zondag 3 augustus 2025

Sri Lanka: Een late aankomst

Sri Lanka/Bangkok/Chinees nieuwjaar bij vertrek in Bangkok

Colombo (Grand Oriental Hotel Colombo), woensdag 13 februari 2008

Ik was al om half acht wakker terwijl ik mezelf een beetje uitslapen had beloofd. Ik draaide me nog een keer om en probeerde opnieuw in slaap te vallen, tevergeefs. Dan maar opstaan en deze dag proberen op te vullen tot twee uur. Dat is het moment dat ik op weg naar het busstation moet gaan. De tijd ging tergend langzaam maar eindelijk stond de verlossende twee uur op de klok.
De busreis naar de luchthaven verloopt vlekkeloos, ik zit wat uit het raam te kijken in de verbazend stille lege bus. Er liggen wat passagiers te slapen maar de meeste zitten net als ik in diepe gedachten verzonken in de leegte te staren. Wat zal er door de hoofden van mijn medepassagiers gaan?
Sri Lanka/Bangkok/Chinees nieuwjaar bij vertrek in Bangkok Bij aankomst op de “Suvarnabhumi International Airport” is het meteen duidelijk dat het Chinese nieuwjaar voor de deur staat. Thailand is meer Chinees dan ze ooit zullen toegeven. Eigenlijk is Thailand een mengelmoes van verschillende culturen afgebakend door natuurlijke grenzen zoals de Mekong rivier en enkele kliffen en heuvelruggen. Het rood en goud is er niet minder feestelijk om.
Het inchecken bij “Srilankan Airlines” gaat erg snel en binnen een poep en een scheet sta ik te midden van een enorme mensenmassa voor de poorten van de immigratiedienst. De immigratie gaat zoals verwacht heel erg langzaam. Ik sta in een rij met een grote groep Chinezen die voor veel oponthoud zorgen.
De westerse toeristen voor mij staan ook tegen elkaar te klagen dat het allemaal wel heel erg lang duurt. Het openen van een paar extra poorten van de immigratiedienst zorgt voor een kleine volksverhuizing naar de vier nieuwe kortere rijen. Na twintig minuten wachten kan ik eindelijk een kop koffie gaan drinken bij één van de vele koffietentjes binnen de vertrekzone.
Omstreeks kwart over acht verlaten de grote rubberen banden van de Airbus het beton van de startbaan in Bangkok en gaan we eindelijk de lucht in. Op dit moment is mijn reis naar een nieuwe bestemming, Sri Lanka, eindelijk begonnen!
“Srilankan Airlines”, wat zou deze luchtvaartmaatschappij voor een verrassing kunnen brengen? Het is achteraf gezien een grote verrassing, een positieve verrassing welteverstaan. In de een van de vliegtuigen van Airbus, een 330-200, wordt een goede maaltijd geserveerd. Op de videokanalen, die ik persoonlijk toch niet gebruik, kun je uit vijftien verschillende actuele films kiezen. Het enige nadeel van deze vlucht is het grote leger Chinezen, die uit Beijing zijn gekomen en die al rochelend en luid pratend, ook naar de andere kant van de golf van Bengalen worden gevlogen.
Tijdens het wachten in de terminal raak ik aan de praat met een man uit de Malediven die een reisbureau in Colombo bestuurd. Hij heeft al een taxi had gereserveerd van de luchthaven in Colombo naar het fort. Zijn hotel voor vannacht is ook in het fort. Omdat ik de weg niet ken vraag ik hem of we misschien samen de taxi kunnen delen. Daar maakt hij geen probleem van en we spreken af elkaar na de vlucht na de immigratie weer te zien.
Biljet van 1000 RoepiaNieuw biljet van 200 Roepia We landen rond tien uur in de avond op de “Bandaranaike International Airport” in Colombo. Dat is een heel ongelukkige tijd om te arriveren in een stad van een derde wereldland waar je nog nooit bent geweest. Alles om je heen is nieuw en gevaar loert overal in de aankomstruimte van een luchthaven!
Maar niet in Colombo! Het gaat allemaal kinderlijk eenvoudig en binnen tien minuten sta ik voorbij de douane en nog voor de immigratiedienst voor een ATM met een pak geld in de hand. Het geeft mij in ieder geval een veilig gevoel. Honderdduizenden Sri Lankan Roepie! Mijn eerste indruk is dat het Sri Lankaanse geld erg smerig en vettig is.
Direct achter de immigratie staat mijn nieuwe vriend, zoals afgesproken in Bangkok, te wachten en hij zwaait enthousiast, met twee armen hoog boven zijn hoofd, zodra hij mij ziet. Het delen van de kosten voor vervoer naar je hotel maakt altijd nieuwe vrienden! De taxi rijdt ons voor 1000 LRK per persoon naar het fort Colombo, dit wel nadat mijn nieuwe vriend eerst stevig in de lokale taal heeft staan te onderhandelen.
Het is donker, het is laat, en stil op de weg. Om de paar kilometer zijn er controlepunten en patrouilleren zwaar bewapende soldaten langs de weg naar Colombo. Het is zelfs opvallend donker, stalen gordijndeuren glimmen dof in de lichtbundels die de taxi voor zich uitwerpt.
Ook in in Colombo stad zelf blijft het opvallend donker en rustig op straat. Voordat we bij mijn hotel aankomen moes er eerst nog een militair controlepunt worden gepasseerd. De chauffeur laat zijn legitimatiebewijs zien en een groot hoofd met een set witte tanden steekt zich aan mijn zijde in de taxi.
‘Hello sir’, is de vriendelijke begroeting van de grote soldaat.
Na het zien van de blanke buitenlander in de taxi is het toegestaan om de, voor al het verkeer afgezette, straat in te rijden.
Alle steden van derde-, en tweede-, wereld landen lijken hetzelfde in het donker maar bij het zien van het hotel voor de komende nachten komen er warme gevoelens van de koloniale tijden van weleer in mij op. Het witte gebouw ziet er mooi uit in het donker en aan de zijkant knippert spookachtig een neon verlichting met de tekst “Nightclub”. Daar heb ik nu na de vliegreis nog geen zin in. Ik wil eerst lekker slapen en wanneer het mogelijk is één lokaal biertje op mijn (hotel)kamer drinken.
Het presenteren van de geprinte voucher is voldoende en na de formulieren te hebben ingevuld word ik door een bell boy van zeker zeventig jaar oud naar mijn enorme kamer gebracht. Ik voel me als een prins uit een sprookje.
Lion Lager Beer
Het bestelde ijskoude “Lion Beer” wordt door een andere, wel heel erg joviale, ober op de kamer afgeleverd. Ik wordt onder een lawine van informatie bedolven. Het begint met zijn verhaal dat hij vandaag jarig is en hij eindigt met de vraag of ik misschien zin heb in een “Young Sri Lankan Lady”.
‘Nee vanavond niet!’
‘Maybe Friday’, schatert hij terwijl hij de deur achter zich dicht trekt.
Het Sri Lankaanse biertje smaakt me uitstekend. Nadat ik wat spullen uit mijn rugzak heb gehaald is het de hoogste tijd om te gaan slapen. Morgen lekker vroeg op en na het ontbijt de stad in.

donderdag 31 juli 2025

Nederland: 800.000 Pagina’s bezocht, het gaat snel

800000 visitors

Op de bouwplaats, donderdag 31 juli 2025

De afgelopen maanden na onze terugkeer in Nederland waren erg stressvol maar ik kan gelukkig melden dat de grootste problemen nu kleine problemen lijken te zijn geworden. Ik heb weer innerlijke rust gevonden. Ik kijk soms wat TV en (her)schrijf regelmatig verhalen voor deze weblog. Soms lees ik ook oude verhalen terug, om in de sfeer van vele jaren geleden te komen, en met verbazing zie ik de teller gestaag oplopen!

Op 7 maart 2025, in Osaka, Japan, zagen we de teller de 700.000 passeren en vandaag, slechts 147 dagen later, passeert de teller 800.000. Dat is ruim 610 bezoekers per dag! Daar ben ik heel erg trots op. Het is een teken dat ik toch wel wat goed doe en onze foto’s ook zeer worden gewaardeerd.
Vaak wordt me de vraag gesteld: , Verdien je ook geld met je weblog?’
Mijn antwoord is: ‘Nee, ik doe het voor mijn plezier!’
Met grote ogen staren de vraagstellers mij aan!
Natuurlijk is de gedachte wel eens voorbij gekomen om reclame op mijn weblog toe te laten. Gemakkelijk een (klein) beetje geld verdienen en een lelijke weblog vol reclame? Nee dank U! Ik hou “Travels and Troubles” liever puur.
Voor nu leg ik de lat op de miljoen gelezen pagina’s! Dat heb ik negentien jaar geleden, toen ik met mijn website begon, nooit kunnen bedenken!

800000 visitors Het hele jaar door krijg ik per e-mail complimenten, vragen en opmerkingen. Er zijn lezers die onze belevenissen als inspiratie gebruiken voor hun eigen reizen. Er zijn ook reizigers die na al die jaren kun je ook terugkijken hoe het vroeger was in de landen die we hebben bezocht.

Er is ook een grote groep trouwe lezers die onze avonturen volgen omdat ze het gewoonweg leuk vinden om te lezen over andere werelden.

Ik wil jullie, trouwe lezers, bedanken voor jullie bezoeken, fijne opmerkingen en adviezen.

Heel veel dank van Lyka en mij.

dinsdag 29 juli 2025

Japan: Een grote verbouwing?

Kleurijke lampions

Tokio (Sakura Hotel Dormitorium - Ikebukuro), donderdag 14 mei 2009

Het wordt me op dit ogenblik al allemaal een beetje teveel.
Teveel, zult u zich afvragen?
Ja, teveel.

Het zit namelijk zo.
Er zijn van die dagen dat er eigenlijk niet zo heel veel opmerkelijks gebeurd. We bezoeken natuurlijk wel plaatsen en maken foto’s. Soms zijn we een hele dag onderweg van het ene naar het andere punt maar er gebeurd zo weinig dat echt vermeldenswaardig is. We eten lunch, het avondeten en soms zelfs een snack aan het einde van de middag. Niet van die opwindende zaken dus!
Aan de andere kant hebben we ons ook bezig gehouden met de sociale kant van het reizen. In de verschillende hostels en kleine hotels ontmoeten we vaak mensen waarmee we dan een gezellige avond hebben. Het resultaat is dan dat ik weer een dag achterop raak met het schrijven van mijn belevenissen.
De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig. Vanaf vandaag zal ik een heel kort praatje schrijven met veel foto’s. Zeg maar een uitgebreid fotoalbum!
Er zijn natuurlijk ook nog van die dagen dat we heel wat meemaken. Net als afgelopen woensdag met dat lijk op de berg. Ik hou jullie op de hoogte en ik sta natuurlijk ook open voor suggesties van jullie kant.

Vandaag gingen we op pad voor een wandeling naar de Senso-ji tempel. Vanaf het Ueno JR station zijn we gewoonweg gaan lopen. Na de Senso-ji tempel zijn we via het Ueno park langs een serie kleinere tempels en schrijnen gelopen. Het bijzondere aan deze dag was dat de twee belangrijkste trekpleisters van vandaag allebei in de steigers stonden. Dubbele pech dus!
Maar niet getreurd, ik weet nu al bijna honderd procent zeker dat ik nog wel een keer naar Japan ga. Het is een fantastisch land en de kosten tot nu toe vallen reuze mee. Het enige dat me opspeelt is die verdomde diarree, ik denk dat het aan de olie ligt die boven op de soep drijft. Maar ja, gelukkig zijn er tabletten tegen dit ongemak.

Hier zijn de foto’s.



Hierboven staat het oorspronkelijke verhaal uit 2009.
Na die eerste dag in Tokio was ik helemaal niet toegekomen aan foto’s verwerken en verhalen schrijven. In de wetenschap dat het aantal foto’s zich na de tweede dag van ons verblijf in Tokio meer dan verdubbelen zou gooi ik de handdoek in de ring.

Ruim zestien jaar later herschrijf ik het verhaal van deze 14e mei in 2009. Mijn herinneringen zijn nog levend wanneer ik de foto’s opnieuw bekijk en catalogiseer. Hier gaan we dan!



Op deze tweede ochtend in Tokio sta ik volledig verzadigd op. Mijn hoofd zit nog helemaal vol met de indrukken van gisteren en ik zal toch snel ruimte in mijn hoofd moeten maken om de indrukken en beelden van vandaag op te slaan! Het is al ruim na negen uur wanneer we uit bed komen!
Er blijken vannacht nog twee gasten te zijn gearriveerd. Ze zijn nog in een diepe slaap wanneer wij opstaan. Tettje heeft ze ook niet gehoord vannacht. Wij zijn op onze beurt stil in de in de slaapzaal bij het opstaan omdat met elkaar slapen in een dormitorium gebaseerd is op wederzijds respect en vooral rekening houden met elkaar.
We verkassen zonder een woord te zeggen naar de keuken van het “Sakura Hotel - Ikebukuro” waar Tettje een kopje Nescafé oploskoffie voor me maakt. De (oplos)koffie smaakt me niet slecht omdat we op reis zijn. Ik denk diep na over hoe we vaker ’s morgens goede, vers gezette, kop koffie kunnen drinken. Het zullen wel de gouden bogen worden want die zijn ook overal in het straatbeeld van Tokio te zien. Ik verwacht dat die ook in de andere steden van Japan alom aanwezig zullen zijn.
Een blik in het restaurant tegenover het hotel is genoeg om nu serieus te weten dat we hier geen toast met aardbeien jam gaan eten. We zijn niet op een klein budget op reis! Een woord uit mijn mond is voldoende voor Tettje om mijn zin af te maken. We gaan weer naar de McDonald’s om de hoek richting het treinstation voor het ontbijt.
Broodjes gebakken ei met een plat varkensworstje, een hash brown en een grote beker vers gezette koffie voor een redelijke prijs. Dit ontbijt is een echte winnaar. Op hetzelfde bankje als gisterenochtend genieten we van het ontbijt en wat er allemaal om ons heen in de wijk Ikebukuro gebeurt.
Onze eerste bestemming voor vandaag is het JR Ueno treinstation vanwaar we richting een rivier gaan wandelen richting de “Sensō-ji” tempel. Het mag misschien vreemd klinken maar de treinen, en de ondergrondse, in Tokio zijn niet zo druk als ze in Nederland op de tv laten zien. Op vertoon van onze “JR-Rail Pass” mogen we elk loket naast de automatische poortjes zonder probleem passeren. De beambte van JR East lacht vriendelijk en knikt naar ons met een brede glimlach. Japanners zijn oprecht vriendelijk.
Zodra we het JR Ueno treinstation verlaten is het ons duidelijk dat we in een heel ander Tokio zijn beland dan gisteren. Het is hier druk op straat en dat hebben we gisteren niet gezien! We zijn op weg naar de “Sensō-ji” tempel maar wanneer we de “Shitaya Schrijn” passeren moeten we toch even naar binnen.
Het jaar van de rat - Gebedsbordjes (Ema) De eerste Ema die we vandaag zien is een bijzondere. Op het bordje staan een rat en een muis afgebeeld. Het afgelopen jaar 2008 was het jaar van de Rat. 2009 is het jaar van de Os.
Shitaya jinja shrine, Tettje op zijn rolschoenenRode Torii Tettje staat op zijn rolschoenen heen en weer te schommelen. De schoenen zijn weer wat nieuws en hebben ronde zolen net als een autoband. Je rolt tijdens het lopen van de achterkant van je voet naar je voorkant.
Het zou goed moeten zijn voor je rug en je heupen! Ik vindt het een grappig gezicht wanneer Tettje voor me loopt. Maar het stilstaan is nog grappiger. Stilstaan is moeilijk omdat je als het ware op een grote bal staat. De eerste rode houten Torii’s in Japan hebben we vandaag ook gezien.
Bronwater om te reinigenBronwater om te reinigen Ook bij de “Shitaya Schrijn” vinden we een waterbron, en een waterbassin, op het tempelterrein. Het is een zogenaamde “Chozuya”, waar bezoekers zich ritueel kunnen reinigen door hun handen en mond te wassen voor ze het heiligdom betreden. Deze reiniging is een belangrijk onderdeel van de Japanse religieuze praktijk en wordt uitgevoerd om geestelijke zuiverheid te tonen.
De reiniging omvat het wassen van de handen en het mond, wat symbool staat voor het verwijderen van fysieke en geestelijke onzuiverheden. Het water in de chozuya is meestal vers en afkomstig van een natuurlijke bron, wat de verbinding met de natuur en het sacrale benadrukt.
Bento Langs de straat wordt er een lunch verkocht in plastic bakjes, de zogenaamde “Bento”. Het ziet er allemaal erg lekker uit en voor de prijs van rond de vier euro is het ook niet duur te noemen. Ik vraag me alleen af of ze rijst met bijgerechten opwarmen in een magnetron of dat je de lunch op kamertemperatuur eet. Dat gaan we de komende dagen zeker nog wel ontdekken!
Asahi hoofdkantoor Bij de rivier linksaf en dan rechtdoor naar de “Sensō-ji” tempel. Aan de overkant van de rivier zien we een enorm gouden beeldwerk op het dak van een gebouw. Ik doop het meteen “de Gouden Spermacel”! Laat ik het bij nader inzien helemaal mis hebben. Het is een gouden draak in een supersnelle vlucht op het hoofdkantoor van de “Asahi” bierbrouwerij.
Komagatado Temple We gaan terug naar de straat die ons naar de “Sensō-ji” tempel zal leiden. Op de hoek van de straat passeren we de kleine, maar zeker niet de minst belangrijke, “Komagatado Temple”.
Ook deze kleine tempel heeft haar betekenis in verband met het hoofdgebouw van de “Sensō-ji” tempel. Veertien eeuwen geleden stonden deze tempels in een wildernis omgeven door kleine huizen en boerderijtjes. De weg naar de “Sensō-ji” was op zichzelf al heilig en die weg moest kosten wat het kost worden bewaakt tegen de rondzwervende bendes van ongelovige struikrovers.
Kaminari MonNakamise Shopping Street We gaan onder een enorme lampion door die in de “Kaminari Mon” poort hangt en stappen een onbekende wereld binnen. De “Nakamise Shopping Street” leid ons naar de belangrijkste tempel van Tokio en misschien zelfs wel van Japan. We worden overvallen door de drukte in de winkelstraat en de sfeer van een braderie omgeving waar we terecht zijn gekomen.
Kleurige lampionsVerschillende rijstkoekjesVerschillende koekjesAsakusa Nakamise-dori, verschillende koekjes 2009-05-14_124840flickrEen wafel etenKleurijke lampions Zijn al deze mensen om ons heen op de been voor koekjes en lampions? De koekjes zullen ongetwijfeld gevuld zijn met een zoete traktatie want ze vinden gretig aftrek. Mijn interesse gaat helemaal uit naar de lampions met traditionele Japanse schilderkunst.
De ogen van een Japans meisje dat geniet van haar zoete wafel treffen mijn ogen. Voor een moment staren we elkaar aan. Ik laat haar mijn fotocamera zien en je knikt verlegen instemmend. Ze poseert in een natuurlijke houding. Ik vraag me na zestien jaar, wanneer ik dit verhaal (her)schrijf, af welke dromen zijn uitgekomen die ze op deze dag in 2009 had.
Asakusa sensoji, HōzōmonLampion in Hōzōmon GateLampion in Hōzōmon Gate De laatste poort voordat we bij het hoofdgebouw van de “Sensō-ji“ tempel komen is de “Hōzōmon”. We zijn opnieuw onder de indrukte van de schoonheid en de omvang van het poortgebouw. Vooral de enorme lampions zijn van een oogstrelende schoonheid.
Dai-Nippon Teikoku Rikugun vlaggenFive-storie pagoda Voordat we de poort passeren kijken we nog een keer goed om ons heen. Er is natuurlijk de vijf verdiepingen pagode die we niet mogen missen maar mijn oog valt op een klein winkeltje waar omstreden Japanse herinneringen aan de oorlogen worden verkocht.
Het zien van de omstreden “Dai-Nippon Teikoku Rikugun” vlaggen verbaasd mij niet. Japan is zeer nationalistisch en het is dan ook een zeer trots volk waar de eer van de keizer en het volk hoog in het vaandel staat. Het individu is altijd ondergeschikt aan het grotere geheel!

De vlag van de rijzende zon (kyokujitsu-ki) is een Japanse vlag die bestaat uit een rode schijf met zestien rode stralen die vanuit de schijf naar de randen stralen. Net als de nationale vlag van Japan symboliseert de vlag de zon.
De beeltenis van een rijzende zon is al enkele eeuwen in gebruik in Japan, op vlaggen zeker sinds de Edo-periode (1603-1868).[2] In 1870 werd de vlag door de Meiji-regering aangenomen als de oorlogsvlag van het keizerlijke Japanse leger en in 1889 werd het aangenomen als de zeevlag van de keizerlijke Japanse marine.

Na de capitulatie van Japan op 2 september 1945 werd de vlag door de geallieerden in de ban gedaan. Japan mocht volgens de Amerikaanse voorwaarden geen aanvalsleger meer opbouwen, net als Duitsland. Midden jaren vijftig mochten Duitsland en Japan wel een verdedigingskrijgsmacht opbouwen om het communistische gevaar van China en Rusland buiten de deur te houden. De vlag met de 16 zonnestralen werd niet opnieuw gedragen. Er is wel een variant in gebruik! De oorspronkelijke zestien zonnestralen zijn gehalveerd tot acht zonnestralen.
Asakusa sensoji, poortwachtersAsakusa sensoji, poortwachters Aan weerzijde van de doorgang naast de zwart en gouden lampions staan de poortwachters. Met grimmige kwade gezichten om mensen en geesten met slechte bedoelingen af te weren.
Het hoofdgebouw van de van de “Sensō-ji“ tempel is helemaal ingepakt in steigers met plastic wegens een zorgvuldige restauratie van dit unieke gebouw uit 645 AD. Ik kan niet ontkennen dat het een teleurstelling is. We kunnen er niets aan doen behalve de teleurstelling zo snel als mogelijk van ons af te zetten. Soms heb je geluk en soms heb je pech onderweg. We gaan zeker nog heel veel moois zien de komende weken.
2009-05-14_130159flickrAsakusa sensoji, Beschermende wierook Voor de tempel wordt er ijverig wierook verbrand en het geloof is dat de rook van de wierook geluk brengt. Het is een vreemd gezicht, Japanners die hun haar en gezichten staan te wassen met de opstijgende rook uit de grote potten.
Altaar in Sensō-ji tempel Binnen in de “Sensō-ji“ tempel is er niet veel te zien. Het hoofdaltaar staat achter glas om het oude gelakte hout te beschermen tegen de vele bezoekers. Fotograferen is alleen toegestaan zonder flits! Geloof het of niet maar die honderdduizenden lichtflitsen per jaar verbleken alles.
Engel met lotusbloemen in Sensō-ji tempel Bij het zien van een engel met lotusbloemen waan ik me weer in Thailand. Dit zijn muurschilderingen die je overal in Azië tegenkomt. Zouden ze zijn meegekomen met de Boeddhistische monniken uit Ceylon en India? Het is in ieder geval een schitterende muurschildering en de engel lijkt onzijdig, net als de Boeddha, zonder mannelijke of vrouwelijke kenmerken.
Asakusa sensoji, Draagstoelen en RelikwieënAsakusa sensoji, Elektronische waarzegger met voorspellende boodschappenAsakusa sensoji, Vossen met rode slabbers We zijn op weg naar een andere uitgang wanneer we nog enkele bijzondere zaken passeren. Drie rijkelijk versierde draagstoelen voor de priesters met twee traditionele Japanse trommels, de “Taiko”.
Vol verbazing staan we te kijken naar de elektronische voorspellingen. Een houten kist met allemaal lades met daarop een knop met een lampje. Je stopt een briefje van 100 yen in de gleuf, alle lampjes gaan uit en niet veel later gaat er een lampje branden. Je opent de lade en haalt er een briefje uit waarop de voorspelling van je toekomst staat. Geloof en bijgeloof komen nooit dichter bij elkaar dan hier.
Een granieten beeld van twee vossen met rode slabbetjes voor. Het is interessant en intrigerend tegelijk. Dit hebben we nog nooit gezien en we vragen ons af of we dit nog vaker gaan zien.
Asakusa sensoji, omhuld in plastic Het is jammer dat we de de “Sensō-ji“ tempel niet in haar volle schoonheid hebben kunnen zien. Toch is vandaag al een geslaagde dag terwijl we vanochtend later dan gewoonlijk zijn begonnen en pas halverwege deze donderdag, het is pas kwart over een, in Tokio zijn.
Ik kijk nog een keer over mijn schouder om afscheid te nemen.

maandag 31 maart 2025

Nederland: Welkom in Hollandistan

Het laatse zonlicht

Op de bouwplaats, maandag 31 maart 2025

Om een uur gaan kort naar elkaar de telefoon en de wekker op mijn iPhone af.
Ik neem de hoorn van de haak en hoor een krakerige computerstem zeggen: ‘This is your wake-up call! It is one ‘o’ clock!’
Ik ben niet in de war maar wel enigszins gedesoriënteerd. Lyka draait zich onwennig op dit tijdstip nog eens op haar andere zijde maar dat mag ik niet laten gebeuren. We staan aan het begin van een hele lange (reis)dag waar we ons met een gezamelijk hoog moraal doorheen moeten slepen.
Ik neem eerst de tijd om een beker koffie te zetten want zonder de cafeïne kom ik ’s morgens maar moeilijk op gang. De kamer wordt voor de laatste keer gecontroleerd of we ècht niets zijn vergeten in te pakken en de koffers die moeten worden ingecheckt worden voorzien van enkele stroken gele ducttape als extra beveiliging. We kijken elkaar aan om onze energie gelijk te balanceren want we weten beiden donders goed wat er voor een dag voor ons ligt.
Iets over half twee arriveren we in de lobby van het “The Green View Hotel” waar al twee andere achtergebleven passagiers op de bus zitten te wachten. Met een rugzak bomvol met ervaringen in Thailand wist ik gisterenavond al te voorspellen dat er een minibusje voor de zeven passagiers is geregeld. Niemand, en dan ook helemaal niemand, heeft gedacht aan de mogelijkheid van de hoeveelheid bagage die hoogstwaarschijnlijk bestaat uit zeven grote koffers en ook nog eens zeven kleine koffers!
We zijn nog niet compleet wanneer de door mij voorspelde veel te kleine minibus arriveert. We gaan met z’n vijven naar buiten en ik zie de buschauffeur achter zijn oren krabben wanneer hij de enorme hoeveelheid bagage van ons vijven ziet. Hij begint met de grote koffers achterin de minibus te laden waarna de kleine cabine bagage er boven op gaat. Je hoeft niet te hebben gestudeerd om te zien dat dat niet gaat passen! Er moeten twee kleine koffers naast de passagiers op de stoelen. Dan is de bus is vol!
De achterklep van de minibus slaat met een klap dicht en precies op dat moment verschijnen de twee laatste passagiers. Er ontstaat een vurig argument tussen verschillende betrokkenen, zoals een medewerker van het hotel en de chauffeur van de minibus, maar zodra het woord “Bolt” valt weet ik dat het probleem is opgelost en dat er voor de laatste twee passagiers een taxi wordt geregeld om ze naar het “Suvarnabhumi International Airport” in Bangkok te brengen. Ze moeten alleen wel langer wachten totdat de taxi is gevonden!
Het juiste moment om te vertrekkenHet is stil in de vertrekhal Voor ons vertrek met de minibus heb ik nog snel naar de weersverwachting gekeken en die is niet al te best voor Bangkok. Alleen maar regen.! Om half drie staan we vooraan in de rij om in te checken voor onze reis via Istanbul naar Amsterdam. Ik heb de luchthaven in Bangkok nog nooit zo leeg gezien. Het is dan ook een onmenselijke tijd in deze globale economie die 24/7 overal ter wereld doorgaat.
Het grote voordeel van dit nachtelijke vertrek is natuurlijk dat er geen lange rijen staan bij de veiligheid inspectie en de immigratie. We kunnen zo doorlopen terwijl het Zwitserse echtpaar apart wordt genomen omdat ze de zestig dagen van het visum hebben overschreden. De beambten van de immigratie zijn druk aan het bellen met Turkish Airlines om de bevestiging dat de vlucht van vrijdagavond door de luchtvaartmaatschappij is geannuleerd en dat de passagiers daar geen schuld aan hebben. Misschien krijg ik nog wel te horen hoe het is afgelopen.
We zoeken een plaatsje aan een tafel in ons vaste koffie restaurant in de vertrekruimte van het “Suvarnabhumi International Airport”. Ook hier is het natuurlijk erg rustig en wij moeten nog meer dan drie uur wachten voordat we aan boort kunnen van onze eerste vlucht “Turkish Airlines TK 59” naar Istanbul. Er zit gelukkig nog voldoende Thaise baht in mijn broekzak. Ik schud met mijn hoofd wanneer ik meer dan negen euro moet aftikken voor een kartonnen beker hete zwarte koffie en een bekertje lauwe chocolademelk. Het meisje giet de hete koffie in mijn Japan koffiebeker. Daarna nog enkele blokjes ijs om de koffie snel op drinktemperatuur te brengen.
De minuten kruipen (te) langzaam voorbij en zodra Lyka haar verveling gaat verdringen met een kijkje in de veel te dure “Tax-Free” winkels sla ik mijn Kobo e-reader open om de tijd te doden. Gelukkig werkt het! Lyka komt terug met twee pakken wafels die gevuld zijn met lokale tropische vruchten. Nog twee uur te gaan en ik speel voor een moment met de gedachte om mijn MacBoek tevoorschijn te halen om verhalen te schrijven. Verder dan het spelen met de gedachte komt het niet. Mijn koffie is bijna op na anderhalf uur en dan wordt het tijd om onze zitplaatsen en tafel te verlaten en naar de Gate te gaan. Het begint langzaam drukker te worden op de luchthaven.
Bij de Gate hebben we gelukkig meteen zitplaatsen waar we een uur moeten luisteren naar een computerstem die om de tien seconden waarschuwt dat de loopband voor onze neus eindigt. Ik haal mijn e-reader maar weer tevoorschijn en lees in het boek van Inez Weski “Het geluid van de stilte : Een jaar leven in een voortrazende orkaan”. Een verslag over hoe onbetrouwbaar onze overheid is. De waarheid is nog veel ongelooflijker dan de ingewikkeldste verzinsels! We zijn allemaal slachtoffer van het systeem dat “de Overheid” heet! Net als in China en andere totalitaire regimes.
Dan kunnen we eindelijk naar het aquarium een verdieping lager en moeten we wachten op ons vliegtuig dat nog niet aan de slurf staat. Ik kijk op mijn horloge en realiseer me dat we al zes uur wakker zijn en het vliegtuig nog niet hebben gezien. Dit zijn van die momenten dat we niet teveel moeten nadenken maar alles gelaten over ons heen moeten laten komen. Gelukkig mogen we als een van de eersten aan boord omdat het personeel weet dat we meer dan zestig uur vertraging hebben. Eindelijk rust!
De Airbus “A330-300“ heeft maar twee stoelen aan de raamzijde en dat betekend dat we een relatief comfortabele vlucht in het verschiet hebben. Voor zover je kan spreken van een comfortabele vlucht! Intercontinentale vluchten richting Europa vanuit Thailand zijn ècht een drama!
Omelet Ontbijt van Turkish AirlinesFrench Toast Ontbijt van Turkish Airlines We zijn minder dan een uur in de lucht wanneer het ontbijt wordt geserveerd. Gebakken aardappelen met omelet en spinazie voor mij en Lyka gaat voor de “French Toast” met een zoete jam. De twee driehoekjes kaas maken meteen mijn (reis)dag weer goed. Ik droom weg naar de supermarkten van Nederland voor de arme mensen waar ik morgen oude kaas ga kopen. Wat heb ik die oude kaas de afgelopen twee maanden toch gemist! Mijn bakje fruit ruil ik met Lyka voor nog meer kaas en het taaie witte broodje. Goed gevuld zitten we in de verduisterde cabine. Het is niet anders, we moeten tijdens het daglicht verplicht in een verduisterde ruimte zitten.
Er zijn nog tien lange uren te gaan! In de hoop dat het ontbijt me rozig zal maken doe ik mijn oordoppen in en probeer te slapen. Gelukkig lukt dat voor enkele uren. Totdat mijn lichaam genoeg rust heeft gehad en mijn interne klok, die nog steeds op GMT +8 staat, mij wekt en ik voor me uit in een cabine staar waar veel mensen TV zitten te kijken. Dat is ook iets dat ik nooit heb kunnen begrijpen! Passagiers die acht uur achter elkaar film zitten te kijken. Nog ruim zes uur te gaan!
Het boek van Inez Weski is mij op dit moment wat te zwaar dus begin ik aan “Alistair MacLean's Rode Brigade”. Een boek over een dodelijk virus dat uit een laboratorium wordt gestolen en de hele mensheid in gevaar brengt. Waar heb ik dat eerder gelezen of gehoord?
Pasta diner van Turkish AirlinesChicken Cashew diner van Turkish Airlines Gelukkig is daar de volgende maaltijd die we in het pikkedonker moeten nuttigen. Wat heb ik een hekel aan die dagvluchten naar Europa! De pasta smaakt prima en de rode bietensalade is een winnaar. Lyka heeft de Thaise kip met cashewnoten en wat zij in het kleine bakje achterlaat werk ik nog snel naar binnen. Het kan wel even duren voordat we weer wat te eten krijgen!
De laatste vier uur van de reis naar Istanbul kan je het beste vergelijken met het oneindige ronddraaien in je bed wanneer je niet in slaap kan komen. Ik probeer van alles en nog wat om de seconden en minuten sneller te laten passeren. Tevergeefs! Zodra ik mijn e-reader open en probeer te lezen vallen mijn ogen voor enkele momenten dicht. Mijn gedachten houden me daarna meteen weer wakker. Mijn hersenen zoeken naar oplossingen voor de problemen die ons op dit moment in Nederland teisteren. Problemen die zo snel als mogelijk moeten worden opgelost.
Hazenslaapjes afgewisseld met periodes van astronomische verveling, wat kan ik nog bedenken om de tijd te versnellen? Nog maar een stukje lezen totdat mijn ogen weer dichtvallen.
Eindelijk komt de verlossende mededeling van de kapitein vanuit de cockpit: ‘Goedemiddag, we gaan over enkele minuten de daling inzetten naar de “Istanbul Havalimanı” luchthaven.’
Precies op dat moment komt het cabine personeel langs om de schuifgordijnen in de patrijspoorten omhoog te doen waarna er een stroom oogverblindend zonlicht de cabine vult. Het voelt ongemakkelijk als in een bioscoop wanneer de noodverlichting plotseling aan gaat!
Het is nu of nooit! Er heb uren met de gedachten gespeeld en nu moet het dan maar gebeuren! Ik sta op en been naar de centrale keuken tussen de vleugels en vraag naar het hoofd van het cabine personeel.
Het cabine personeel kijkt me vreemd aan en de vraag: ‘Waarom?’, laat niet lang op zich wachten.
Het hele verhaal van de vertraging en annulering van onze vlucht drie dagen geleden opent alle monden van verbazing. Nu we ook nog een kleine zes uur op de luchthaven in Istanbul moeten wachten zouden we het zeker op prijs stellen wanneer Turkish Airlines ons een (gratis) verblijf in de lounge zou aanbieden zodat we in ieder geval kunnen ontspannen en wat uitrusten. Het hoofd van het cabine personeel verontschuldigd zich voor het ongemak en belooft zodra ze contact heeft met de luchthaven ons ongemak zal bespreken met de verantwoordelijke manager. Ik heb geen enkele zekerheid dat het gaat lukken maar niet geschoten is altijd mis!
Na de wat onhandige en hobbelige landing verlaten we als laatste passagiers het vliegtuig. Voordat we het toestel verlaten stapt het hoofd van het cabine personeel op ons af en verteld dat ze voor ons heeft geregeld dat we kunnen ontspannen in de lounge van Turkish Airlines. Ze weten ervan aan de balie voor de lounge en onze namen zijn in het systeem ingevoerd. Ik bedank haar uitgebreid en kan alleen maar hopen dat het allemaal goed komt. Zes uur wachten op een luchthaven is een heel lange tijd, zeker na een vertraging van meer dan zestig uur!
Halverwege de slurf worden we opgewacht door een lange magere man met een dikke zwarte snor in een net kostuum, met een portofoon op de heup, die ons nog een keer op de borst drukt dat we ons geen zorgen hoeven te maken. We kunnen naar de lounge gaan. Ze weten dat we onderweg zijn en wij kunnen gratis gebruik maken van de lounge. Het is in ieder geval een opluchting dat we de lange uren wachten kunnen doorbrengen op een comfortabele sofa.
Onze zoektocht naar de beloofde lounge brengt ons langs drie verschillende lounges verspreid over de enorme vertrekterminal. De nieuwe luchthaven van Istanbul moet het nieuwe knooppunt worden tussen oost en west. Overal laat ik met een verlegen glimlach onze instapkaarten zien. Ze worden gescand en geen enkele keer gaat er een groen licht branden dat we mogen worden toegelaten.
Bij een van de lounges is de medewerker van Turkish Airlines meer dan onbeschoft. Hij laat duidelijk merken dat hij weinig opheeft met een “Kafir” uit West-Europa. Zijn islamitische superioriteitsgevoel straalt van hem af en hij denkt dat hij echt de uitverkorene is! Welkom in de "Verenigde Europese Emiraten”, het continent van de toekomst.
Bij een andere lounge adviseren ze ons om naar de balie van de klantenservice te gaan. We zijn al een uur aan het zoeken en hebben nog geen slokje water gezien. Mag ik dat een slechte service van de luchtvaartmaatschappij noemen? Bij de klantenservice vinden we gelukkig een luisterend oor en in ieder geval en verifiëren ze onze meer dan 60 uur vertraging. De ogen van de medewerkers gaan wijd open en ook hun monden vallen open van verbazing.
Na een vriendelijke knik met een blik vol medelijden pikt de man de telefoon op, in Islamitische landen is de vrouw nog steeds ondergeschikt en minderwaardig, en belt met het management. Het resultaat is dat we beiden een voucher ontvangen voor een gratis maaltijd omdat we niet tot de lounge kunnen worden toegelaten.
De keuze van de restaurant voor de voucher van Turkish AirlinesBroodje kip met patat voor € 20,- ‘Maak maar een foto van deze display? Daar kun je de vouchers gebruiken!’, adviseert de man vriendelijk.
Zonder enige aanwijzing in welke richting wij de restaurants, waar we de voucher kunnen inwisselen, kunnen vinden worden we weggewuifd. Probleem opgelost!
Na een half uur zoeken naar een restaurant dat op de display staat gaan we met geluk een roltrap op naar een hoger gelegen promenade met enkele goedkopere fastfood restaurants. Het was de “Subway” broodjeswinkel die onze aandacht trok! Lyka bestudeerd haar voucher en ziet dat het “The Gang Food” restaurant ook op de voucher is vermeld. Dat wordt het dan! Een broodje gefrituurde kip zoals bij KFC met patat en een Coke Zero. Tijdens het wachten op ons eten bereken ik uit verveling wat onze maaltijd zou kosten, wanneer wij deze uit vrije wil zouden bestellen.
Het complete dienblad kost € 19,65 per stuk! Vol ongeloof staar ik naar het dienblad met het taaie broodje en lauwe friet. Voor dat bedrag konden we samen twee keer ’s avonds heerlijk gezond gaan eten in Japan. Maar Japan is een duur land!
Istanbul AirportIstanbul Airport Ik eet wat van het geserveerde voedsel en drink mijn koele cola. Wat mis ik Japan en Thailand. Nog drie uur te doden! De vermoeidheid begint door de werken en mijn humeur wordt met de minuut slechter. Ik ben snel aangebrand en mijn tenen lijken ondertussen wel een meter lang geworden. Gewoon rustig aan deze tafel blijven zitten! Zo oncomfortabel zijn deze stoelen nu ook weer niet. Het lezen lukt me niet meer en voor een moment je ogen sluiten is ook geen optie. Mijn hele hebben en houden zit in mijn kleine zwarte rol koffertje.
Sakura in Istanbul AirportDe parkeerplaats van Istanbul Airport Volgens de richtingsborden is het meer dan twintig minuten lopen naar de Gate vanwaar ons vliegtuig naar het socialistische islamitische Amsterdamlabad zal vertrekken. Dus een uur voor het geplande aan boord gaan lopen wij in de richting van de gepubliceerde Gate. Alleen maar om ergens halverwege op een van de beeldschermen tot ontdekking te komen dat de Gate is gewijzigd en dat we nu rechtsomkeer moeten maken om helemaal in de andere richting te gaan.
Bij de gate aangekomen is het duidelijk dat we met bussen naar het vliegtuig op de parkeerplaats worden gebracht. Ik weet op dit moment niet meer of ik dat nog wel aankan. Alles doet me pijn en ik heb een barstende hoofdpijn. We zijn vanaf hier het punt gepasseerd dat het me allemaal geen moer meer kan schelen! Zodra de rijen zich gaan vormen om in te gaan stappen loop ik zelfverzekerd naar de voorkant van de rij “Business Class”, Lyka volgt mij ongemakkelijk.
Ik overhandig mijn instapkaart en zeg tegen de vriendelijke dame: ‘Zestig uur vertraging! Oudere passagier!’, ik wijs over mijn schouder naar Lyka, ‘My wife’.
Ze twijfelt enige momenten en scheurt daarna de instapkaart af. Lyka volgt mij naar de gereedstaande bus en we weten dat we nu aan de op een na laatste etappe van onze terugreis beginnen.
Naast ons, aan de andere kant van het gangpad, op de drie stoelen in het midden zitten drie Turken onafgebroken naar ons te staren afgewisseld met korte gesprekken. Ik vraag mezelf af of ik het me misschien inbeeld. Nee, ze zitten echt naar ons te staren en lachen ons uit. Ik vraag me af of ze naar mij of naar Lyka zitten te staren. Het voelt in ieder geval erg ongemakkelijk. Het vliegtuig stroomt langzaam vol en ik wacht vol verwachting af wie er op de lege stoel naast me zal plaatsnemen. Niet veel later wordt een van de Turken door het cabinepersoneel gesommeerd naar de lege stoel naast mij te verhuizen.
Het duurt niet lang voordat het staren en de oorzaak van het staren zich openbaart. De man zijgt neer op de smalle stoel in de “Boeing 787 Dreamliner” en maakt zich onmiddellijk zo breed dat hij bijna mijn ribben kneust. Zonder een woord te zeggen en met een brede glimlach op zijn stank verspreidende mond maakt hij duidelijk dat hij superieur aan ons is en wij ongelovigen zijn! Minder dan een hond!
Pasta diner van Turkish AirlinesHet laatse zonlicht Het porren in mijn ribben gaat onafgebroken door en het is duidelijk dat de man naast mij mij uitdaagt om er wat van te zeggen. Daar laat ik me natuurlijk niet toe verleiden! Dit is het soort dat in Nederland de baas is over de Nederlanders. Gezonden door de hoogste macht! Ik kijk naar zijn dikke zwarte snor en vraag me af of de snor van zijn vrouw nog dikker is. De gedachten die door mijn hoofd razen zijn vreemd na twee en twintig uur onderweg te zijn, ik ben mentaal mezelf niet meer!
De slechte pasta maaltijd breekt de reis maar het is zeer ongemakkelijk eten met een stoorzender naast je. Mijn trek is sowieso al verdwenen wanneer een vleugje van de slechte adem van mijn buurman mijn neus binnendringt. Na het eten verlaat ik mijn zitplaats om rust te krijgen in het overvolle vliegtuig. Ik loop naar de staart van het vliegtuig waar ik staande naast het toilet twee uur van de terugreis doorbreng. De slechte adem van de Turk kan ik missen als kiespijn. Het cabinepersoneel is verbaasd door mijn aanwezigheid maar verzorgd de vreemde staande passagier uitstekend.
De zon gaat ergens boven Duitsland langzaam onder, ik zie de zon onder de horizon verdwijnen. Onze lange vliegreis is bijna ten einde en mijn blijdschap over onze thuiskomst is minimaal. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer in West-Europa zijn. Het continent van eindeloos lullen en tegelijkertijd de zakken van de ongekozen socialistische politici vullen.
Problemen stapelen zich ook op In Hollandistan! De ene (energie)crisis is nog niet opgelost en de volgende (pensioen)crisis biedt zich alweer aan. Er is een file van onoplosbare crisissen gevormd die in de moderne geschiedenis niet meer door een megalomane overheid kan worden opgelost. Een alles verzengende vuurbal in de vorm van een paddenstoel is wellicht nog de enige oplossing voor een nieuw begin met een schone lei. Een einde aan het ontkennen en de struisvogelpolitiek van de geldverslindende overheden!
Een steward maand me vriendelijk om te gaan zitten omdat de landing naar Schiphol is ingezet en de lampjes “Gordels vastmaken” zijn gaan branden. De laatste twintig minuten naast de ruikende Turk lijken uren te duren! Ik ben blij dat ik verlost ben van mijn buurman zodra de wielen de grond raken.
Het vliegtuig rolt in een slakkengang naar de terminal wanneer mijn lastige buurman in het andere gangpad zijn cabinebagage uit het bagage compartiment boven de passagiers haalt. Zelfs het mannelijke cabinepersoneel maakt geen enkele indruk op hem! Turks haantjes gedrag! Samen met zijn twee kompanen gaat hij gewoon richting de uitgang terwijl de andere passagiers verbaasd naar hun verrichtingen kijken!
Immigratie is elektronisch en de koffers verschijnen al snel op de band. Het gaat zelfs zo snel dat we de intercity naar Den Bosch een half uur eerder dan gepland kunnen nemen. Vandaag koop ik fysieke vervoersbewijzen omdat het de vorige keer het elektronisch inchecken was misgegaan. Onze beloning is € 1,50 toeslag per persoon! Goede bedoelingen kosten nu eenmaal extra in Nederland!
Toilet in Dutch Train
Met vier koffers komen we niet verder dan het balkon van het treinstel. Ik schaam me kapot voor het land en de toestand van het treinstel! De trein is smerig en het toilet is te smerig voor woorden en de wanden staan vol met graffiti. Wat zou een toerist uit een ontwikkeld land denken wanneer hij arriveert op de grootste luchthaven van de lage landen?
Vanaf het station “Amsterdam-Zuid” en “Amsterdam Bijlmer ArenA” trekken er roedels jongeren met hoodies en dunne baardjes, als hongerige wolven op jacht, door de trein. Observerend, concluderend en intimiderend, naar de weinige passagiers. Wij voelen ons niet op ons gemak en blijven in stilte naar de grond staren zodra er weer een roedel Noord-Afrikanen passeert! Dit is hun met urine afgebakend terrein! Oogcontact kan dodelijk zijn in de trein!
Ik vraag de passerende conducteur of hij bij ons kan blijven omdat we bang zijn. In de ogen van de conducteur staat dezelfde angst te lezen die wij voelen. Waarom zou er niemand meer conducteur willen worden, of politieagent? Het is duidelijk wie de baas zijn in de samenleving. Welkom in Hollandistan!

Ik heb nu al heimwee naar de eerste wereld landen in het verre oosten…
Copyright/Disclaimer