Jeonju (Motel Tomato (306)
Het is vredig tussen ons wanneer we opstaan. Er is een goedemorgen en ik hoor Lyka zelfs zingen in de douche. Het lijkt er op dat de buien zijn overgedreven.
‘Zou het écht voorbij zijn?’
Zonder te refereren aan de problemen van gisteren spring ik in mijn kleding en ga naar de 7-11 op de hoek tegenover het hotel. Er staan meer sandwiches dan gisteren op de plank in de koeling! Ik denk dat de computers van de 7-11 de verandering in de verkoop hebben opgemerkt en meteen de voorraad in de winkel hebben aangepast. Moderne technologie en commerciële vaardigheden in een ouderwetse kruidenierswinkel.
Lyka staat voor de spiegel te zingen en roept: ‘Good morning!’, terwijl ik de kamer binnen kom en de kou van mijn jas en uit mijn haren schut.
Het wordt kouder! De winter is in aantocht! Vreemde temperaturen wanneer je de tropen gewend bent. Aan de andere kant geniet ik van deze temperaturen, zeker wanneer de lucht blauw is en zon haar zachte warmte kan afgeven.
We eten in stilte de sandwiches omdat we weten wat we vandaag gaan doen. De tweede wens van mijn vrouw voor deze reis is de vallende bladeren en de rode bossen van de herfst zien. Een verschijnsel dat voor ons Noord-Europeanen heel normaal is maar voor een vrouw uit het altijd groene Filippijnse tropisch regenwoud een onbekend fenomeen is.
Mt Seoraksan is een van de mooiste parken voor de herfstkleuren in Zuid-Korea. Ondanks dat het er waarschijnlijk erg druk zal zijn - de gepensioneerde Koreanen trekken er elke dag massaal op uit om buiten te wandelen - hebben we voor dit park gekozen. We schieten onze drielaagse bescherming - baselayer t-shirt, fleece en Gore-Tex shell - aan en binnen een kwartier zijn we klaar om op pad te gaan.
Bij de 7-11 vul ik nog snel een fles met warmwater en een theezakje om zo lekker een liter warme thee voor de wandeling bij ons te hebben. De bus hebben we snel gevonden en binnen tien minuten zijn we op weg naar Jeongeup waar we moeten overstappen. Het is erg warm in de bus en de jassen gaan al snel open.
Op het busstation van Jeongeup kopen we de kaartje voor het tweede traject naar het Mt Seoraksan National Park. Hier zien we meteen al dat het wel druk zal zijn. Overal zien we oude van dagen gehuld in fel gekleurde trekking outfits en halfhoge wandelschoenen. De kleine rugzakken zijn ongetwijfeld gevuld met lokale heerlijkheden en kimchi, heel veel kimchi. Het openbare geheim voor een lang en gezond leven!
We hebben 20 minuten voordat de bus vertrekt en ik lust nog wel een bakkie koffie voor het vertrek. Vanuit de bus net voor de aankomst op het busstation heb ik een GS25 minimarkt gezien. Daar gaan we dus snel op af. We? Ja, we! Lyka wil niet alleen achterblijven en gaat dus mee. In de winkel vinden we al snel een warme chocolademelk maar voor de koffie wordt het allemaal wat moeilijker. Er is keuze genoeg, dat is niet het probleem! Maar alles is in het Koreaans en ik kan op geen manier bekijken of er suiker in zit. Suiker gebruik ik allang niet meer dus ook in de koffie probeer ik het zoveel mogelijk te ontlopen. De tijd dringt dus ik grijp maar een beker, leeg het zakje en vul de beker met kokend heet water. Dekseltje erop en snel weer terug naar het busstation.
Een meter of 25 voor het perron valt Lyka’s chocolademelk op de grond en laat een twee meter lang spoor van kleverige bruine vloeistof achter op de tegeltjes. Ze kijkt me ontdaan aan en ik zie al in haar ogen dat het mijn schuld is. En inderdaad, ik heb het gedaan want het water was te heet en waren geen kartonnen isolatierondjes voor de bekertjes. Ik slik mijn woorden in want in sommige gevallen is het beter om te nemen dan te geven.
Mijn koffie is nu ver genoeg afgekoeld om een slokje te nemen en een weeïge mierzoete naar karamel smakende koffie-achtige vloeistof komt in mijn mond. Dit is rondweg smerig! Met een zwaai vliegt het bekertje naar de dichtstbijzijnde vuilnisbak. Lyka wordt nu nog kwader want ze had het ook wel willen proberen. Helaas kan ik het niet meer veranderen en terwijl ik me verontschuldig nemen we plaats in de bus. Tijdens de rit wordt er niet veel meer gesproken. Ik krijg langzaam het gevoel dat het weer zo’n dag zal worden.
Het eindpunt van deze busreis is een enorme braderie inclusief de kramen met prullaria, luide muziek en Koreanen die zich overal tegoed doen aan het ontbijt met kimchi en veel Soju. Ik verbaas me er elke keer over dat er in Zuid-Korea zoveel alcohol wordt genuttigd, en dat op elk moment van de dag. Het is niet echt sterk spul maar de hoeveelheid is toch verbazingwekkend. Zal het een pleister op de wonde zijn voor de economische crisis?
Met een nieuwe koffie en chocolade melk in de hand - aangevuld met sandwiches - nemen we plaats op een houten bankje voor de 7-11 om het hele Breugeliaans tafereel eens goed te aanschouwen. We kijken elkaar van verbazing aan. Is dit het Korea van een doordeweekse woensdag?
Zodra we klaar zijn wordt het tijd om op pad te gaan. Er schijnt een bus te rijden naar het begin van de wandeling maar ik kies voor de optie om lekker rustig aan te beginnen. Dit tot alle ontevredenheid van Lyka die best wel met de bus had willen gaan. Als een blind paard gaat ze er vandoor terwijl ik de omgeving en de mensen - zo goed als mogelijk - in me probeer op te nemen. Het is er ongetwijfeld heel mooi, maar het is er ook heel fris.
Lyka is binnen 200 meter alweer bijgedraaid en de aanloopproblemen van deze ochtend vergeten wanneer ze voor de eerste keer roept: ‘Take my picture?’
Ik schiet de foto en met een brede glimlach op haar gezicht loopt ze zonder een woord te zeggen weer verder. Het gaat haar niet snel genoeg want om de paar minuten kijkt ze achterom om te zien waar ik blijf. Ik heb geen haast, ik heb oog voor de details. Zoals deze vruchten of ingelegde groenten. Wat het is weet ik niet.
Het wordt in ieder geval steeds drukker! Omdat ik nu eenmaal graag foto’s zonder mensen - vreemde mensen - schiet hou ik niet zoveel van drukte en neem de tijd voor een mooi plaatje. Ik volg haar en sla nu een paar keer “Take my picture” af en de jongedame in kwestie is daar niet blij mee. Deze foto’s moeten namelijk vanavond nog naar Facebook om al haar vriendinnen rond de wereld de oranjerode bladeren van Zuid-Korea te laten zien.
Op een goed moment is de weg zo goed als leeg en ik zeg haar dat ze in de foto moet gaan staan.
‘Don’t tell me what to do!’, is haar onverwachte antwoord.
Als een donderslag bij - een letterlijke - heldere hemel rent ze als een blind paard bij me vandaan en kiest demonstratief een andere weg. Jammer voor haar maar dan maak ik wel de foto’s zonder dat ze in beeld is! Met steeds een oog op Lyka en het andere oog op de schitterende omgeving lopen we richting het einde van de kloof waar ongetwijfeld een tempel zal zijn.
Wanneer we het samen weer bijna eens zijn slaat het noodlot toe! Ik trek een korte sprint om Lyka weer bij te halen en zonder dat ik het kan voorkomen stuitert mijn Nikon D700 over het beton van het voetpad. De val beleef ik als in slow motion! Ik kan mijn ogen niet geloven. Vol verbijstering raap ik mijn trouwe camera op en inspecteer de schade. Is er wel schade? Welke schade? Schiet er door mijn hoofd. Mijn hart bonkt in mijn borst en in mijn hoofd. Ik ben Lyka voor enkele momenten vergeten en als een schuw roofdier komt ze dichterbij om te kijken wat er aan de hand is.
De leren verbinding van mijn Optech Pro Strap is zonder een waarschuwing afgescheurd met deze val als gevolg. Verward druk ik op de sluiterknop en ik ben blij dat ik de spiegel in de body omhoog hoor gaan. Met mijn nieuwe zoomlens lijkt het slechter gesteld! Daar waar hij eerst soepeltjes in - en uit - zoomde moet ik nu kracht gebruiken. Ik kan het haast niet geloven dat me dit juist nu overkomt en ik heb het gevoel dat ik langzaam in het beton van het voetpad weg zink.
Lyka is ondertussen dichterbij gekomen en geeft me de volle laag: ‘Dat gebeurt er nou als je je spullen nooit controleert!’
‘En waarschijnlijk heeft ze gelijk!’, ik neem altijd alles maar voor lief en ben veel te gehaast. Vaak heb ik het idee dat de tijd me door de handen glipt terwijl ik nog zoveel te doen heb. Ik moet maar weer eens gaan onthaasten!
Een snelle controle brengt ook een zwakke plek aan de andere leren verbinding aan het licht, ook deze verbinding stond op het punt van doorscheuren! Dat is helaas een schrale troost. Ik knoop de strap weer zo goed als mogelijk aan elkaar en schiet een serie foto’s om te zien of er iets mis is. En er is iets mis! Er is wat met de belichting dat ik niet echt meer kan corrigeren. Ook zijn de zwarte foto’s nu meer frequent en volgen elkaar nu zelfs op. De camera - of de nieuwe lens - heeft met de val serieuze schade opgelopen.
De val heeft ook wat anders teweeg gebracht. De onweersbui die boven ons hing is weer vertrokken en we lopen weer hand in hand door de wondermooie herfstwereld van Mt Seoraksan. Maar er is iets mis met de camera, zo goed als mogelijk probeer ik de dag fotografisch naar een einde te brengen.
Aan het einde van de kloof ligt het verwachtte tempelcomplex, het ligt er anders bij dan ik heb verwacht. Een van de gebouwen is verandert in een hoop zwart verkoold hout. De tragedie lijkt erger dan hij in werkelijkheid is! In Korea zijn er namelijk maar heel weinig authentieke gebouwen meer.
Tijdens de korte - maar hevige - strijd. Van juni 1950 tot juli 1953 woedde er een verschrikkelijke oorlog aangejaagd door de communistische expansiedrang van China. Op 15 september 1950 - onder bevel van General Douglas MacArthur - vond er een amfibische landing plaats aan de noordwestkust bij het vissersplaatsje Incheon. Het was een ommekeer in de oorlog maar er kon niet voorkomen worden dat er heel veel Koreaans erfgoed voor altijd verloren was. Gelukkig is heel veel ook weer in oude glorie hersteld maar het is niet meer authentiek.
Ik wrijf me over het hart en zoals op zoveel plaatsen in Azië koop ik een dakpan waar ik wat op mag schrijven. Van de opbrengst wordt de tempel gerestaureerd. Private financing, want ook ik Zuid-Korea heeft de crisis toegeslagen en de staat kan niet alles meer betalen.
Het is nu te laat om aan een beklimming van een heuvel te beginnen en eerlijk gezegd hebben we er ook weinig zin. Ik heb pijn in mijn buik van de gebeurtenissen vandaag. Als alternatief kiezen we voor een pad naar het echte einde van de langzaam smaller wordende kloof. De waterval is in het droge seizoen niet meer dan een kabbelend bergbeekje maar de wandeling geeft me rust en ook de rust tussen ons lijkt wedergekeerd. Het is alleen jammer dat een ongeluk van deze omvang het medicijn is geweest.
Wij zijn niet de enige die op dit tijdstip de terugreis aanvaarden want het wordt al zichtbaar rustiger in het park. Samen met het uitgaande getijde lopen we langzaam met de stroom halfdronken Koreanen mee naar de uitgang. De laatste foto’s worden verplaatst naar mijn CF kaart. Ik hoop dat de kleine monitor achterop de camera me voor de gek houdt maar diep in mijn hart weet ik dat er iets goed mis is met de elektronica. Wat een dag!
De terugreis gaat altijd sneller dan de heenreis. Eenmaal in het hotel kan ik niet wachten om de foto’s van vandaag te controleren. En ja hoor, er is iets mis de camera. Het lijkt of de meeste foto’s anderhalf of twee stops teveel licht krijgen. Ook het verschil in licht tussen landschap en portret opnames zijn heel erg vreemd! Het is dus de lichtmeting die de data verkeerd doorgeeft aan de computer in de camera.
Na wat zoeken op het internet heb ik de plaatselijke Nikon dealer gevonden en die gaan we morgen zeker bezoeken. Er is ook een tweede probleem ontdekt! Die foto’s waren nooit zwart! Die waren gewoon veel te donker! Wat is hier nu weer aan de hand? Het aantal donkere foto’s werd steeds regelmatiger. Zou mijn camera dan echt aan zijn einde zijn? Een korte zoektocht met Google brengt vele antwoorden en het is inderdaad vaker voorgekomen dat de D700 het al voor de 30.000 klikken had opgegeven. Een nieuwe lichtmeting unit zou wel eens heel erg duur kunnen uitvallen.
Stilletjes kijk ik al vooruit naar de prijs van de nieuwe Nikon D600. € 1.500,- is toch wel heel veel geld. Maar aan de andere kant is reizen zonder een camera nutteloos. De D7000 en de D5200 passeren ook de revue, maar dat is een flinke stap terug en ik blijf met veel onbruikbare lenzen achter.
Nog steeds heel erg stil van de gebeurtenissen van vandaag gaan we uit eten. Weer niet zo heel ver weg van het hotel! Het restaurant bevalt ons prima en we staan er binnen vijf minuten. De klassieke en nooit vervelende “Dolsot Bibimbap” voor mij en Lyka bestudeert de menukaart uitvoeriger dan ooit tevoren. “Kimchi fried rice” en nog een schaal van die gebakken dumplings.
Het is een lange en moeilijke dag geweest. Dit was weer eens een dag van “Troubles”, laten we maar hopen dat dit de laatste moeilijke dag is geweest.