Seoul (Songwontel (301)
Deze nacht was niet zo slecht als de vorige maar toch heb ik liggen zweten als een otter. Een klam laken en dekbed als gevolg. Vandaag ben ik er in alle vroegte alleen op uit gegaan om bij McDonald’s een ontbijt voor ons te gaan halen. In alle rust en vrede eten we de broodjes en genieten van de vers gezette hete koffie.
‘Dat was nog eens een goed idee!’, lacht Lyka me toe.
Het is koud maar zonnig buiten.
We zijn lui en ik ben ziek, weer minder dan gisteren en nog steeds spookt die vraag door mijn hoofd: ‘Waar ben ik in hemelsnaam nu zo beroerd van geworden?’
Lekker ontspannend lezen met een beker koffie binnen handbereik. En plotseling weet ik het! Lyka kijkt me verbaasd aan als ik uit het bed spring en een houding aanneem om haar wat uit te gaan leggen. Met open mond en ogen staart ze me aan.
‘Weet je nog van die gratis soep in de dierentuin?’
Ze knikt.
‘Dat is het enige dat ik gegeten heb en waar jij alleen naar hebt gekeken!’
Ze knikt opnieuw als teken dat ze het begrijpt.
‘Die in stukken geknipte huishouddoekjes en die sponsjes, die moeten de oorzaak zijn!’
Er verschijnt een voorzichtige glimlach op haar mond en we zijn blij dat we eindelijk de oorzaak van mijn probleem hebben gevonden. Tot lunchtijd luieren we op bed in de toch wel comfortabele kamer. Mocht ik hier in de toekomst weer in de buurt zijn dan zou ik zeker weer in dit hotel slapen.
Een snelle boterham met de laatste spam uit het blik en we gaan op pad. We gaan naar het “Children’s Grand Park”. De tweede dierentuin in vier dagen maar dat maakt ons niets uit. Het park is gratis en het is niet al te ver weg. We zijn nu ondertussen bekend met de weg in het ondergrondse station van “Jongno-3(sam)-ga” - een knooppunt van drie metrolijnen onder ons hotel - dus we zitten al snel in een trein richting het park.
Wat me nu plotseling opvalt -in vergelijking met de vorige keer dat ik in Seoul was - zijn zijn de colporteurs, of beter gezegd het ontbreken van de “uit de koffer verkopers” in de trein. Voor een moment denk ik aan vijf jaar geleden!
Een man rent de trein in. Opent zijn koffer. Vraagt de reiziger door zijn kleine megafoon om zijn aandacht. Legt uit wat en voor hoeveel hij verkoopt. Rekent af en pakt in. Sluit de koffer en binnen enkele minuten is hij weer uit de trein verdwenen. Het waren steeds interessante en grappige momenten.
Wij zijn al overstapt en bereiken het “Children’s Grand Park”. De zon schijnt en een koude wind blaast door de brede straten van Seoul. Uit de wind en in de zon is het nog wel aangenaam dus ik ga eerst op zoek naar een bekertje koffie. Na de ontdekking wat me zo ziek heeft gemaakt lijkt ook het laatste restje pijn uit mijn lichaam verdwenen.
Het park is leuk ingericht en het is er druk. De geasfalteerde paden slingeren tussen paviljoens door en langs kabbelende beekjes. Die Koreanen zijn echte buitenmensen. Hoewel ze zeker 50 Koreaanse tv-kanalen tot hun beschikking hebben trekken de meesten er toch op uit wanneer het weer het toelaat. Via een lange omweg - met twee koffie op een heerlijk beschutte plaats in de zon - komen we aan de achterkant van het park bij de gratis dierentuin terecht.
‘Gratis?’
Dat intrigeert me! Korea heeft dan wel één van de hoogste staatsschulden ter wereld maar moedertje staat heeft de zorg voor haar bevolking (nog) niet afgestoten. Van kraakheldere openbare toiletten tot schitterende gratis - of voor heel weinig - te gebruiken parken zijn overal aanwezig. Dat is in mijn ogen een schril contrast met Nederland waar je € 0,50 voor een vuil toilet op een station moet betalen - tenminste als het station toiletten heeft - of € 12,50 voor een dierentuin met een handjevol dieren die gefrustreerd in hun kooien heen en weer lopen.
Zoals zo vaak stel ik me opnieuw de vraag: ‘Waar zijn we in Nederland toch fout gegaan?’
Het paviljoen met de zeehonden heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op Lyka. Dat zijn dieren die ze nooit in het echt heeft gezien. Maar nog beter, je kan ze ook onderwater bekijken. Met grote open ogen straat ze vol verbazing en bewondering naar de gracieuze zwembewegingen van de waterzoogdieren te kijken. Ik moet toegeven dat ik zelf ook geniet van de show. Het moet toch heerlijk zijn om je kinderen elke zaterdag hiermee naar toe te nemen?
De rest van de dieren zijn niet echt spectaculair voor een volwassene maar de kinderen vermaken zich prima. Eigenlijk zijn alleen de dieren kinderkamer - een verzameling van net geboren en heel jonge dieren - interessant en de de leeuwen. In de eerste is het drukkend warm, een onaangenaam verschil met buiten zelfs. “Geen foto’s” en “stil zijn” geven de cartoons op de toegangsdeur aan voordat we naar binnen stappen.
De leeuwen zijn schitterend en zelfs beter dan in de dierentuin die we eerder deze week hebben bezocht.
Lyka wil nog wat eten en ik sla deze keer maar over. Ik voel me prima maar ik wil het wankele evenwicht in mijn lichaam nog niet verstoren. In de cafetaria van het park is een restaurant van een bekende Koreaanse fastfood keten gevestigd. Alle Koreaanse klassiekers worden er geserveerd en het is er een drukte van jewelste. Ik overhandig Lyka een briefje van 10.000 Won en vertel dat ze maar alvast in de rij moet gaan staan terwijl ik op zoek ga nar een zitplaats. Verbaasd kijkt ze me aan!
‘Wat moet ik bestellen?’, vraagt ze.
‘Wat je wilt eten!’
‘Wat is hier lekker?’
‘Ja, hoe moet ik dat nu weten?’
‘Wil jij niets?’
‘Nee, na al die koffie doe ik even rustig aan.’
‘Dan hoef ik ook niets!’
‘Waarom niet, je hebt toch trek?’
‘Ja, ik lust wel wat maar ik weet niet wat of hoe te bestellen!’
‘Kom op schat, even nadenken dan lukt het wel!’
‘Kun jij niet voor me bestellen?’
‘Pffffff, OK. Wat wil je eten?’
‘Dat weet ik niet. Ik loop wel even met je mee!’
‘Maar wie loert er dan op een plakje aan een tafel?’
‘Laat maar, ik hoef al niets meer!’, ze geeft me het geld terug, als een blind paard gaat ze er vandoor en laat me alleen in de cafetaria achter.
Dat zijn nu van die momenten waar ik nog steeds aan moet wennen! Het is toch niet al te ingewikkeld om eten te bestellen. Je kijkt naar een plaatje, controleert de prijs die er onder of naast staat, wijs het aan als je aan de beurt bent en reken af. Je weet hoeveel geld je terug moet krijgen.
Precies op dit moment staat er een modelechtpaar met twee kleine kinderen op de man in kwestie knikt als bevestiging dat de tafel is vrijgekomen. Ik trek mijn jas uit en ga zitten op een van de vrijgekomen stoelen. Het duurt niet lang of Lyka staat weer naast me met haar uitgestoken hand als teken dat ze het geld weer terug wil hebben. Met een gezicht dat op onweer staat sluit ze achter aan in de rij wachtende mensen.
Een bonnetje met een groot nummer verteld wanneer haar eten klaar is. En wat zou ze hebben besteld? Ik zal nog even moeten wachten want demonstratief wordt het grote zwijgen ingezet. Ik vraag me af wat ik hier eigenlijk aan het doen ben neem me voor dat dit wellicht onze laatste reis samen is.
Ik maak haar er op attent dat het nummer verschijnt op de grote display boven de counter. Met een lang gezicht grijpt ze haar bonnetje en gaat haar verlate lunch ophalen. Vol verwachting blijf ik achter wat ze zou hebben besteld.
De drie gefrituurde kipkluifjes met het bolletje rijst zijn de foto niet waard. Ze schijnen ook niet te smaken want Lyka zit met lange tanden - als een roofdier - aan de goudgele kluifjes te plukken. En natuurlijk is het allemaal mijn fout!
Ik probeer het maar gewoon aan me voorbij te laten gaan maar dat druist tegen mijn natuur in. Zodra ik nog een koffie heb lopen we de cafetaria uit. Het is al bijna vier uur en een goed moment om voorzichtig aan de uitgang op te zoeken. Mijn verhaal over de uitleg is niet welkom, zoals alle opbouwende kritiek overigens. De zoveelste dag is verpest! Om niets! Mijn mogelijkheden raken zo onderhand uitgeput en ik moet me er misschien toch maar bij neerleggen dat het reizen niet voor iedereen weggelegd is. Dan is alleen reizen toch beter dan met een een enorme last op je schouders!
In de metro terug naar het hotel spreken we geen woord. Dit drijft niet meer over! Jammer! Drie grote flessen bier uit de supermarkt en een paar oordoppen in. Radio 2 op de achtergrond zo’n 8.500 Km van huis. Internet en een paar foto’s, van schrijven komt niets want mijn hoofd staat er niet naar. Ik vecht tegen de depressies. Ik ben ook niet meer zo sterk als vroeger.
Zonder een woord te zeggen sta ik op en kleed me aan. Lyka kijkt verbaasd op van haar Facebook.
‘Gaan we eten?’, vraagt ze.
‘Ja, laten we maar gaan eten. Ik heb trek.’
We gaan niet al te ver en niet al te avontuurlijk. GimGaNe is een voortreffelijk restaurant en de prijzen liggen er ook binnen ons bereik. We zouden eigenlijk nog een keer naar de Koreaanse BBQ gaan maar daar staat mijn hoofd vanavond niet meer na.
Na de menukaart voor de zoveelste keer uitvoerig te hebben bestudeert blijven de klassiekers in de keuken en ga ik voor iets nieuws. Udon noedels met rundvlees! Lyka lijkt ook geïnteresseerd in iets anders dan kip met rijst en kiest voor de Creamy Udon seafood. Het is een aangename afwisseling maar Lyka zit te worstelen met haar glibberige dikke noedels. De metalen eetstokjes maken het in ieder geval niet gemakkelijker! Gewoon met de vork door de midden snijden en met de lepel eten. Telepathie op zijn best en ook Lyka zit even later van haar eten te genieten.
We zijn ondertussen vaste klanten en onze klandizie wordt zeker op prijs gesteld. Als toetje krijgen we van de serveerster ieder twee mandarijntjes toegestopt. Vitamine C om de opkomende verkoudheid te lijf te gaan. Ik heb geen idee wat we morgen gaan doen maar ik ga in ieder geval niet de hele dag binnen zitten. Mijn lichaam voelt weer goed en de laatste drie dagen zal ik goed gebruiken in Korea.