maandag 18 augustus 2025

USA: Op weg naar Montpelier

White river

Montpelier (Corby en Lalitha), donderdag 21 april 2011

Heb ik toch onterecht gedacht dat ik vannacht alleen op de kamer zou slapen. Om kwart voor twee werd ik wakker van het felle licht en twee Koreaanse jongens, die zich meteen begonnen te verontschuldigen toen ik zonder wat te zeggen langs hen heen liep om mijn blaas te gaan legen. Die vier halve liter blikken bier waren me slecht gevallen! Ook vreemd, want gisteren heb ik in één ruk doorgeslapen zonder dat ik midden in de nacht naar het toilet moest.
De twee jongens lagen al tussen de lakens en verontschuldigden zich opnieuw toen ik het licht uitdeed.
‘No problem!’, fluisterde ik ze toe om ze op hun gemak te stellen en kroop zelf ook weer in mijn warme bed.
Tot de wekker om zes uur afliep heb ik af en toe nog wel geslapen maar niet echt vast geslapen zodat ik vermoeid ben opgestaan. Er zit niet anders op dan het licht aan te doen en snel mijn rugzak te pakken. In een situatie als deze is het nooit een goed idee om beleefd te zijn. Je rugzak pakken moet met het licht aan omdat je anders wel eens het één of ander kan vergeten en dan wordt je beleefdheid afgestraft.
De twee slapers draaiden zich weg van het scherpe licht van de tl-verlichting en kruipen helemaal onder de dekens. Binnen tien minuten ben ik klaar en inspecteer voor de laatste keer de vloer rond, en onder, mijn bed. Ik ben niets vergeten en ga naar beneden om uit te checken. En daar was de eerste tegenslag van de dag.
De gemeenschappelijke ruimte en keuken gaan ’s morgens pas om zeven uur open. Geen koffie en geen internet voor deze reiziger. Er zit niets anders op dan op weg te gaan naar het “South Bus Station” om te kijken hoe en wat de situatie met de bussen is. Ik ben er ook bijna honderd procent zeker van dat er in, of in de buurt van, het station voldoende koffie gelegenheden zijn waar ik ook een broodje kan eten en misschien zelfs wel Wifi zal aantreffen.
2011-04-21_063024flickr De laatste USD 1,70 verdwijnt van mijn “Charlie Card” voor de rit met de ondergrondse. In de groene lijn ga ik op pad naar het “station Park Street” station. Overstappen op de rode lijn en de tweede halte is mijn eindbestemming. Het is nog geen zeven uur en er liggen nog drie hele uren tussen nu en het vertrek van mijn bus naar Montpelier.
In de grote hal van het “South Station” tref ik een dozijn restaurants van verschillende bekende fastfoodketens aan. Dus met het ontbijt zit het straks wel goed! Maar eerst ga ik op zoek naar de plaats vanwaar mijn bus zal vertrekken. Ook dit is geen probleem en binnen vijftien minuten sta ik in het enorme busstation met alle antwoorden op al mijn vragen bevestigd.
Ik heb ook het nog missende buskaartje voor komende zondag van Montpelier naar Montreal in mijn hand. Allemaal gaat bij Greyhound allemaal heel efficiënt en eigenlijk is dat zoals ik het had verwacht. Op het schone gratis toilet in het busstation denk ik er over na hoe dit allemaal in Nederland zou gaan. En mijn uiteindelijke conclusie is niet echt een mooie.
Ten eerste moet je nu in Nederland een toeslag betalen als je een papieren kaartje aan een loket wil kopen. De medewerker van de spoorwegen is meestal ook niet echt vriendelijk. De veelal iets te voluptueuze vrouw met een kastanjekleurig geverfd mannenkapsel is het niet het voorbeeld van het vriendelijk gezicht van Nederlands grootste personen vervoerder!
Maar het wordt allemaal nog erger wanneer je nadenkt over de toiletten bij de Nederlandse Spoorwegen! Als ik me goed kan herinneren moet je tegenwoordig in Utrecht op het centraal station nu € 0,50 betalen om je behoefte in een smerig hok te doen. In een ver verleden heeft een hoge ambtenaar berekend dat door het uitbesteden van de toiletten op de grotere stations, en het sluiten van de toiletten op de kleinere stations, zijn bruto jaarsalaris met enkele duizenden Euro omhoog kon.
En dan denk je als hoogopgeleide ambtenaar natuurlijk niet meer aan de ongemakken voor de honderdduizenden reizigers die elke dag in en om de treinen naar het toilet moeten. Hoge ambtenaren hebben dienstauto’s betaald door werkend Nederland!
En natuurlijk ook niet aan de contractant van het toilet die zelf nooit aanwezig is omdat zijn BMW naar de garage moet! Het uitbaten van de toiletten, en zijn andere belangrijke sociale werk, heeft hij bij voorkeur uitbesteed aan een student die het echt geen reet kan schelen of de toiletten schoon zijn of niet!
Die student gaat voor de acht euro per uur minimum loon rustig zitten lezen in zijn studieboeken en wisselt af en toe een bankbiljet of een euromunt voor een wanhopige passagier. Dit natuurlijk alleen wanneer per ongeluk zijn oog op de persoon in nood valt.
Met die vreselijke gedachten over hoe slecht die dingen geregeld zijn in ons moderne en vooruitstrevende Nederland ga ik maar op zoek naar een kop koffie en een broodje op een vreemd station in Boston.
Amtrak Acela Express Ook de Verenigde Staten van Amerika heeft haar eigen hogesnelheidslijn. Deze trein heeft de exotische naam de “Amtrak Acela Express”. De gewone spoorlijn van Boston naar Washington DC is het territorium van deze snelle trein die veel overeenkomsten heeft met de hogesnelheidstreinen in het Verenigd Koninkrijk. Mannen een treinen, een perfecte combinatie!
Bagel met creamcheese Bij “Au Bon Pain” gaan mijn ogen een paar keer over de menukaart en ik kies uiteindelijk voor een “Bagel with Creamcheese”. Dat heb ik wel eens op de tv gezien dat Amerikanen dit broodje vaak eten. Het is een Joodse combinatie en het is Koosjer. Een koffie en een broodje ei met bacon en kaas voor onderweg in de bus complimenteren mijn bestelling.
Helaas is er in het enorme treinstation sinds de aanslagen van 9-11 geen gratis internet meer dus duik ik maar in mijn reisverhalen. De tijd vliegt om en ik neem nog maar een slok uit mijn koffiebeker om te ervaren dat die echt tot op de bodem leeg is gedronken. Mijn horloge geeft tien over negen aan en ik vindt het tijd om maar eens te gaan kijken of mijn bus er al is.
De routine van het aan boord van de “Greyhound” bus gaan is eenvoudig. Ruim een half uur van tevoren vormt zich een beschaafde rij op de plaats waar de deur van de bus gaat verschijnen. Ongeveer vijftien minuten voor het vertrek komt er een medewerker die de regels voor het aan boord gaan nog een keer luid en duidelijk uitlegt aan de wachtende passagiers. Het is een beetje als de verplichte uitleg in in vliegtuig van de zuurstofvoorziening uit het dak, de nooduitgangen en de zwemvesten. Iedereen kent het ondertussen uit hun hoofd maar ze blijven het je tocht vertellen.
Wanneer iedereen zijn plaatsje in de bus heeft gevonden rolt de bus langzaam het busstation uit en ik ben eindelijk op weg naar mijn volgende halte van deze mooie reis op het Noord-Amerikaanse continent. Er is maar weinig verschil met de vertrekkende bussen in Azië. Binnen een half uur ligt bijna iedereen te slapen terwijl ik als een van de weinigen het aan mijn oog voorbij trekkende landschap aan de andere kant van het raam bestudeer.
Het eerste stuk van de reis is er veel dun hout begroeiing afgewisseld met moerassen. Het moet hier echt een vreemde en angstaanjagende wereld zijn geweest enkele eeuwen geleden ten tijde van de publieke berechtingen van de heksen!
De eerste heuvels doemen op aan de horizon en voordat ik het weet rijden we door een dicht bebost heuvellandschap. De jongen op de stoel naast me verteld over de Tomcat’s, Poema of Bergleeuw, beren en Elanden die hier in de bossen nog in het wild voorkomen.
White river De grauwe grijze dichte bossen bezaaid met grote zwarte brokken half gesmolten sneeuw zien er niet echt uitnodigend uit. Ik ben hier ook in de mysterieuze omgeving waar Stephen King de meest waanzinnige ideeën voor zijn fantastische boeken opdeed.
Voor korte stop in “White River Junction" roept de chauffeur een waarschuwing om over de intercom. Alle wilde dieren, zoals nog niet zolang geleden beschreven door mijn buurman, passeren de revue en het gevaar is voor iedereen duidelijk. Ik kies ervoor om de bus alleen te verlaten voor een bezoek aan het toilet en snel als een haas zit ik binnen enkele minuten weer op mijn stoel. Het is niet ver meer tot mijn bestemming voor vandaag.
Het is best wel grappig dat wij ergens in het verleden de data in onze belevingswereld verkeerd hebben begrepen. Corby is in de veronderstelling dat ik morgen pas zal arriveren maar het is toch zeker een dag eerder. Gelukkig weet het adres van de Corby familie en ik hoop dat Lalitha thuis is.
Montpelier is een vriendelijke groene stad in de heuvels van noord-oost USA. De stad voelt aan als een dorp wanneer ik de bus verlaat. De chauffeur knikt vriendelijk naar me wanneer ik van de laatste trede van de bus op het asfalt stap.
Griffin familyGriffin familyGriffin family Na een korte wandeling door de straten van Montpelier zit ik aan de koffie in de keuken met Lalitha. De tijd vliegt om en Corby komt iets eerder thuis van zijn werk. We hebben elkaar vier jaar niet gezien en hebben natuurlijk elkaar veel te vertellen.
Salade Na een heerlijke Maleisische maaltijd, de rijst en kerrie ben ik vergeten te fotograferen, maar de salade is wel voor de eeuwigheid vastgelegd, brengen we de avond door met elkaar en halen veel verhalen uit het verleden op. We hebben snel nog wat biertjes gehaald en dat maakt het een stuk gezelliger.
Mijn bedje Het is al snel middernacht en tijd om naar bed gaan. Ik slaap op het bed van zijn dochter de komende drie nachten. Ze is trots om haar bed af te staan aan een vriend van haar vader die van heel ver is gekomen. Morgen heb ik genoeg tijd om in mijn eentje deze kleine hoofdstad van een bijzondere Amerikaanse staat te gaan bekijken.

maandag 11 augustus 2025

Sri Lanka: Colombo is totaal anders

Het wandelpad langs de zee

Colombo (Grand Oriental Hotel Colombo), donderdag 14 februari 2008

De grote fles “Lion Beer” heeft niet gedaan waarvoor ik hem had ingehuurd! Ik heb niet al te best geslapen in de nieuwe omgeving met vreemde geluiden en een airconditioning die om de tien minuten begon te rammelen als een oude dieselbus. Nog onzeker of ik de wekker wel op de juiste tijd had staan schrok ik bij het eerste daglicht dat tussen de gordijnen door kroop wakker. Sri Lanka heeft vier en een half uur tijdsverschil met Nederland. Ik zie jullie denken!
‘Vier en een half uur tijdsverschil?’
Ja, dat klopt, tijdzone’s zijn niet alleen in hele uren.
Ik kom net terug van het toilet wanneer de wekker om zeven uur afloopt, hij staat dus goed. Na een koude douche ben ik goed wakker en klaar voor het ontbijt dat in de prijs is inbegrepen. Het ontbijt is erg uitgebreid met alles wat je in principe verwacht van een ontbijtbuffet in een vier sterren hotel.
Met een fantastisch uitzicht over de haven, streng verboden om te fotograferen drukt een ober mij voor de zekerheid op de borst, werk ik de omelet, bacon, worstjes, witte bonen in tomatensaus en de toast op mijn gemak naar binnen. De thee is zo sterk dat mijn maag zich samentrekt. Een wolk melk maakt het wat beter maar ik heb zo’n hekel aan thee met melk dat ik morgen toch maar de koffie probeer.
Grand Oriental Hotel ColomboCargills (Ceylon) Building Om iets over half negen stap ik voor het eerst het hotel uit om Colombo te ontdekken. Ik ben verbaasd over wat ik om me heen zie. Britse koloniale gebouwen alom! Mijn eerste indruk is dat Colombo totaal anders is dan elke andere hoofdstad van welk land waar ik ooit ben geweest.
Ik vindt dat Colombo het meest op Rangoon in Myanmar lijkt met modernere auto’s. Er zijn ook zoveel militairen en politiemensen op de been dat je je meteen veilig voelt in deze stad. Ik ben wel erg verbaasd dat er straten, en ook hele buurten, zijn afgezet met prikkeldraad en dat je op heel veel plaatsen niet mag fotograferen. Dat zal buiten Colombo hopelijk toch wel anders zijn?
Koloniale gebouwenKing coconut met lokale filmster Overal langs de weg liggen takken met grote gele, of zijn het gouden, kokosnoten. Elke verkoper ziet in mij een kans om zijn slag te slaan maar geen van de verkopers weet dat ik helemaal niet verzot op kokosmelk ben. De verkopers noemen ze de “King Coconut”. Deze verkoper gebruikt een foto van een beroemde Sri Lankaanse filmster om zijn handelswaar nog meer aan te prijzen.
Het wandelpad langs de zee Ik heb de kaart van het centrum van Colombo goed bestudeerd en na een paar keer te zijn doorverwezen door de militairen richting een omweg sta ik eindelijk aan het water, de Indische Oceaan. Het grote grasveld waar anderhalve week geleden de parade ter ere van zestig jaar onafhankelijkheid is gehouden ligt er nu weer rustig bij. Het ruisen van de golven die breken of het zand is rustgevend.
Het duurt niet lang of de eerste (gratis) gids meld zich met een smoes aan mijn zijde. Het is toeval en een geluk voor mij dat hij vandaag jarig is. Ik kan daar niet heen en daar niet naar toe wegens de militaire afzettingen. Dit en dat zijn vandaag gesloten maar daar kan hij me toch mee naar toe nemen omdat hij iemand van de bewaking kent. Ik heb heel erg veel geluk want er is vandaag een unieke optocht met wel vijftig olifanten niet ver hier vandaan. We moeten wel een Tuk-Tuk nemen want we zijn al aan de late kant. Nadat hij begrijpt dat al zijn verhalen weinig indruk op mij maken verdwijnt hij net zo snel als hij is verschenen.
Na minder dan tweehonderd meter heb ik er weer één aan mijn kont hangen. Met dezelfde verhalen en precies dezelfde opmerkingen. alsof ze zijn ingestudeerd! Nog voordat ik hem afgeschud heb mengt zich een Tuk-Tuk chauffeur in de komedie. Hij komt met een aanbod dat beide gidsen ruim overtreft. Ik lok hem een eenrichtingsweg in en maak zelf rechtsomkeer, de achterkant van zijn Tuk-Tuk is het laatste dat ik van hem zie. Althans, dat dacht ik!
Nummer twee heeft zich ondertussen zelf in een Tuk-Tuk genesteld en samen met de chauffeur proberen ze mij de pas af te snijden, om mij zo over te halen om met ze mee te gaan. Een nieuw verhaal over goede vriend van hem die juwelier is en hij zal mij zeker wel veertig procent korting op het goud en de edelstenen geven. Ik kan mij ogen niet geloven wanneer Tuk-Tuk nummer twee zich ook weer in de strijd mengt. De Tuk-Tuk’s snijden elkaar op gevaarlijke wijze de weg af en op één moment heb ik een Tuk-Tuk aan elke zijde rijden.
Ik loop een smalle drukke straat in met de twee Tuk-Tuk's in mijn kielzog. Een paar keer verander ik snel van richting waarna de chauffeurs vreemde capriolen moeten uithalen om me te blijven volgen. Met als gevolg een oorverdovend getoeter door de vastgereden vrachtwagens en andere weggebruikers valt hun ten deel.
Ik herhaal dit een paar keer, in evenveel minuten, met een schaterlachende menigte Sri Lankanen op de stoep. Door de drukte in de straat en het ontwarren van de verkeersopstopping denken ze niet meer aan mij en ik verdwijn onopgemerkt in de smalle straatjes van deze wereldstad.
Christ Church, Galle Face - Church of CeylonBomaanslagen in Colombo Nu kan ik mij meer op het dagelijkse leven in Sri Lanka, en haar cultuur, concentreren. Colombo is op het eerste oog een vreemde stad! Met de Europese ontdekkingsreizigers zijn hier ook de Christelijke missionarissen gearriveerd. Natuurlijk waren de katholieken hier het eerst maar later kwamen de Nederlandse en Britse protestanten. De witte vierkante kerktoren van de “Church of Ceylon” kan zo maar ergens in Groot Brittannië of Nederland staan.
Een ander koloniaal gebouw oogt vreemd en alle openingen op de begane grond zijn dichtgetimmerd met houten platen. Ik weet niet goed wat ik ervan moet denken maar het antwoord word me aangegeven zonder dat ik er om gevraagd heb. ‘Tamil Tigers bommen!’, fluistert een voorbijganger alsof het om een groot geheim gaat.
Kompannavidiya treinstationOude wagon De spoorweg is ook hier op Sri Lanka door de Engelsen gebracht, net als in India. Het spoor was een belangrijk vervoermiddel in de voormalige Britse koloniën. We gaan er zeker nog heel veel van zien deze reis.
Toegangshek tot onbekende tempelWoning in Colombo Armoede is troef in dit door een burgeroorlog verscheurd land. Zoals gewoonlijk is het een kleine militante minderheid die de hardwerkende gewone mensen wil overheersen. Geloof, politiek, geschiedenis en vreemde ideeën gaan vaak hand in hand onder de minder bedeelden van onze planeet. Een onbekende sobere Boeddhistische tempel en een vreemde woning passeren mij op mijn pad.
Nescafé muurschilderingNescafé muurschilderingMesjesdraad langs de straat Kleurrijke vrolijke reclame op een muur voor een wereldberoemde oploskoffie in een stad die bijna dagelijks het slachtoffer is van bomaanslagen. Ik moet dit even laten inzakken in mijn gedachten. Ook omdat de vrolijkheid wordt afgewisseld met rollen mesjesdraad om ongewenste bezoekers af te weren. Het is voor mijn gevoel een stad, en waarschijnlijk ook een land, met grote tegenstrijdigheden.
Het valt me onderweg ook op dat er voor Aziatische begrippen heel weinig kleine winkeltjes en eethuisjes zijn. Ik vraag mij dan ook af of al die inwoners van Colombo gewoon zelf thuis koken en eten. Er is niet zoveel stank, maar als je in de buurt komt van een vismarkt of slachthuis dan is de stank zo erg dat je adem wordt afgesneden. Af en toe zoek ik kokhalzend een uitweg naar een punt met frisse lucht.
In het gebied rond het fort kun je bijna niet verdwalen, de “Twin Towers" van het “Colombo Trade Center” zijn bijna altijd te zien.
Stadsbussen in ColomboFort Railway station Het openbaar vervoer in Colombo lijkt van een acceptabele kwaliteit te zijn. Overal passeren met passagiers gevulde gekleurde bussen en ik loop weer tegen een tweede spoorwegstation aan. De gewone trein doet in de stad Colombo ongetwijfeld dienst als een soort metro. Om de paar honderd meter is er weer een station waar de forensen kunnen in- en uitstappen.
Na de ochtend wandeling moet ik echt zoeken naar een plaats om wat te eten. De lokale YMCA lijkt een van de uitgesproken plaatsen waar ze voedel serveren aan toeristen. De menukaart in de YMCA in in ieder geval in het Engels en de zaak zit tot aan de nok vol met mensen die tot aan hun ellebogen in de rijst met kerrie zitten te roeren.
Een korte wandeling met mijn vingers door de menukaart, en daarna met mijn benen langs de enorme pannen gevuld met een waterige kerrie in verschillende kleuren.
Bryani met kip in de Colombo YMCA De kerrie is me op dit moment nog wat te avontuurlijk dus kies ik voor de “Biryani”, een kruidige zeer smakelijke rijst die ik uit Maleisië ken. De Biryani smaakt goed en ook de kerrie met rundvlees die ik later bestel is heel smakelijk. Alleen de groente die ik erbij krijg kan ik niet plaatsen. Het heeft ook een voor mij geheel onbekende smaak, niet vies, maar de smaak van het groentegerecht staat wel me snel tegen.
Het lauwe flesje “Mirinda” limonade is absoluut niet te drinken! Het is een mierzoete soort Fanta. Een klontje ijs in je frisdrankje is natuurlijk geen aantrekkelijke oplossing! Bij gebrek aan Cola, een flesje drinkwater is zeker geen alternatief, zou ik het liefste een ijskoud biertje drinken. Vanavond probeer ik een andere Sri Lankaans gerecht, tenminste, wanneer ik een aantrekkelijke eetgelegenheid kan vinden in de buurt van mijn hotel.
Nu ik mijn eerste kennismaking met de stad heb gemaakt wordt het tijd om de eerste culturele bezoeken te gaan afleggen. De eerste bezienswaardigheid op de agenda blijkt zo moeilijk te vinden dat het uiteindelijk de laatste bezichtiging van de dag word. Een samenspel van militaire controlepunten, die ik absoluut niet mag fotograferen, en de onduidelijke kaart op mijn “Garmin Oregon t400” GPS blijven mij de verkeerde kant op sturen.
Ramlal Maharajah Nergens staan er borden die de richting aangeven naar de toeristische attracties! Er staan sowieso weinig richtingsborden in Colombo! Is dat om de terroristen te verwarren? Dat zou zo maar kunnen. Ik sta voor de “Ramlal Maharajah” en kijk mijn ogen uit. Wanneer ik deze foto later op mijn hotelkamer bekijk besef ik dat alles wat mijn wandeling in Colombo vandaag uniek maakt op deze foto staat. Een koe als een lastdier, een stalen kar vol met huishoudelijk afval, twee Sri Lankanen waarvan een op blote voeten en een tempel die wel wat onderhoud kan gebruiken.
Wolvendaalsche kerk Het heeft even geduurd maar uiteindelijk sta ik voor de “Nederlandse Protestantse Kerk Wolvendaal”. Het gebouw is niet erg indrukwekkend maar daarom niet minder belangrijk voor de geschiedenis van Nederland in de overzeese koloniën.
Na het schudden van de kaarten tussen de Europese koloniale grootmachten is de “Nederlandse Protestantse Kerk Wolvendaal” gesticht in 1642. Zijn huidige vorm is pas in 1749 ontstaan.
Oude grafstenenOude grafstenen De koster van de “Wolvendaalse Kerk” geeft mij met plezier een rondleiding door de kerk met al zijn antieke Hollandsche Meubelen en oude grafzerken. Deze kerk had zo ergens in een tussen fruitbomen verscholen dorpje in de Betuwe kunnen staan.
Oude grafstenen vindt ik altijd indrukwekkend en een belangrijk deel van de nog levende geschiedenis. Anno 1691, meer dan 300 jaar geleden werd hier “Juffrouw Rachel Brouwers” hier ter aarde besteld. Terwijl ik na de grafsteen kijk vraag ik me af of ik in een vorig leven ook een koloniale avonturier ben geweest.
De kansel in de Wolvendaalsche kerkHerinnering aan overleden vrouw in de Wolvendaalsche kerkOude grafstenen in de vloer van de Wolvendaalsche kerk Het interieur van de “Nederlandse Protestantse Kerk Wolvendaal” is erg indrukwekkend. Ik weet dat er steeds meer atheïsten en islamieten bijkomen maar vergeet nooit dat de religieuze kunst een heel belangrijke rol heeft gespeeld! Afgodbeelden en beelden van zwangere vrouwen zijn de oudste sporen van de denkende en creërende oermensen ooit gevonden. Een religie zonder beeldende kunst is als een lichaam zonder ziel.
De kansel vanwaar de dominee zijn kudde godvrezende gelovigen honderden jaren geleden toesprak is een waar kunstwerk gemaakt door lokale Sri Lankaanse timmerlui en houtsnijders. Een houten bord aan de muur ter gedachtenis aan een overleden echtgenote benadrukt de pijn en het verdriet van de achtergebleven echtgenoot.
Een grote deksteen in de vloer van de kerk, bovenop de laatste rustplaats van een hoogwaardigheidsbekleder, is natuurlijk een kunstwerk op zich. “Baron van Eck”, Heer van Overbeek, zocht zijn geluk, en misschien ook een nieuw fortuin, op Ceylon. Hij stierf in de strijd op het slagveld. Zijn zij die thuisbleven de winnaars? Ik denk het niet, thuis gaan de meeste mensen dood!
Sri Lanka/Colombo/ - 38Nederland bedanktWolvendaalsche Gereformeerde kerk Op weg naar de uitgang kijk ik recht in de ogen van de onzichtbare gelovigen die deze kerk honderden jaren lang hebben bezocht. Ik zie ze zitten maar ze hebben geen herkenbare gezichten. Ik knik, en de geesten van de gelovigen die niet meer onder ons zijn knikken goedkeurend terug. Ik geloof in het hogere en geesten.
Op naast de voordeur zie ik nog een uitzonderlijke set “Delfts Blauwe” tegels als dank voor de bescherming die de Nederlandse soldaten hier hebben ervaren tijdens de tweede wereldoorlog in het verre oosten. De tekst is in het Engels en dat maakt het nog meer bijzonder.
Ik kijk nog een keer over mijn schouder voordat ik de “Nederlandse Protestantse Kerk Wolvendaal” achter me laat. Ik heb voor vandaag genoeg gezien en ik ben nog steeds onder de indruk van de geschiedenis die ik vandaag in alle rust heb mogen ervaren. Ik ga richting mijn hotel.
Kleurrijke huizen in ColomboAbu Saleh Takya Mosque De huisjes die ik passeer mogen niet zijn gebouwd naar de westerse maatstaven maar ze zien er wel uit als huisjes vol geluk. De kleurige huisjes stralen geluk en acceptatie uit. Het is niet anders, onze goden verzorgen ons dat we zo moeten leven. Dat is Azië, het accepteren van je levensomstandigheden zonder enige afgunst naar zij die het beter hebben dan wij. Het Hindoeïsme en Boeddhisme zijn zeer rustgevend. Zij kennen geen afgunst! Alleen de acceptatie van de situatie waarin jij je bevind.
De “Abu Saleh Takya” moskee, geheel zonder enige artistieke inspiratie opgetrokken uit beton, is een monster van architectonische mismaaktheid dat ik geen enkele hoek kon vinden om er ook maar één fatsoenlijke foto van te nemen.
Old Town Hall Building and MuseumHet is druk op straat Dan passeer ik het oude gouverneurshuis, vreemde architectuur die ik niet kan plaatsen, dat is omgebouwd naar het “Dutch Museum”, een snelle blik naar binnen verraad dat hier weinig te zoeken heb. Toch is een eerbetoon aan de Nederlandse kolonisten opvallend en een eer.
Is het een overdekte markt of een verzameling kleine winkeltjes? Het blijft opvallend dat er bijzonder weinig winkels in het straatbeeld zijn waar ze verse etenswaren verkopen. Wellicht is er ergens een grote overdekte natte markt in de buurt?
Onverharde straatKoloniale herinneringen Dat er in Colombo nog wel aan de verbetering van de infrastructuur moet worden gewerkt wordt me duidelijk in een onverharde straat in het centrum. Er loopt een donkere strook zand/aarde door de straat waarvan het me, door de geur die het verspreid, al snel duidelijk is dat het om riool- en afvalwater gaat.
Zo, dat was dat! De eerste dag in Sri Lanka zit er voor mij op. Ik heb aardig wat kilometertjes gelopen met een blaar op mijn linker hiel als zichtbaar bewijs. Colombo ziet er op het eerste oog best interessant uit, maar ik heb na vandaag nog drie dagen in de stad. Dat lijkt een beetje teveel van het goede. Daarom ga ik morgen met de trein naar Negombo om daar ook wat in de Nederlandse geschiedenis te duiken.
Het avondeten schiet er voor mij helaas bij in, de hemel word verlicht door een oneindige lichtshow van bliksemschichten en de straten van Colombo zijn om half zeven dood en verlaten. Er zit wel een restaurant in het hotel, in de ruimte waar ‘s morgens het ontbijt wordt geserveerd, maar dat restaurant probeer ik morgen wel. Voor de een of andere reden heb ik weinig trek en meer dorst. De twee ijskoude flessen “Lion Beer” smaken me in ieder geval uitstekend!
Mijn ervaring met de peperdure “Highspeed Internet Connection” in het hotel is een drama. De verbinding is af en toe zo langzaam dat het er op lijkt dat er helemaal geen verbinding is. Het duurde een kwartier voordat ik mijn verhaal van gisteren op mijn weblog had staan! Ik kon nog net binnen de tijd de foto’s opladen maar tijd voor invoegen was er niet meer. Dat gehannes kostte me € 4.—. Jullie begrijpen dat ik naar een andere oplossing op zoek ga. Vanavond voor het slapen nog wat tv op mijn MacBook kijken en morgen om zes uur op om wat meer in de buurt te gaan verkennen.

donderdag 31 juli 2025

Nederland: 800.000 Pagina’s bezocht, het gaat snel

800000 visitors

Op de bouwplaats, donderdag 31 juli 2025

De afgelopen maanden na onze terugkeer in Nederland waren erg stressvol maar ik kan gelukkig melden dat de grootste problemen nu kleine problemen lijken te zijn geworden. Ik heb weer innerlijke rust gevonden. Ik kijk soms wat TV en (her)schrijf regelmatig verhalen voor deze weblog. Soms lees ik ook oude verhalen terug, om in de sfeer van vele jaren geleden te komen, en met verbazing zie ik de teller gestaag oplopen!

Op 7 maart 2025, in Osaka, Japan, zagen we de teller de 700.000 passeren en vandaag, slechts 147 dagen later, passeert de teller 800.000. Dat is ruim 610 bezoekers per dag! Daar ben ik heel erg trots op. Het is een teken dat ik toch wel wat goed doe en onze foto’s ook zeer worden gewaardeerd.
Vaak wordt me de vraag gesteld: , Verdien je ook geld met je weblog?’
Mijn antwoord is: ‘Nee, ik doe het voor mijn plezier!’
Met grote ogen staren de vraagstellers mij aan!
Natuurlijk is de gedachte wel eens voorbij gekomen om reclame op mijn weblog toe te laten. Gemakkelijk een (klein) beetje geld verdienen en een lelijke weblog vol reclame? Nee dank U! Ik hou “Travels and Troubles” liever puur.
Voor nu leg ik de lat op de miljoen gelezen pagina’s! Dat heb ik negentien jaar geleden, toen ik met mijn website begon, nooit kunnen bedenken!

800000 visitors Het hele jaar door krijg ik per e-mail complimenten, vragen en opmerkingen. Er zijn lezers die onze belevenissen als inspiratie gebruiken voor hun eigen reizen. Er zijn ook reizigers die na al die jaren kun je ook terugkijken hoe het vroeger was in de landen die we hebben bezocht.

Er is ook een grote groep trouwe lezers die onze avonturen volgen omdat ze het gewoonweg leuk vinden om te lezen over andere werelden.

Ik wil jullie, trouwe lezers, bedanken voor jullie bezoeken, fijne opmerkingen en adviezen.

Heel veel dank van Lyka en mij.

maandag 31 maart 2025

Nederland: Welkom in Hollandistan

Het laatse zonlicht

Op de bouwplaats, maandag 31 maart 2025

Om een uur gaan kort naar elkaar de telefoon en de wekker op mijn iPhone af.
Ik neem de hoorn van de haak en hoor een krakerige computerstem zeggen: ‘This is your wake-up call! It is one ‘o’ clock!’
Ik ben niet in de war maar wel enigszins gedesoriënteerd. Lyka draait zich onwennig op dit tijdstip nog eens op haar andere zijde maar dat mag ik niet laten gebeuren. We staan aan het begin van een hele lange (reis)dag waar we ons met een gezamelijk hoog moraal doorheen moeten slepen.
Ik neem eerst de tijd om een beker koffie te zetten want zonder de cafeïne kom ik ’s morgens maar moeilijk op gang. De kamer wordt voor de laatste keer gecontroleerd of we ècht niets zijn vergeten in te pakken en de koffers die moeten worden ingecheckt worden voorzien van enkele stroken gele ducttape als extra beveiliging. We kijken elkaar aan om onze energie gelijk te balanceren want we weten beiden donders goed wat er voor een dag voor ons ligt.
Iets over half twee arriveren we in de lobby van het “The Green View Hotel” waar al twee andere achtergebleven passagiers op de bus zitten te wachten. Met een rugzak bomvol met ervaringen in Thailand wist ik gisterenavond al te voorspellen dat er een minibusje voor de zeven passagiers is geregeld. Niemand, en dan ook helemaal niemand, heeft gedacht aan de mogelijkheid van de hoeveelheid bagage die hoogstwaarschijnlijk bestaat uit zeven grote koffers en ook nog eens zeven kleine koffers!
We zijn nog niet compleet wanneer de door mij voorspelde veel te kleine minibus arriveert. We gaan met z’n vijven naar buiten en ik zie de buschauffeur achter zijn oren krabben wanneer hij de enorme hoeveelheid bagage van ons vijven ziet. Hij begint met de grote koffers achterin de minibus te laden waarna de kleine cabine bagage er boven op gaat. Je hoeft niet te hebben gestudeerd om te zien dat dat niet gaat passen! Er moeten twee kleine koffers naast de passagiers op de stoelen. Dan is de bus is vol!
De achterklep van de minibus slaat met een klap dicht en precies op dat moment verschijnen de twee laatste passagiers. Er ontstaat een vurig argument tussen verschillende betrokkenen, zoals een medewerker van het hotel en de chauffeur van de minibus, maar zodra het woord “Bolt” valt weet ik dat het probleem is opgelost en dat er voor de laatste twee passagiers een taxi wordt geregeld om ze naar het “Suvarnabhumi International Airport” in Bangkok te brengen. Ze moeten alleen wel langer wachten totdat de taxi is gevonden!
Het juiste moment om te vertrekkenHet is stil in de vertrekhal Voor ons vertrek met de minibus heb ik nog snel naar de weersverwachting gekeken en die is niet al te best voor Bangkok. Alleen maar regen.! Om half drie staan we vooraan in de rij om in te checken voor onze reis via Istanbul naar Amsterdam. Ik heb de luchthaven in Bangkok nog nooit zo leeg gezien. Het is dan ook een onmenselijke tijd in deze globale economie die 24/7 overal ter wereld doorgaat.
Het grote voordeel van dit nachtelijke vertrek is natuurlijk dat er geen lange rijen staan bij de veiligheid inspectie en de immigratie. We kunnen zo doorlopen terwijl het Zwitserse echtpaar apart wordt genomen omdat ze de zestig dagen van het visum hebben overschreden. De beambten van de immigratie zijn druk aan het bellen met Turkish Airlines om de bevestiging dat de vlucht van vrijdagavond door de luchtvaartmaatschappij is geannuleerd en dat de passagiers daar geen schuld aan hebben. Misschien krijg ik nog wel te horen hoe het is afgelopen.
We zoeken een plaatsje aan een tafel in ons vaste koffie restaurant in de vertrekruimte van het “Suvarnabhumi International Airport”. Ook hier is het natuurlijk erg rustig en wij moeten nog meer dan drie uur wachten voordat we aan boort kunnen van onze eerste vlucht “Turkish Airlines TK 59” naar Istanbul. Er zit gelukkig nog voldoende Thaise baht in mijn broekzak. Ik schud met mijn hoofd wanneer ik meer dan negen euro moet aftikken voor een kartonnen beker hete zwarte koffie en een bekertje lauwe chocolademelk. Het meisje giet de hete koffie in mijn Japan koffiebeker. Daarna nog enkele blokjes ijs om de koffie snel op drinktemperatuur te brengen.
De minuten kruipen (te) langzaam voorbij en zodra Lyka haar verveling gaat verdringen met een kijkje in de veel te dure “Tax-Free” winkels sla ik mijn Kobo e-reader open om de tijd te doden. Gelukkig werkt het! Lyka komt terug met twee pakken wafels die gevuld zijn met lokale tropische vruchten. Nog twee uur te gaan en ik speel voor een moment met de gedachte om mijn MacBoek tevoorschijn te halen om verhalen te schrijven. Verder dan het spelen met de gedachte komt het niet. Mijn koffie is bijna op na anderhalf uur en dan wordt het tijd om onze zitplaatsen en tafel te verlaten en naar de Gate te gaan. Het begint langzaam drukker te worden op de luchthaven.
Bij de Gate hebben we gelukkig meteen zitplaatsen waar we een uur moeten luisteren naar een computerstem die om de tien seconden waarschuwt dat de loopband voor onze neus eindigt. Ik haal mijn e-reader maar weer tevoorschijn en lees in het boek van Inez Weski “Het geluid van de stilte : Een jaar leven in een voortrazende orkaan”. Een verslag over hoe onbetrouwbaar onze overheid is. De waarheid is nog veel ongelooflijker dan de ingewikkeldste verzinsels! We zijn allemaal slachtoffer van het systeem dat “de Overheid” heet! Net als in China en andere totalitaire regimes.
Dan kunnen we eindelijk naar het aquarium een verdieping lager en moeten we wachten op ons vliegtuig dat nog niet aan de slurf staat. Ik kijk op mijn horloge en realiseer me dat we al zes uur wakker zijn en het vliegtuig nog niet hebben gezien. Dit zijn van die momenten dat we niet teveel moeten nadenken maar alles gelaten over ons heen moeten laten komen. Gelukkig mogen we als een van de eersten aan boord omdat het personeel weet dat we meer dan zestig uur vertraging hebben. Eindelijk rust!
De Airbus “A330-300“ heeft maar twee stoelen aan de raamzijde en dat betekend dat we een relatief comfortabele vlucht in het verschiet hebben. Voor zover je kan spreken van een comfortabele vlucht! Intercontinentale vluchten richting Europa vanuit Thailand zijn ècht een drama!
Omelet Ontbijt van Turkish AirlinesFrench Toast Ontbijt van Turkish Airlines We zijn minder dan een uur in de lucht wanneer het ontbijt wordt geserveerd. Gebakken aardappelen met omelet en spinazie voor mij en Lyka gaat voor de “French Toast” met een zoete jam. De twee driehoekjes kaas maken meteen mijn (reis)dag weer goed. Ik droom weg naar de supermarkten van Nederland voor de arme mensen waar ik morgen oude kaas ga kopen. Wat heb ik die oude kaas de afgelopen twee maanden toch gemist! Mijn bakje fruit ruil ik met Lyka voor nog meer kaas en het taaie witte broodje. Goed gevuld zitten we in de verduisterde cabine. Het is niet anders, we moeten tijdens het daglicht verplicht in een verduisterde ruimte zitten.
Er zijn nog tien lange uren te gaan! In de hoop dat het ontbijt me rozig zal maken doe ik mijn oordoppen in en probeer te slapen. Gelukkig lukt dat voor enkele uren. Totdat mijn lichaam genoeg rust heeft gehad en mijn interne klok, die nog steeds op GMT +8 staat, mij wekt en ik voor me uit in een cabine staar waar veel mensen TV zitten te kijken. Dat is ook iets dat ik nooit heb kunnen begrijpen! Passagiers die acht uur achter elkaar film zitten te kijken. Nog ruim zes uur te gaan!
Het boek van Inez Weski is mij op dit moment wat te zwaar dus begin ik aan “Alistair MacLean's Rode Brigade”. Een boek over een dodelijk virus dat uit een laboratorium wordt gestolen en de hele mensheid in gevaar brengt. Waar heb ik dat eerder gelezen of gehoord?
Pasta diner van Turkish AirlinesChicken Cashew diner van Turkish Airlines Gelukkig is daar de volgende maaltijd die we in het pikkedonker moeten nuttigen. Wat heb ik een hekel aan die dagvluchten naar Europa! De pasta smaakt prima en de rode bietensalade is een winnaar. Lyka heeft de Thaise kip met cashewnoten en wat zij in het kleine bakje achterlaat werk ik nog snel naar binnen. Het kan wel even duren voordat we weer wat te eten krijgen!
De laatste vier uur van de reis naar Istanbul kan je het beste vergelijken met het oneindige ronddraaien in je bed wanneer je niet in slaap kan komen. Ik probeer van alles en nog wat om de seconden en minuten sneller te laten passeren. Tevergeefs! Zodra ik mijn e-reader open en probeer te lezen vallen mijn ogen voor enkele momenten dicht. Mijn gedachten houden me daarna meteen weer wakker. Mijn hersenen zoeken naar oplossingen voor de problemen die ons op dit moment in Nederland teisteren. Problemen die zo snel als mogelijk moeten worden opgelost.
Hazenslaapjes afgewisseld met periodes van astronomische verveling, wat kan ik nog bedenken om de tijd te versnellen? Nog maar een stukje lezen totdat mijn ogen weer dichtvallen.
Eindelijk komt de verlossende mededeling van de kapitein vanuit de cockpit: ‘Goedemiddag, we gaan over enkele minuten de daling inzetten naar de “Istanbul Havalimanı” luchthaven.’
Precies op dat moment komt het cabine personeel langs om de schuifgordijnen in de patrijspoorten omhoog te doen waarna er een stroom oogverblindend zonlicht de cabine vult. Het voelt ongemakkelijk als in een bioscoop wanneer de noodverlichting plotseling aan gaat!
Het is nu of nooit! Er heb uren met de gedachten gespeeld en nu moet het dan maar gebeuren! Ik sta op en been naar de centrale keuken tussen de vleugels en vraag naar het hoofd van het cabine personeel.
Het cabine personeel kijkt me vreemd aan en de vraag: ‘Waarom?’, laat niet lang op zich wachten.
Het hele verhaal van de vertraging en annulering van onze vlucht drie dagen geleden opent alle monden van verbazing. Nu we ook nog een kleine zes uur op de luchthaven in Istanbul moeten wachten zouden we het zeker op prijs stellen wanneer Turkish Airlines ons een (gratis) verblijf in de lounge zou aanbieden zodat we in ieder geval kunnen ontspannen en wat uitrusten. Het hoofd van het cabine personeel verontschuldigd zich voor het ongemak en belooft zodra ze contact heeft met de luchthaven ons ongemak zal bespreken met de verantwoordelijke manager. Ik heb geen enkele zekerheid dat het gaat lukken maar niet geschoten is altijd mis!
Na de wat onhandige en hobbelige landing verlaten we als laatste passagiers het vliegtuig. Voordat we het toestel verlaten stapt het hoofd van het cabine personeel op ons af en verteld dat ze voor ons heeft geregeld dat we kunnen ontspannen in de lounge van Turkish Airlines. Ze weten ervan aan de balie voor de lounge en onze namen zijn in het systeem ingevoerd. Ik bedank haar uitgebreid en kan alleen maar hopen dat het allemaal goed komt. Zes uur wachten op een luchthaven is een heel lange tijd, zeker na een vertraging van meer dan zestig uur!
Halverwege de slurf worden we opgewacht door een lange magere man met een dikke zwarte snor in een net kostuum, met een portofoon op de heup, die ons nog een keer op de borst drukt dat we ons geen zorgen hoeven te maken. We kunnen naar de lounge gaan. Ze weten dat we onderweg zijn en wij kunnen gratis gebruik maken van de lounge. Het is in ieder geval een opluchting dat we de lange uren wachten kunnen doorbrengen op een comfortabele sofa.
Onze zoektocht naar de beloofde lounge brengt ons langs drie verschillende lounges verspreid over de enorme vertrekterminal. De nieuwe luchthaven van Istanbul moet het nieuwe knooppunt worden tussen oost en west. Overal laat ik met een verlegen glimlach onze instapkaarten zien. Ze worden gescand en geen enkele keer gaat er een groen licht branden dat we mogen worden toegelaten.
Bij een van de lounges is de medewerker van Turkish Airlines meer dan onbeschoft. Hij laat duidelijk merken dat hij weinig opheeft met een “Kafir” uit West-Europa. Zijn islamitische superioriteitsgevoel straalt van hem af en hij denkt dat hij echt de uitverkorene is! Welkom in de "Verenigde Europese Emiraten”, het continent van de toekomst.
Bij een andere lounge adviseren ze ons om naar de balie van de klantenservice te gaan. We zijn al een uur aan het zoeken en hebben nog geen slokje water gezien. Mag ik dat een slechte service van de luchtvaartmaatschappij noemen? Bij de klantenservice vinden we gelukkig een luisterend oor en in ieder geval en verifiëren ze onze meer dan 60 uur vertraging. De ogen van de medewerkers gaan wijd open en ook hun monden vallen open van verbazing.
Na een vriendelijke knik met een blik vol medelijden pikt de man de telefoon op, in Islamitische landen is de vrouw nog steeds ondergeschikt en minderwaardig, en belt met het management. Het resultaat is dat we beiden een voucher ontvangen voor een gratis maaltijd omdat we niet tot de lounge kunnen worden toegelaten.
De keuze van de restaurant voor de voucher van Turkish AirlinesBroodje kip met patat voor € 20,- ‘Maak maar een foto van deze display? Daar kun je de vouchers gebruiken!’, adviseert de man vriendelijk.
Zonder enige aanwijzing in welke richting wij de restaurants, waar we de voucher kunnen inwisselen, kunnen vinden worden we weggewuifd. Probleem opgelost!
Na een half uur zoeken naar een restaurant dat op de display staat gaan we met geluk een roltrap op naar een hoger gelegen promenade met enkele goedkopere fastfood restaurants. Het was de “Subway” broodjeswinkel die onze aandacht trok! Lyka bestudeerd haar voucher en ziet dat het “The Gang Food” restaurant ook op de voucher is vermeld. Dat wordt het dan! Een broodje gefrituurde kip zoals bij KFC met patat en een Coke Zero. Tijdens het wachten op ons eten bereken ik uit verveling wat onze maaltijd zou kosten, wanneer wij deze uit vrije wil zouden bestellen.
Het complete dienblad kost € 19,65 per stuk! Vol ongeloof staar ik naar het dienblad met het taaie broodje en lauwe friet. Voor dat bedrag konden we samen twee keer ’s avonds heerlijk gezond gaan eten in Japan. Maar Japan is een duur land!
Istanbul AirportIstanbul Airport Ik eet wat van het geserveerde voedsel en drink mijn koele cola. Wat mis ik Japan en Thailand. Nog drie uur te doden! De vermoeidheid begint door de werken en mijn humeur wordt met de minuut slechter. Ik ben snel aangebrand en mijn tenen lijken ondertussen wel een meter lang geworden. Gewoon rustig aan deze tafel blijven zitten! Zo oncomfortabel zijn deze stoelen nu ook weer niet. Het lezen lukt me niet meer en voor een moment je ogen sluiten is ook geen optie. Mijn hele hebben en houden zit in mijn kleine zwarte rol koffertje.
Sakura in Istanbul AirportDe parkeerplaats van Istanbul Airport Volgens de richtingsborden is het meer dan twintig minuten lopen naar de Gate vanwaar ons vliegtuig naar het socialistische islamitische Amsterdamlabad zal vertrekken. Dus een uur voor het geplande aan boord gaan lopen wij in de richting van de gepubliceerde Gate. Alleen maar om ergens halverwege op een van de beeldschermen tot ontdekking te komen dat de Gate is gewijzigd en dat we nu rechtsomkeer moeten maken om helemaal in de andere richting te gaan.
Bij de gate aangekomen is het duidelijk dat we met bussen naar het vliegtuig op de parkeerplaats worden gebracht. Ik weet op dit moment niet meer of ik dat nog wel aankan. Alles doet me pijn en ik heb een barstende hoofdpijn. We zijn vanaf hier het punt gepasseerd dat het me allemaal geen moer meer kan schelen! Zodra de rijen zich gaan vormen om in te gaan stappen loop ik zelfverzekerd naar de voorkant van de rij “Business Class”, Lyka volgt mij ongemakkelijk.
Ik overhandig mijn instapkaart en zeg tegen de vriendelijke dame: ‘Zestig uur vertraging! Oudere passagier!’, ik wijs over mijn schouder naar Lyka, ‘My wife’.
Ze twijfelt enige momenten en scheurt daarna de instapkaart af. Lyka volgt mij naar de gereedstaande bus en we weten dat we nu aan de op een na laatste etappe van onze terugreis beginnen.
Naast ons, aan de andere kant van het gangpad, op de drie stoelen in het midden zitten drie Turken onafgebroken naar ons te staren afgewisseld met korte gesprekken. Ik vraag mezelf af of ik het me misschien inbeeld. Nee, ze zitten echt naar ons te staren en lachen ons uit. Ik vraag me af of ze naar mij of naar Lyka zitten te staren. Het voelt in ieder geval erg ongemakkelijk. Het vliegtuig stroomt langzaam vol en ik wacht vol verwachting af wie er op de lege stoel naast me zal plaatsnemen. Niet veel later wordt een van de Turken door het cabinepersoneel gesommeerd naar de lege stoel naast mij te verhuizen.
Het duurt niet lang voordat het staren en de oorzaak van het staren zich openbaart. De man zijgt neer op de smalle stoel in de “Boeing 787 Dreamliner” en maakt zich onmiddellijk zo breed dat hij bijna mijn ribben kneust. Zonder een woord te zeggen en met een brede glimlach op zijn stank verspreidende mond maakt hij duidelijk dat hij superieur aan ons is en wij ongelovigen zijn! Minder dan een hond!
Pasta diner van Turkish AirlinesHet laatse zonlicht Het porren in mijn ribben gaat onafgebroken door en het is duidelijk dat de man naast mij mij uitdaagt om er wat van te zeggen. Daar laat ik me natuurlijk niet toe verleiden! Dit is het soort dat in Nederland de baas is over de Nederlanders. Gezonden door de hoogste macht! Ik kijk naar zijn dikke zwarte snor en vraag me af of de snor van zijn vrouw nog dikker is. De gedachten die door mijn hoofd razen zijn vreemd na twee en twintig uur onderweg te zijn, ik ben mentaal mezelf niet meer!
De slechte pasta maaltijd breekt de reis maar het is zeer ongemakkelijk eten met een stoorzender naast je. Mijn trek is sowieso al verdwenen wanneer een vleugje van de slechte adem van mijn buurman mijn neus binnendringt. Na het eten verlaat ik mijn zitplaats om rust te krijgen in het overvolle vliegtuig. Ik loop naar de staart van het vliegtuig waar ik staande naast het toilet twee uur van de terugreis doorbreng. De slechte adem van de Turk kan ik missen als kiespijn. Het cabinepersoneel is verbaasd door mijn aanwezigheid maar verzorgd de vreemde staande passagier uitstekend.
De zon gaat ergens boven Duitsland langzaam onder, ik zie de zon onder de horizon verdwijnen. Onze lange vliegreis is bijna ten einde en mijn blijdschap over onze thuiskomst is minimaal. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer in West-Europa zijn. Het continent van eindeloos lullen en tegelijkertijd de zakken van de ongekozen socialistische politici vullen.
Problemen stapelen zich ook op In Hollandistan! De ene (energie)crisis is nog niet opgelost en de volgende (pensioen)crisis biedt zich alweer aan. Er is een file van onoplosbare crisissen gevormd die in de moderne geschiedenis niet meer door een megalomane overheid kan worden opgelost. Een alles verzengende vuurbal in de vorm van een paddenstoel is wellicht nog de enige oplossing voor een nieuw begin met een schone lei. Een einde aan het ontkennen en de struisvogelpolitiek van de geldverslindende overheden!
Een steward maand me vriendelijk om te gaan zitten omdat de landing naar Schiphol is ingezet en de lampjes “Gordels vastmaken” zijn gaan branden. De laatste twintig minuten naast de ruikende Turk lijken uren te duren! Ik ben blij dat ik verlost ben van mijn buurman zodra de wielen de grond raken.
Het vliegtuig rolt in een slakkengang naar de terminal wanneer mijn lastige buurman in het andere gangpad zijn cabinebagage uit het bagage compartiment boven de passagiers haalt. Zelfs het mannelijke cabinepersoneel maakt geen enkele indruk op hem! Turks haantjes gedrag! Samen met zijn twee kompanen gaat hij gewoon richting de uitgang terwijl de andere passagiers verbaasd naar hun verrichtingen kijken!
Immigratie is elektronisch en de koffers verschijnen al snel op de band. Het gaat zelfs zo snel dat we de intercity naar Den Bosch een half uur eerder dan gepland kunnen nemen. Vandaag koop ik fysieke vervoersbewijzen omdat het de vorige keer het elektronisch inchecken was misgegaan. Onze beloning is € 1,50 toeslag per persoon! Goede bedoelingen kosten nu eenmaal extra in Nederland!
Toilet in Dutch Train
Met vier koffers komen we niet verder dan het balkon van het treinstel. Ik schaam me kapot voor het land en de toestand van het treinstel! De trein is smerig en het toilet is te smerig voor woorden en de wanden staan vol met graffiti. Wat zou een toerist uit een ontwikkeld land denken wanneer hij arriveert op de grootste luchthaven van de lage landen?
Vanaf het station “Amsterdam-Zuid” en “Amsterdam Bijlmer ArenA” trekken er roedels jongeren met hoodies en dunne baardjes, als hongerige wolven op jacht, door de trein. Observerend, concluderend en intimiderend, naar de weinige passagiers. Wij voelen ons niet op ons gemak en blijven in stilte naar de grond staren zodra er weer een roedel Noord-Afrikanen passeert! Dit is hun met urine afgebakend terrein! Oogcontact kan dodelijk zijn in de trein!
Ik vraag de passerende conducteur of hij bij ons kan blijven omdat we bang zijn. In de ogen van de conducteur staat dezelfde angst te lezen die wij voelen. Waarom zou er niemand meer conducteur willen worden, of politieagent? Het is duidelijk wie de baas zijn in de samenleving. Welkom in Hollandistan!

Ik heb nu al heimwee naar de eerste wereld landen in het verre oosten…
Copyright/Disclaimer