Seoul (Songwontel (301)
Gelukkig gaat het veel beter met me, maar ik ben nog nog wel wat zwakjes en mijn gewrichten doen pijn. We vragen ons nu hardop af wat de oorzaak kan zijn geweest van deze ogenschijnlijke voedselvergiftiging. Alle scenario's en mogelijkheden passeren de revue. We komen er maar niet uit! We hebben alle dagen hetzelfde gegeten in dezelfde restaurants en Lyka is niet ziek, dat is het vreemde.
Gelukkig heb ik wel trek en enkele boterhammen dik belegd met spam of plastic kaas gaan naar binnen. Weggespoeld met oploskoffie, liters dure oploskoffie. En dat verschil is goed te proeven. Buiten is het guur en grijs. Het miezert zelfs een beetje. We doen lekker rustig aan.
Ik heb weinig trek om de hele dag binnen te zitten en na een korte speurtocht in mijn Lonely Planet vraag ik Lyka, terwijl ik het antwoord al kan raden: ‘Zullen we naar de “COEX Shopping Mall” gaan?’
Haar ogen gaan wijd open en ze komt direct in beweging. Niet dat ik van plan ben om nog meer onnodige spullen te kopen maar een beetje rondhangen in de behaaglijke warmte van een winkelcentrum met tientallen restaurants is nooit verkeerd. Ik vergeet - met vanzelfsprekende opzet - erbij te vermelden dat er ook nog een tempel en een paar koninklijke graven in de buurt liggen. Dat breng ik op een later tijdstip wel heel voorzichtig in de groep!
De OV jaarkaart doet zijn werk en de ondergrondse brengt ons - met een keer overstappen - naar onze bestemming. Onderweg zijn we het station “Children’s Grand Park” gepasseerd en dat ik ook nog een mogelijke bestemming voor een dagtochtje de komende dagen.
Ook dit uitstapje laat weer een heel andere kant van de hoofdstad Seoul zien. Eigenlijk is Seoul - zoals zoveel grote steden - een kluit aaneengegroeide dorpen en stadjes. Waar we nu bovengronds zijn gekomen is het moderne Seoul. Beton, staal en glas in elkaar geklonken en verweven tot de meest lelijke gebouwen die je je maar kan voorstellen. Monsterlijke jaren zestig, zeventig, hoogbouw zonder een oog voor de esthetische kant van de architectuur. Functioneel, de lage kosten hebben het gewonnen van de schoonheid. We gaan flink heuvelopwaarts terwijl naast ons het verkeer over de brede straat - met de afmetingen van een snelweg - raast. Voor een moment denk ik dat we verkeerd lopen maar een korte blik op de GPS leert me dat de “COEX Shopping Mall” toch recht voor ons moet liggen.
Ook bij de “COEX Shopping Mall” hebben de functionaliteit en rendement bij het ontwerp hoog in het vaandel gestaan. Het is dan ook een oerlelijke toren met in de kelder het grootste ondergrondse winkelcentrum van zuid-oost Azië, en een aquarium. De rest is het Korea World Trade Center, kantoren met voldoende personeel om de ondergrondse restaurants tussen de middag te vullen. De “I-Park Tower” aan de overkant van de straat is daartegen wel een mooi stukje moderne architectuur!
Het winkelcentrum voldoet aan alle eisen die ja aan een winkelcentrum in Korea kan stellen. Brandschone toiletten - die ik als eerste bezoek - en gezellige plaatsen voor een bakkie koffie. De gouden bogen! Gevuld op deze vrijdag met groepen jengelende in uniformen gestoken schoolkinderen, een groep gehandicapten en meer bejaarden dan ik ooit bij elkaar heb gezien. Een dagje uit voor de minderbedeelden uit de samenleving. Hier in de McDonald’s is het warm, er is gratis internet en de koffie kost 1.200 Won (€ 0,85) per beker. Perfect dus!
De jassen gaan uit en ik neem eens even uitgebreid de tijd om koffie te drinken. Lyka heeft trek in een Coke Zero en dan moet ik naar de andere counter. Het lijkt daar niet zo druk maar met van die grote groepen mensen binnen is het beeld wel vertekend. Een snelle blik op de bestelling monitor achter de counter leert dat de bestelling die moet worden geleverd bestaat uit 56 dit, 32 dat, aangevuld met 15 dit, 25 dat en omdat ik alleen de getallen kan lezen bedrijp ik al snel dat het nog wel even kan duren voordat Lyka haar cola heeft. Ze werken hier echt alleen op volgorde! Dus wordt het ook een koffie.
Na een wandeling langs kleding en andere prullaria is het eindelijk tijd voor de lunch. Bij aankomst hadden we al een Japans fastfood restaurant gezien dat ons wel geschikt leek. Lyka zeurde nog wat na over de schoenen die ze gezien had aangevuld met de opmerking dat we alleen maar in goedkope restaurants eten. Van die opmerkingen wuif is gewoon weg want als ze niet wil eten wat de pot schaft dan eet ze maar niets!
Een vierkant plastic bord verdeeld in vakjes met van alles wat. Het smaakt me goed terwijl ik mijn hart in mijn gewrichten kan voelen kloppen. Wat zou het toch zijn geweest dat me ziek heeft gemaakt?
De “Bongeunsa Temple” is een complete verrassing voor Lyka! Maar ze weet dat het klagen toch niets helpt en zwijgzaam volgt ze me over het haast verlaten terrein. Waarschijnlijk is de tempel ook na de oorlog weer herbouwd, maar dat maakt het niet minder indrukwekkend.
Op weg naar het metrostation komen we nog langs een paar koninklijke graven die we dan ook maar meteen bezoeken. Voor de 2000 Won (€ 1,42) per persoon hoeven we het tenslotte niet te laten. “Seonjeongneung” bestaat uit drie graven - twee koningen en een koningin - die uit respect niet betreden mogen worden. Je kan ze van een afstand bekijken maar het park is een oase van rust in de drukke stad. Daarom kan je dan ook jaarkaarten kopen om het park zo veel als je wil te bezoeken.
Het eerste graf - “Seolleung” - is voor ons meteen de laatste, we hebben het wel gezien voor vandaag. Ik ben moe en hoop dat ik de voedselvergiftiging uit mijn lichaam heb gelopen.
Een laatste koffie bij Dunkin Donuts en dan op de kamer aan. Ik voel de koorts weer in me opkomen. Ik schrijf mijn verhalen en erger me aan de mislukte foto’s. Net nu ik denk dat ik alles onder controle heb gaat het toch weer fout. Ik vindt dat erg, dat zijn momenten die nooit meer terugkomen en herinneringen die bij mijn vertrek naar de eeuwigheid voor altijd verloren zijn. Ik krijg een beeld in mijn hoofd van achterkleinkinderen die in een verre toekomst mijn harde schijf met foto’s uit zitten te pluizen.
Het kleine restaurantje van de twee aardige vrouwen is het decor voor de avondmaaltijd. Het is gaan regenen. Met een paraplu van het hotel snellen we door de neerdalende regendruppels. Ik voel de koorts en ik ga die bestrijden met spicy pork terwijl nu Lyka de bibimbap kiest.
De dag zit erop en ik heb na het eten zelfs alweer trek in een biertje. De Koreaanse chili pasta - die zeker heel anders is dan de Indonesische sambal - gloeit nog na in mijn mond wanneer de eerste slok bier naar binnen glijd. Het was achteraf gezien toch nog een aangename dag.
‘Maar waar ben ik in hemelsnaam nu zo beroerd van geworden?’