dinsdag 28 juni 2011

Thailand: Op schuimrubber

Pattaya (Boxing Roo (8))

Ik voelde me zo sterk als nat toiletpapier toen ik om zeven uur de wekker hoorde en uit bed stapte. Een natte plek bleef achter op de lakens en ik voelde me klef en smerig. Mijn huid was zacht en stroef alsof ik de hele nacht in het water had gelegen. Lyka draaide zich voor de laatste keer om en ik strompelde naar de badkamer. Ik wandelde op schuimrubber en het leek of het hotel heen en weer bewoog, net als in een aardbeving. Alles deed me pijn, maar het meeste nog mijn rug. De krampen in mijn darmen hadden een aanslag gepleegd op de spieren in mijn onderrug.
Het koele water uit de douchekop deed pijn op mijn huid en langzaam kwam ik tot mijn positieven. Het was reisdag vandaag! Een verplaatsing die onmogelijk kon worden verzet. Ik moest wél, of ik wilde of niet! Mijn fitness indicators liepen langzaam op maar het eerste echte probleem kondigde zich ook aan. Zelfs het slikken van de eerste 500 mg Metformine was een probleem. Ik kreeg het maar moeilijk weg met het laatste slokje drinkwater dat nog in de fles zat.
Ondertussen was Lyka ook klaar en gezamenlijk begonnen onze rugzakken in te pakken. De laatste keer in Indonesië. De kleine zag dat ik echt ziek was en ze deed goed haar best om me te helpen. Een kwartiertje later verdween de Lonely Planet als laatste in mijn rugzak en we waren klaar. Klaar om naar beneden te gaan voor het ontbijtbuffet.
In de lift zocht ik mezelf weer bij elkaar en eenmaal hervonden liepen we langzaam naar de eetzaal. Het aanzicht van het buffet en de grote groep mensen deed het kleine beetje eetlust dat ik ondertussen had opgebouwd weer verdwijnen. Stil en met een leeg bord voor me zat ik tegenover Lyka die zich de noedels met kip goed liet smaken.
Andi, de restaurantmanager, merkte mijn lege bord op en kwam informeren wat er mis was. Nadat ik hem over mijn voedselvergiftiging van gisteren had verteld verontschuldigde hij zich met een rood hoofd. Gisteren was zijn vrije dag geweest en hij voelde zich schuldig. Ik weet natuurlijk niet of het veel zou hebben uitgemaakt als hij wel op zijn werk was geweest.
Een kok leverde een nieuw trosje bananen af op de tafel met fruit en Lyka begreep meteen dat ik die wel wilde proberen. Was het niet hier dan misschien wel op de luchthaven van Surakarta (Solo). Andi kwam terug met een kopje thee en tegen alle verwachtingen in smaakte het lauwe vocht me wel. Ik had nu in ieder geval wat binnen. De tannines in de thee wekten wat eetlust op en voordat we de tafel verlieten verdween er een klein banaantje in mijn maag. Ik voelde me bij elke hap aansterken. Mijn lichaam schreeuwde nee maar mijn verstand riep luid ja. Eenmaal boven in de kamer zocht ik het toilet weer op en dat zou niet de laatste keer zijn vandaag. Even liggen! We hebben nog ruim 45 minuten tot het vertrek.
Ik moet kort hebben geslapen want de tijd was omgevlogen en Lyka maakte me wakker dat het tijd was om te vertrekken. Aan de receptie betaalde ik de openstaande rekening en nadat het bevrijdende telefoontje van boven was gekomen dat we niets uit de mini-bar hadden gebruikt konden we vertrekken. De beloofde taxi stond klaar en ik had het gevoel dat mijn verhaal de ronde had gedaan en dat misschien meer gasten van het hotel hetzelfde probleem hadden gehad. De receptioniste was overvriendelijk en benadrukte dat ze hoopte om ons nog een keer terug te zien.
In de koele cabine van de taxi op weg naar de luchthaven knapte ik ook weer een beetje op. In alle stilte keken we voor de laatste keer naar de straten van Surakarta in de wetenschap dat we hier waarschijnlijk nooit meer zouden terugkomen. Een uit het hotel meegenomen menthol snoepje verdween in mijn mond en de suiker vond langzaam haar weg naar mijn bloed. Ik kon bijna voelen hoe de lichaamscellen naar de suiker snakten. Stapje voor stapje begon ik op te knappen.
Een kleine drie uur voor het geplande vertrek stonden we op het kleine vliegveld te kijken naar het bord met de vertrektijden. We konden nog niet inchecken en werden door de bewaking teruggestuurd om buiten te wachten. Op een bankje in de schaduw en onder het genot van een lichte wind zaten we daar stil naar de optocht van mensen te kijken. Het schouwspel werd bruut verstoord door een aankondiging van mijn darmen en binnen twee minuten zat ik weer op de pot. Of beter gezegd, hing ik weer boven een gat.
Toch begon ik me beter te voelen en een lichte trek te krijgen. In iets zouts! Natuurlijk was ik de afgelopen nacht heel wat zout verloren door het zweten. Een klein zakje zoutjes met kippensmaak dat ik nog in mijn rugzak had moest er aan geloven. En ja hoor, met elk zoutje dat ik in mijn mond stopte begon ik me beter te voelen.
Het personeel van AirAsai werkte ook mee door ons als eerste aan boord te laten gaan en zo het staan en wachten in het gangpad tot een minimum te beperken. Aan boord was het weer het toilet en deze keer ook de menukaart die me riepen. De lichtere maaltijd was niet meer voorradig en dus koos ik, of beter gezegd wij, voor de Nasi Lemak. Lyka had ook trek en we deelden samen het rijstgerecht en de 100+ frisdrank.

Even de ogen dicht en voordat ik het in de gaten had arriveerden we in Kuala Lumpur waar we deze keer zonder problemen door de transit ingang naar de vertrek ruimte konden. Maar helaas was het niet zo gemakkelijk! We hadden nog geen boardingpassen en dus moesten we gewoon door de immigratie en de douane buitenom weer naar de in-check balies.
Boven stonden er voor de immigratiedienst een kleine duizend mensen te wachten. Lyka en ik keken elkaar aan we wisten dat dit een onmogelijke opgave voor me was. Zonder schroom liep ik naar het speciale loket voor de transit visas. Iedereen voor me, waarvan velen met hetzelfde idee als ik, werden teruggewezen en moesten gewoon aansluiten aan de lange rij. Met zielige ogen vertelde ik het verhaal van mijn voedselvergiftiging en dat ik onmogelijk zo lang kon blijven staan.
‘How many people?’, vroeg de besnorde man.
Ik wees naar Lyka en zei zachtjes, ‘Only two.’
De man keek weer naar mij en vroeg om de paspoorten.
‘Sit down there and wait’, zei hij terwijl hij naar de bankjes tegenover zijn balie wees.
Lang heb ik er niet gezeten want voordat hij me kon roepen hoorde ik het toilet alweer vanuit de verte roepen. Een westers toilet waar je gewoon op kan zitten was een aangename verandering. Eenmaal terug bij de balie zat Lyka al met onze gestempelde paspoorten op me te wachten. De man keek op en in pantomime bedankte ik hem in het Maleis. Hij knikte en wees naar de speciale uitgang. Dat probleem was dus ook overwonnen! Met elk uur voelde ik me beter en na een internetloze wachttijd van twee uur konden we aan boord voor de laatste etappe naar Bangkok.
Zelfs de gedeelde ham/kaas sandwich was niet voldoende geweest. In het vliegtuig gingen mijn ogen meteen weer door het menu en deze keer kozen we voor de Bukhara Chicken Briyani. Opnieuw deelden we het gerecht en ik vond het jammer dat ik geen twee porties had besteld. Ik begon nu dus echt op te knappen.

Om kwart voor acht landden we in een erg rustig Bangkok. De taxichauffeur stond op de afgesproken plaats om ons naar de Boxing Roo in Pattaya te brengen. Maar voordat we daar arriveerden stopten we eerst nog bij de gouden bogen. Voor Lyka een Big Mac en voor mij een medium friet. Ook deze slechte dag had ik weer overleefd en ik wist zeker dat het nog wel een paar dagen zou duren voordat ik weer de oude was maar het begin was er in ieder geval. En zo was er ook weer een einde gekomen aan onze eerste echte reis samen. Het was soms moeilijk geweest maar zeker niet tegengevallen. Alleen op pad gaan wordt nu wel een moeilijkere discipline en deze voedselvergiftiging zal ik niet snel vergeten!

maandag 27 juni 2011

Indonesië: Een fotoloze maandag

Surakarta (Solo) (The Sunan Hotel (522))

Deze dag begon in majeur maar zou eindigen in mineur!
Ik was natuurlijk zoals gewoonlijk weer vroeg op terwijl mijn meisje genoot van de verlengde nachtrust. Het was vandaag officieel de laatste dag van onze Indonesië reis en dan doen we natuurlijk weinig meer.
Eerst een paar koppen koffie op de kamer en om negen uur naar beneden voor het ontbijt buffet. Ik had trek als een paard maar ik hield me toch in want straks zouden we gaan zwemmen. Later zouden we gaan lunchen in de Grand Solo Mall en ons verblijf zouden we afsluiten met een diner in het hotel. Het hotelrestaurant was wel een beetje prijzig maar op de laatste avond kon het wel want een snelle berekening had opgeleverd dat we ruim binnen mijn begroting waren gebleven.
Met een koud blikje Coke Zero en een koele Pulpy Mango in de tas verlieten we onze kamer op weg nar het zwembad. Het Sunan Hotel is een heerlijk hotel als je een beetje wil luieren en relaxen! We zwommen wat, ik begon al te lezen in de Lonely Planet voor onze volgende reis naar Sumatra en we dronken samen de koele drankjes in de schaduw van een palmboom op het zonnebed.
Zo rond de middag verdween mijn trek en na overleg sloegen we de lunch maar over. Ik kreeg het zuur en in mijn darmen begon een oorlog waarvan de uitslag niet te voorspellen was. Dan maar even naar boven en liggen! Met de tv aan en Lyka op de MacBook werd het steeds slechter en een koorts diende zich aan. Het duurde niet lang of ik voelde me slecht, heel slecht! Maar ik voelde me nog goed genoeg om deze foto te maken van de zonsondergang achter twee vulkanen.

Ook het avondeten lieten we maar voor wat het was en met mijn fleece aan en mijn muts op kroop ik onder het dekbed. Ik rilde van de koorts en zweette alle rotzooi uit mijn lichaam. Ik schrok wakker en rende naar het toilet waar het meteen een zooitje werd. Alle symptomen van een klassieke voedselvergiftiging waren aanwezig! Diarree en kotsen tegelijk. Ik kan me niet herinneren dat ik zo ziek ben geweest.
Tussen de toiletsessies in probeerden we de oorzaak van deze voedselvergiftiging te achterhalen en na een lang gesprek, dat natuurlijk een paar keer werd onderbroken, kwamen we tot de conclusie dat het het rundvlees moet zijn geweest. Met een paar Paracetamol tabletten kroop ik verslagen weer onder het dekbed.
Ik had zo’n hoge koorts dat Lyka niet eens bij me in de buurt kon komen en toen ik om twee uur wakker werd was het kletsnat om me heen in bed. Slapen en rusten en hopen dat het morgen, onze reisdag, allemaal weer goed is.

zondag 26 juni 2011

Indonesië: Zondagrust

Surakarta (Solo) (The Sunan Hotel (522))

Vandaag konden we voor het eerst naar het ontbijt en dat viel niet tegen. Het is niet uitzonderlijk maar meer wat je van een Aziatisch buffet verwacht.

Even wat plonzen in het enorme zwembad en een wandeling die als enig doel had om een plaats voor de lunch te vinden.

Op de bovenste verdieping was het heel erg druk en het vinden van een tafeltje was niet gemakkelijk. Maar toen we één gevonden hadden konden we bestellen. Lyka ging voor een klassieker, Chicken Black Pepper Nasi Goreng, terwijl ik wat dichter bij huis bleef en een flink bord saté met lontong rijstcake.

Goed afgevuld gingen we weer op het hotel aan en we bestelden onderweg twee pizza’s.

Met een pizzapunt in de ene hand en een koud biertje in de andere keken we naar de niet zo opwindende Formule 1 race van Valencia.

Maar het kon ons niets schelen, we hebben een mooie reis door Indonesië achter de rug die in alle comfort en luxe wordt afgesloten. Misschien niet zo opwindend voor jullie maar niets minder leuk voor ons.

zaterdag 25 juni 2011

Indonesië: Vakantie!

Surakarta (Solo) (The Sunan Hotel (522))

Ja, het is vakantie! Het zit er voor ons weer op en de laatste drie dagen gaan we weinig meer ondernemen. Lekker zwemmen, lekker eten en een beetje relaxen.
Natuurlijk staat er elke dag nog wel een korte wandeling op het programma want na de twee droge dagen was ik wel weer aan een Bintang toe.

Lunch bij McDonald’s, Dinner in het hotel! Vandaag is er een speciaal buffet dat ze “Food Opera” noemen in het “Sunan Hotel”.

Op de terugweg naar het hotel hadden we dan eindelijk een Indomaret gevonden en ik kocht meteen de hele voorraad Bintang bier op. Zes grote flessen bier was de gehele voorraad van de supermarkt! Dat bier zou vanavond goed van pas komen tijdens het kijken naar de T.T. Van Assen.

Nadat de MotoGP was afgelopen gingen we nieuwsgierig naar beneden want het avondeten zouden we aan het buffet dat zo mooi “Food Opera at the Sunan” heet gebruiken.
De posters in de lift logen er niet om. Voor Rp. 120.000 (€ 9,86) per persoon zouden we ons kunnen vullen met het beste dat Indonesië te bieden heeft.
De werkelijkheid was anders. Het meeste eten stond al tweeëneenhalf uitgestald terwijl er slecht een stuk of tien gasten zaten. Een live band speelde deuntjes uit een ver verleden en het personeel was zichtbaar blij dat wij ook arriveerden.
Maar het eten was niet slecht.

Vanaf een tafel aan de andere kant van terras naast het zwembad kwamen nu verzoekjes voor Indonesische klassiekers die ongetwijfeld ook uit een ver verleden stamden. De band deed haar best maar toen een dikke behoofddoekte vrouw in een lange zwarte broek de microfoon greep was het plezier over.
De smaak van de gerechten verslechterde en ik koos er vrijwillig voor om het dessert maar over te slaan. Nadat we enkele liedjes van deze amateur hadden aangehoord, haar echtgenoot was de enige die applaudisseerde, vonden we het echt wel tijd om te ontsnappen aan deze karaoke. En écht, ik moet wel de enige zijn die karaoke niet leuk vindt.
De pitcher Bintang ging mee naar boven en werd bij gedimd licht en bij een zweverige fantasiefilm leeg gemaakt.

vrijdag 24 juni 2011

Indonesië: Opnieuw ongemakken

Surakarta (Solo) (The Sunan Hotel (522))

Het was een heerlijke nacht in een heerlijk bed. Al moest ik wel om vier uur even er uit om mijn darmen te legen. Net nadat ik weer onder het dekbed was gekropen hoorde ik de moskee onder ons raam oproepen voor het gebed. Of had ik toch weer wat geslapen? Echt belangrijk was het niet en ik draaide me weer om.
Vanochtend was ik niet zoals gewoonlijk om zes uur wakker. Het was de wekker in mijn iPhone die me om zeven uur precies wekte. Een kopje koffie, CNBC met het laatste nieuws over de Griekse Euro crisis en Lyka die als een os doorslaapt tot een uur of half negen.
Na een kort overleg proberen we toch even het ontbijt in het hotel. Natuurlijk is Rp. 80.000++ (€ 6,46) niet echt veel voor een ontbijtbuffet maar we daalden pas na tienen af naar de begane grond en de voorraad was al aardig geslonken. Vanaf zondagochtend is het ontbijt inclusief en dan gaan we zeker wat vroeger naar beneden.

Nu we dus besloten hadden om op zoek te gaan naar een ontbijt, Lyka had haar zinnen gezet op nasi goreng, stapten we om half tien het hotel uit. Het “Sunan Hotel” ligt in een buitenwijk van Solo ongeveer drie kilometer vanaf het centrum richting het vliegveld. Het is dus te begrijpen dat hier geen aaneengesloten rij van restaurants te vinden is. Eenmaal aan de hoofdweg richting het centrum vonden we niet ver van het Purwosari Station het “Dapur Solo Restaurant”. De verschillende gerechten die lagen uitgestald zagen er allemaal aantrekkelijk uit en Lyka vond het OK om hier te eten. De prijs viel voor Indonesische begrippen wat tegen. Misschien was het omdat Lyka de garnalen had gekozen. Maar het smaakte allemaal uitstekend behalve een groente die er heerlijk uitzag maar die verschrikkelijk bitter was. Een kopje thee zonder suiker en een banaan toe.

Het eten was minder dan een minuut geleden in mijn slokdarm gegleden en mijn darmen gaven me te kennen dat ik even naar het toilet moest. En dat in een Indonesisch restaurant! Ik viste het zakje met toiletpapier uit mijn schoudertas en met geknepen billen schuifelde ik richting het bordje wc. Er waren drie gesloten deuren die zowel voor mannen als vrouwen geschikt waren. Achter de eerste deur was een gat in de grond, achter de tweede deur was een gat in de grond en al mijn hoop was op de derde deur gevestigd en de prijs die er achter lag. En de hoofdprijs is…. Een gat in de grond! Applaus!!!
Teleurgesteld sloot ik de deur achter me en trok mijn korte broek uit, hing hem op een haak zonder dat er wat uit mijn broekzakken viel. Mijn zijden boxershort ging erover heen en alleen met mijn schoenen en mijn overhemd aan positioneerde ik me zo goed mogelijk boven het gat. Het leek wel een videospel!
De verdere details zal ik jullie besparen maar het ging allemaal goed en er belandden geen spetters waar ze niet hoorden of waar ze voor de buitenwereld zichtbaar zouden zijn. Opgelucht kleedde ik me weer aan en betrad het restaurant waar Lyka met vragende ogen zat te wachten. Ik stak mijn duim op en ze begon te lachen. Dan maar weer verder!
Een paar kilometer verder vonden we een winkelcentrum met een supermarkt in de kelder. Een normale kop koffie met een doughnut was er niet te krijgen maar de supermarkt had alles wat we voor een ontbijt nodig hadden. Het was tenslotte nog maar één dag zonder ontbijt en dan konden we naar het buffet ‘s morgens. Nadat ik ook het toilet van het winkelcentrum met een bezoek had vereerd gingen we maar weer op het hotel aan. Een beetje brood eten, een beetje zwemmen en wat rusten.

Voor vanavond had ik pizza’s besteld die ze om zeven uur precies in het hotel zouden komen afleveren. Drie pizza’s voor Rp. 82.500 (€ 6,76), ik wist dat ik me er niet al teveel van moest voorstellen maar toen ze arriveerden viel het niet tegen. Als hongerige wolven stortten we ons op de van origine Italiaanse heerlijkheden in een Indonesische interpretatie.

Koude cola en kwalificatie training voor de TT van Assen. Wat kunnen die eenvoudige dingen in het leven toch mooi zijn!

donderdag 23 juni 2011

Indonesië: Déjà vu

Surakarta (Solo) (The Sunan Hotel (522))

Ongeveer drie jaar en een maand geleden deed ik deze treinreis met mij vriend Tettje van Malsen. Tijdens het ontbijt spitte ik diep in mijn geheugen om de herinneringen van deze treinreis weer naar boven te halen. En ik kon ze echt niet vinden! Ik heb zoveel gezien en zoveel meegemaakt in de laatste drie jaar dat ik soms niet eens meer weet waar ik een maand geleden was. Maar ik zie dit wel als een luxe en als een voorrecht.
De Nasi Goreng was opnieuw het ontbijt dat ik bestelde en Lyka besloot om deze keer ook maar voor de gebakken rijst te gaan. Tijdens het wachten schoot ik dit mooie plaatje van een oude Javaanse ober die overigens nog opvallend fit was.

De Nasi Goreng was de enige brandstof die we tot ons zouden nemen, althans tot Kertosono, want we waren te lui geweest om de kamer gisteren nog te verlaten en wat inkopen voor onderweg te doen.

Eenmaal op het station met de kaartjes in de hand, Rp. 4000 (€ 0,32) per persoon, kwam het langzaam met horten en stoten weer bij me terug. Ik zag de zaken weer die ik me kon herinneren op de foto te hebben gezet en de probleemloze reis naar Solo.
Het was drukker in de trein dan ik me kon herinneren en ik zocht net als de vorige keer maar een plaatsje in de deuropening. Een frisse wind door mijn haren.
We arriveerden drie kwartier te laat maar de aansluiting zouden we niet missen! Ik moest opnieuw kaartjes kopen voor de reis van Kertosono naar Solo en ze waren in drie jaar wel Rp.1000 duurder geworden. Maar Rp. 29.000 (€ 2,34) is natuurlijk nog steeds een koopje voor een treinreis van ruim 140 kilometer.

De “Brantas” was natuurlijk ook te laat maar niet zo laat dat het me zorgen baarde. Eenmaal aan boord losten mijn herinneringen in mijn hoofd weer op want deze drukte kon ik me niet herinneren. De trein was zo vol dat we moesten staan. En aan boord komen was op zich al een kunst omdat de deuren niet meer open konden omdat de trein gewoonweg overvol was.

Gelukkig vonden we twee zitplaatsen bij een gezin dat onderweg naar Jakarta was. Die moesten dus nog meer dan zestien uur in deze overvolle trein waar het nu ook al een onmogelijke opgave was om naar het toilet te gaan.

Na een half uurtje kwam een oud echtpaar aan boord en die hadden dus echt reserveringen voor onze stoelen. Dat werd dus de rest van de reis staan! Een eindeloze optocht van water en voedselverkopers maakte het staan tot een ware hel. Elke twee minuten moest ik me weer als een kip aan het spit omdraaien om de verkopers langs te laten. Gelukkig schikte het gezin wat in zodat Lyka nog een randje had om op te zitten.

De tijd kroop en in het pikkedonker arriveerden we op het “Solo Jebres Station”. En hier kwamen de herinneringen weer boven. Ik herinnerde me de weg en welke taxi’s en becak’s te vermeiden. Net om de hoek vonden we een becak die ons voor de redelijke prijs van Rp. 30.000 naar het hotel wilde brengen. Het was zo’n lange en zware tocht dat ik de uitgeputte fietser maar Rp. 5000 fooi heb gegeven.
Het hotel was nog indrukwekkender dan op de website en we werden door tientallen ogen nagekeken toen we de lobby betraden.
‘Kijk maar want de creditcard is hier de baas!’, dacht in bij mezelf.
Het inchecken was geen probleem en binnen tien minuten stonden we in onze kamer. Een mooie kamer voor de komende vijf nachten.

We waren zo moe dat we in onze rugzakken naar de laatste restjes voedsel zochten. Een stuk chocolade en een instant noedels moesten we delen. Morgen gaan we eerst eens lekker ontbijten.

woensdag 22 juni 2011

Indonesië: Makam Boeng Karno

Blitar (Tugu Sri Lestari Hotel (508))


Blitar zou een onbelangrijke middelgrote stad zijn gebleven zoals er tientallen liggen verspreid over Java.

Een lelijke stad zonder enig historisch punt van belang was het niet zo dat de in ongenade gevallen “vader van Indonesië”, Boeng Karno (Kusno Sosrodihardjo) hier bij zijn moeder was begraven. Het graf is een bedevaartsoord voor de democraten van Indonesië die niet zo heel veel ophebben met de islamitische elite van Jakarta.
Na een korte rondleiding door het museum gingen we verder naar een kleine groep tempels. Eigenlijk gingen we alleen maar om de dag verder te vullen.

Terwijl we op de bus stonden te wachten bood een man aan om ons voor twee Euro met zijn Honda CRV naar de “Candi Panataran” te brengen. En dat konden we niet afslaan want wachten op de bus in de brandende zon was de andere optie. Na een korte comfortabele rit liepen we het terrein van de tempel op. Tja, een andere tempel uit een andere periode met andere kunst maar nog steeds een oude Hindoe tempel die door de moslims maar voor lief wordt genomen.

Nog voor de middag gingen we weer op het hotel aan. Wandelend versleten we een flinke afstand die ons onderweg gebakken kip en gekoelde frisdrank bracht. Maar na een paar kilometer vonden we het wel genoeg en het zien van een kleine gele Angkot maakte ons beiden blij.

Eenmaal terug in het hotel was het weer Farmville voor Lyka en zelf schreef ik wat verhalen en verwerkte de foto’s van de afgelopen dagen. Er komt meer bij kijken dan de meeste lezers denken om elke dag een verhaal met foto’s te plaatsen!
Omdat het onze laatste avond in Blitar was en we toch niet zoveel geld hadden uitgegeven besloten om maar eens wat extra’s bij het avondeten te bestellen. Een gefrituurde karper in zoetzure saus. Het was jammer dat mijn verkoudheid een groot deel van de smaak weg nam maar Lyka smulde er flink van en dat me goed om te zien.

De flinke lik sambal in mijn Mie Goreng opende mijn neusgaten en er verschenen tranen in mijn ogen.

Maar jammer genoeg sloten ze weer net zo snel als dat ze waren geopend. Het was een heerlijke afsluiting geweest van ons bezoek aan Blitar.

Morgen staat er een lange treinreis op het programma!
Copyright/Disclaimer