
Manilla (Bayview Park Hotel) 931), donderdag 11 januari 2024
We beginnen deze dag met een brede glimlach. Ik zit al om kwart over zes aan het raam achter de computer met een beker vers gezette koffie en Lyka blijft nog even liggen doezelen totdat we naar beneden gaan voor het ontbijt. Af en toe kijk uit over de Manilla Bay uit naar de zee en de heuvels er omheen op de achtergrond. Het is vandaag echt de laatste dag in de Filipijnen en morgen vertrekken we weer naar Bangkok.
Het schrijven van onze belevenissen, en soms ook gevoelens, loopt als een trein maar dat kan ik over mijn nachtrust niet zeggen. De privé problemen stapelen zich in Nederland op en wanneer je ver van huis bent is dat niet erg gemakkelijk om ze op te lossen. Een ander voor het karretje spannen om mijn problemen op te lossen is ook geen optie dus moet ik proberen op afstand de problemen zelf op te lossen. Ik zie het als mijn eigen “Apollo 13” probleem. Ver van huis maar de problemen moeten hoe dan ook worden opgelost.
Dan heb ik nog het fysieke probleem dat ik op 2 januari ben gevallen, omdat ik even niet goed oplette, door een misstap op de rand een gat in de weg. Mijn linker enkel sloeg dubbel en als door een wonder ging ik onbewust meteen door mijn knieën om niet voorover te vallen. Mijn handen raakten heel zachtjes de grond en daardoor werd ook mijn slechte linkerschouder gespaard. Eigenlijk zat ik gewoon plotseling op mijn knieën naast de rand van het trottoir.
Helaas had ik wel een kleine schaafwond op mijn rechterknie die ik bij terugkomst in het hotel meteen goed heb schoongemaakt en daarna gedesinfecteerd met Betadine. De volgende dag heb ik dat nog twee keer herhaald in de hoop dat dat allemaal genoeg zou zijn om de tetanus buiten de deur te houden.
En nu begint dat in mijn onderbewustzijn en tijdens mijn slaap te broeien. Ik droom dat ik een tetanus infectie krijg en elke keer als ik overmatig zweet of kramp krijg denk ik dat het niet goed zit. Is het de angst om dood te gaan of zwerven er echt een heel leger dodelijke bacteriën door mijn lichaam. Ik weet het niet en ik vindt het moeilijk om een keuze te maken. Ik hou het in ieder geval goed in de gaten en wanneer ik echt twijfel ga ik meteen naar het "Bangkok-Pattaya Hospital” in Pattaya voor controle.



Tijdens het ontbijt zie ik vanuit een ooghoek een bekende verschijning! Ik kan mijn ogen niet geloven! Is dat Sandy? Na het eten heb ik al mijn moed bij elkaar geraapt en stap op de vrouw in de vuurrode jurk in het café af.
Zij kijkt verbaasd op en mij heel vreemd aan wanneer ik haar vraag: ‘Bent u de Sandy die ik ken uit Pattaya van een jaar of vijftien of twintig geleden?’
Ik zie angst, ongeloof, verwarring, een poging van haar om mij te herkennen, een antwoord blijft uit dus onderneem ik een nieuwe poging in deze, ook voor mijzelf, vreemde situatie.
‘Ik heb nog bier met u gedronken toen u ’s middags Andy was!’
‘Ik ben altijd Sandy geweest!’, antwoord ze bits.
‘Van de Britse politie zoals u vertelde. Ik herinner me uw vuurrode blouse en zwarte lak rokje wanneer u ’s avonds als Sandy op stap ging in Pattaya.’
Ze peilt me opnieuw terwijl ze in haar geheugen zoekt. Er verschijnt een verlegen glimlach op haar gezicht en het ijs lijkt gebroken.
‘Ja’, zegt ze. ‘Ik ben die Sandy van een eeuwigheid geleden in Pattaya, Thailand! Maar helaas kan ik u niet herinneren.’
‘Dat maakt voor mij niets uit!’, antwoord ik.
‘Ik ben gewoon heel blij dat ik na zo’n lange tijd weer iemand ontmoet waar ik nog steeds warme gevoelens voor heb.’
Ze bloost, en weet niet meer wat ze moet zeggen. Ik voel dat onze ontmoeting aan een plotseling einde is gekomen en dat we elkaar weinig meer te zeggen hebben. Ik eindig met een: ‘Het gaat je goed Sandy en ik wens je een lang en gelukkig leven toe!’
Ze glimlacht en antwoord: ‘Het zelfde voor u!’
Ik zie dat ze nog steeds door haar geheugen woelt om herinneringen aan mij boven te halen. Dat is voor nu misschien onmogelijk maar voor later kan het zo maar gebeuren. Het is mijzelf meer dan een keer overkomen.

Manilla is een vieze smerige oude stad die na de tweede wereldoorlog haar huidige stratenplan heeft gekregen. Manilla was een van de meest gebombardeerde steden in het Pacific theater. Het was bijna volledig met de grond gelijk gemaakt. Veel van de gebouwen zijn in de beginjaren vijftig in grote haast opgetrokken met inferieure bouwmaterialen. 90% van Manilla is tegenwoordig aan vernieuwing toe. Hier groeien de bomen letterlijk uit de bewoonde gebouwen!

Ik haal nog snel de laatste 5.000 Peso uit de ATM om naar de moeder van Lyka te sturen. Helaas is Lyka haar identificatie vergeten waardoor we later op de dag nog een keer op pad moeten. We kiezen voor een kantoor niet al te ver van het hotel. Het kantoor van de “Western Union” dat ik op de website heb gevonden is absoluut niet te vinden en we worden door behulpzame bewakers die overal voor de banken staan alle kanten, behalve de juiste, opgestuurd. Lyka heeft er al snel genoeg van dus moeten we nog een keer terug naar het “Robinson’s winkelcentrum”. En dat is een stevig eind lopen in de vuile lucht en de smerige straten van Manilla.
Na enkele tientallen meters door een zijstraat richting het winkelcentrum te hebben gelopen zie ik op vloerhoogte onder een groot raam de verlossende stickers van het bedrijf dat geld over de hele wereld verstuurd. “Western Union”! Binnen tien minuten is het geld onderweg naar de provincie en de code die benodigd is voor het ophalen van het geld door middel van een SMS naar Lyka’s moeder verstuurd. We zijn klaar voor vandaag! Alle opdrachten en plannen zijn voltooid.

Ik voel me verlost van deze dag en ik ben blij dat ze bijna ten einde is. Ik neem nog maar een slok uit mijn literfles San Miguel Beer terwijl ik een elektronische pagina omsla op mijn e-reader. Wat kan een eenvoudig leven onderweg naar niets toch mooi en bevredigend zijn!



