woensdag 14 november 2012

Zuid Korea: Zoo

Seoul (Songwontel (301)

De zon komt op en buiten is er geen enkel wolkje aan de blauwe lucht te zien. Vandaag zijn er gelukkig geen problemen bij het opstaan. Heel vroeg naar bed en dan wordt ze vanzelf ook vroeg wakker. De Thai zijn nog steeds - zonder enige twijfel - de beste slapers op de planeet. Ze kunnen gemakkelijk 100 uur per week slapen, maar de Filippina’s zijn zeker goed voor de zilveren medaille. Gisterenavond heb ik voor het slapen nog snel een lijstje gemaakt wat we in en om Seoul kunnen gaan doen. Lyka kiest als eerste voor een bezoek aan de dierentuin. Verbaasd neem ik haar enthousiaste reactie in me op. De wilde dieren kent ze alleen van de tv en plaatjes, ze heeft er nog nooit een in het echt gezien. Met een enthousiasme - zoals alleen kinderen dat aan de dag kunnen leggen - gaat ze onder de douche en kleedt zich aan.
‘We gaan naar de dierentuin!’, zingt ze hardop op een voor mij onbekend deuntje.
Mijn verbazing is alleen maar groter geworden! Voor een moment gaan mijn gedachten terug naar enkele momenten uit de afgelopen drie weken in Zuid-Korea. Het ene moment is ze niet uit bed te krijgen en het andere moment loopt ze zo met me een berg op. Een korte avondwandeling na het eten is teveel maar een hele dag in de dierentuin slenteren is geen probleem. Het gaat waarschijnlijk alleen om wat haar interesseert, het delen van een ervaring is voor haar niet belangrijk. Haar gedrag vindt zijn oorsprong in een vorm van egoïsme gegroeid in een land waar je altijd hard voor je eigenbelang moet knokken. Mijn ogen volgen haar gracieuze bewegingen terwijl ze zich dik aankleed. Buiten is het rond het vriespunt en de zon klimt voorzichtig omhoog langs de blauwe lucht.
Ontbijt bij McDonald’s is een feest voor ons. Een welkome verandering en de vers gezette koffie wint vanzelfsprekend van de Nescafé oploskoffie. Mijn broodje “Sausage McMuffin with Egg” en “hash Brown” zijn in een mum van tijd verdwenen. Lyka zit dromerig naar de voorbijgaande mensen in de koude ochtendlucht te kijken en is zich niet bewust van de aasgier die - tegenover haar - naar haar ontbijt zit te loeren. Helaas voor mij smaakt het haar ook heel goed. De gebruikelijke halve Hash Brown die voor mij overblijft verdwijnt met veel smaak in haar mond.
‘Het laatste hapje van het broodje dan?’, ook dat verdwijnt in de met een glimlach omrandde mond.
Daar zit ik dan! Mijn lichaam schreeuwt om meer calorieën om de kachel binnen in mijn lichaam aan te houden. Ik leg mijn probleem voor en Lyka kijkt me verbaasd aan.
‘Je hebt nog steeds honger?’, vraagt ze met haar ogen wijdt open terwijl ze naar het lege dienblad op de tafel tussen ons in kijkt.
‘Ja, ik haal er nog een!’, roep ik terwijl ik opspring en niet op haar reactie wacht.
Het broodje en het goud gefrituurde aardappelschijfje verdwijnen minder snel - maar zeker niet met minder smaak - naar binnen. Ook het tweede bekertje koffie is genieten. Samen kijken we naar de eindeloze stroom mensen die voorbij loopt in de ochtendzon. Lyka is opgewonden, zelfs gefascineerd van de uitgeblazen adem die zichtbaar wordt in de koude lucht. Een grapje dat ik maak over de slechte adem en dat de kleur van de adem dan anders wordt komt niet aan! Ze neemt het serieus en kijkt met nog meer interesse naar de voorbij komende mensen. Zodra ik haar vertel dat het een grapje was neemt haar interesse af en begint ze me te haasten om de koffie op te drinken.
Het is voor een Hollander heerlijk weer. Wanneer de winter zo aanvoelt kan het mij echt niets schelen dat we volgend jaar voor een lange tijd in Nederland zijn. Een plaatje van het zilver tegen het blauwe van de Millenium Plaza. We verdwijnen onder de grond in de catacomben van het “Jonggak station”. Onze bestemming is het “Seoul Grand Park Station”, dat zou niet al te moeilijk moeten zijn! De trein komt alleen boven de grond om de Han rivier over te steken, daarna verdwijnen we weer ondergronds totdat we onze bestemming hebben bereikt.
Bovenaan de roltrappen die ons weer in de openlucht brengen zien we een gevarieerd heuvellandschap voor ons. Voor de zoveelste keer tijdens deze reis moet ik de Koreanen nageven dat het meesters zijn in het gebruik van de omgeving. De wandeling naar de ingang van het park is al een genoegen. Ik denk niet eens meer na bij het gebruik van mijn camera, het instellen gaat weer vanzelf. Vanavond bekijk ik wel de resultaten.
Het is vandaag alweer woensdag en het lijkt op het eerste gezicht niet zo heel erg druk. Met rode en gele bladeren behangen bomen omzomen de brede laan naar de kassa’s waar ik voor de zoveelste keer tijdens deze reis hard moet lachen. Voor de toegangsprijzen welteverstaan. 6000 Won (€ 4,23) entree voor twee personen inclusief een kaart van het enorme park. Daar heb je in Nederland niet eens twee blikjes frisdrank voor! En nu ik het er toch over heb, die kosten hier € 0,90 per blikje in het park.
Lyka is zichtbaar in haar nopjes. Wat voor ons Europeanen heel normaal is kan voor een kind van het platteland van de Filippijnen een heel bijzondere ervaring zijn. Een bezoekje aan een dierentuin. Door de opwinding - en misschien ook wel een beetje de kou - haakt ze in en kruipt dicht tegen me aan.
‘Ze hebben hier toch wel leeuwen, en giraffen?’, en er volgt nog een lijstje dieren die ze nog nooit in levende lijve heeft gezien.
‘Ik neem aan van wel, maar ik denk dat de meesten wel binnen zullen zitten.’, antwoord ik haar.
Verbaasd kijkt ze me aan terwijl de eerste ‘Take my picture!’ van de dag klinkt.
Poserend voor de enorme mascotte van de dierentuin beginnen we onze ronde langs de paviljoens en tuinen. Vanzelfsprekend zitten de meeste dieren die op de savanne’s van Africa leven binnen. En dat is voor Lyka - en onze neuzen - een tegenvaller. De geur in de binnenverblijven is met een kapmes te snijden en je moet jezelf dwingen om niet meteen weer naar buiten te rennen.
Het zou teveel werk - en heel erg saai - zijn om een opsomming te maken van de dieren die we hebben gezien. Dus hier de foto’s.

Van al dat struinen tussen de wilde dieren en het uitleggen en toelichten wordt een mens vanzelf hongerig! Een enorm paviljoen - met drie klanten binnen - dient als restaurant en ik kan me de drukte hier voorstellen op een zomerse dag. Ook hier niets anders dan de bekende Koreaanse klassiekers voor een iets hogere prijs als normaal. Toch krijg ik niet het gevoel dat ik hier genaaid wordt, zoals in de Efteling waar je een klein vermogen kan neertellen voor een paar frietjes met een kroket. Het is al over tweeën wanneer mijn “Bibimbap” geserveerd wordt. Verbaasd kijken we naar de grote kom soep die erbij wordt geserveerd. Lyka en ik kijken elkaar terwijl ik mijn schouders ophaal als teken dat ik het ook niet begrijp. Ik heb het in ieder geval niet besteld.
‘Dan zal ik dat toch maar eens even navragen!’, zeg ik tegen Lyka terwijl ik opsta en met de grote kom soep terug naar het buffet loop.
De serveerster en kokkinnen kijken me verbaasd aan. Zonder een geluid uit te brengen wijs ik naar de kom soep voor me op de counter en hal mijn schouders op. Als ik opkijk zie ik alleen maar lachende gezichten. Een man komt tevoorschijn en wijst naar zijn horloge.
‘Free!’, lacht hij terwijl hij weer op zijn horloge wijst.
‘Free!’
‘Kamsamida!’, dankjewel in het Koreaans van mijn zijde en er is weer een mysterie opgelost.
‘Het is al na twee uur en ze maken de pannen leeg!’, leg ik uit aan Lyka die nog steeds verbaasd aan tafel op me zit te wachten.
Het smaakt me uitstekend en de soep is een nieuw gerecht voor me. Er drijven allerlei vreemde voorwerpen is de soep die nog het beste omschreven kunnen worden als in stukken geknipte schoonmaakdoekjes en sponzen. De textuur is hetzelfde en de smaak heel vlak. Ik zou bijna zeggen dat ze geen smaak hebben. We bestuderen samen terwijl ik eet het nieuwe gerecht. Waarschijnlijk bewerkte viseiwitten! Het was gratis dus ik heb geen klagen, maar ik zou het zeker niet bestellen als ik er voor moest betalen. Dan weet ik wel wat beters op de menukaart! Nog even langs de mensapen en dan zit de dag er op. Was dat maar zo gemakkelijk!
Lyka roept: ‘Waar zijn de zebra’s?’
Ik denk diep na en moet bekennen dat we ze niet gezien hebben maar ook dat we ze niet gepasseerd zijn. Een dierentuin zonder zebra’s is toch ondenkbaar? Gelukkig heb ik ze al snel gevonden op de grote kaart die we bij de ingang hebben gekregen. Nog een stukje de hoek om en daar zijn ze dan. Maar eerst nog een paar foto’s van die mooie flamingo’s!
Vanaf een afstand heeft Lyka het al gezien en trekt me aan mijn arm als teken dat ze niet verder wil.
‘Genoeg!’, zegt ze.
‘Niet zo speciaal!’, verbaasd volg ik haar naar de uitgang van de dierentuin.
De ondergaande zon strooit een geel en oranje gloed over de tegen de herfst vechtende bomen. Het warme licht versterkt de kleuren van de van de bladeren die nog niet gevallen zijn. Een werkelijk mooi gezicht voor iemand uit de tropen, een altijd groene wereld gevoed door de tropische moesson regens. Ik kijk naast me en zie een vermoeide lachende vrouw die een mooie dag heeft gehad. “Priceless!”
De pianist die ons met zijn pianospel begroette neemt nu met zijn gepingel afscheid. Ik ben het wel spuugzat die achtergrondmuziek. Ik kan het me goed voorstellen dat deze muziek wel eens wordt gebruikt om gevangenen te martelen. Voordat we weer ondergronds verdwijnen kijken we nog een maal over onze schouders. Er verschijnt een glimlach op onze beide gezichten. Het was een leuke en leerzame dag voor ons beiden.
Na een uur ondergronds reizen bereiken we de straat waaraan ons kleine hotel ligt. Ik kijk zoals altijd met veel interesse naar de grote dampende stoompan vol met Koreaans snackfood.
‘Voor mij niet!’, roept Lyka die haastig uit de voeten maakt op zoek naar de warmte van het hotel.
De verkoopster kijkt mij verschrikt aan! Er is gelukkig hulp in de vorm van twee wachtende klanten waarvan er een gebrekkig engels spreekt. Ze kosten 1.000 Won (€ 0,71) per stuk. Ze komen in twee variaties. De rode kleur verraadde het overmatig gebruik van kimchi en de groenen bevatten een mix van groenten varkensvlees. Ik neem er drie! Eén kimchi en twee met varkensvlees. We nemen met veel theater overdreven afscheid van elkaar en ik maak me snel uit de voeten op zoek naar de warmte van de kamer.
Lyka zit al over de iPad gebogen en de blauwe achtergrond van de Facebook pagina spiegelt in het kleine raam boven het bed. Het was dan wel een duidelijk nee op voorhand maar ik ken mijn vrouw nu wel. Zodra de geuren uit de styrofoam doos haar neus bereiken komt ze overeind om eens te onderzoeken wat er zo lekker ruikt.
Na een korte uitleg neemt ze eerst een hap van de “Kimchi mandu”. Voordat ik haar reactie afwacht neem ik ook een hap. Een wervelwind van smaken raast door mijn mond. Deze zijn vegetarisch maar de smaak van de warme kimchi is heel anders dan de koude variant. Wat kan reizen en eenvoudig straatvoedsel toch mooi zijn! Lyka weet het nog niet zeker maar slaat de tweede hap van de rode variëteit af. Zonder te aarzelen verdwijnt het restant in mijn mond en kunnen we aan het tweede bedrijf van de Koreaanse Mandu’s beginnen.
‘De heeft varkensvlees en groenten’, leg ik aan haar uit terwijl ze haar tanden in de “Wang mandu” zet.
Ze denkt na en wikt en weegt, ‘deze is lekkerder’, zegt ze terwijl ze de volgende hap neemt en naar de styrofoam doos kijkt.
‘En die is nog voor mij!’, roep ik terwijl ik een slok van de Coke Zero neem.
De laatste happen verdwijnen in onze kelen en we zijn het samen over eens dat de Mandu met varkensvlees de lekkerste van de twee is. Misschien eten we ze nog wel een keer als we door de kou thuiskomen van een lange dag in de buitenlucht. Voor nu is de ergste trek in ieder geval gestild.
De foto’s zijn voor 70% procent gelukt en ik overleg met Lyka over de camera. Dezelfde discussie, dezelfde oplossingen, dezelfde uitkomst: wanneer de D700 niet te repareren blijkt dan koop ik een nieuwe D600. En dat is geen stapje terug zoals de typeaanduiding suggereert.
We maken het ons vanavond niet al te moeilijk en we gaan niet te ver van het hotel. In een zijstraat ontdekken we weer een “GimGaNe” restaurant, net als op “Jeju eiland”. Verbaasd kijken we elkaar aan! Zouden er dan nog meer van die restaurants zijn? We kunnen de menukaart wel dromen en ik kies ervoor om een klassieke stenen pot met rijst, chili varkensvlees en groente te eten. En het is pittig! Het water loopt uit mijn neus want ik heb nu ook een verkoudheid te pakken.
Warm van binnen snellen we terug naar de kamer, we weten nog niet wat me morgen gaan doen maar daar komen we na zo’n mooie dag samen zeker wel uit.
Copyright/Disclaimer