De wekker is niet verzet en voor de derde dag op rij staan we vroeg op. Ik verbaas me erover dat Lyka dit zonder problemen over zich heen laat komen. Normaal gesproken is vroeg opstaan niet haar ding maar wanneer het om een vliegreis gaat of over de aanvraag voor het visum blijkt het geen probleem. Wij hebben nog wel een ander klein probleem dat ik met behulp van mijn charmes zal moeten oplossen. De email met de verzekeringspolis van Oom verzekeringen is vannacht aangekomen. Er wordt wel van ons verwacht dat we hem op papier bij de aanvraag van het visum aanleveren.
Een kwartiertje vroeger dan gisteren daalt de lift in de betonnen koker af.
‘Goedemorgen, ik heb een probleem!’, zeg ik met luide stem en dat is voldoende om iedereen achter de receptie zijn aandacht te krijgen en een tiental ogen in geschrokken gezichten kijken ons aan.
‘Nee, het gaat niet over de kamer of het hotel!’, de gezichten achter de receptie veranderen in een gemaakte voorzichtige glimlach.
‘Ik heb een belangrijke email uit Nederland ontvangen die moet worden uitgeprint. Het is een email over een verzekering die we nodig hebben bij de aanvraag van een visum voor mijn vrouw.’
Nog voordat er iemand achter de receptie een woord kan zeggen ga ik verder: ‘Als ik die email naar het hotel stuur kunt u die dan voor me uitprinten?’
Ik wijs met mijn vinger naar de laserprinter achter de receptie en zonder een woord te zeggen schrijft een meisje, die ik voor de eerste keer in het hotel zie, een email adres op een stukje kladpapier. Ik log mijn iPhone in op het draadloze netwerk van het hotel en de email schiet onzichtbaar vermomt als een radiogolf door het heelal van Kuala Lumpur via Amsterdam weer terug naar Kuala Lumpur. Nog geen minuut later begint de printer te zoemen en te sissen en een blad papier met de gegevens van de verzekering krult op in de papierbak boven op de printer.
Lyka kijkt me lachend aan en wij zijn hier klaar. Het hotel heeft een halve punt extra verdient maar dat maakt voor ons weinig uit. Wij komen hier voor 100% zeker nooit meer terug. Met een stevige pas gaan we op de McDonald’s aan waar het nog drukker is dan gisteren. Ze hebben wegens de enorme toeloop een enkele rij gemaakt voor de vier kassa’s en een dikke vrouw met een rode McDonald’s hoofddoek stuurt de klanten een voor een naar een vrijgekomen kassa.
De jongen achter me merkt op dat ik geen coupons in mijn hand heb en vraagt beleefd: ‘Heeft u geen coupons voor een gratis broodje?’
‘Nee, helaas niet!’, antwoord ik en nog voor ik ben uitgesproken drukt hij me twee coupons in de hand.
‘Ik heb er toch genoeg! Ik breng ‘s morgens de krant rond!’, licht hij lachend toe.
In gedachte zie ik mensen met een krant waaruit een pagina is verdwenen aan de ontbijttafel zitten. En om eerlijk te zijn komt dat ook goed uit. Ik heb trek als een paard en één broodje met een hash brown zou vandaag niet genoeg voor me zijn om de dag te starten. Dat tweede broodje is dus van harte welkom.
De metro verdwijnt achter de “Central Market” ondergronds en wij staren samen, zonder een woord te zeggen, voor ons uit de donkere tunnel in. Het metro systeem in Kuala Lumpur is geheel geautomatiseerd, dus zonder machinisten, en daardoor heb je voorin de metro altijd een mooi uitzicht op de rails en de tunnels. Eenmaal boven de grond bij het “Ampang Park Station” voelen we de warmte onze lichamen omsluiten. Het duurt niet lang voordat mijn overhemd aan mijn natte lichaam kleeft. De zon staat al aardig hoog aan de hemel en Kuala Lumpur maakt zich op voor een nieuwe zeer warme en vochtige dag. De eerste wolken zijn zich al aan het opbouwen en zullen zich in de loop van de middag zeker leeg regenen over deze fantastische miljoenenstad.
De twee Nepalese bewakers herkennen ons meteen en in een mum van een tijd, de controle is minder nauwkeurig, staan we voor de tweede ochtend op rij voor de balie van de Nederlandse Ambassade in Kuala Lumpur. De medewerkster van de ambassade, die ondertussen ook erg bekend is met ons, kijkt in een recordtijd de documenten nog eens door maar heeft eigenlijk alleen maar oog voor het bewijs van de reisverzekering.
‘Kunt u me een email sturen wanneer we het paspoort kunnen ophalen?’, vraag ik terwijl ik een kaartje in de lade van de balie voor me leg.
De vrouw bekijkt het zwarte visitekaartje van een afstandje en knikt zonder het zelf te weten bevestigend.
‘Dat is geen probleem!’, antwoord ze terwijl ze de lade naar haar toetrekt.
Ze schuift alle vellen papier op een stapel, met mijn visitekaartje er bovenop maakt een paperclip er een complete aanvraag voor een toeristenvisum van. Zonder een woord of gebaar van afscheid draait ze zich om en verdwijnt met de aanvraag in haar handen door een openstaande deur. Daar staan we dan samen in de lege ambassade. Onze missie is geslaagd en wij gaan snel terug naar het hotel om onze spullen in te pakken en te verkassen.
Ik kijk tijdens het inpakken niet zo nauw en prop mijn kleding, waarvan het meeste vuil is en niet al te best ruikt, in mijn rugzak. We gaan nu op vakantie! In de week die we op het visum moeten wachten in Malacca zullen we niet al te actief zijn. Het is pas tien over elf wanneer we in de lobby van het hotel de sleutelkaart voor de laatste keer overhandigen en uitchecken. Overdreven, alsof het om een Grieks drama gaat, bedank ik de mensen achter de receptie voor de uitstekende service en hulp bij het uitprinten van de verzekeringspolis. Een handvol Chinezen kijken me aan of ze de geest van Mao voor zich zien staan. De vijf achter de receptie, die waarschijnlijk niet gewend zijn aan complimentjes, zwaaien ons na totdat we uit het beeld zijn verdwenen. Lyka kijkt me vol verbazing aan dat ik na alle problemen met dit hotel zo schijnheilig afscheid kan nemen. Ik streel haar door haar haar en we gaan op weg naar Malacca.
Eerst met de trein naar “Bandar Tasik Selatan”, het nieuwe enorme busstation van Kuala Lumpur, en dan met de super VIP bus van KKKL naar Malacca. Een reis die ik al zo vaak heb gemaakt dat ik hem kan dromen.
In Malacca zijn de buslijnen weer eens op de schop genomen en de oude bus van Pat Hup schijnt uit de dienst te zijn genomen. Er rijden alleen nog de geairconditioneerde rode toeristenbussen van het busstation naar de stad. Gelukkig hebben ze wel de prijs van het kaartje aangepast zodat de lokale bevolking ook gebruik kan maken van deze bus service.
Een nieuw bezoek aan het mijn zo geliefde Malacca en een nieuw hotel. Sinds ik met Lyka op reis ben neem ik steeds betere, en dus ook duurdere, hotels. We brengen met z’n tweeën meer tijd door in de kamer dus enig comfort is altijd welkom, samen met een goede, bij voorkeur gratis, draadloze internet aansluiting. Via Agoda heb ik een tijdje geleden het “Hallmark Hotel Leisure” geboekt. Het ligt net buiten de binnenstad maar het is dichtbij genoeg om ‘s avonds rustig naar toe te wandelen.
Bij aankomst wacht er ons een aangename verrassing! Ik weet niet waar de fout zit maar het is fijn dat we onverwacht twee coupons voor het ontbijtbuffet van morgen uitgereikt krijgen. Zelf sta ik daar met een strak gestreken gezicht terwijl ik mijn hart vasthoud dat Lyka niet begint te vragen over die coupons. Kamer 320, 2e verdieping. De kleine lift lijkt wel een hete lucht oven wanneer we de geairconditioneerde receptie verlaten. Van het ene uiterste naar het andere uiterste.
Het is op het eerste gezicht een prima keuze geweest! Op de kamer wordt eerst de traditionele foto gemaakt en dan verdwijnt de sleutelkaart in de gleuf die de elektriciteit van de kamer aanschakelt. De airconditioning op 27 graden en de natte bezwete kleding uit. Het is kwart over twee en we hebben een hele week vakantie in Malacca voor de boeg terwijl we wachten op het visum voor Nederland. We zijn zo vermoeid, in combinatie met wat luiheid, dat we besluiten om de room service te gebruiken voor de late lunch.
En dat blijkt een heerlijke verrassing te zijn! De kwaliteit van het eten is hoog en dat terwijl de prijs niet al te slecht is. De borden zijn snel leeg en ik maak het eerste kopje koffie voor mezelf. Het wordt tijd dat ik weer ga schrijven! Ik loop al meer dan een week achter door al die relationele en technische problemen.
Af en toe kijk ik van mijn MacBook op naar mijn D700. In mijn onderbewustzijn woed er een harde strijd tussen mijn gevoel en mijn verstand. Moet ik de oude D700 inruilen voor een nieuwe D600? € 1.100,- is een hoop geld dat ik op dit moment eigenlijk niet heb! Maar wat moet ik op reis zonder een goede camera? Vragen, vragen en nog eens vragen! Ik vertrouw erop dat de uitkomst van deze strijd de juiste zal zijn.
We gaan erg laat op weg om een biertje in het Discovery Café te drinken. Het is er niet druk op deze donderdag en Bob Teng is te druk met andere zaken om zich bij ons te voegen. Eigenlijk maakt het allemaal niets uit want we hebben zeven dagen in Malacca. Op de terugweg naar het hotel besluiten we om toch nog maar wat te eten bij een echt authentiek Chinees restaurant. Niet te ingewikkeld! Gewoon een gebakken rijst. De klanten in het Chinese restaurant zijn een gemêleerd publiek. De een is nog meer dronken dan de ander en het totale aantal tanden van de stout drinkende mannen bij elkaar is lager dan dat van mij alleen. Een oude man komt aan onze tafel en vraagt waar we vandaan komen.
‘Kuala Lumpur!’, grap ik.
De grap komt niet aan bij de man. Hij draait zich om en voegt zich hoofdschuddend bij zijn drinkebroers aan de andere tafel. Vol aandacht kijk ik naar het lichtbruine spoor dat vanuit zijn kruis naar de onderkant van zijn broekspijp kronkelt. Ik neem nog een biertje en neem dit Breugeliaans tafereel met Chinese hoofdrolspelers in me op.
Op het toilet is het nog schokkender. Twee minstens vijftig jaar oude urinoirs hangen aan een muur met nog oudere, voorheen waarschijnlijk witte, tegeltjes. Urinesteen heeft de uitgang voor de warme vloeistof tot minder dan een centimeter teruggebracht en de ammoniakgassen benemen je je adem. De bezoeker voor me frutselt wat met zijn gulp terwijl ik een natte plek in zijn kruis aan de voorkant van zijn broek zie verschijnen. De urine trekt met behulp van de zwaartekracht een brede streep in de stof naar beneden. Om zijn badslipper vormt zich een plasje. Nog voordat hij zijn gulp open heeft kunnen maken is hij klaar met urineren. Hij gooid wild beide armen ik de lucht als teken dat het hem allemaal niets meer kan schelen.
Een tandloze glimlach naar de vreemde buitenlander die hem al die tijd heeft staan aangapen. Maleisië, een heel bijzonder land!