zaterdag 15 november 2025

Maleisië: De Kung fu man van Malacca

do 10 mrt 2005 23:14:37

Malacca (Heeren Inn Hotel), donderdag 10 maart 2005

Het ontbijt is mij gisteren heel goed bevallen. Dus herhaal ik het nog maar een keer! Vooral de combinatie van de Engelstalige krant met de koffie naast mijn ontbijt maakte alles compleet. Ik heb plannen gemaakt voor vandaag en ik ga zonder vooroordelen Malacca gaan verkennen.
Na het ontbijt ga ik op weg met de “Lonely Planet” van Malaysia in mijn zak. Er staat een stadswandeling in de Lonely Planet die is omlijst met de overige bezienswaardigheden van het stadje Malacca. Wat mij meteen opvalt is dat het hele historische stadje in verval is. Het (lokale) toerisme lijkt hier niet erg groot en ik vraag mij af of het ooit groot zal worden.
Malacca is hoofdzakelijk Chinees, de lokale islamitische Maleisiërs kijken neer op de Chinezen en ook op de Indiërs. De islamieten zijn de overheid, de Chinezen zijn de zakenmensen en die Indiërs zijn de arbeiders.
Het is natuurlijk niet zwart/wit maar dit is wel een realistisch beeld van de Maleisische samenleving. De islamitische overheid moet altijd op haar stappen letten want de andere twee bevolkingsgroepen hebben er absoluut geen probleem mee om het hele land plat te leggen.
Vrachtwagen met rijst lossen Ik ben nog maar net op weg wanneer ik een prachtig plaatje kan schieten met mijn digitale Sony camera! Drie Chinezen lossen een vrachtwagen vol met balen rijst bij een Chinese handelaar. Ik vraag me af of de islamieten hier ook rijst kopen. Ik denk het niet want wanneer het is aangeraakt door Chinees is de rijst niet meer “halal”.
Voor één van de oudste nederzettingen op het Maleisische schiereiland is het vanzelfsprekend dat je hier veel bezienswaardigheden vindt die beginnen met: “De oudste” en eindigen met “van Maleisië”.

Een paar voorbeelden:

De oudste kerk van Maleisië.
De oudste moskee van Maleisië.
De oudste waterput van Maleisië.
Het oudste stadhuis van Maleisië.
Het oudste fort van Maleisië.
Enz. Enz.

Hang Li Poh's Well (Perigi Raja) Ik ben op weg naar de oude waterput, mijn eerste bezienswaardigheid. Drinkwater was vroeger heel belangrijk, vooral aan zee. De rivieren in Maleisië zijn bijna altijd altijd brak water. Het is dan ook niet vreemd dat de Nederlanders in hun strijd om voet aan de grond te krijgen in Malacca deze put meer dan een keer vergiftigd hebben om de bewoners op de knieën te krijgen. Later hebben ze er dikke muren omheen gebouwd en werd het vloeibare goud door zwaarbewapende Nederlandse soldaten van de “Verenigde Oost-Indische Compagnie" beschermd.
Melaka river Na het bezoek aan de waterput moest ik snel met de billen strak tegen elkaar geknepen terug naar de oude stad omdat mijn darmen flink aan roeren waren. Ik ben blij dat ik niet veel later van mijn vloeibare probleem was verlost.
Mashid Kampung HuluChinese winkel Na het oplossen van het probleem is de oudste moskee van Maleisië aan de beurt. Eigenlijk is er in de moskeeën wereldwijd maar heel weinig te zien. En dat alleen wanneer je als “Kaffer” wordt toegelaten in een moskee!
Alles wat er te zien is aan een moskee zit aan de buitenkant. Islamieten is het verboden om beelden en afbeeldingen te aanbidden of te bewonderen, dus voor de niet-islamieten zijn de vaak onzichtbare indrukwekkende mozaïeken binnen het enige dat rest.
Een hele vreemde vierkante toren doet dienst als minaret. In deze toren zie je veel invloeden van andere godsdiensten. De toren heeft boeddhistische invloeden met zijn zeven verdiepingen, zal wel door de Chinezen zijn meegebracht. Al met al is de minaret een interessant bouwwerk. Ook de kleine Chinese winkels zijn speciaal, ze zijn aan het uitsterven en vallen ten prooi aan de enorme supermarkten.
Na de oudste moskee van Maleisië ga ik op zoek naar de brug die enkele jaren geleden, tijdens een vorig bezoek, nog in aanbouw was. Opnieuw valt het mij ook in de nieuwbouwwijken op dat alles een beetje in verval is. Het is haast een armoedige buurt. Gaat het dan zo slecht hier in Maleisië? Ik heb begrepen dat er enkele jaren geleden een groot wetenschapspark is aangelegd om zo de stad, en de staat, te promoten voor de internationale high-tech industrie.
Samudera Museum Het is laag water en ik zie op de andere oever van de Malacca-river het “Samudera Museum”. Het meest in het oog springende deel van het maritieme museum is een replica van een Portugese “Karrack” genaamd “Flor do Mar”, de zeilboot op het droge is een indrukwekkend gezicht.
Ik moet tijdens de wandeling wel steeds in mijzelf lachen. Hier in Maleisië verplaatst zich bijna niemand te voet en voetpaden zijn schaars. Ik moet vaak op de (auto)weg lopen en over hindernissen klimmen.
Onontgonnen moddervlakte De Malacca rivier wordt in de toekomst afgedamd om het verschil van de getijden op de rivier de minimaliseren. Er komt een dam met een overstroom die de troebele, en de sterk vervuilde rivier, weer helder en schoon moet maken. De enorme moddervlakte aan de riviermond zal worden volgestort met zand en daar zal een hele nieuwe wijk worden gebouwd.
Eenmaal aan de andere kant van de brug aangekomen wordt het tijd voor een andere lunch dan ik onder normale omstandigheden in Malacca nuttig. Ik ga eten in het oude “Mahkota Parade” winkelcentrum. Burger King heeft een lamsvlees burger met een speciale saus, een zwarte pepersaus, in de aanbieding, en man, was die speciale hamburger lekker!
Na de heerlijke lunch volg ik de Malacca rivier op de zuidelijke oever stroomopwaarts. Ik passeer opnieuw de replica van het oude zeilschip. Enkele stappen verder kom ik op het “Hollandse Plein”, oftewel “Dutch Square” is omringt door gebouwen die allemaal door de Hollandse kolonialen zijn gebouwd voor het bestuur en de handelaren van de VOC. De gebouwen waren ik een ver verleden ongetwijfeld allemaal wit gekalkt. Tegenwoordig zijn ze steenrood. Een oude legende verteld over de boze, “betelnoot” kauwende, bevolking die hun rode speeksel tegen de witte gebouwen spuugden om zo hun afkeer tegen het Hollandse Bestuur te tonen.
Malacca riverMalacca riverMalacca river Nog niet eens zo ver van het toeristische centrum sta ik oog in oog met de andere kant van het tweede wereldland Maleisië. De glimmende metalen Petronas Towers zijn het nieuwe moderne Maleisië maar weg van de lichtjes van Kuala Lumpur is het niet allemaal goud dat blinkt. Houten huizen op palen met metalen golfplaten daken boven het stromende water steken armoedig af tegen de witte betonnen torens op de achtergrond. Gefascineerd kijk ik enkele minuten naar de enorme tegenstelling.
Na de de heerlijke lunch en de lange wandeling zijn de ogen en de benen wel een beetje zwaar geworden. Een korte rust op de koele kamer in mijn hotel zou mij zeker niet schaden. Ik geef na de terugkeer mijn hotel een tweede goede inspectie en ik moet eerlijk zeggen, het is een eenvoudig maar mooi en fijn familie hotel.
Meneer Au en zijn vrouw doen hun uiterste best om het de gasten naar de zin te maken. In het weekend zijn ze bijna altijd vol geboekt met veel gasten uit Singapore die naar Malacca komen voor de avondmarkt in “Jonkerstreet”. Die naam slaat niet op de Chinese “Jonken”, een zeilschip ontwikkeld in China, maar op de Nederlandse edelen “Jonker”, Jonker was een adellijk predicaat dat men tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden toekende aan ambtdragende edelen zonder een titel. Thans gebruikt men de titel nog wel om een jonkheer mee aan te duiden.
De avondmaaltijd was al beslist! Een stukje verderop in de straat heb ik een luxe restaurant gezien dat is gelegen aan de Malacca rivier. Mooie zitjes met een uitzicht op de rivier en “Dutch Square”. Ik vond dat ik mijzelf ook wel een keer kon kietelen en besluit om in het exclusievere restaurant te gaan eten.
Het verbouwde pakhuis ziet er van binnen ook magnifiek uit. Een korte blik in het menu brengt een brede glimlach op mijn gezicht. De prijzen zijn zeker niet wat ik had verwacht, ze zijn ongeveer een derde van mijn verwachtingen. Daar gaan we dan! Een “Fish Chowder” geserveerd in een grote broodbol als vooraf en de lamskoteletten met tijmsaus, warme groenten en een gepofte aardappel als hoofdgerecht. Het was heerlijk!
Na de maaltijd slenter ik voldaan langs de rivier naar het “Discovery Café”, ook een plaats in Malacca waar ik het goed naar mijn zin heb. Hetzelfde recept als bij meneer Au, meneer Teng doet ook heel erg zijn best om het een ieder naar zijn zin te maken. De inrichting van het café lijkt nog het meest op een curiosa winkel. “Stiefbeen en zoon” op zijn Maleisisch.
De Kung Fu Man van MalaccaDe Kung Fu Man van Malacca Elk dorp heeft er één, zo ook Malacca. Ik zit heerlijk te genieten van mijn bakkie koffie toen er een opvallende verschijning het Discovery Café binnenstapte. Een man in een geel pak, dat nog het meest op een pyjama leek, met een groot nummer 13 op zijn rug en de Maleisische vlag op zijn borst. Aan zijn vingers droeg hij metalen ringen met enorme edelstenen waarvan ik meteen vermoedde dat de edelstenen namaak moesten zijn. Hij spreekt met veel liefde over Jezus Christus en hij is dus een Maleisische Christen, geen Moslim of Boeddhist.
Elke dag gaat hij enkele malen naar de kerk schuin tegenover het café om te bidden en met Jezus te praten. Spottend vragen de lokale gasten over zijn gesprekken met Jezus of Jezus hem wel eens een antwoord geeft.
Met een grote overtuiging antwoordt hij: ‘Elke keer als ik in de kerk ben en een vraag stel!’.
Meneer Teng verteld mij dat hij de “Kungfu” man van Malacca is. Eenmaal het woord Kungfu uitgesproken en de man in het geel springt op en maakte allerlei gebaren met zijn armen en schopt zijn benen hoog in de lucht vergezeld door de bijbehorende kreten.
Bruce Lee is zijn grote voorbeeld en die is nu bij zijn vriend Jezus Christus. Er zal zeker een dag komen dat hij ook op bezoek gaat bij Jezus Christus en dan zal hij eindelijk Bruce Lee persoonlijk ontmoetten. Het is best wel een ontroerende kennismaking, een heel aardige bijzondere man die uiteindelijk niemand kwaad doet.
Mijn nieuwe vriendDe Kung Fu Man van Malacca De avond is snel omgevlogen en het is al na twaalven, het is de hoogste tijd om richting het hotel te gaan. Ik kijk nog een laatste keer over mijn schouder en de zoon van de kok zwaait naar mij alsof zijn leven ervan afhangt. Het jochie heeft een paar flessen tekort in het krat maar is ook een aardig lief persoon. De nummer dertien zit rustig aan tafel en is druk met de bijbel.
Bier reclame in een Islamitisch land Maleisië is een verwarrend land, het is bij de grondwet een Islamitisch maar overal zijn enorme reclames voor bier te vinden. Het is een gespleten samenleving met een hoge graad van respect voor andersdenkenden. Chinezen en Indiërs drinken nu eenmaal graag en de hoge belastingen op alcohol voeden de armere moslims. Zij krijgen een maandelijkse bijdrage van de staat in de vorm van meel en suiker.
Bij het hotel aangekomen heb ik een nieuw probleem! De glazen voordeur is op slot en achter het bureau in de lobby is niemand te zien. Wat nu? Aanbellen is de enige oplossing! Met zweet in mijn handen bel ik voorzichtig één keer en een paar minuten verschijnt een slaperige meneer Au in een slecht dichtgeknoopte pyjama, ik hoopte dat hij niet al te kwaad zou zijn. Integendeel, hij is vriendelijk en verontschuldigd zich. De sleutel van mijn kamer, die ik in mijn zak heb, ligt natuurlijk niet in de la. Daarom was meneer Au in de veronderstelling dat ik al in bed lag.
Ik verontschuldig mij opnieuw en vertel hem dat ik maar weinig vroeg naar bed ga en dat ik best een biertje lust. Zeker in het weekend. Hij lacht hard en nodigt mij uit om morgenavond een whisky met hem te drinken.
Welterusten, het is toch beter dan heb verwacht in Malacca.

zaterdag 8 november 2025

Indonesië: Voor het eerst over de evenaar

De Airbus A320 staat klaar om ons naar Kuala Lumpur te brengen

Surabaja (Garden Hotel), woensdag 7 mei 2008

Al heel erg vroeg in de ochtend worden de eerste stappen gezet voor onze reis richting Indonesië. Het is nog donker wanneer de bus zijn weg door het ochtendgloren richting de luchthaven van Bangkok zoekt. We zijn opgewekt en we hebben er allebei veel zin in. Het overstappen in Kuala Lumpur is geen probleem, het verschil in prijs tussen AirAsia en Thai Airways is zo groot dat de besparing voor het retour ticket bijna voor de eerste week betaald.
Tettje klaar voor het vertrekDe Airbus A320 staat klaar om ons naar Kuala Lumpur te brengen Het loopt allemaal op rolletjes en voordat we ècht wakker zijn zitten we alweer in het café naast de vertrekhal van het KLIA-LCCT in Kuala Lumpur. Koffie met een broodje en de Lonely Planet van Indonesië in de hand. Het is nu voor het eerst dat ik ècht een serieuze blik waag in de LP en een begin maak met de planning voor de eerste week van onze reis.
Het begin van onze reis door Indonesië ziet er op papier gemakkelijk uit en binnen een half uur is de eerste week ingevuld en half gepland, het reisboek kan weer dicht. Tettje heeft nu zelf ook leesvoer over de reis bij zich en dat maakt het voor mij allemaal een beetje gemakkelijker. Ik hoef nu niet vier weken de kar te trekken. Tettje voert nu zelf ook plannen, ideeën en bestemmingen aan.
Surabaya ligt al verborgen onder een deken van duisternis wanneer de Airbus A-320 iets voor zes uur in de avond land op de Juanda Surabaya luchthaven. Er valt bij de aankomst een last van mijn schouders en ik feliciteer Tettje uitgebreid met zijn eerste passage over de evenaar. Daar drinken we later vanavond nog wel een biertje op. Het is hier in Surabaya om half zes ’s morgens licht en om half zes ’s avonds weer pikkedonker. Dat is wel even wennen, en het houdt in dat je de dag vroeg moet beginnen.
Visa on Arrival in Indonesia Het was niet traumatisch maar ik had wel mijn bedenkingen of het visa bij aankomst gemakkelijk zou gaan. Had de zaak “Wilders met zijn film Fitna” hier wat veranderd voor de Nederlandse toerist? Nee dus, het ging efficiënt en snel, na de betaling van de 25 Amerikaanse dollars per persoon zit er weer een grote sticker in mijn paspoort.
Tijdens het wachten op vier Iraniërs, die uitgebreid door de immigratie worden gecontroleerd, heb ik ook nog de mogelijkheid om wat vragen te stellen aan de Engelsman achter ons die hier voor zaken is. De meeste vragen die ik stel worden snel en duidelijk beantwoord, wat onze reis naar ons gereserveerde hotel aan de rand van de binnenstad van Surabaya een stuk gemakkelijker maakt.
Vanuit de taxi bekijken we de eindeloze stoet kleine rokende tweetakt brommertjes. Ze schieten snel als vissen door het water links en rechts door het verkeer langs ons heen, ze zijn te snel om ze in je op te nemen maar snel genoeg om je te ontwijken. Onze chauffeur kan er trouwens zelf ook wel wat van. Wanneer dit de gebruikelijke manier van rijden is in Indonesië dan zullen we de komende weken nog wel een paar keer flink schrikken.
Op de luchthaven was er al een misverstand geweest over het hotel. Mijn papieren hebben het over het “Garden Palace Hotel” en de chauffeur heeft het over het “Garden Hotel” Nu geloof ik liever mijn eigen reservering dan een taxichauffeur in een vreemd ver land maar ik dit geval blijkt de taxichauffeur toch gelijk te hebben. Hoe zit de zaak dus in elkaar?
Het “Garden Palace Hotel” is een 4/5 sterren hotel met een 3 sterren vleugel met de naam “Garden Hotel”. Zelfde blok, zelfde management alleen een andere wat oudere vleugel. Ik was standvastig en wilde in de vier sterren vleugel verblijven, in het hotel met de naam die op mijn reservering stond. Aan de andere kant zie ik toch ook mijn ongelijk in. Vanzelfsprekend blijft er niets anders voor mij over dan me verontschuldigen bij de manager en we zijn allang blij dat we het tweepersoons bed kunnen omzetten in twee eenpersoons bedden, zonder extra kosten. De kamer is oké voor die prijs en zo kan ik dus het "Garden Palace Hotel” in Surabaya aanbevelen. We gaan snel weer op weg om wat te eten en we lopen in het donker totaal verloren. Een pinautomaat is het eerste dat we nodig hebben! We lopen steeds de verkeerde kant op! We vragen de lokale bevolking naar een pinautomaat en die stuurt ons alle kanten van de windroos op totdat we worden overvallen door een zware regenbui. Dat wordt schuilen en wachten. Het is onaangenaam rustig en donker op straat.
Een dronken man, in een streng islamitisch land, valt ons de hele tijd lastig met vragen waarvoor je een kind een draai om zijn oren zou geven. In dit geval zijn alle vluchtwegen door het gestaag neerdalende hemelwater versperd. Negeren en zwijgen, en hopen dat hij in de neerstromende regen verdwijnt.
10.000 Rupia Indonesia 200510.000 Rupia Indonesia 20051.000 Rupia Indonesia 20001.000 Rupia Indonesia 2000 Tijdens het in het niets staren ontdekken mijn ogen in het onderbewustzijn een goed verstopte ATM-machine van een Indonesische bank en ons geluk houdt daar gelukkig niet op! De ATM heeft het Cirrus symbool op de voorkant staan en niet veel later staan Tettje en ik beiden met een kleurrijke bundel Indonesische Rupiah in ons hand.
Het geld is kleurrijk maar de afgebeelde moslims zien er niet erg vriendelijk uit. Het is ons meteen duidelijk dat toeristen in het streng islamitische Indonesië eigenlijk niet welkom zijn. Ze worden getolereerd omdat ze geld, veel geld, komen brengen! En wanneer de kaffers geld komen brengen behoeft de lokale bevolking minder te werken.
De dansende regendruppels, in het licht van de koplampen van de auto’s op de weg, worden kleiner en het duurt niet lang voordat wij de dronkaard ontvluchtten. Drie maal is scheepsrecht en daar staan we dan voor de uitnodigende deuren van een enorm winkelcentrum. “Foodcourt op de vierde verdieping”, schreeuwden de uithangborden rond de roltrappen.
In een met fel TL licht en formica meubilair hebben we snel gekozen. Een Nasi Goreng voor Tettje en een Mee Goreng en Gado-Gado voor mij. Het geserveerde eten is heerlijk en ik voel me van binnen warm worden. Tegelijk stromen de krachten langzaam uit mijn lichaam na deze lange dag. We hebben een goed gevoel bij deze plaats en het duurt niet lang en we liggen op één oor. Morgen staan we om zes uur op en gaan voor het eerst de stad in.

zaterdag 25 oktober 2025

Sri Lanka: Een dagje in het belegerde Colombo

Victoria Memorial Building

Colombo (Grand Oriental Hotel Colombo), vrijdag 15 februari 2008

Vandaag is het mijn tweede volle dag in Colombo. De nieuwigheid is er al een beetje vanaf en vandaag ga ik andere dingen zien. Ik ga vandaag de cirkel rond mijn hotel weer wat groter maken en natuurlijk ben ik weer op pad om andere bezienswaardigheden te bezoeken.
Aan het ontbijt is het op deze ochtend heel erg rustig, ik was de enige gast in de enorme ontbijtzaal. Het meeste voedsel staat om half acht nog onaangeroerd op de lange buffettafels. Ik vind het jammer dat de witte bonen in tomatensaus zijn vervangen door champignons met Spaanse pepers. De rest is wel te pruimen en ik vulde mijn maag goed omdat ik niet wist wat er vanmiddag voor lunch voor me op tafel zou komen te staan.
Rond half negen stap ik de brandende zon in en loop weer de mij bekende weg richting het water en de “Galle Face”. Net als gisteren wordt ik weer aangesproken door van alles en iedereen met de mooiste verhalen en de beste aanbiedingen. Gewoon langzaam doorlopen, vriendelijk lachen, en er verder geen aandacht aan schenken aan de wanhopige mensen is de beste oplossing.
Oud kanon Zo kom ik snel op de “Galle Road”, de kustweg die een slagader van Colombo is. De weg loopt kilometers parallel aan de zee van het noordelijke naar het zuidelijke uiteinde van de stad. Hier gebeurd het dus en niet in het “Fort Colombo”. Mochten jullie ooit een hotel in Colombo zoeken dan kan ik het iconische “Galle Face Hotel” aanraden en kijk ook een beetje zuidelijker aan de “Galle road”.
In het kantoor van de “Srilankan Tourist Board” pik ik wat brochures op en teken het bezoekers logboek. Het doet me pijn om te lezen dat ik al de derde bezoeker deze week ben, en de smekende ogen van de meisjes achter hun bureau spreken boekdelen. Het lijkt er echt op dat de meeste toeristen Sri Lanka links laten liggen wegens de problemen met de “Tamil Tijgers”. Behalve de duidelijke aanwezigheid van het leger en politie in de straten van Colombo kan ik niet zeggen dat er iets dreigend in de lucht hangt.
Leyland Stadsbus in Colombo Een parel van de oude Britse auto-industrie, een “Ashok Leyland” bus staat met een rochelende dieselmotor te wachten op passagiers. Of is het een benzinemotor met zeer slechte krukas lagers? De oude dame van buslijn 140 staat in ieder geval te koop. Oog in oog met een “Délifrance”, een luxe broodjes restaurant, en een brandnieuwe “McDonalds” heb ik niet verwacht in deze tweede wereldstad. Maar toch zijn er meer horecagelegenheden die voor de weinige toeristen zijn opgezet. Alles met het oog op de fantastische toekomst?
Cricket afstanden

Ik heb op deze tweede dag in Colombo al een bezichtiging gedaan van het door de reizigers alom geroemde “The Cricket Club Café”. Het ziet er van binnen en buiten gezellig uit en ook op de menukaart staan er enkele gerechten die ik wel wil proberen. Het korte bezoek aan de “Colombo Cricket Club” laat mij besluiten om hier vanavond een biertje te gaan drinken en een hapje te eten.
Buddha in het Viharamahadevi ParkColombo Town Hall Het “Viharamahadevi Park” is mijn volgende doel voor vandaag. Ik bevindt me in een vreemde omgeving. Er is een opstand, of een burgeroorlog, gaande op het tropische eiland Sri Lanka. De straten van de hoofdstad Colombo zijn voor mijn gevoel spookachtig leeg. Er zijn opvallend weinig mensen op straat. Aan de rand van het park loop ik tegen het eerste, nou ja tweede, probleem van vandaag aan. Ook buiten het financiële centrum blijken hele straten, en wijken waar overheidsgebouwen zijn, afgezet voor het verkeer en/of publiek. Gewoon omlopen is de enige oplossing. Totdat ik tegen meer en meer barricades oploop en gewoon door de militairen word aangeraden om nog maar een stukje verder om te lopen.
Ik heb hier al snel genoeg van! Het wordt nog erger wanneer ik, na het nemen van een foto van het stadhuis van Colombo, word gemaand mijn camera weg te doen en geen foto’s meer te maken van belangrijke overheidsgebouwen gebouwen!
Maar daar ben ik toch voor op reis? De grote besnorde soldaat met het automatische geweer, dat ongetwijfeld doorgeladen is, wint! Ik voel zijn overmacht in deze situatie. Alsof een blanke Europese toerist informatie zou doorspelen naar de “Tamil terroristen”? In gedachten verzonken slenter ik weer richting het noorden naar de container haven van Colombo.
Het idee dat ik nóg twee hele dagen in Colombo moet doorbrengen kruipt in mijn hoofd en drijft me een beetje tot wanhoop. Wat moet ik in hemelsnaam nog twee dagen in Colombo doen? Ik heb mijn hotel al betaald en er is honderd procent zeker geen teruggave beleid. De onzekerheid moet ik uit mijn hoofd zien te verdrijven!
Het volgende doel voor vandaag is de “St. Lucias Cathedral”, een enorme katholieke kerk in het noorden van de stad. De Lonely PLanet heeft een lijstje met bezienswaardigheden in Colombo waar ik al snel doorheen ga. Nog voordat ik bij de kathedraal arriveer moet er natuurlijk iets worden gegeten. Het is al bijna twaalf uur en ik lust wel een klein hapje. Ik heb ondertussen ontdekt dat er een astronomisch aantal kleine bakkerijtjes in Colombo zijn waar je broodjes met een mysterieus beleg, of met iets er iets in gebakken, kan kopen. Bij zo’n klein bakkerijtje voor de vitrine maak ik een eerste keuze. Ik begin voorzichtig met een worstenbroodje, een witbrood puntje met een knakworst er in, en een koude cola om het broodje weg te spoelen. Het smaakt me goed en voor de 550 Sri Lankaanse Roepie (€ 0,77) koop ik, tot een groot genoegen van de eigenaar, nog een tweede set. Vandaag heb ik in iedere geval iets geleerd en ik hoef vanaf dit moment geen honger te lijden.
Victoria Memorial BuildingAutosloperij buurtMotoronderdelenOude en nieuwe gebouwen Ik ben nu in een buurt beland waar bijna nooit toeristen komen! De weinige mensen die ik tegenkom kijken me vreemd aan met een mengeling van ongeloof, angst, en afgunst op hun gezicht. Dit lijkt het echte Sri Lanka van de werkende onderklasse. Het rood-gele “Victoria Memorial Building” springt er echt tussenuit! Het zijn hoofdzakelijk overheidsgebouwen en monumenten die goed zijn onderhouden in Colombo.
Zoals in alle ontwikkelingslanden die ik heb bezocht zijn gebruikte onderdelen van auto’s, vrachtauto’s en hun motoren goud geld waard! Voor een fractie van de prijs van een nieuw onderdeel koop je gewoon een sloop onderdeel langs de straat. Het blijft spookachtig rustig om me heen.
Victoria Memorial Building
“Vrede begint met een glimlach”, (Moeder Theresa)

Op een muur langs de weg staat een citaat van “Moeder Theresa” geverfd. Voor enkele momenten staar ik naar de letters in het Engels en de twee andere mij onbekende schriften.
Er zijn meer dan zes verschillende schriften, en nog meer officiële talen, op en rond het Indiase sub-continent! Het is een waarheid als een (heilige) koe, er woeden veel teveel onnodige oorlogen op onze aardbol. Vaak gevoed door een religie waarvan er een met kop en schouders bovenuit steekt. Deze religie laat de oneindige en eeuwige lust van Rome om de hele aarde tot het Katholieke Christendom te bekeren verbleken. Ongewapende vredelievende missionarissen in Afrika en Azië staan niet in verhouding tot de tot de tanden bewapende bebaarde mannen, de moderne “Barbaren”, om iedereen die hun religie niet omarmt een kopje kleiner te maken.
St Lucia Cathedral De “St Lucia Cathedral” is nog niet zolang geleden voorzien van een nieuwe laag verf en de lichtgrijze koepel is al van verre te zien. De kathedraal kon op haar hoogtijdagen wel 5000 gelovigen in zich opnemen! Bij gebrek aan een gids of koster probeerde ik zelf maar een deur te openen en tot mijn verrassing lukte dit nog ook.
Jezus aan het kruis - St Lucia CathedralSt Lucia Cathedral Daar sta ik dan alleen binnen in die enorme kathedraal oog in oog met Jezus aan het kruis die vanuit de hoogte op me neerkijkt. De stilte en de omgeving is indrukwekkend, het is ook een beetje intimiderend. Ik weet dat het wetenschappelijk niet mogelijk is maar ik voel de ogen van het houten beeld aan het kruis mijn bewegingen volgen en ik voel de ogen in mijn rug prikken.
De binnenkant van de kathedraal is ook van een verse laag verf voorzien, helaas hebben de schilders de vloer niet afgedekt voordat ze aan het enorme karwij zijn begonnen. De verfspatten zitten dan ook overal, zelfs op het ongetwijfeld antieke houten meubilair. Behalve de gewoonlijke beelden in een katholieke tempel, Jezus aan het kruis en Maria met het kindje Jezus, valt het meteen op dat de kathedraal van binnen erg sober is aangekleed. Geen eeuwenoude grafzerken op de vloer van hooggeplaatste Europese bestuurders en handelaren maar slechts drie gebrandschilderde ramen achter het altaar.
St.Benedict's college brothers' hostelSt.Benedict's college brothers' hostel Wat nog mooier is zijn de twee aanliggende gebouwen van de kathedraal. Twee Christelijke scholen die zo in het zuiden van Europa konden staan. Tel daar de schattige meisjes in blauwe jurkjes en de jongens in hagelwitte broeken bij op en je krijgt de som van de overwinning van de missionarissen.
Ondertussen is de lucht al flink dichtgetrokken en mijn GPS geeft aan dat ik drie kilometer van mijn hotel verwijderd ben. Het wordt dus de hoogste tijd om richting mijn hotel te gaan voordat de regen gaat neerdalen. Ik kom gelukkig droog aan en koop in de lobby van mijn hotel van die heerlijke aardappel/kip broodjes. Vanuit mijn hotelraam zie ik even later de eerste dikke druppels vanuit de donkergrijze hemel neerdalen. De teller staat net over de twintig kilometer wandelen voor vandaag dus een beetje rust is wel verdiend.
Biefstuk met patat en sla in het The Cricket Club Café Vanavond ga ik een lekkere biefstuk eten bij de CCC, een paar koude flessen “Lion Lager” erbij maakte de avondmaaltijd tot een feest. Deze mooie avond heeft nog een laatste verrassing voor mij in petto.
Mijn Tuk-Tuk chauffeur heeft het op te terugweg naar mijn hotel alleen maar over: ‘Lovely Jubbly’.
Een opmerking uit mijn favoriete tv-serie “Only Fools and Horses”. Hij rijd me met een te hoge snelheid naar mijn hotel waar hij uitgebreid afscheid van mij neemt en in tegelijkertijd zijn taxi diensten voor de rest van mijn verblijf aanbied.
‘Waar heb je dat “Lovely Jubbly” toch vandaan?’, vraag ik hem.
Lovely Jubbly tuk-tuk in Colombo Hij neemt mij mee naar de achterkant van zijn Tuk-Tuk waar ik bijna in mijn broek pis van het lachen bij het zien van de opschriften.
Er staat in grote letters: “Lovely Jubbly”, “Del Boy” en “Rodney you Plonker”.
Veel inwoners in Sri Lanka zien de vertrokken kolonialisten niet als slecht! Na het vertrek is het voor veel mensen aan de onderkant van de samenleving alleen maar slechter geworden. Hun landgenoten snakken nu naar macht en geld. Conflicten tussen familie’s en kleine groepjes belanghebbenden leiden tot een verborgen oorlog.
Om tien uur gaat het licht uit en ik controleer de wekker of die wel op op zes uur staat. Morgen met de trein naar Negombo!

donderdag 31 juli 2025

Nederland: 800.000 Pagina’s bezocht, het gaat snel

800000 visitors

Op de bouwplaats, donderdag 31 juli 2025

De afgelopen maanden na onze terugkeer in Nederland waren erg stressvol maar ik kan gelukkig melden dat de grootste problemen nu kleine problemen lijken te zijn geworden. Ik heb weer innerlijke rust gevonden. Ik kijk soms wat TV en (her)schrijf regelmatig verhalen voor deze weblog. Soms lees ik ook oude verhalen terug, om in de sfeer van vele jaren geleden te komen, en met verbazing zie ik de teller gestaag oplopen!

Op 7 maart 2025, in Osaka, Japan, zagen we de teller de 700.000 passeren en vandaag, slechts 147 dagen later, passeert de teller 800.000. Dat is ruim 610 bezoekers per dag! Daar ben ik heel erg trots op. Het is een teken dat ik toch wel wat goed doe en onze foto’s ook zeer worden gewaardeerd.
Vaak wordt me de vraag gesteld: , Verdien je ook geld met je weblog?’
Mijn antwoord is: ‘Nee, ik doe het voor mijn plezier!’
Met grote ogen staren de vraagstellers mij aan!
Natuurlijk is de gedachte wel eens voorbij gekomen om reclame op mijn weblog toe te laten. Gemakkelijk een (klein) beetje geld verdienen en een lelijke weblog vol reclame? Nee dank U! Ik hou “Travels and Troubles” liever puur.
Voor nu leg ik de lat op de miljoen gelezen pagina’s! Dat heb ik negentien jaar geleden, toen ik met mijn website begon, nooit kunnen bedenken!

800000 visitors Het hele jaar door krijg ik per e-mail complimenten, vragen en opmerkingen. Er zijn lezers die onze belevenissen als inspiratie gebruiken voor hun eigen reizen. Er zijn ook reizigers die na al die jaren kun je ook terugkijken hoe het vroeger was in de landen die we hebben bezocht.

Er is ook een grote groep trouwe lezers die onze avonturen volgen omdat ze het gewoonweg leuk vinden om te lezen over andere werelden.

Ik wil jullie, trouwe lezers, bedanken voor jullie bezoeken, fijne opmerkingen en adviezen.

Heel veel dank van Lyka en mij.

maandag 31 maart 2025

Nederland: Welkom in Hollandistan

Het laatse zonlicht

Op de bouwplaats, maandag 31 maart 2025

Om een uur gaan kort naar elkaar de telefoon en de wekker op mijn iPhone af.
Ik neem de hoorn van de haak en hoor een krakerige computerstem zeggen: ‘This is your wake-up call! It is one ‘o’ clock!’
Ik ben niet in de war maar wel enigszins gedesoriënteerd. Lyka draait zich onwennig op dit tijdstip nog eens op haar andere zijde maar dat mag ik niet laten gebeuren. We staan aan het begin van een hele lange (reis)dag waar we ons met een gezamelijk hoog moraal doorheen moeten slepen.
Ik neem eerst de tijd om een beker koffie te zetten want zonder de cafeïne kom ik ’s morgens maar moeilijk op gang. De kamer wordt voor de laatste keer gecontroleerd of we ècht niets zijn vergeten in te pakken en de koffers die moeten worden ingecheckt worden voorzien van enkele stroken gele ducttape als extra beveiliging. We kijken elkaar aan om onze energie gelijk te balanceren want we weten beiden donders goed wat er voor een dag voor ons ligt.
Iets over half twee arriveren we in de lobby van het “The Green View Hotel” waar al twee andere achtergebleven passagiers op de bus zitten te wachten. Met een rugzak bomvol met ervaringen in Thailand wist ik gisterenavond al te voorspellen dat er een minibusje voor de zeven passagiers is geregeld. Niemand, en dan ook helemaal niemand, heeft gedacht aan de mogelijkheid van de hoeveelheid bagage die hoogstwaarschijnlijk bestaat uit zeven grote koffers en ook nog eens zeven kleine koffers!
We zijn nog niet compleet wanneer de door mij voorspelde veel te kleine minibus arriveert. We gaan met z’n vijven naar buiten en ik zie de buschauffeur achter zijn oren krabben wanneer hij de enorme hoeveelheid bagage van ons vijven ziet. Hij begint met de grote koffers achterin de minibus te laden waarna de kleine cabine bagage er boven op gaat. Je hoeft niet te hebben gestudeerd om te zien dat dat niet gaat passen! Er moeten twee kleine koffers naast de passagiers op de stoelen. Dan is de bus is vol!
De achterklep van de minibus slaat met een klap dicht en precies op dat moment verschijnen de twee laatste passagiers. Er ontstaat een vurig argument tussen verschillende betrokkenen, zoals een medewerker van het hotel en de chauffeur van de minibus, maar zodra het woord “Bolt” valt weet ik dat het probleem is opgelost en dat er voor de laatste twee passagiers een taxi wordt geregeld om ze naar het “Suvarnabhumi International Airport” in Bangkok te brengen. Ze moeten alleen wel langer wachten totdat de taxi is gevonden!
Het juiste moment om te vertrekkenHet is stil in de vertrekhal Voor ons vertrek met de minibus heb ik nog snel naar de weersverwachting gekeken en die is niet al te best voor Bangkok. Alleen maar regen.! Om half drie staan we vooraan in de rij om in te checken voor onze reis via Istanbul naar Amsterdam. Ik heb de luchthaven in Bangkok nog nooit zo leeg gezien. Het is dan ook een onmenselijke tijd in deze globale economie die 24/7 overal ter wereld doorgaat.
Het grote voordeel van dit nachtelijke vertrek is natuurlijk dat er geen lange rijen staan bij de veiligheid inspectie en de immigratie. We kunnen zo doorlopen terwijl het Zwitserse echtpaar apart wordt genomen omdat ze de zestig dagen van het visum hebben overschreden. De beambten van de immigratie zijn druk aan het bellen met Turkish Airlines om de bevestiging dat de vlucht van vrijdagavond door de luchtvaartmaatschappij is geannuleerd en dat de passagiers daar geen schuld aan hebben. Misschien krijg ik nog wel te horen hoe het is afgelopen.
We zoeken een plaatsje aan een tafel in ons vaste koffie restaurant in de vertrekruimte van het “Suvarnabhumi International Airport”. Ook hier is het natuurlijk erg rustig en wij moeten nog meer dan drie uur wachten voordat we aan boort kunnen van onze eerste vlucht “Turkish Airlines TK 59” naar Istanbul. Er zit gelukkig nog voldoende Thaise baht in mijn broekzak. Ik schud met mijn hoofd wanneer ik meer dan negen euro moet aftikken voor een kartonnen beker hete zwarte koffie en een bekertje lauwe chocolademelk. Het meisje giet de hete koffie in mijn Japan koffiebeker. Daarna nog enkele blokjes ijs om de koffie snel op drinktemperatuur te brengen.
De minuten kruipen (te) langzaam voorbij en zodra Lyka haar verveling gaat verdringen met een kijkje in de veel te dure “Tax-Free” winkels sla ik mijn Kobo e-reader open om de tijd te doden. Gelukkig werkt het! Lyka komt terug met twee pakken wafels die gevuld zijn met lokale tropische vruchten. Nog twee uur te gaan en ik speel voor een moment met de gedachte om mijn MacBoek tevoorschijn te halen om verhalen te schrijven. Verder dan het spelen met de gedachte komt het niet. Mijn koffie is bijna op na anderhalf uur en dan wordt het tijd om onze zitplaatsen en tafel te verlaten en naar de Gate te gaan. Het begint langzaam drukker te worden op de luchthaven.
Bij de Gate hebben we gelukkig meteen zitplaatsen waar we een uur moeten luisteren naar een computerstem die om de tien seconden waarschuwt dat de loopband voor onze neus eindigt. Ik haal mijn e-reader maar weer tevoorschijn en lees in het boek van Inez Weski “Het geluid van de stilte : Een jaar leven in een voortrazende orkaan”. Een verslag over hoe onbetrouwbaar onze overheid is. De waarheid is nog veel ongelooflijker dan de ingewikkeldste verzinsels! We zijn allemaal slachtoffer van het systeem dat “de Overheid” heet! Net als in China en andere totalitaire regimes.
Dan kunnen we eindelijk naar het aquarium een verdieping lager en moeten we wachten op ons vliegtuig dat nog niet aan de slurf staat. Ik kijk op mijn horloge en realiseer me dat we al zes uur wakker zijn en het vliegtuig nog niet hebben gezien. Dit zijn van die momenten dat we niet teveel moeten nadenken maar alles gelaten over ons heen moeten laten komen. Gelukkig mogen we als een van de eersten aan boord omdat het personeel weet dat we meer dan zestig uur vertraging hebben. Eindelijk rust!
De Airbus “A330-300“ heeft maar twee stoelen aan de raamzijde en dat betekend dat we een relatief comfortabele vlucht in het verschiet hebben. Voor zover je kan spreken van een comfortabele vlucht! Intercontinentale vluchten richting Europa vanuit Thailand zijn ècht een drama!
Omelet Ontbijt van Turkish AirlinesFrench Toast Ontbijt van Turkish Airlines We zijn minder dan een uur in de lucht wanneer het ontbijt wordt geserveerd. Gebakken aardappelen met omelet en spinazie voor mij en Lyka gaat voor de “French Toast” met een zoete jam. De twee driehoekjes kaas maken meteen mijn (reis)dag weer goed. Ik droom weg naar de supermarkten van Nederland voor de arme mensen waar ik morgen oude kaas ga kopen. Wat heb ik die oude kaas de afgelopen twee maanden toch gemist! Mijn bakje fruit ruil ik met Lyka voor nog meer kaas en het taaie witte broodje. Goed gevuld zitten we in de verduisterde cabine. Het is niet anders, we moeten tijdens het daglicht verplicht in een verduisterde ruimte zitten.
Er zijn nog tien lange uren te gaan! In de hoop dat het ontbijt me rozig zal maken doe ik mijn oordoppen in en probeer te slapen. Gelukkig lukt dat voor enkele uren. Totdat mijn lichaam genoeg rust heeft gehad en mijn interne klok, die nog steeds op GMT +8 staat, mij wekt en ik voor me uit in een cabine staar waar veel mensen TV zitten te kijken. Dat is ook iets dat ik nooit heb kunnen begrijpen! Passagiers die acht uur achter elkaar film zitten te kijken. Nog ruim zes uur te gaan!
Het boek van Inez Weski is mij op dit moment wat te zwaar dus begin ik aan “Alistair MacLean's Rode Brigade”. Een boek over een dodelijk virus dat uit een laboratorium wordt gestolen en de hele mensheid in gevaar brengt. Waar heb ik dat eerder gelezen of gehoord?
Pasta diner van Turkish AirlinesChicken Cashew diner van Turkish Airlines Gelukkig is daar de volgende maaltijd die we in het pikkedonker moeten nuttigen. Wat heb ik een hekel aan die dagvluchten naar Europa! De pasta smaakt prima en de rode bietensalade is een winnaar. Lyka heeft de Thaise kip met cashewnoten en wat zij in het kleine bakje achterlaat werk ik nog snel naar binnen. Het kan wel even duren voordat we weer wat te eten krijgen!
De laatste vier uur van de reis naar Istanbul kan je het beste vergelijken met het oneindige ronddraaien in je bed wanneer je niet in slaap kan komen. Ik probeer van alles en nog wat om de seconden en minuten sneller te laten passeren. Tevergeefs! Zodra ik mijn e-reader open en probeer te lezen vallen mijn ogen voor enkele momenten dicht. Mijn gedachten houden me daarna meteen weer wakker. Mijn hersenen zoeken naar oplossingen voor de problemen die ons op dit moment in Nederland teisteren. Problemen die zo snel als mogelijk moeten worden opgelost.
Hazenslaapjes afgewisseld met periodes van astronomische verveling, wat kan ik nog bedenken om de tijd te versnellen? Nog maar een stukje lezen totdat mijn ogen weer dichtvallen.
Eindelijk komt de verlossende mededeling van de kapitein vanuit de cockpit: ‘Goedemiddag, we gaan over enkele minuten de daling inzetten naar de “Istanbul Havalimanı” luchthaven.’
Precies op dat moment komt het cabine personeel langs om de schuifgordijnen in de patrijspoorten omhoog te doen waarna er een stroom oogverblindend zonlicht de cabine vult. Het voelt ongemakkelijk als in een bioscoop wanneer de noodverlichting plotseling aan gaat!
Het is nu of nooit! Er heb uren met de gedachten gespeeld en nu moet het dan maar gebeuren! Ik sta op en been naar de centrale keuken tussen de vleugels en vraag naar het hoofd van het cabine personeel.
Het cabine personeel kijkt me vreemd aan en de vraag: ‘Waarom?’, laat niet lang op zich wachten.
Het hele verhaal van de vertraging en annulering van onze vlucht drie dagen geleden opent alle monden van verbazing. Nu we ook nog een kleine zes uur op de luchthaven in Istanbul moeten wachten zouden we het zeker op prijs stellen wanneer Turkish Airlines ons een (gratis) verblijf in de lounge zou aanbieden zodat we in ieder geval kunnen ontspannen en wat uitrusten. Het hoofd van het cabine personeel verontschuldigd zich voor het ongemak en belooft zodra ze contact heeft met de luchthaven ons ongemak zal bespreken met de verantwoordelijke manager. Ik heb geen enkele zekerheid dat het gaat lukken maar niet geschoten is altijd mis!
Na de wat onhandige en hobbelige landing verlaten we als laatste passagiers het vliegtuig. Voordat we het toestel verlaten stapt het hoofd van het cabine personeel op ons af en verteld dat ze voor ons heeft geregeld dat we kunnen ontspannen in de lounge van Turkish Airlines. Ze weten ervan aan de balie voor de lounge en onze namen zijn in het systeem ingevoerd. Ik bedank haar uitgebreid en kan alleen maar hopen dat het allemaal goed komt. Zes uur wachten op een luchthaven is een heel lange tijd, zeker na een vertraging van meer dan zestig uur!
Halverwege de slurf worden we opgewacht door een lange magere man met een dikke zwarte snor in een net kostuum, met een portofoon op de heup, die ons nog een keer op de borst drukt dat we ons geen zorgen hoeven te maken. We kunnen naar de lounge gaan. Ze weten dat we onderweg zijn en wij kunnen gratis gebruik maken van de lounge. Het is in ieder geval een opluchting dat we de lange uren wachten kunnen doorbrengen op een comfortabele sofa.
Onze zoektocht naar de beloofde lounge brengt ons langs drie verschillende lounges verspreid over de enorme vertrekterminal. De nieuwe luchthaven van Istanbul moet het nieuwe knooppunt worden tussen oost en west. Overal laat ik met een verlegen glimlach onze instapkaarten zien. Ze worden gescand en geen enkele keer gaat er een groen licht branden dat we mogen worden toegelaten.
Bij een van de lounges is de medewerker van Turkish Airlines meer dan onbeschoft. Hij laat duidelijk merken dat hij weinig opheeft met een “Kafir” uit West-Europa. Zijn islamitische superioriteitsgevoel straalt van hem af en hij denkt dat hij echt de uitverkorene is! Welkom in de "Verenigde Europese Emiraten”, het continent van de toekomst.
Bij een andere lounge adviseren ze ons om naar de balie van de klantenservice te gaan. We zijn al een uur aan het zoeken en hebben nog geen slokje water gezien. Mag ik dat een slechte service van de luchtvaartmaatschappij noemen? Bij de klantenservice vinden we gelukkig een luisterend oor en in ieder geval en verifiëren ze onze meer dan 60 uur vertraging. De ogen van de medewerkers gaan wijd open en ook hun monden vallen open van verbazing.
Na een vriendelijke knik met een blik vol medelijden pikt de man de telefoon op, in Islamitische landen is de vrouw nog steeds ondergeschikt en minderwaardig, en belt met het management. Het resultaat is dat we beiden een voucher ontvangen voor een gratis maaltijd omdat we niet tot de lounge kunnen worden toegelaten.
De keuze van de restaurant voor de voucher van Turkish AirlinesBroodje kip met patat voor € 20,- ‘Maak maar een foto van deze display? Daar kun je de vouchers gebruiken!’, adviseert de man vriendelijk.
Zonder enige aanwijzing in welke richting wij de restaurants, waar we de voucher kunnen inwisselen, kunnen vinden worden we weggewuifd. Probleem opgelost!
Na een half uur zoeken naar een restaurant dat op de display staat gaan we met geluk een roltrap op naar een hoger gelegen promenade met enkele goedkopere fastfood restaurants. Het was de “Subway” broodjeswinkel die onze aandacht trok! Lyka bestudeerd haar voucher en ziet dat het “The Gang Food” restaurant ook op de voucher is vermeld. Dat wordt het dan! Een broodje gefrituurde kip zoals bij KFC met patat en een Coke Zero. Tijdens het wachten op ons eten bereken ik uit verveling wat onze maaltijd zou kosten, wanneer wij deze uit vrije wil zouden bestellen.
Het complete dienblad kost € 19,65 per stuk! Vol ongeloof staar ik naar het dienblad met het taaie broodje en lauwe friet. Voor dat bedrag konden we samen twee keer ’s avonds heerlijk gezond gaan eten in Japan. Maar Japan is een duur land!
Istanbul AirportIstanbul Airport Ik eet wat van het geserveerde voedsel en drink mijn koele cola. Wat mis ik Japan en Thailand. Nog drie uur te doden! De vermoeidheid begint door de werken en mijn humeur wordt met de minuut slechter. Ik ben snel aangebrand en mijn tenen lijken ondertussen wel een meter lang geworden. Gewoon rustig aan deze tafel blijven zitten! Zo oncomfortabel zijn deze stoelen nu ook weer niet. Het lezen lukt me niet meer en voor een moment je ogen sluiten is ook geen optie. Mijn hele hebben en houden zit in mijn kleine zwarte rol koffertje.
Sakura in Istanbul AirportDe parkeerplaats van Istanbul Airport Volgens de richtingsborden is het meer dan twintig minuten lopen naar de Gate vanwaar ons vliegtuig naar het socialistische islamitische Amsterdamlabad zal vertrekken. Dus een uur voor het geplande aan boord gaan lopen wij in de richting van de gepubliceerde Gate. Alleen maar om ergens halverwege op een van de beeldschermen tot ontdekking te komen dat de Gate is gewijzigd en dat we nu rechtsomkeer moeten maken om helemaal in de andere richting te gaan.
Bij de gate aangekomen is het duidelijk dat we met bussen naar het vliegtuig op de parkeerplaats worden gebracht. Ik weet op dit moment niet meer of ik dat nog wel aankan. Alles doet me pijn en ik heb een barstende hoofdpijn. We zijn vanaf hier het punt gepasseerd dat het me allemaal geen moer meer kan schelen! Zodra de rijen zich gaan vormen om in te gaan stappen loop ik zelfverzekerd naar de voorkant van de rij “Business Class”, Lyka volgt mij ongemakkelijk.
Ik overhandig mijn instapkaart en zeg tegen de vriendelijke dame: ‘Zestig uur vertraging! Oudere passagier!’, ik wijs over mijn schouder naar Lyka, ‘My wife’.
Ze twijfelt enige momenten en scheurt daarna de instapkaart af. Lyka volgt mij naar de gereedstaande bus en we weten dat we nu aan de op een na laatste etappe van onze terugreis beginnen.
Naast ons, aan de andere kant van het gangpad, op de drie stoelen in het midden zitten drie Turken onafgebroken naar ons te staren afgewisseld met korte gesprekken. Ik vraag mezelf af of ik het me misschien inbeeld. Nee, ze zitten echt naar ons te staren en lachen ons uit. Ik vraag me af of ze naar mij of naar Lyka zitten te staren. Het voelt in ieder geval erg ongemakkelijk. Het vliegtuig stroomt langzaam vol en ik wacht vol verwachting af wie er op de lege stoel naast me zal plaatsnemen. Niet veel later wordt een van de Turken door het cabinepersoneel gesommeerd naar de lege stoel naast mij te verhuizen.
Het duurt niet lang voordat het staren en de oorzaak van het staren zich openbaart. De man zijgt neer op de smalle stoel in de “Boeing 787 Dreamliner” en maakt zich onmiddellijk zo breed dat hij bijna mijn ribben kneust. Zonder een woord te zeggen en met een brede glimlach op zijn stank verspreidende mond maakt hij duidelijk dat hij superieur aan ons is en wij ongelovigen zijn! Minder dan een hond!
Pasta diner van Turkish AirlinesHet laatse zonlicht Het porren in mijn ribben gaat onafgebroken door en het is duidelijk dat de man naast mij mij uitdaagt om er wat van te zeggen. Daar laat ik me natuurlijk niet toe verleiden! Dit is het soort dat in Nederland de baas is over de Nederlanders. Gezonden door de hoogste macht! Ik kijk naar zijn dikke zwarte snor en vraag me af of de snor van zijn vrouw nog dikker is. De gedachten die door mijn hoofd razen zijn vreemd na twee en twintig uur onderweg te zijn, ik ben mentaal mezelf niet meer!
De slechte pasta maaltijd breekt de reis maar het is zeer ongemakkelijk eten met een stoorzender naast je. Mijn trek is sowieso al verdwenen wanneer een vleugje van de slechte adem van mijn buurman mijn neus binnendringt. Na het eten verlaat ik mijn zitplaats om rust te krijgen in het overvolle vliegtuig. Ik loop naar de staart van het vliegtuig waar ik staande naast het toilet twee uur van de terugreis doorbreng. De slechte adem van de Turk kan ik missen als kiespijn. Het cabinepersoneel is verbaasd door mijn aanwezigheid maar verzorgd de vreemde staande passagier uitstekend.
De zon gaat ergens boven Duitsland langzaam onder, ik zie de zon onder de horizon verdwijnen. Onze lange vliegreis is bijna ten einde en mijn blijdschap over onze thuiskomst is minimaal. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer in West-Europa zijn. Het continent van eindeloos lullen en tegelijkertijd de zakken van de ongekozen socialistische politici vullen.
Problemen stapelen zich ook op In Hollandistan! De ene (energie)crisis is nog niet opgelost en de volgende (pensioen)crisis biedt zich alweer aan. Er is een file van onoplosbare crisissen gevormd die in de moderne geschiedenis niet meer door een megalomane overheid kan worden opgelost. Een alles verzengende vuurbal in de vorm van een paddenstoel is wellicht nog de enige oplossing voor een nieuw begin met een schone lei. Een einde aan het ontkennen en de struisvogelpolitiek van de geldverslindende overheden!
Een steward maand me vriendelijk om te gaan zitten omdat de landing naar Schiphol is ingezet en de lampjes “Gordels vastmaken” zijn gaan branden. De laatste twintig minuten naast de ruikende Turk lijken uren te duren! Ik ben blij dat ik verlost ben van mijn buurman zodra de wielen de grond raken.
Het vliegtuig rolt in een slakkengang naar de terminal wanneer mijn lastige buurman in het andere gangpad zijn cabinebagage uit het bagage compartiment boven de passagiers haalt. Zelfs het mannelijke cabinepersoneel maakt geen enkele indruk op hem! Turks haantjes gedrag! Samen met zijn twee kompanen gaat hij gewoon richting de uitgang terwijl de andere passagiers verbaasd naar hun verrichtingen kijken!
Immigratie is elektronisch en de koffers verschijnen al snel op de band. Het gaat zelfs zo snel dat we de intercity naar Den Bosch een half uur eerder dan gepland kunnen nemen. Vandaag koop ik fysieke vervoersbewijzen omdat het de vorige keer het elektronisch inchecken was misgegaan. Onze beloning is € 1,50 toeslag per persoon! Goede bedoelingen kosten nu eenmaal extra in Nederland!
Toilet in Dutch Train
Met vier koffers komen we niet verder dan het balkon van het treinstel. Ik schaam me kapot voor het land en de toestand van het treinstel! De trein is smerig en het toilet is te smerig voor woorden en de wanden staan vol met graffiti. Wat zou een toerist uit een ontwikkeld land denken wanneer hij arriveert op de grootste luchthaven van de lage landen?
Vanaf het station “Amsterdam-Zuid” en “Amsterdam Bijlmer ArenA” trekken er roedels jongeren met hoodies en dunne baardjes, als hongerige wolven op jacht, door de trein. Observerend, concluderend en intimiderend, naar de weinige passagiers. Wij voelen ons niet op ons gemak en blijven in stilte naar de grond staren zodra er weer een roedel Noord-Afrikanen passeert! Dit is hun met urine afgebakend terrein! Oogcontact kan dodelijk zijn in de trein!
Ik vraag de passerende conducteur of hij bij ons kan blijven omdat we bang zijn. In de ogen van de conducteur staat dezelfde angst te lezen die wij voelen. Waarom zou er niemand meer conducteur willen worden, of politieagent? Het is duidelijk wie de baas zijn in de samenleving. Welkom in Hollandistan!

Ik heb nu al heimwee naar de eerste wereld landen in het verre oosten…
Copyright/Disclaimer