Gongju (Castle Motel (205)
We zijn er uit! Tussen de videospelletjes op de iPad door heb ik met Lyka kunnen overleggen wat er mis is. Ze heeft een hekel aan steeds haar - door het vele winkelen tijdens deze reis - overvolle rugzak in en uit te laden. Er is ook al voldoende overtollige bagage bij mij ondergebracht waardoor mijn rugzak ook niet echt comfortabel meer is. Er wordt dus niet meer gestopt onderweg en we gaan terug naar Seoul vanwaar we altijd nog dagtochtjes kunnen ondernemen.
Nu de rust is wedergekeerd - en de problemen uit de wereld geholpen - kunnen we wel wat langer op de kamer blijven. Dan maar nog een boterham en een koffie. De boterhammen met spam gaan er vandaag ook weer beter in dan de broodjes van de gouden bogen. Lyka heeft trek als een paard en laat de ene na de andere boterham met spam of kaas in haar mond verdwijnen. Ik kan aan haar zien dat er een last van haar schouders is gevallen. Ze lijkt opgelucht terwijl het probleem helemaal niet zo moeilijk was. Het probleem is gewoon dat ze onzeker is en dat ze het moeilijk vindt om er met mij over te praten. Ze lijkt bang voor me, maar ik weet niet waarom. Vanzelfsprekend ben ik serieus als ik onderweg ben maar ik ben zeker niet moeilijk.
Het is vandaag weer een droge dag en de wolken drijven als grote witte plukken wol snel langs de blauwe hemel. Je kan vanaf je bed door het kleine raam zien dat er een stevige wind staat. Er is hier in Gongju voor ons niets meer te te doen. Lyka’s interesses liggen ergens anders en ik heb de vorige keer alles al gezien. Ik vraag me hardop af waarom we eigenlijk hier naar toe zijn gegaan!
Na een derde en een vierde kop koffie springen we onder de douche en maken ons gereed voor de laatste wandeling door dit slapende stadje. We gaan ongeveer hetzelfde rondje maken maar op de kaart staat een mysterieuze oude stad die ik de vorige keer ook niet heb gezien.
‘Zou de oorlog op het Koreaanse schiereiland dit plaatsje hebben overgeslagen?’
‘Ik kan het me moeilijk voorstellen!’
Het is - ondanks de pogingen van de zon om Gongju op te warmen - kouder dan gisteren en ik kan het niet helpen om te denken dat het tijd wordt om Zuid-Korea te verlaten. We hebben heerlijk herfstweer gehad en Lyka heeft mogen proeven hoe het in Nederland zal zijn in februari. Maar deze snijdende wind die door de dalen van midden Korea raast is de voorbode van de winter. Diep in onze kragen gedoken gaan we eropuit voor de middag wandeling naar het oude dorp.
Dat dorp blijkt een motel te zijn dat is opgebouwd als een traditioneel Koreaans dorp. Een klein beetje kitsch maar toch interessant. We lopen er wat rond om de sfeer op te proeven. Het is maandag en dat komt goed uit, het hotel is uitgestorven en we zien geen enkele levende ziel op het hele terrein.
‘Misschien ook een bewijs voor de crisis hier in Zuid-Korea?’
We worstelen ons door de aanzwellende koude noordenwind terug naar de gezellige warmte van het hotel om te pakken en andere voorbereidingen te treffen voor onze reis naar Seoul. Onderweg bespreken we waar we de laatste keer in Gongju gaan eten. We komen al snel weer bij ons oude vertrouwde restaurantje terecht.
Een korte stop bij de supermarkt voor twee flessen bier. Het hele personeel begint te lachen wanneer we binnen komen. Het verhaal van de bananen was hier in dit weggestopte stadje echt wereldnieuws. Met mijn handen maak ik het gebaar dat ik een tros bananen in tweeën scheur en alle cassieres beginnen nog harder te lachen. Ik voel me goed nu ik wat plezier en leven in de brouwerij breng.
Op de kamer schroef ik een literfles bier open en neem een flinke slok. Ook met deze temperaturen smaken ze uitstekend. Misschien een idee voor de Nederlandse bierbrouwers? Bier in donkerbruine plastic anderhalve liter flessen, net als de frisdrank! Geen gezeul meer kratten en zo. En gewoon uitschenken en verdelen over de glazen.
In de hoek staat nog steeds de plastic tas met schoon wasgoed die de oude vrouw gisteren nog net voor het eten kwam afleveren. Lyka maakt twee stapeltjes van het wasgoed terwijl ik de foto’s nakijk. We willen voor het avondeten inpakken zodat ik later niets mee hoef te doen. Ik wacht tot Lyka zo ver is voordat ikzelf aan de klus van het inpakken begin. Er staan twee plastic tasjes meer naast mijn rugzak.
‘Schat, jij hebt toch nog wel plaats voor die tasjes?’, vraagt ze bijna smekend.
‘Ja, ik zal kijken wat ik doen kan schat!’, misschien een beetje slijmerig maar de sfeer is tot nu toe goed en die wil ik zeker niet verpesten.
De klassiekers voor het avondeten kunnen we nu wel dromen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn “Dolsot Bibimbap” nog steeds een fotogeniek gerecht vind. Misschien maak ik wel een compilatie pagina van alle dolsots die ik in vier weken in Zuid-Korea heb gegeten. Het smaakt ons uitstekend en ook deze avond ga ik voor een “Lotte Melonia” als toetje!
Het wordt later dan we gedacht hadden. Er zijn nog twee literflessen bier opgehaald en we kijken samen - zonder ook maar een enkel probleem - naar een video op de MacBook. Morgen naar Seoul.