Om zes uur ben ik al klaarwakker. Het is “raceday”, de dag waarvoor we naar Kuala Lumpur zijn gekomen. De weersverwachting staat zoals bijna altijd op zeven dagen kans op onweer maar dat mag de pret vandaag niet drukken. Laten we hopen dat het niet zo’n treurige dag wordt als vorig jaar!
De reis naar het circuit is ieder jaar weer een verrassing. Jaren op rij werd het elke keer beter en daarna weer elk jaar slechter. Dit is een punt waar ik met mijn hele verstand niet bij kan. Er rijden voldoende treinen om de passagiers veilig en snel dichtbij het circuit te brengen maar er wordt met die capaciteit niets gedaan. Alle oude touringcars uit de buurt van Kuala Lumpur die beschikbaar zijn worden gehuurd en de stoelen tegen woekerprijzen verkocht! Waarschijnlijk is dit ook omdat de MotoGP het weeskind van de toeristenindustrie is en de Formula 1 race de publiekstrekker van het jaar is. De Formula 1 race trekt 115.000 tegen de MotoGP 77.000 bezoekers. Ook hier wint het grote geld!
Het is pas negen uur wanneer we de heuvel naar de ingang van het “Sepang International Circuit” oplopen. Het is nog koel, voor zover je temperaturen van boven de vijfentwintig graden in de tropen koel kan noemen. Frans doet het rustig aan maar dat zijn we nu wel gewend en Lyka bungelt ergens tussen Frans en mij in. Het is nog vroeg en de drukte valt nog mee. Een stroom in leer gestoken mannen en vrouwen op zware motoren, vermengt met magere jongens in kleurige T-shirts op brommers, zoeken hun weg naar de parkeerplaatsen.
De vraag die elke keer weer in me opkomt wanneer ik een race bezoek en door onbekenden met de motorsport aan me wordt gesteld probeer ik te beantwoorden: ‘Wat is er nu leuk aan een dag op de tribune zitten om mannen in hun autootjes of motorfietsen rondjes op het circuit te zien rijden?’
Het antwoord is veel ingewikkelder dan je op het eerste gezicht zou denken. Het is ook heel anders dan het bezoeken van een voetbalwedstrijd dat je het groepsgevoel, het oergevoel van bij een stam wilden te horen, geeft. Wij zitten hier in ieder geval niet om de sappige ongelukken die het zo goed op de tv doen te zien.
Het is eigenlijk net als een grote opera! Het begint in de ochtend met een wandeling langs de vele kraampjes en stalletjes die hun waar aanbieden als overture. Ik geniet van de kleine markt voor de ingang. Mooie Maleisische hostessen die hun beste beentje voor zetten.
Dan komt de warming-up waarbij de harten van de vroege bezoekers al sneller beginnen te slaan. Het geluid en de geur van de motoren! Met een warm gevoel diep van binnen denk ik terug aan de oude tijden van de twee-takt motoren die op benzine vermengt met een speciale olie, castorolie ofwel wonderolie. De zoete weeïge blauwe rook hing als een deken over het circuit. Er is veel veranderd in de loop der jaren. Ik kan me nog goed van mijn eerste bezoek aan de TT van Assen in 1974 herinneren dat er zes klassen - 50cc, 125cc, 250cc, 350cc, 500cc en zijspannen - op het programma stonden en dat erg veel coureurs in twee of zelfs drie klassen uitkwamen.
Nu zijn er bijna veertig jaar later nog maar drie klassen over en de motoren zijn zo kostbaar en gespecialiseerd dat het haast onmogelijk is om in meer dan een klasse uit te komen. En ook de kosten die meer dan € 8.000.000 per motor per seizoen - zonder de beloningen voor de coureur - kunnen bedragen zullen hieraan bijdragen.
Na de warming up is er de pauze waarin iedereen zich gaat voorzien van een hapje en een drankje zodat je later niets meer van de races hoeft te missen.
En dan beginnen de races! Langzaam wordt de spanning opgebouwd van Moto3 naar Moto2 en dan het grote spektakel van de dag, de MotoGP. Een precisie machine van 160 Kg en een vermogen van meer dan 250 pk en een topsnelheid die hoger ligt dan 350 Km/u. De meesten van ons zouden niet eens op zo’n motorfiets kunnen rijden!
Nadat de Moto3, met de lokale held Zulfahmi Khairuddin, de spits met een klinkende overwinning heeft afgebeten is het tijd voor de Moto2.
Nog voor het spektakelstuk begint verdwijnen de bergen rondom het circuit achter een gordijn van vallend water. En dat is jammer! Racen in de regen is te gevaarlijk en niet leuk. Er rolt een golf van teleurstelling over de tribune. En dat is jammer want alle indicatoren wijzen er op dat de MotoGP ook op een nat circuit van start zal gaan!
De start van de MotoGP race wordt uitgesteld en het eindeloze wachten begint. Veel fans denken aan het afschuwelijke moment van vorig jaar dat de race na twee ronden werd onderbroken en niet meer gestart. Niet wetende dat onze grote vriend Marco Simoncelli zich niet meer onder ons bevond. Het wachten wordt niet beloond en de race wordt officieel een regenrace.
Tijdens de rondjes van de moderne gladiatoren gaat het steeds harder regenen totdat de raceleiding beslist dat het te gevaarlijk wordt. De rode vlag komt tevoorschijn en voor de tweede jaar op rij eindigt de Grote Prijs van Maleisië in een teleurstelling.
We nemen ook afscheid van een groot coureur en meervoudig wereldkampioen: Het gaat je goed Casey Stoner, we zullen je nooit vergeten!
Goodbye Casey Stoner, thanks for the good times!
De enorme menigte komt in de neerdalende regen langzaam op gang en gaat op zoek naar het vervoer om terug naar Kuala Lumpur te geraken. Op een droge dag is dit al een ramp maar wanneer de hemelsluizen zich nog verder open zetten wordt het bijna een ramp van bijbelse proporties. Gelukkig heb ik mijn gele poncho voor noodgevallen bij de hand om mijn dure elektronica en mezelf zo goed als mogelijk tegen het vallende water te beschermen. Het regent zo hard dat het niet lang duurt voordat het koude en kleverige overhemd op mijn torso voelbaar wordt.De regen loopt in straaltjes langs mijn benen naar beneden mijn schoenen in met zo’n volume dat ik na vijf minuten het water in mijn schoenen kan zien staan. Ik hoef dus niet meer om diepe plassen heen te lopen! Recht door alle opgeworpen hindernissen van stromend regenwater gaan we op de bussen af waar al rijen mensen in de stromende regen op hun vervoer naar de stad staan te wachten.
De ruim drie uur in de bus zijn een ware martelgang! De gelegenheidschauffeur is helemaal de weg kwijt! Dat kan ik zien omdat ik mijn GPS bij me heb, we rijden in de tegenovergestelde richting verder de regenachtige avond door. Zonder te verblikken of te verblozen gaat hij bij een benzine station de weg vragen. Rechtsomkeert mars! De airconditioning in de bus is ondertussen veranderd in een modern martelwerktuig en houdt de, tot op het bot toe natte en verkleumde, passagiers in toom.
Zo bereiken we veel later dan verwacht het centraal station Kuala Lumpur in de regen! We zijn de laatsten en er is geen spoor meer van de andere bezoekers van de race van vandaag te bekennen. Chinatown wordt geannuleerd en ik kan nu alleen maar denken aan droge kleding en een dampend bord eten. Klagen helpt in dit geval niet niet dus we gaan zo snel als onze benen ons kunnen dragen terug naar het hotel.
Het is al over half elf wanneer het eten op tafel verschijnt. Het bier smaakt me niet eens. In stilte denk ik nog eens terug aan de gebeurtenissen van vandaag. En zoals ook vorig jaar komt de vraag weer in me op of ik hier volgend jaar weer zit.
En het antwoord is een volmondig, ‘Ja!’
Kuala Lumpur is een heerlijke stad en het was ondanks alle tegenslagen een heerlijke dag. We nemen na het eten afscheid van Frans die alleen verder gaat naar Singapore terwijl wij morgen op het vliegtuig naar Zuid-Korea stappen.
Een nieuw avontuur tegemoet!