “Taiko”.
Vol verbazing staan we te kijken naar de elektronische voorspellingen. Een houten kist met allemaal lades met daarop een knop met een lampje. Je stopt een briefje van 100 yen in de gleuf, alle lampjes gaan uit en niet veel later gaat er een lampje branden. Je opent de lade en haalt er een briefje uit waarop de voorspelling van je toekomst staat. Geloof en bijgeloof komen nooit dichter bij elkaar dan hier.
Een granieten beeld van twee vossen met rode slabbetjes voor. Het is interessant en intrigerend tegelijk. Dit hebben we nog nooit gezien en we vragen ons af of we dit nog vaker gaan zien.
Asakusa sensoji, omhuld in plastic Het is jammer dat we de de “Sensō-ji“ tempel niet in haar volle schoonheid hebben kunnen zien. Toch is vandaag al een geslaagde dag terwijl we vanochtend later dan gewoonlijk zijn begonnen en pas halverwege deze donderdag, het is pas kwart over een, in Tokio zijn.
Ik kijk nog een keer over mijn schouder om afscheid te nemen.
Copyright/Disclaimer