woensdag 15 januari 2025

Japan: We weten de weg

2025-01-15_064024headblogw

Osaka (Cote House) 203), woensdag 15 januari 2025

Na een kleine anderhalf uur dommelen en hazenslaapjes na het eten landen we op de “Nina Aquino International Airport”. Het is tien minuten over vier omdat we in een andere tijdzone terecht zijn gekomen. Ik ben moe, heel erg moe. Dit verhaal begint dus midden in de nacht op een van de slechtste luchthavens in Zuidoost-Azië. Gelukkig zijn er nu wel enkele kleine restaurants open waar we wat warms te drinken kunnen kopen. Ik weet bij voorbaat dat het niet slim is maar ik kies voor een grote koffie die hopelijk lang warm zal blijven in mijn afsluitbare koffiebeker.
Het duurt niet erg lang en mijn MacBook Air komt tevoorschijn om het verhaal van gisteren te schrijven. Het verbaasd me dat ik zonder te haperen of problemen de tekst uit mijn twee vingers kan laten stromen. Ik weet het, ik ben een ouderwetse man die met twee vinger typt. Soms denk ik nog wel eens terug aan het typediploma dat ik op de MAVO had kunnen halen met een cursus op zaterdagochtend. Voor een moment heb ik dan spijt. Dat typediploma zou ik nu veel plezier van hebben gehad.
Mijn gedachten dwalen af naar het verwerken van de foto’s. Ook daar moet ik nu een verandering in gaan aanbrengen. Blogger heeft wijzigingen doorgevoerd in de manier waarop foto’s worden getoond, of het is Flickr die hun script heeft veranderd. Vroeger kregen alle foto’s een mooi klein dun kader en dat was rustig en elegant tegelijk. Dat dunne kader is nu plotseling verdwenen en ik ben gaan experimenteren met een extra lijn van een witte pixel aan de buitenkant van de foto of het zwarte kader wordt een donkergrijs kader. Ik ben er nog niet helemaal uit dus de verhalen in de komende weken kunnen soms verschillen wanneer het om de foto’s gaat. Lyka heeft er genoeg van en ze wil weg uit de coffee bar.
Wachten en slaperig Helaas staat onze vlucht PR314 naar Osaka nog steeds niet op de schermen dus kiezen we ervoor om naar een rustige plaats, gate 3, aan het einde van de pier te verhuizen. Helaas werkt het gratis internet niet in de hele terminal en zit er niets anders op dan proberen te slapen op de keiharde stoelen in de oude terminal.
Ook hier trekt er een uur aan ons voorbij en we weten nog steeds niet vanaf welke gate ons vliegtuig naar Osaka-Kansai zal vertrekken. De schermen blijven ook leeg dus vraag ik het maar aan een medewerker van “Philippines Airlines”.
Hij kijkt op zijn telefoon en na enkele minuten zegt hij zonder enige twijfel in zijn stem: ‘Gate 15!’
Dat is dan duidelijk en wij lopen met onze kleine koffers van de ene kant naar de andere kant van “Terminal 1”. Nog anderhalf uur te gaan en ik haal mijn e-reader tevoorschijn om de laatste pagina’s van “De Herziening” van “Michael Connelly” waarin Micky Haller, op TV bekend als de “Lincoln Lawyer”, de hoofdrol heeft. Die in dit boek zelfs samenwerkt met de harde detective “Harry Bosch” die ook op de TV menige moord heeft opgelost.
Helaas gaat het lezen me door de vermoeidheid niet zo goed af. Ik sla stukjes van een zin over en op andere momenten dringen de woorden niet tot me door zodat ik helemaal niets van het verband van de woorden begrijp. Dat is wat vermoeidheid met je doet. Tel daar dan ook nog mijn diabetes bij op, de verlaagde bloedsuiker die ook mijn gedachten ondermijnt op een tijdstip als dit, en jullie begrijpen hoe ellendig ik me voel.
Wanneer dan eindelijk de deur naar de wachtruimte van gate 15 is geopend dalen we af en zien de Airbus A321-200 voor onze volgende vlucht staan.Alles gaat goed in deze wachtruimte tot er een medewerker verschijnt die het idee heeft dat het hier erg warm is. Hij zet een enorme airconditioner aan op windkracht tien met een temperatuur van achttien graden. Helemaal niemand in de wachtruimte is daar blij mee behalve hij zelf. Zelfs het personeel van Philippine Airlines staan te rillen van de kou.
Iedereen is blij wanneer we aan boord kunnen en deze keer ben ik brutaal en ik laat me van mijn slechtste kant zien. Oude van dagen gaan voor zeg ik in het Engels en loop naar de voorkant van de rij die zich langzaam aan het opbouwen is. We mogen meteen aan boord en het is voor ons gevoel zelfs warm in het vliegtuig. Zoals verwacht vertrekken we precies op tijd en de cabine bemanning begint meteen met het opwarmen, en uitdelen, van de verplichte maaltijd.
Vis met rijst Philippine Airlines Wij zitten met z’n tweeën op de laatste rij met een lege stoel tussen ons in. Dat geeft wat extra comfort maar het heeft ook een groot nadeel. Bijna altijd is er geen keuze meer voor voor welke maaltijd je wil. Zo ook op deze vlucht. De stewardess verontschuldigt zich dat er alleen nog maar vis over is. Het maakt voor ons heel weinig uit want we hebben trek als een paard.
De rijst met gefrituurde vis in een licht zoetzure saus is heerlijk. Toch is deze maaltijd heel anders dan we gewend zijn aan boord van een vliegtuig. Het is een vreemde combinatie van gerechten waarbij de rauwkostsalade en de reepjes gebakken varkensvlees er uitspringen. Niet alleen het eten is anders maar ook de presentatie.
Om te beginnen wordt de maaltijd geserveerd in een soort plastic “Bento box”, een voorproefje omdat we op weg zijn naar Japan? Wat ook meteen opvalt is het ontbreken van de kleine plastic bakjes, met deksel, die vervangen zijn door een opgevouwen stukje vetvrij papier. Enorm goed voor het milieu natuurlijk ondank dat het wat moeilijker eten is in het vliegtuig. Een klein plastic bakje kun je naar je mond brengen maar met een opgevouwen stukje papier wordt dat een zooitje op de shirt en broek.
Na het eten val ik meteen weer in slaap en wordt gewekt door de mededeling van de kapitein dat hij de landing heeft ingezet naar de “Kansai International Airport”. Er is wat bewolking boven de baai van Osaka en het laatste stukje is een hobbelige rit. Het is muisstil in de cabine gevuld met hoofdzakelijk Filipino’s, het grote aandeel islamitische vrouwen valt ook meteen op. Er worden kruizen geslagen en koran verzen gepreveld. De landing is wat aan de ruige kant maar alles gaat goed. (Anders hadden jullie dit ook niet gelezen.)
Uit de slurf naar de terminal gaat er een hele nieuwe wereld voor ons open. Het is stil, schoon en alles is bijna steriel efficiënt. Dat eerste wordt duidelijk wanneer we bij de immigratie komen. Er staan zeker acht mensen de eindeloze aankomende stroom passagiers de juiste richting op te wijzen. Dat ze hierbij etnisch profileren is geen probleem. Gezond verstand is in Japan niet racistisch!
We worden eerst naar de scanners geleid. Hier geven we onze vingerafdrukken van de wijsvinger af op een elektronische scanner, daarna wordt er een (pas)foto van je gemaakt, alles onder het toeziend oog van een meer dan vriendelijke ambtenaar van de immigratiedienst. Ambtenaren begrijpen in Japan dat ze voor de bevolking werken en niet andersom.
Dan gaan we naar een volgende rij waarvoor we eerst (Engelstalige) immigratiekaarten moeten invullen tenzij we in het bezit zijn van een 3D code op onze telefoon. Schone tafels met voldoende immigratiekaarten en werkende balpennen die hoogstwaarschijnlijk dagelijks worden vervangen.
Dan moeten we in de rij gaan staan voor de daadwerkelijke paspoort controle. We zijn bijna aan de beurt wanneer een vriendelijke beambte ons verzoekt om een rij op te schuiven omdat dit loket gaat sluiten. Niemand mort of klaagt. Iedereen volgt zonder te protesteren het verzoek van de ambtenaar op.
De dame van de immigratie bestudeer de immigratiekaart en bekijkt me van top tot teen, mijn hoed rust op het uitgetrokken hengsel van de koffer. Achter me, aan een ander loket, gebeurt met Lyka hetzelfde. Iedereen die Japan wil bezoeken wordt zeer kritisch bekeken. Mocht er iets niet in orde zijn dan wordt je zonder probleem geweigerd en teruggestuurd naar het land van vertrek.
‘U blijft dus zes en vijftig dagen in Japan, waarom?’
‘Toerisme’, antwoord ik.
‘Heeft u hotelboekingen?’
‘Ik heb een boeking.’, ik overhandig haar mijn telefoon en laat onze boeking op booking.com zien.
‘En u verblijft al die tijd in Osaka?’, vraagt ze met de verbazing op haar gezicht.
‘Ja. We verdelen de dagen in, een rustdag, dan een dag met het openbaar vervoer in Osaka en de volgende dag gaan we met de trein of de “Shinkansen” buien Osaka.’
Achter me vraagt Lyka of we het ticket of een ander bewijs hebben wanneer we Japan weer verlaten. Over mijn schouder zeg ik fluisterzacht dat het ticket in het plastic zakje bij de paspoorten zit.
Ik excuseer me bij de immigratie beambte voor de korte onderbreking en vertel haar dat Lyka mijn wettelijke echtgenoot is. Ze bekijkt ons beiden een voor een en onze verzoeken om te worden toegelaten tot het “Keizerrijk van Japan” zijn ingewilligd.
Direct aan de andere kant van de muur is de laatste hindernis. We moeten nog door de douane. Overal staan infrarode camera’s opgesteld die de lichaamstemperatuur van de passerende passagiers registreren. Voor mensen met een verhoging van de lichaamstemperatuur staan er ziekenbroeders klaar om ze verplicht onder quarantaine te plaatsen.
Ook hier moeten we een kaart invullen en ondertekenen. Deze keer is een kaart voor ons samen voldoende. Het zijn de bekende vragen over vlees, verse groenten, drugs, wapens, goud en geld. Daar wordt niet te licht over gedacht in dit mooie, en veilige, land. Er staan stevige straffen en boetes op voor overtreders. In Japan hebben ze nog genoeg kamertjes vrij in de gevangenis!
Na controle van de kaart mogen met onze vier koffers doorlopen en staan oog in oog met de buitenwereld van Japan in de aankomsthal. We hebben geen Japanse Yen op zak dus moet ik eerst op zoek naar een ATM. Mijn ogen scannen de enorme ruimte en in mijn synapsen verplaatsen zich elektronen die de beelden van mijn netvliezen vergelijken met de beelden in mijn geheugen. Een mooi orgaan de menselijke hersenen!
Er is een verbinding gemaakt! We moeten eerst een verdieping omhoog naar de treinen. Zodra we uit de lift stappen herinner ik me de openbare toiletten en de drie ATM machines. En ja hoor, ze staan nog steeds broederlijk naast elkaar. Toch is er ook wat veranderd, er staat nu een ATM van de 7-Bank bij. De bank van de 7-11 die doorgaans goedkopere kosten berekend voor een opname dan de institutionele banken. 50.000 Yen baar geld in de zak is een goed bedrag om ons bezoek aan dit bijzondere land te beginnen.
Zodra we oversteken worden we door de koude lucht in ons gezicht en in de kont gebeten! Dit is heel wat anders dan de tropische temperaturen van de afgelopen maanden! Japan heeft meerdere spoorwegmaatschappijen die elkaar niet beconcurreren maar met elkaar samenwerken om de passagiers het beste vervoer te kunnen bieden. Wij moeten met de “Limited Express” van de “NanKai” spoorwegmaatschappij naar het “Namba Station” in het toeristen centrum van Osaka. Er is namelijk ook een speciale “The Rapi:t Airport Express”, een speciale trein die zo beroemd is geworden dat het uiterlijk van de trein is gebruikt voor de creatie van een nieuwe Japanse superheld.
The Rapi:tldier Eenmaal in de stationshal voelt het alsof we nooit weg zijn geweest. Ik been naar de kaartjes automaat en koop twee kaartjes. Zoals in elk verstandig land verkopen ze in Japan alleen enkele reizen. De machine slikt het eerste knisperend nieuwe bankbiljet van 10.000 yen naar binnen en spuwt twee kaartjes, een betaalbewijs, het wisselgeld in briefjes van 1.000 yen en enkele muntjes weer uit. Een kwartiertje later zitten we in de volle trein op weg naar onze bestemming.
Het voelt allemaal bekend aan. Van de stress over de verplaatsing is geen spoor meer over. Onze medepassagiers zijn vreemd en ik weet zeker dat ze zo ook over ons denken. We schokken en schommelen in ongeveer vijftig minuten naar het Namba Station waar we de komende weken vaak zullen vertrekken en ook weer arriveren. Zodra we de poortjes uit zijn geeft Lyka aan dat het allemaal rechtdoor is. Dat strookt met mijn gevoel. Hoewel ik weinig herkenningspunten zie, alle Japanse winkelcentra ondergronds en in treinstations lijken op elkaar.
We moeten nu nog met de “Osaka Metro”, daar maken dagelijks 13.000.000 reizigers gebruik van! Dan zijn duizelingwekkende aantallen mensen waar de NS nachtmerries van zou krijgen! De enige herinnering die ik heb is dat het om de Roze metrolijn gaat. Allemaal rechtdoor blijkt de juiste richting te zijn. Mijn ogen gaan langs de lijn totdat ik het “Sakuragawa” metrostation herken. Ik ben er 100% zeker van. Kaartjes kopen gaat vanzelf en ik zie voor het eerst dat de machine nu ook een kredietkaart accepteert. Dat gaan we de volgende keer proberen.
Op het perron van onze eindbestemming zegt Lyka: ‘Uitgang 5.’
Blind vaar ik op haar herinnering en zodra we uit de lift stappen staan we in een wereld waar we de weg weten. Het “Guest House C O T E” is om de hoek. De naam is afgelopen jaar gewijzigd en de reden daarvoor is me niet duidelijk maar dat horen we de komende week ongetwijfeld. Om kwart over vier stappen we naar binnen en er is niemand te bekennen. Alleen Miauw de huiskat komt ons begroeten. Ze is flink verwend het afgelopen jaar want ze is erg dik geworden!
Cote House 203 Ken, de eigenaar/manager, heeft me laten weten dat hij kamer 203 voor ons heeft gereserveerd dus ga ik naar de tweede verdieping om te zien of de sleutel misschien in de deur steekt. En daar is Ken aan het werk. We begroeten elkaar als oude bekenden en Ken laat ons de kamer zien. Die is wel wat kleiner dan de kamer 406 maar die kan volgens Ken niet worden gebruikt op dit moment.
Er is maar een andere gast in het hostel/hotel en daarmee is me ook duidelijk waarom we deze kamer op de tweede verdieping hebben. De andere drie verdiepingen worden niet gebruikt omdat er dan meerdere boilers aan moeten staan voor de warm water voorziening in de douche. Ik vraag nog een paar keer om een andere kamer maar Ken wijst die af op de vriendelijke beschaafde manier zoals je die van een Japanner verwacht. Lyka houdt het niet meer en kruipt meteen onder de dekens om slaap in te halen terwijl ik me installeer in deze kleine ruimte.
Nakau afhaalmaaltijden Het is tijd voor het avondeten. Lyka stuurt me op pad om eten te halen want ze heeft geen zin meer om zich aan te kleden. De vermoeidheid is duidelijk te zien bij haar. Zelf ben ik ook diep gegaan maar ik heb nog wat reserves en een mens moet nu eenmaal eten, niet dan? “Nakau” is om de hoek, dat haal ik nog wel. “Nakau” is een populaire Japanse fastfoodrestaurantketen met 470 verkooppunten in heel Japan. We kennen het menu en we houden van de eenvoudige maar gezonde maaltijden. Onze eerste avondmaaltijd kost ¥ 1.050 (€ 6,50). Dat is toch een prikkie voor twee personen?
Onze reis naar het nieuwe avontuur zit er op en we zijn allebei doodmoe. Het is half negen, Lyka slaapt al en ik kruip dicht tegen haar aan. Morgen hebben we een drukke dag met het installeren in onze nieuwe omgeving.
Copyright/Disclaimer